VOOR SNEEK ES MSBEEES. BLOOKER’S SIEIIWS- ES 1PVEETESTIEBLA» (V DAALDERS CACAO. Wo ©xisdas; 28 Juni 1811. 66e Jaargang. No, 51. Kellermans Scheiding. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Singel, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. >1 GEEN CACAO SMAAKT ZOO KRACHTIG ALS Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek 10,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. en de vrouw de verliezende partij. Tien zeven en twintig! Nu keek hij nog eens naar de klok. Dan moest ik maar hier blijven, om hem niet te missen. Hij miste den trein ook niet, maar half versuft door het leven en vervuld van allerlei treurige gedachten, stapte hij in den verkeerden trein. Toen hij zijn ver gissing bemerkte, was het te laat en moest hij mee rijden tot het eerstvolgende station. Nu kon hij niet voor twaalf vier en twintig naar Mooswalde. Intussehen had mevrouw Kellerman nog iets veel ergers gedaan. Toen haar man niet uit den trein van tien uur zeven en twintig kwam, werd het haar duidelijk dat hij inderdaad wilde scheiden. Misschien was het wel een doorgestoken kaart en zat hij nu met dat nest, die Schefzick, hier of daar terwijl zij Nu, het was haar hetzelfde Als ze maar niet naar dien advocaat hoefde. Verschrikkelijk, die wetten. Ach God. Daar ging de trein verder en nu had ze niet eens den zak met de zelfgeborduurde rozen. De tranen kwamen haar in de oogen want het schoot haar te binnen, dat ze zoo’n heerlijke ansjovis-leverworst gekocht had. ’t Hart was haar tot berstens toe vol. Alles voor niets Vijf minuten later zat ze reeds in den trein die terugging en die halverwege den trein passeerde, waarmee de ongelukkige Kellerman eindelijk naar Moos walde stoomde. Geheel verslagen keerde ze naar huis terug, maar eerst toen ze voor haar deur op de tweede verdieping stond, viel het haar in dat Max den sleutel in zijn zak had. Ze wilde bij den huisbaas raad vragen, maar daar was ook niemand thuis. Het geheels huis scheen uit gestorven. En het was nu vier uur. Ze beproefde haar geluk bij den smid, die het dichtst bij woonde, en toen ook die van huis bleek te zijn, zocht ze ook hulp bij nog anderen. Maar allen waren uit. Morgen moet de koffie om zes uur klaar zijn Het is toch Zondag Dat weet ik wel, maar om zeven uur gaat de trein naar Mooswalde Kellerman verwachtte een uitroep op een niet na der te beschrijven toon, maar zijn vrouw zweeg en dat ergerde hem een weinig. Hij dacht al lang aan scheiding, maar zij was het geweest, die gisteren er over had gesproken. En nu moest ze morgen thuis zitten, terwijl hij van het schoone uitstapje genoot. Zorgvuldig maakte hij voor den spiegel toilet, bor stelde haar en snor nog eens op, maar zjj lette in ’t geheel niet op hem en daarom nam hij ten laatste maar stok en hoed en ging naar de deur. Eet smakelijk 1 Nu stond mevrouw Kellerman plotseling op. Je hebt nog niet gezegd wat ik klaar moest maken om mee te nemen. Ik heb natuurlijk geen eetlust, maar Hl - Ach God Hij had zich schielijk omgewend en ze week een paar pas achteruit, ’t Is mij hetzelfde riep hij uit, maar maar dat zeg ik je, geen ansjovis-leverworst 1 “lof; hij trok de deur achter zich dicht. Wat een zwakheid. Hij had zich toch voorgenomen morgen zon der haar-en nu was hem ten slotte heel wat anders over de lippen gekomen, dan hij eigenlijk wilde we zien president Nog eenige dagen en Fallières in ons midden. Wekunnen niet zeggen, dat we in den laat- sten tijd misdeeld worden van extraatjes. Van sleur, alles langs ’t zelfde effen wegje, is tegen woordig toch al geen sprake meer; niet in een kleine stad en nog minder bij ons, waar het groote