VOOR 811 EK «ISTfflEK. B. FALKENA Mz. Groote Kerkstraat, in het gebouw der voormalige Cacao fabriek van de firma J. Veen Co. CLOTHILDE. JIHJW8- B ilIVERTBTimiD (féST Kantoor en Drukkerij van 66e Jaargang. Moeilijke tijden. Zaterdag; 15 Juli 1911. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek. Feuilleton. ■OM ■u verbittering Wordt vervolgd. MM - - Uitgever »Sneeker Courant*, zijn verplaatst van Singel naar 1). einde willen maken. Hoe dit wezen moge, de heer en mevrouw Sauve- terre leefden, naar het scheen, rustig en tevreden met elkaar, al bleven zij kinderloos. De Staatsprocurenr bewees zijn vrouw alle mogelijke oplettendheden, die zij echter meer duldde dan begeerde. Vermoedelijk was het slechts laster, uitgestrooid door vijanden en benij- ders van den staatsprocurenr, als zij van hem vertel den, dat hij als onbemiddeld rechtsgeleerde mejuffrouw Gémenos ten huwelijk had gevraagd alleen om haar bruidschat en het uitzicht op de millioenen van den ouden heer, die wegens zijn ongeregelde levenswijze en zijn corpulentie vermoedelijk wel spoedig aan een beroerte zou komen te sterven. Overigens was een blik op de jonge vrouw aan het venster genoeg om de overtuiging te geven, dat Clo- thilde door haar eigen bekoorlijkheden wel in staat was de genegenheid te winnen van een man, al stelde die zijn eischen zeer hoog. Ofschoon te St. Etienne geboren, had zij de oogen en den tint der vrouwen van het zuiden groote, donkere oogen, lippen zoo rood als granaatbloesem en weelderig zwart haar, dat de bleeke teint van haar gelaat nog gunstiger deed uitkomen. Ge woonlijk toonde haar gelaat weinig uitdrukking, maar zoodra haar belangstelling gewekt was, verkreeg het iets sprekends, dat onderbet kalme uiterlijk een harts- tochtelijken inborst deed vermoeden. Het jonge echtpaar was aan de Quai de Béthune gaan wonen, omdat de woning dicht bij het paleis van justitie op het eiland de la Cité was, waar mijnheer Sauveterre dagelijks zijn ambtelijke bezigheden te ver richten üad, en ook omdat ze niet al te verwijderd was van de woning van den ouden heer Gémenos, die in de wijk le Marais woonde. De oude heer was althans drie jaren gehuwd was. Charles Sauveterre was jaren lang een advocaat zon der cliënten geweest, doch bij het optreden van een nieuw ministerie was hij als substituut van den staats- procureur naar het zuiden des lands gezonden, daar hij onder de nieuwe machthebbers een paar bescher mers aan het ministerie van justitie had. Hij bezat redenaarstalent en aangename vormen, hij brandde van eerzucht en wist met groote behendigheid partij te trekken van alle kansen, die zich aanboden. Zoo bracht hij het spoedig zoover, dat hij weder te Parijs geplaatst en tot staatsprocurenr bevorderd werd. In een gezelschap trof hij toevallig den ouden ijzer handelaar en zijne dochter aan. De schoonheid van Clothilde trok zijne opmerkzaamheid en een bekende, wien hij inlichtingen vroeg, deelde hem mede, dat de oude Gömenos zeer rijk was. Tengevolge daarvan knoopte de staatsprocurenr een gesprek aan met den voormaligen ijzerhandelaar, op wien hij een zeer goe den indruk wist te maken hij maakte Clothilde ijve rig het hof en wist de dubbele rol van vroolijk, gezel lig prater en van vurig aanbidder met zulk goed ge volg te spelen, dat mejuffrouw Gémenos een half jaar later er in toestemde zijn vrouw te worden. Naar men beweerde, had Clothilde eigenlijk voor haar aanbidder en tegenwoordigen -echtgenoot weinig genegenheid getoond, maar zij had geen eigen wil te genover haar heftigen, opvliegenden vader, die haar