t) MEÜWS- Eli ADVERTENTIEBLAD VOOR SNEEl E! CLOTHILDE Woensdag 1 November 1911» No. 87, 6Be Jaargang, Uitgever: B. FALKENA Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. HM Over het oog. ALL2BLEL 32). HOOFDSTUK XI. Wordt vervolgd. M^^MI^MMIMMBMMMMHMMMMl de oorspronkelijke bestemming, lage deur stonden als een enkel woord de lijdensgeschiedenis van dit kolossale Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek 10,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Meid: aan thuis ia*. Baron. Baron. Johan. Baron. Johan, men een een ver- raadsver- komen. gaslicht Vraag nog eens de ^e beter dagen menig jonge tegen John Nameless. Die gelijkenis moest echter toevallig zijn, want Sanguinet was omstreeks dezen tijd meest in de club, waar hij de bank hield; zeker had hij in dit hotel niets te doen. Biroulas was weer in de portiersloge. Zijn gelaat was nog rooder dan gewoonlijk en hij keek woest uit zijn oogen alsof hij zich kort geleden erg boos had gemaakt. Terwijl hij aan zijn nieuwen gast den sleu tel van zijn kamer overhandigde, zeide hij: »Als ik u een goeden raad mag geven, laat u dan niet te veel in met dien kalen Crambard, want voor u kan dit slechts onaangenaamheden ten gevolge hebben*. Hugo antwoordde kort, dat hij dit ook niet van plan was en ging de trap op, denkende: «Crambard kan wel gelijk hebben met zijn beweren, dat deze afkeer wekkende man geen zuiver geweten heeft en zelfs den waren moordenaar kent. Ik moet hem in het oog houden, en dit kan ik alleen doen door hier op post te blijven. en trappen naar schouwburgzaal mooie vrouwen chende gezichten boven haar glanzende avond toiletten en heeren in rok, met de binocle aan. Sedert waren veertien dagen verloopen en het Pa- rijsche »saison« had zijn glanspunt bereikt. Het bosch van Boulogne en de Champs Elysées wemelden alle dagen van de fraaiste équipages; geheele scharen van vreemdelingen stroomden van alle kanten toe en allen, die van de weelde-uitgaven der rijke lieden leefden, verheugden zich over een waren goudregen. Ook voor de armen, die van de afgevallen brokken leven, is dit de beste tijd van het jaar. In de geze gende maand Juni schijnt de zon voor een ieder behalve voor de arme gevangenen. De ongelukkige bewoners van de sombere gevangenis La Roquette, die veroordeeld zijn tot verbanning naar Nieuw-Caladouië men doet als Mevrouw: thuis was?* Meid: »Ja«. Mevrouw: »Eu wat zei ze?« «Ze ging in den salon en zei: Vraag maar mevrouw, of ze hier wil komen, zoodra ze weer schoentjes gedrukt hadden, kropen tusschen het vuil de spinnen breede HOOFDSTUK X. Vervolg). Hugo had echter besloten mejuffrouw de Vrainsniet eerder iets te zeggen van zijn pogingen tot redding van haar broeder, voordat hij haar vaststaande feiten kon mededeelen. Waarom zou hij hoop bij haar wek ken die misschien toch niet vervuld werd? Onder zulke overpeinzingen wandelde de gewaande Martin Guerre uren lang doelloos in de straten rond, pm door die lichaamsbeweging zijn gewone bedaard heid terug te krijgen. en dit gelukte hem eindelijk °ok. Het begon reeds avond te worden toen hij een eenvoudig restaurant binnen ging om zijn honger en dorst te stillen. Daarna besloot hij naar het hotel in de straat Tiquetonne terug te keeren om zich aan zijn nieuw leven te gewennen. Hij kende de straten niet, die hij op weg daarheen moest passeeren, vandaar dat hij meermalen verkeerd }>ep en door vragen weer op den goeden weg moest Eindelijk landde hij in zijn straat aan, die bij een nog onvriendelijker