leven toch al zooveel variaties biedt. Heusch, we kunnen ’t best aanzien, dat de ouderwetsche kermis hoe langer hoe meer blijken geeft aan levenskrachten te lijden, zoo- dat een aanstaand verscheiden niet meer te betwijfelen valt. Ik moet u eerlijk zeggen: ik weet niet, of ik dit jaar de voorjaarskermis wel gezien heb. En die stond toch nog op een vijftal plaatsen. Het kan best zijn, dat ik ze gezien heb, want ze duurt drie weken en in 21 dagen komt men al in de meeste deelen der stad. Het kan dus best zijn, dat ik ze gezien heb, maar ik ben ’t dan vergeten, het geen een bewijs moge zijn van m’n groote ambitie voor dit oude feest. Het leven is te genwoordig zoo druk, zoo alzijdig, dat enkele oude zaken wel moeten verdwijnen. We heb ben onze Koninginneweek gehad met alweer t prinsesje als »’t Zonneschijntje* van Konink lijke familie, staat en volk; en dan nog zooveel. Het lag het meest aan de wetten. Zoo’n scheiding was een vreeselijk vervelende, langdurige geschiedenis! Zonder advocaat kwam je heelemaal niet klaar, had hij in den «raadgever voor echtscheidingen* gelezen. En als het zoo van de eene maand in de andere liep, kon je in dien tusschentijd wel weer eens zwak worden. Daar het nu met de vrijerij en dus ook met de kussen toch uit was, kon ze zooveel leverworst eten als ze maar wilde. Bij haar manie om altijd alles juist andersom te doen (wat ook de oorzaak der voorgenomen scheiding was), zou ze nu juist ansjovis-leverworst koopen en het als een soort verzoeningsproef beschouwen. Het was toch een gevaarlijke zaak zoo’n uitstapje met een vrouw men werd licht week en dan klonk zelfs haar ach God liefeljjk. Hemelsche goedheid, riep hij den anderen morgen, toen ze eindelijk na veel heen en weer geloop twee plaatsen in dezelfde afdeeling hadden veroverd, waar is onze reiszak Mevrouw Kellerman verbleekte en keek naar het bagagenet alsof de zelf-geborduurde rozen daar toch nog te zien waren. Maar het stond vast, de rozen waren er niet. Jij hebt hem toch gedragen stamelde ze ein delijk. Maar jij hebt hem bij je gehouden, toen ik een af deeling zocht waar twee plaatsen Waarom heb je me niet laten zitten? Hij wierp haar een woedenden blik toe en sprong uit den waggon. Ze had dus geen berouw Ze wilde werkelijk scheiden En bij een scheiding is de man altijd de winnende J Hoe kon ze zoo dwaas zijn Maar waar had ze ge zeten Is hier een proviandzak met zelf-geborduurde rozen blijven staan riep hij eindelijk door een raampje, waar de hoofdstad. Dat moet wel een grootsche intocht zijn, een schouwspel waarvan honderd duizenden kunnen genieten, want er is ruimte. Aan de Handelskade liggen de Heemskerk en nog een paar onzer groote schepen om ’t Fransche smaldeel te begroeten, dat een lig plaats zal krijgen aan de noordzijde van de IJkant en daar beschut ligt tegen den golf- brekenden dam. Onze torpedovloot kiest lig plaats, wat dichterbij, tusschen het Tolhuis en de drijvende droogdokken. Vanaf de De Ruyterkade zullen dus de Fran sche schepen bijna niet te zien zijn. Als aan- komststeiger is de Dokkumer steiger gekozen. Deze bevindt zich over de brug ten oosten van ’t station en heet zoo omdat er geregeld een vrachtbewaarder «Helmond—Dokkurm ligt. De president zal de thee in ’t stadhuis (’t Prinsenhof) gebruiken en natuurlijk in ’t Paleis logeeren. Bezocht zullen worden ’t Rijksmuseum, 't Rembrandthuis in de Jodenbreestraat en de prachtige diamantslijperij der firma Asscher in de Tolstraat, aan ’t eind van den Amsteldijk. En weer zal ’t eereboek der firma met een naam verrijkt worden, ’t boek, dat reeds de na men van zoovele hooge bezoekers telt. Dit is niet veel, zult