tot dit huwelijk overreed had. Men verhaalde, dat zij in St. Etienne een minnarij had gehad met een jon gen leeglooper, die allerlei domme streken uithaalde en van wien haar vader niet hooren wilde. Aan die dwaze neiging zonder uitzicht had de oude heer, naar men zeide, door Clothilde’s huwelijk eens voor goed een in den eersten tijd van haar huwelijk dikwijls om streeks den middag bij zijn dochter gekomen om te zien hoe het haar ging, terwijl Clothilde hem bijna nooit een bezoek bracht, daar zij wist, dat hij in zijn woning niet gaarne gestoord werd. Zijn verhouding tot Char les scheen haar nu niet meer zoo vertrouwelijk en on gedwongen als te voren, zonder dat zij daar eenige reden voor wist. Haar vader had daar trouwens geen woord over gesproken en haar echtgenoot, dien zij er eens naar vroeg, had rondweg gezegd, dat in de verhouding tusschen hem en zijn schoonpapa volstrekt geen ver andering was gekomen. Over dag werd mijnheer Sauveterre meest geheel door zijn ambt in beslag genomen, doch hij kwam ge regeld tegen zes uur thuis om met zijn vrouw te di- neeren. Soms brachten zij daarna samen een bezoek bij bekenden of wel gingen zij naar den schouwburg, maar meestal ging Sauveterre alleen uit om met ambt- genooten te raadplegen of om met vrienden eenige uren in zijn club door te brengen. Clothilde betoonde hem steeds kalme vriendelijkheid en vervulde haar plichten als huisvrouw steeds op voor beeldige wijze. Wat daarbij in haar gemoed omging, was echter niet gemakkeljjk te doorgronden. Zij keek even van haar werk op toen Prudence, de trouwe dienstbode, die haar uit het vaderlijk huis gevolgd was, met de zooeren gebrachte postbestelling binnentrad en die voor haar meesteres op de naaitafel neerlegde. Clothilde wierp een onderzoekenden blik op het gebrachte het waren couranten, circulaires van modemagazijnen, die voor hun zaak reclame maakten en dergelijke meer en ook een brief aan haar adres ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. te Amsterdam in in Plancius (de om ge- o den Amsterdamschen Bestuurdersbond. Het was een vergadering tot protest tegen het terrorisme en de dwingelandij. Het manifest zeide: Het geen gebeurd is op de eilanden (bedoeld wordt hetgeen in den nacht van Woensdag op Don derdag der vorige week gebeurde op Katten- Maandagavond werden het Paleis voor Volksvlijt en groote zaal van het Paleis was te klein allen te bevatten,) protestvergaderingen houden, die uitgeschreven waren door burg) heeft verontwaardiging en gewekt onder de geheele georganiseerde klasse. Als gold het een oorlog tusschen twee mogendheden, zoo zijn hier de politie- en militie- autoriteiten opgetreden tegen burgers van denzelfden staat, inwoners eener zelfde gemeen te. Het verschil was alleen hierin gelegen, dat de tegenpartij niet was een goed gewapende oorlogvoerende partij, te midden van een slag veld, maar een aantal ongewapende burgers, die gesard en getergd werden door het politie- en militievertoonte midden der stakings dagen. Gewonden zijn er gevallen en bijna een paar dooden te betreuren. Waarom? Wat is er geschied? Een onderkruiper werd het lastig gemaakt. Kon men niet op taktischer wijze zorg dragen, dat Zijne Majesteit de onderkruiper op zulk eene wijze werd vervoerd, dat niet noodeloos de gemoederen in verbittering werden gebracht? Was om die onderkruiper te begeleiden zooveel machtsvertoon van politie noodza kelijk? Wie of wat gaf den autoriteiten het recht een deel der bevolking afgesloten te hou den als gold het een belegerde vijandelijke vesting? Moest er een