indruk maakte dan overdag reeds het geval was. Juist toen hij het hotel du Commerce bereikt had, kwam er een heer uit, dien up wel niet herkende, maar wiens voorkomen en hou- mg hem herinnerden 'aan Jacques Sanguinet, die den vorigen avond Berquin gevraagd had naar het proces eerste was een overwinning voor de tegen standers. De verordening werd niet verbind baar verklaard. Den avond van den dag, waarop dit vonnis gewezen was, waren er verschillende winkels open gebleven, een zelfs vlagde er. Maar de volgende dag bracht de teleurstelling. Dien dag verklaarde een andere ^msterdamsche kantonrechter de verordening wel verbindbaar en veroordeelde den overtreder tot 50 cents boete. Tegen beide vonnissen is hooger be roep aangeteekend. We zullen dus moeten wachten, de winkeliers zeker met gemengde gevoelens. Want lang niet allen zijn tegen de vervroegde winkelsluiting. En daaronder zijn niet alleen de groote, maar ook vele kleine winkeliers Voor hen juist is er wat voor te zeggen, dat zij na negenen nog eens een uurtje vrijaf kunnen nemen. Intusschen wordt er gewerkt aan zoekschrift aan de Koningin om de ordening te vernietigen. Naar eigen ondervinding ’t Bouquet bezorgd, Johan? Jawel, mijnheer. En wat zei de freule? Zij zei niets, mijnheer, maar zij lachte. Zij lachte! hoe lachte zij? Zij lachte, mijnheer, zooals rijksdaalder fooi krijgt. Voor de rechtbank. Rechter: Jansen, ik had toch werkelijk niet gedacht, zoo spoedig weer hier te zien! Vagebond: Dat moet ik erkennen, Edelachtbare, de politie is hier kolossaal vooruit gegaan. NachtwaMers-logica. Nachtwachter (tot drie studenten, die ’s nachts niet al te nuchter de «Wacht am -Rhein* zingen, en «Lieb Vaterland magst rubig sein* uitbrullen)«Zeg ’reis heeren, daar-- het vaderland is rustig-ben jullie het nou ook asjeblieft*. Een taaie. «Heb je de dame gezegd, dat ik niet Sedert de twee weken, dat John Nameless in de gevangenis La Roquette zat, had hij nog geen bezoek gehad. Hij was zoo kalm en opgeruimd als vroeger vele gegijzelden, die in de reeds lang gesloopte ge vangenis van Clichy, zich over hunne schuldeischers vroolijk maakten. De bewaarders stonden verbaasd over zijn kalmte, waarmee hij over dag zijn cigarette rookte en ’s nachts een rustigen slaap genoot. Zij hadden reeds zoovele ter dood veroordeelden bewaakt, doch voor hem begonnen zij werkelijk belangstelling te gevoelen, ofschoon hij zich niet met hen inliet. Hij wilde zelfs niet met hen kaartspelen, wat toch bijna altijd de geliefkoosde verstrooiing is van de ongeluk kige:), die hier hun laatste uur afwachten. Als hij een enkele maal met hen sprak, liet hij nooit een wooid vallen over zijn proces of over zijn verleden. De be waarders waren allen vroeger soldaat geweest, en hij liet hen dan hunne krijgsavonturen verhalen. Soms wandelde hij in zijn cel heen en weer of at hij met smaak zijn rantsoen. De gewone gevangeniskost kreeg hij niet; hij schreef deze gunstige beschikking toe aan zijn verdediger. Echter had hij er nooit naar gevraagd, ook had hij nooit eenige verwondering getoond over het uitblijven van het bezoek, dat Berquin hem beloofd had. Hij deelde niet in de hoop, die zijn verdediger bij zijn eerste bezoek bij hem had trachten op te wek ken, want hij was te scherpzinnig om niet te begrij pen, dat de schijn zoo tegen hem was. De gedachte aan den dood had niets verschrikkends meer voor hert., hij had met het leven afgerekend; doch hij zou gaarne Berquin nog iets hebben opgedragen voor de twee wezens ter