ge zeggen, maar ook Den Haag moet bezocht worden en de clou van 't bezoek hebben we nog niet genoemd. Tusschen haakjes gezegd: Fallières zal ook ’t graf van De Ruyter in de Nieuwe Kerk met een be zoek vereeren. Het praalgraf van onzen groot- sten admiraal, die in 1676 sneuvelde bij Syra cuse, in een strijd met de Franschen. Als kind zult ge reeds geleerd hebben, dat die zelfde Franschen van 1676, die met ons in oorlog waren, door de kanonnen aan de Fransche kust saluutschoten deden afvuren, toen ’t oorlogsschip met ’t lijk van den grooten Vlissinger er langs voer. Doch ’s avonds, dan komt ’t grootsche schouwspel. Verleden Dinsdag zag ik ze reeds bezig, de mannen, die voor de illuminatie moeten zorgen. Toen stonden reeds de hooge gevaarten der glazenwasschers tegen de Beurs, om die gereed te maken voor een schitteren de verlichting langs alle lijnen. Zonder die verlichting wordt de beurs er met al die latjes niet mooier op, maar enfin, dat wordt Dinsdag 4 Juli ’s avonds meer dan vergoed. En onze goeie Naatje, Naatje Eendracht of Naatje Een- arm, begint zich dan hare poverheid te schamen en wordt zoo goed mogelijk verborgen achter groen en lichtinstallaties. Naatje kan gerust zijn; de Franschen zullen haar niet opmerken om hare minderheid tegen over een elegante Framjaise te constateeren. Ook ’t groote gebouw voor den Algemeenen Dienst, aan den kop der Handelskade (waar zich ook ’t weerbureau bevindt), zal schitteren en de spoorwegviaduct en ’t stationsplein en langs heel den weg zal men R. F’s en W.’s zien. Maar ’t mooiste zal ’t op ’t IJ zijn. De Fran sche en Nederlandsche oorlogsbodems zullen verlicht zijn en met hunne zoeklichten werken en ook vele schepen op ’t IJ zullen wel zorgen niet in ’t donker te blijven; daar zullen de eige naars of bestuurders der booten en andere vaartuigen wel voor zorgen. En aan den over kant van 't IJ zal wel geen vuurwerk worden afgestoken, maar zal men werken met vuur bollen en vuurpijlen en Bengaalsch vuur en als ’t weer meewerkt, moet ’t wel een too ver achtig schouwspel opleveren, zooals president Fallières niet dikwijls zag. Onze Vorstelijke familie en de president zullen met gevolg een boottocht over ’t IJ maken, terwijl alle andere scheepvaart verboden is. Den volgenden avond zal de verlichting herhaald worden en is de vaart voor ieder vrij. Des Donderdags ontvangt de President onze Koninklijke familie op de lunch aan boord van de Edgar Quinet en een poos later zal de Ko- ningssloep den president afhalen om de thee te gebruiken aan boord van de Heemskerk. Als ’t weer meewerkt, worden ’t een paar prachtige dagen, zooals we niet alle jaren be leven; en dan zal de gemeente A’dam als gast vrouw kunnen zeggen: Ik heb m’n plicht waardig vervuld. Jammer, dat men voor den President dien leelijken rommel van ’t oude Beursterrein niet verborgen kan houden. Als Fallières ’t op merkt, kan hij zich troosten met de gedachte, dat hij 't slechts eenmaal behoeft te zien, ter wijl wij er reeds jaren ons aan ergeren, «Men* zegt, dat de firma der Bijenkorf (Goudsmit) geen financiën bijeen kan krijgen en daar Mei 1911 reeds verstreken is zonder dat er met den nieuwen bouw begonnen is, zal de gemeente den koop weer vernietigen. Of ’t zoo is? Zeker is, dat de firma ook niet weer op haar oud terrein aan den Nieuwendijk komt; wel is men daar thans druk aan 't bouwen, maar dat wordt een café van nog al eenigen omvang, Bij duizenden zijn ze uit A’dam getrokken naar Soesterberg om de wondervogels te zien, die ten koste van eigen leven een nieuwe aera voorbereiden. De nieuwe aera zal grootsch worden. De aardoppervlakte wordt hier en daar te klein