SIEEW8- ES' mEIMBUD I j Nederland en Frankrijk. Vdlill SSEEE ES OHSTÜEkEV 1 No. 54. Zaterdag 8 Juli 1811. Belmont’s vrouw. 6Se Uitgever: B. FALKENA Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek. Feuilleton. Ze Slot volgt. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek t0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. tenlandsche en binnenlandsche, mocratisch is de republiek, en ware, zelfs opmerken, dat ’t misschien zulke maken. We zullen Och, wat baat je mijn opheldering Je snapt er toch niets van, want je bent nog ongetrouwd. Het is de gewone geschiedenis we hooren niet bij elkaar. En dan ik heb zoo weinig geluk gehad. Ik kan haar maar een nederige woning aanbieden, Frits, maar geen weelde. Toen we twee jaren geleden trouwden, toen droomde ik zoo van mijn toekomstig succes. Maar het bleef uit en dat is natuurlijk hard voor haar geweest. Parren werd boos. Je doet haar onrecht, zeide hij, als je meent, dat dit de reden is, waarom ze van je is weggegaan. Er moet iets anders geweest zijn. Dat was er ook. Ik heb het je gezegd. We konden met elkaar niet overweg ons huwelijk is een vergis sing geweest. De zaken zijn ’t best zooals ze nu zijn. Je kunt er niet tusschen treden, je begrijpt het toch niet. Hij sprak met een zenuwachtige opgewondenheid en wendde het hoofd opnieuw naar den muur. Parren haalde de schouders op en begon over andere dingen te praten. Geen van beiden hoorde eerst het zacht ge klop öp de deur. Toen het herhaald werd, snelde Parren naar de deur om te openen. Toen schrok hij en legde den vinger op den mond. Bent u 't, dokter vroeg Belmont. Neen, antwoordde zijn vriend langzaam, neen, het is de dokter niet. Maar ik moet weg, Herman. Mor gen kom ik je weer bezoeken. Hij was vertrokken vóór Belmont het hoofd kon om- keeren. Aarzelend trad iemand op het bed toe. Jij! mompelde hij. Jij 1 Men had me verteld, dat je een ongeluk had gehad die in zijn van bijna 40 heeft steeds dit opmerken. Er wonen in Parijs vele lieden van adel, bui- maar zoo de- dat slechts een gewoon burger, zonder blauw bloed, de hoog ste vertegenwoordiger der staatsmacht kan zijn. Het spreekt van zelf, die op elkaar vol gende presidenten waren zeer verschillend van aanleg; er was er een enkele onder, die vorste lijke allures aannam, doch de laatste dignita rissen de len als heel gewone menschen en gingen toch door met voort te werken aan den arbeid, die eenmaal begonnen was. Het is in Frankrijk schijnbaar zoo heel an ders dan in andere landen, waar koningen re- geeren. In Rusland is ’t de tsaar, die als al- leenheerscher schijnbaar zijn wil doordrijft, zoodat men slechts met hem rekening heelt te houden, In Oostenrijk, een constitutioneele dubbelslaat, is ’t de glorie der oude Habsburgers; die ondanks de grondwet, alles beheerscht. In Duitschland, ook zeer constitutioneel, heeft de keizer allures die aan Russische heerschers- manieren doen denken. In Engeland, waar ’t hij weer een oogenblik. Eindelijk wordt me een kans geboden en nu kan ik ze niet benutten. En dat na twee jaren van strijd Een teekening voor een stadhuis, zei je me, is ’t niet Ja, een prijsvraag tien duizend gulden is de eerste prijs. En ik kon hem gewonnen hebben, Frits. Ja, ik ben er zeker van, dat mijn kans groot zou zijn ge weest, als dat verwenschte ongeluk niet was gebeurd. En dan de reclame Mjjn naam was voor immer gemaaktDe laatste twee maanden heb ik aan niets anders gedacht. Dat weet ik, zei Parren deelnemeod. Ik herinner me nog den avond, toen ik je een bezoek bracht, en je juist met je vrouw over je plannen spraakt. De architect bewoog zich onrustig op en neer. Het spijt me, Herman, ik wilde je niet kwetsen. Maar ze hielp je toch altijd, is het niet Ja, zij heeft het wel eens gedaan. Zijn