wereld, die hij lief had: Victoire en Clo- thilde. duizendpooten. Langs den foyer, waar in man gedurende de pauze had staan wachten op den glimlach of een enkelen blik maar van de aangebedene, wanneer die statig neerdaalde in wijden avond mantel of vluchtig weg trippelde, speelden nu de muizen krijgertje en knaagden aan het houtwerk. Wat een vroolijke blijheid, wat een angstige verwachting, wat een begeeren en smachten, niet op het tooneel alleen, wat een jalouzie en bitterheid ook, heeft er niet geleefd in dat oude gebouw, waarin nu al jaren geen voet stap meer geklonken heeft, geen stem meer gehoord is, en dat verweerd en somber staat of boven een blauwe zomerhemel lacht dan wel herfstvlagen gieren tusschen de huizen. Tooneelspelers hebben er gebeefd in zenuw achtige opwinding, of glimlachend gedronken van den beker der glorie, zijn er verteerd ook van jalouzie om ’t succes van beroepsgenooten, schrijvers hebben er het lot van hun werk trachten te lezen van de gezichten en uit de blikken der toeschouwers, sentimenteelen heb ben er geschreid van aandoening, dames heb ben er geflirt en geglimlacht misschien met den dood in het hart. In latere jaren, toen het gebouw al aan zijn oorspronkelijke bestemming onttrokken was, heeft er de hartstochtelijkheid gebruist van rumoerige volksvergaderingen, heeft er ook o niet te weerhouden verval! - - de werkman zijn borreltje gedronken in een tot proeflokaal herschapen zijzaaltje. Nu heerschen er ratten en muizen en giert er de wind in sombere herfstnachten. Maar ook hun rijk spoedt er ten einde. De oude Parkschouwburg is haar einde nabij. En de sloopers, die wel niet zoo heel lang meer op zich zullen laten wachten, zullen een goed werk doen, wanneer zij eindelijk den genade- stoot toebrengen aan het langzaam wegge teerde leven van dit eens zoo krachtige en fiere gebouw. De bewoners van Parklaan en Nieu we Heerengracht, die dagelijks dit sombere beeld van vervallen grootheid voor oogen hadden, zullen er niet het minst blijde om zijn. Maar met dat oude wrak van den Park schouwburg verdwijnt er ook een herinnering uit het Amsterdamsche leven. Want niet al leen aan tooneelspelkunst en de drukte der uitgaande wereld roept dit gebouw de herin neringen wakker. Het belichaamt ook een jarenlangen strijd en de halstarrigheid vaneen onverzettelijk eigenaar. Telkens weer heeft de gemeente getracht deze steenklo r.p, die met zijn sombere verlatenheid een stadswijk ontsierde, van den heer Van Hall te koopen. Maar deze weigerde steeds, deels misschien omdat hem te weinig geld geboden werd, maar voor een grooter deel zeker uit nijdassig- heid, om het genoegen van plagerig verzet tegen het stadsbestuur en den onwil van een menschenhater tegen de wenschen van een groot deel der burgerij, van de bewoners der aangrenzende straten. Hij liet het kolossale gebouw stil verworden. Het verlies door het renteloos liggen van den grond deerde hem met zijn millioenen niet. Nu eindelijk heeft voor f 125.000 de buurt- vereeniging het van hem gekocht en het da delijk overgedragen aan de gemeente, die wel zorgen zal, dat het spoedig verdwijnt. Maar al is dit een oorzaak van vreugde, er is toch ook weemoedigs in. Er leeft een herinnering in. Het heeft zoo lang en zoo telkens weer de gedachten en de gemoederen bezig gehou den, ook en vooral misschien, nadat het zijn gldfie-dagen geëindigd had. Tot in zijn diepste verval hebben de Amsterdammers met deze schouwburg meegeleefd. Nu zullen ze zich er niet meer over kunnen