kleine staat van beleg worden afgekondigd Dan kon de burgemeester dat doen krachtens de gemeentewet, maar dan moet de gemeenteraad binnen drie dagen wor den gehoord. Maar al deze wettelijke bepalingen worden verwaarloosd. De wet zwijgt, de oorlogstoestand beheerscht de positie. Met kracht protesteeren wij daar tegen. Sinds wanneer staan arbeiders en werk stakers buiten de wet - Zoo leest men in het manifest, dat verder nog door allerlei voorbeelden tracht aan te toonen, dat hier duidelijk en klaar de brute overmacht in haar leelijkste vormen van ge- welddoenerij spreekt. We zeiden reeds, dat er zeer velen opkwa men om de protestvergaderingen bij te wonen. Nu, dit willen we terstond aannemen; we zouden ons alleen verbaasd hebben te vernemen, dat er weinige honderden opgekomen waren. Verschillende sprekers betraden het podium, waaronder ook Domela Nieuwenhuis, de oude voorman der uiterste socialistische partijen. We willen over den inhoud der gehouden HOOFDSTUK I. I*1 eeQ der ouderwetsche huizen aan de Quai de Bé- tnune, op het eiland St. Louis te Parijs, zat een jonge vrouw bij een raam der eerste verdieping ijverig te werken. Van haar lievelingsplaatsje wierp zij bij mooi weuer gaarne nu en dan een blik naar buiten op de oeine en den anderen oever. Naar links strekte haar gezicht dan tot de spoorwegbrug van Bercy én de villa’s aaar langs de Seine naar rechts stuitten haar blikken op den toren der grijze Notre-Dame-kerk op het eiland oe la Cité, dat met het eiland St. Louis door een brug verbonden is. Heden viel er echter niet veel uit te zien het was een droevige namiddag in Februari over de rivier uoig een dichte nevel en bij afwisseling zonden de wol- regen en sneeuw naar beneden. Mevrouw Clothilde Sauveterre werd daardoor niet a geleid van haar werk. Zij was de dochter van een voormaligen ijzerhandelaar uit St. Etienne, het middel punt der Fransche Kolennijverheid. Paar had de oude eer Gemenos in den loop der jaren een zeer aanzienlijk ermogen verworven en toen de zaak overgedaan, aarna hij met zijn eenig kind, wier moeder al vroeg haanr7en jWas’ te ParUs S*nt? wonen. In de hoofdstad uaen vader en dochter kennis gemaakt met den staats- procureur Sauveterre, met wien Clothilde nu sedert JMHF" Wij vestigen er de aandacht op, dat in dit nummer een begin wordt gemaakt met het groot, boeiend feuilleton »CLOTHILDE«. Met den staat van beleg kan de grootste ezel regeeren. (Of dit bedoeld is als een hoffelijke attentie in de richting van burgemeester Roëll?) Spreker acht het goed, dat men zich ge wapend heeft, want men is hier niet meer veilig tegen het geweld der militairen Men heeft de bevolking van Kattenburg getart door een onderkruiper zoo in ’t openbaar te bege leiden De propaganda der revolutionnairen onder de militairen blijkt reeds vruchten te hebben gedragen, immers, waarom heeft men anders geen enkel Amsterdamsch militair met bewakingsdiensten durven belasten? Spr. ver gelijkt deze beweging met die van 1903 en zegt, dat men thans niet, zooals toen, de be weging zal neerslaan. Spr. wekt op aan de eerste oproeping tot deelname aan den strijd gevolg te geven. Doch genoeg hierover. Naar de verslagen te oordeelen, scheen men Maandag reeds onder den indruk te zijn van het militair vertoon en daardoor gekalmeerd; er scheen reeds vrees voor de macht der overheid te bestaan. In 1903, tijdens de spoorwegstaking, werd de groote drukte terneergedrukt, doordat er dadelijk in zat: Het ontzag voor kloek optreden. Nu willen we niet zeggen, dat er kloek, maar wel, dat er kras is opgetreden. Zou