toon was bitter en hij wendde het hoofd af. Toe, Herman, wees nu niet dwaas, zei Parren, kun je dat zaakje nu weer niet in orde brengen ’t Was toch maar van jullie beiden een kwade bui. Neen, deze scheiding, dit afzonderlijk wonen, lijkt me zoo onnatuur lijk -. Zij heeft het voorgesteld, verklaarde Belmont boos. Maar jullie beiden doet het pijn, dat weet ik maar al te goed. Mag ik haar gaan roepen Kom, Herman, laat je trots nu eens varen. Later zult ge er blij om zijn. Zij komt zeker terug. Neen antwoordde Belmont. Moet ik dan het eerst het hoofd buigen Zij heeft het voorgesteld. Maar waarom toch Wil je me dat niet zeggen We zijn toch vrienden 1 Al jaren zjjn we vrienden ge weest ik kan dien toestand niet langer zoo aanzien We hebben bezoek gehad van den president der Fransche republiekde grijze Fallières heeft ’t dienstig geacht dit vriendschapsbezoek te brengen en de politiseerende wereld heeft zich, zooals te denken was, gehaast om op alle mogelijke wijzen dikke staatkundige tinten en diplomatieke achtergronden op dit nieuw tableau te ontdekken. Laten wij ook eenige regelen wijden aan dit bezoek, dat toch niet als geheel onbelang- zelf aan ’t ziekbed kluisterde, niet in staat was, uit sympathie of medelijden of wat dan ook, meer dan ruim drie maanden levens aan zijn ministeriëel bestaan te verzekeren. Nog niet geheel hersteld van ’t vliegveld-ongeluk, terwijl dus een ander hem in de Kamer als voorzitter van den ministerraad moest verte genwoordigen, werd Monis toch van de groene tafel gedrongen en een zijner ministers, Cail- laux, zette zich in zijne plaats, terwijl ook een ander den zetel voor buitenlandsche zaken innam. En ondanks die wisseling van ministers gaat de politiek van de Fransche republiek haar gang. Die politiek is, om een laag-bij-den- grondsche vergelijking te gebruiken, als de kous, die eenmaal opgezet is op de breipennen en waaraan elke volgende breister slechts heeft voort te arbeiden; ieder nieuw ministerie heeft slechts door te gaan over ’t politieke straatje dat eenmaal is uitgekozen. Maar evengoed als een keizer of koning in andere landen den eigenlijken staat vertegen woordigt, even goed is ook in Frankrijk de president (al is hij maar een man, die benoemd wordt voor een zestal jaren,) de man, die het geheele land vertegenwoordigt, persoon begrijpt de strevingen millioen menschen. Frankrijk burgerpresidenten! Laten we forten, de aanwezigheid van een Duitsch oor- logsscheepje in Zuidwest-Marokkaansche wa teren en dit bezoek? Moeten we misschien nog verder gaan en vermoeden, dat voorstanders van een Duitsch-vriendelijke politiek hier een nederlaag hebben geleden, terwijl het een geheim blijve, wie men onder die voorstanders moet begrijpen? We zullen hier vraagteekens plaatsen i beter vragen niet al te ernstig publiek koningschap een nietsbeduidend ornament ge lijkt, maar een ornament, dat nooit werd in den hoek gezet en dat door geen Engelschman zou kunnen worden gemist, in Engeland, waar, ondanks zijn hoogen adel, de vorst even grond wettig aan ’t hoofd van ’t staatsschip blijft staan als in de meest echte republiek, in Engeland laten de vorsten, schijnbaar ten min ste, de zaken gaan zonder den loop er van te forceeren. Zelfs Edward VII maakte slechts schijnbaar hierop een uitzondering; hij handelde slechts in opdracht van ’t Engelsche volk, vol voerde wat er leefde in Britsche ideeën en wenschen. Om een der kleine landen te noemen, in Noorwegen is de koning niet anders te be schouwen dan de gekroonde president van een beslist democratisch volk en heeft hij als zoo danig, terwijl hij toch de majesteit van den troon moet hooghouden, slechts de wenschen van heel ’t volk ten uitvoer te brengen. Schijnbaar is er een groot verschil tusschen