voor zooveel beweging, voor zoo’n druk menschengedoe. Maar dan, over x jaren, zijn we even vrij in de lucht en onder water als op de aardoppervlakte. De wereld wordt daardoor ettelijke malen ruimer. Och, wat zijn we nu nog maar klein! Ja, als we onzen tijd verge lijken bij dien van tachtig jaren geleden, zijn we enorm vooruit gegaan. Spoorwegen, stoom- booten, telegraaf! Nog sneller ging het de laatste dertig jaren. Telefoon, rijwiel, auto, phonograaf, cinematograafDe fiets heeft in de kleine, de auto in de rijkere wereld een reuzen-omwenteling gebracht. Vraag maar eens aan ’t buiténmannetje van voor veertig jaren: Hadt hij toen kunnen droomen, dat z’n kleinzoon, ook een boerenarbeider, nu per fiets naar z’n arbeid gaat; des Zondags met z’n meisje of z’n gezelschap fietst naar plaatsen, waar grootvader slechts ’n paar maal in z’n leven kon komen; dat hij er den neus voor optrekt, ’n paar uren te moeten tippelen, om dat er toch immers trams en sporen rijden; dat hij ’s zomers een uitstapje maakt naar A’dam of Den Haag, Arnhem of Nijmegen, en al weet mee te spreken van ’t strandleven; dat hij lid is van een fanfarekorps en minstens van éen vakvereeniging? Een kolossale ver andering; maar zouden de volgende vijftig jaren niet een nog grooter omwenteling in het leven brengen? En we hebben onze zeelieden-staking met al de hoop en verwachtingen, die daaruit reeds zijn voortgevloeid, al de verwarring in’t groote bedrijf, die er reeds is gesticht. En nu krijgen we den Franschen president! Ik vind ’t mooi dat Fallières over zee komt. Al zijn we niet meer in de groote dagen van Frederik Hendrik, Jan de Wit en Willem III, toch zien we nog gaarne den waterkant uit, heeft de hoofdzaak groot belang bij de zee, is de IJkant nog onze grootste attractie. De president komt aan per Edgar Quinet, een groot oorlogsschip, dat geflankeerd wordt door kleinere vaartuigen. Op de grens onzer territoriale wateren zal een Nederlandsch tor- pedo-eskader den president begroeten en dan gaat het te zamen door ’t Noordzeekanaal naar uit dadelijk een koor van vrouwen- en mannenstemmen antwoordde Hier zijn geen zelfgeborduurde rozen Zoo ging hij verder van het eene raampje naar het andere. De trein was eindeloos lang. En daar klonk plot seling Ver-trek-ken! Het trof hem als een bliksemstraal en haastig wilde hij het portier openen, waar hij juist voor stond. Maar daar klonk het weer honend in koor: vol. Bij de volgende hielden ze zelfs de klink vast reeds voelde hij, dat de trein hem meetrok. Op ’t zelfde oogenblik pakten twee sterke handen hem bij de schouders en trokken hem terug, midden op het perron. Bent n dan gek, mijnbeer mopperde de beambte. Om 10.27 gaat er weer een trein naar Mooswalde, in dien tusschentijd zullen ze uw schat niet stelen Die kan me had hij bijna gezegd. Nu lachte hij alleen wat gedwongen en keek toen den trein na, die in de verte verdween. Morgen, mijnheer Kellerman klonk het' naast hem. Morgen, juffrouw Schefzick Groat uw vrouwtje Wip was ze verdwenen tusschen het gewoel van de menschen, die reeds voor een anderen pleiziertrein sa menstroomden. Nu ’t was ’t zelfde. Voor de tweede maal liep hij niet in de val. Het meisje zag er anders allerliefst uit, maar ’t was er ook een, die een man aan den haak wilde slaan. Het huwelijk is toch een be scherming, dacht hij. Als zij eens wist, dat ik wilde scheiden En dan Hemel! Verschrikt keek hij naar de klok. Het was nog lang geen tijd. Wanneer gaat de eerstvolgende trein naar Mooswalde, vroeg hij aan een stationsassistent, die juist langs kwam. Ml COURANT. N ■I |M| 9j&

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1