men nu reeds onder den indruk daarvan zijn? Het zijn moeilijke tijden en we willen hopen, dat er een gunstige oplossing komt. De zeelieden staken omdat ze beter loon en beter behandeling eischen. Niemand zal zeg gen dat het voor den zeeman alles couleur de rose is. Het loon is niet hoog, in aanmerking genomen, dat het gezin, afzonderlijk van den kostwinnenden zeeman, moet kunnen bestaan. En de huisvesting aan boord? Zeker, een schip is geen hötel op het ruime veld en er moet gewoekerd worden met de ruimte; voor volkslogies en wat daarbij behoort wordt door den havenmeester slechts 5 percent der bui tenruimte afgetrokken en voor de rest moet per tonnemaat betaald worden; bovendien, hoe grooter schip, hoe meer alles kost. Maar toch, de ruimte voor de schepelingen is be nauwend klein. Het moeilijke van de zaak is, dat ook de dokwerkers, schuitenvoerders,, enz. meedoen. Lastig is, dat de groote zeegevaarten worden toevertrouwd aan onbekwame mannen. We hebben het reeds opgemerkt, hoe die nieuwe bemanning eigenlijk slechts dient om officiéél voltallige bemanningen te hebben, terwijl de redevoeringen niet spreken, daar deze gemak kelijk te raden is; alles wat gezegd werd, diende om te protesteeren tegen hetgeen van militaire en politie-zijde gebeurd was. Daarbij zou men kunnen opmerken, hoe de houding was van de vergadering, zoowel in de vergaderzalen als daarbuiten en we zouden mogen op merken: Het was ifret, alsof zoowel sprekers als vergaderden reeds onder den indruk waren van de dictatuur van politie en militie. Men hoorde niet de geweldig dreigende taal, die men zou verwacht hebben. Er sprak geen revolutiegeest uit de oogen en de gebaren der bijeengekomen menschen. ^fe^er, er werden wel krachtige woorden gebruikt en de sterkste krachtwoorden werden het luidst geapplaudis seerd, maar er kwam niet wat men had ver wacht: een soort revolutie-stemming. Wie wel eens zulke vergaderingen heeft bij gewoond, weet, dat men zich om zeer geringe zaken tot de grootste vurigheid laat opwinden. Men hoort woorden,, die ruiken naar de lont, welke in het kruitvat geworpen moet worden; men ziet gebalde vuisten, die gereed schijnen om dadelijk in te grijpen: men schrikt terug .van de bliksemflitsen, die uit de oogen ge schoten worden; in een woord, men voorziet een onvermijdelijke catastrophe en men be klaagt de arme agenten van politie, die in de zaal de voorwerpen van aller haat en straks op straat de mikpunten van aller geweld kun nen zijn. Zoo erg was ’t meermalen, als ’t slechts ging om kleinigheden, maar nu was ’t een aller geweldigste zaak en men zou verwacht hebben een uitbarsting van lang opgekropte veront waardiging, die in de zalen de wanden zou doen schudden van de reuzenkreten, die straks daarbuiten revolutie ging beteekenen. Maar neen, men bleef betrekkelijk kalm en slechts enkele agenten waren in de zalen aanwezig, terwijl ook buiten de gebouwen, weinig machts vertoon te zien was. Meen daarom niet, dat er gesproken werd als in een koffiekransje van aftandsche dames of een entrenous-tje van hupsche jonge juf frouwen. Kolthek meende bijv., dat er geprotesteerd moest worden tegen den moord, gepleegd op Kattenburg. Dit protest moet thans, helaas, nog bestaan in woorden, maar deze zullen zoo spoedig mogelijk in daden moeten overgaan.... Men leeft thans in Amsterdam onder de mili taire dictatuur, maar een spreekwoord zegt: Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek i 0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. I i 4

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1