de hoogste vertegenwoordigers der volken en in werkelijkheid is ’t het volk, dat door zijn werken, ideeën en wenschen de politiek maakt. En wanneer we dus in onze hoofd- en hof stad de eer van een Fransch presidentsbezoek hebben gehad, moeten we niet denken aan den minister, die pas zijn zetel innam om mis schien aanstonds weer te verdwijnen, ook niet aan den president, die zeer correct en plicht matig zijn zes ambtsjaren passeert, doende wat des presidents is, maar moeten we in den persoon van president Fallières het Fransche volk begroeten, dat reden meent te hebben ons land een blijk van vriendschap te geven. De Nederlandsche bladen hebben in hoofd artikelen het decorum bewaard en dus gedaan, wat een fatsoenlijk opgevoed recepteur van gasten te doen staat. De Fransche bladen waren even beleefd en we mogen veronder stellen, dat ze met nauwlettendheid onze be leefdheid bestudeerden en letten op de bewijzen van sympathie van ons volk tegenover den grijzen president. Moeten we nu juist veronderstellen, dat dit bezoek een krasse zet beteekent op ’t politieke schaakbord van Europa? Moeten we denken, dat er hier sprake is van ’t tegengaan van Duitsche invloeden? Moeten we verband zoeken tusschen ’t in duigen geworpen Vlissinger forten plan, de op luiden toon geuite antipathie van EngelandFrankrijkBelgië tegen die te krijgen. Van deze zijde beschouwd, lijkt ons het Fransche officiëele bezoek een goede daad. De tijd zal leeren of de Nederlandsche sympathie ën, die in de laatste jaren heel wat meer naar den Duitschen dan naar den Franschen kant gingen, (en, merkt dit wel op, nog nooit naar Britsche zijde uitweken,) ten gevolge van dit bezoek belangrijke wijziging ondergaan. De tijd zal leeren, of de Duitsche keizer noodig zal achten, de gevolgen van dit bezoek te niet te doen. We doen het best, dit bezoek als een cour toisie te beschouwen, die juist bij de Neder landsche politiek van niet-partij-kiezen aan- past. Spoedeischende vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Sneek, op Dinsdag, 4 Juli 1911. Aanwezig de heeren: P. Reinouts van Haga, voor zitter, S. Henstra, E. Priester, H. Brenninkmeijer, R. Gorter en J. Lindeman, secretaris. Afwezig met kennisgeving de heeren W. Nieveen en S. v. d. Meulen Szn. Punten van behandeling: 1 De notulen der vorige vergadering worden gele zen en goedgekeurd. 2 Lecture van missive No. 469 aan den Raad van Administratie der H. IJ. S. M., waarin de Kamer ver zoekt, dat de perronkaarten in het vervolg ook aan het loket zullen worden verkrijgbaar gesteld. 3 Behandeling der volgende ingekomen stukken: dat je in bed lag. Het doet me leed. Dank je. Ik vind het heel aardig van je, dat je me komt opzoeken, (Belmont sprak slechts met moeite). Het is gelukkig niet ernstig. Ik hoop weer spoedig in orde te zijn. Je rechterarm is het, geloof ik? Maar hoe moet ’t nu met je teekeningen die van het stadhuis moeten toch deze week worden ingezonden Ja, stemde hij toe. Ik moet natuurlijk mijn plan opgeven, dat is alles. Ga zitten. Het is jammer. Je zult wel vreeselijk teleurgesteld zijn Och, ieder is op zijn beurt eens ongelukkig, ant woordde Belmont onverschillig. Plotseling boog zij zich over hem en legde hare han den in de zijne. Ik blijf bij je, Herman. Je bent alleen en nu zal ik hier blijven. Tot ik weer het bed verlaten kan Hij hief voor een oogenblik het gelaat op, doch klemde de lippen weer op elkaar, toen zijne oogen de hare ontmoetten. Dank Edith, maar ik kan je aanbod niet aannemen. Je bent erg goed, meer dan ik verdien. Maar neen, ik neem het niet aan. Je bent hier alleen om mijn on geluk, dat spreekt. Anders zou je niet gekomen zijn. Dat heb je twee maanden geleden zelf gezegd. Zij stond op en liep naar het venster. Zijne oogen volgden haar. Maar, tusschen twee haakjes, wie heeft je van het ongeluk verteld? De dokter. Zij sprak op zachten toon. Ik ontmoette hem toevallig. rijk mag worden aangezien. We mogen dan ook eenige aandacht vragen voor ’t feit dat Frankrijk een republiek is, waar de president eigenlijk slechts een orna ment (stijl Van Houten) is, waar de groote massa door-en-door democratisch is aangelegd. De ministers zijn er de eigenlijke koningen van ’t land, zijn op hun terrein souvereinen, die echter elk oogenblik kans hebben om te wor den verjaagd. En die zelfde ministers moeten in overeenstemming met den president worden benoemd en ’t is de president, die, gehoord de voorzitters van Kamer en Senaat, gehoord de meening van de meest invloedrijke staats lieden, den minister-president benoemt, die in overeenstemming met den president zijn ambt- genooten om zich heen verzamelt. Terwijl dan in Frankrijk de president slechts forma liteit heet te zijn en ’t ministerie alles is, alle macht heeft, mogen we toch even ’t feit op merken, dat, niet minder dan in andere landen, waar vorsten regeeren, ook in Frankrijk de president, als hoofd van den staat, de buiten landsche, de groote politiek leidt. We zien t ook nu weer, dat de ministers, die in de Fransche republiek alvermogend heeten te zijn, slechts tijdelijke verschijningen zijn, die opko men en verdwijnen, maar dat de president het rijk vertegenwoordigt. De ministers komen en verdwijnen, maar de politiek gaat door, en elk opvolgend ministerie is slechts de nieuwe werkman, die zorgen moet het gebouw van staat in orde te houden en aan de nieuwe uitbouwen door te werken. In ’t begin van dit jaar, dat juist half ge passeerd is, zagen we de geniale, handige Aristide Briand aan ’t hoofd van ’t Fransche ministerie; daarna was ’t Monis, wiens rijk zoo W’einig duurzaamheid had, dat zelfs een ramp, die een zijner ministers ’t leven kostte en hem t Waren verschrikkelijke oogenblikken geweest, toen ue taxi-auto, waarin de architect Belmont naar zijn kan toor reed, plotseling was geslipt en Belmont onder het vernielde rijtuig was bedolven. Zijn eerste gedachte was toen geweest aan zjjn nog onvoltooide teekening, die hij misschien niet zou kunnen afmaken, en aan den tijd, dien hij wellicht in zijn eenzame woning zou moeten doorbrengen, geheel toevertrouwd aan de zorgen van vreemden. Hij had toen een oogenblik het ergste gewenscht, want, och, zijn leven was toch al zoo weinig gelukkig geweest. Maar het lot had anders beslist en daar lag dij nu, inwendig gewond en met gebroken rechterarm terwijl zijn joviale vriend Parren naast zijn bed zat. de dokter er nog al niet Hij is altijd even laat I Kom, hij zal zoo wel hier zijn. Vermoei je nu niet, beste vriend. Bekommer je er nu maar niet om. Hoe kan ik het helpen, dat ik zoo lastig ben natuurlijk nog aan je plannen, nietwaar 'Jf, misschien Parren aarzelde. Ja, mijne plannen stemde Belmont na een korte pauze haastig toe. Ik .heb wel geluk, vindt je niet? Hjj acute toornig. Hier lig ik nu op mijn rug en kan geen lijn meer op ’t papier zetten, terwijl in één dag m w *e0kening gereed zou zijn geweest. aarom zend je ze zóó niet in, al is ze nog niet geheel gereed Wat zou ’t me baten zeide Belmont. Toen zweeg het best dcen, dit Fr^frsche be zoek als een aanzienlijk beleefdheidsbezoek te beschouwen, waarbij de politiek van Nederland gewoon haar gang gaat. En die politiek bestaat in te zorgen, steeds met alle landen in correcte verhouding te staan, zoodat het niet noodig is, ons bij een of meer der groote mogendheden aan te sluiten en daardoor de andere grootmachten tot vijanden ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. MM E0 mi ■Y en te

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1