ergeren. Dat wordt ook gevoeld als een gemis. Wat langen tijd in ons denken een plaats heeft ingenomen, laat, ook al ergerde het ons, een ledige plaats achter. En met iets van weemoed denken we er in later dagen nog aan terug. Daarom ben ik de oude Parkschouwburg nog eens gaan zien, heb ik iets als een bede vaart ondernomen, toen ik wist, dat zij ver dwijnen ging en haar lot beslist was. Een mensch moet hechten aan zijn herinneringen, dat is een bewijs van piëteit. We moeten het verleden niet zoo dadelijk achter ons laten zon der nog eens om te zien. En vrat doet het er eigenlijk toe, of we er onaangenaams en strijd beleefd hebben. Strijd is er altijd. Dat bewijst in het leven van Amsterdam ook het huidige oogenblik, nu de strijd: voor of tegen de negen uur-winkelsluiting, weer plotseling met vernieuwde levendigheid zich in datieven naar voren dringt. De vorige week zijn de twee eerste vonnissen tegen overtre ders van de raadsverordening gewezen. Het en hun vertrek daarheen afwachten, kunnen ten minste op bepaalde uren op de binnenplaats frissche lucht inademen en den blauwen hemel zien. De beklagens- waardige menschen, die ter dood veroordeeld zijn, verlaten echter nooit hunne cellen tot aan het oogen blik, dat de beul zijn plicht aan hen gaat vervullen. Hun cellen zijn tien schreden lang en vijf schreden breed; het mobilair bestaat uit een ijzeren ledikant, een tafel, twee of drie stoelen en een kachel; het licht valt door een zeer hoog aangebracht venster. De ver oordeelde wordt geen oogenblik alleen gelaten; hij wordt dag en nacht door een bewaarder bewaakt. Overigens mag hij doen wat hij wil, hij kan in bed blijven liggen of opstaan; hij kan slapen, lezen, rooken en praten naar verkiezing. Hij heeft nog slechts korten tijd te leven; men kan hem reeds als dood beschouwen, want voor hem bestaat de buitenwereld niet meer. Aan de bewaarders is streng verboden te spreken over hetgeen buiten de gevangenis voorvalt; brieven of couranten krijgt de gevangene niet in handen. Parijs zou in brand kunnen staan, zonder dat hij er iets van te weten kwam, tenzij de brandstichters hem kwamen bevrijden zooals in de laatste dagen der Commune gebeurd is. Vele veroordeelden lezen, anderen schrij ven of voeren gesprekken met den geestelijke der ge vangenis, die steeds vrijen toegang tot hen heeft, doch allen wachten in angstige spanning het oogenblik, dat hun noodlot zal vervuld worden. Zelfs de brutaalste misdadigers schrikken op, wanneer zij vroeg in den morgen voetstappen hun cel hooren naderen; als.zij ’s nachts ontwaken, luisteren zij angstvallig of zij door de dikke muren heen misschien de hamerslagen kun nen hooren, die hun aankondigen, dat het schavot wordt opgericht. den vloer, die eens verlakte De oude Parkschouwburg en winkelsluiting. Vrijdagmiddag heb ik iets als een bedevaarts tocht ondernomen; ik ben nog eens de oude Parkschouwburg gaan zien. Het was donker, druilerig weer, zacht, maar triestig door de waterig-grijze wolken die al om aan den wijden hemel boven de stad hin gen en waaruit nu en dan wat fijne regen neerdruppelde. De boomen in het kleine Wert- heimpark dichtbij stonden roerloos in de stille herfstlucht. Hun bruingele bladeren kleurden helder in de alomme grijsheid. Soms ritselde even een zachte wind door de half-ontbladerde takken. Dan dwarrelden wat bladeren los en langzaam omhoog in het gele bladerenbed van de smalle paden. In die stille druilerigheid onder de laagneer hangende, grijze, uiteen vloeiende wolken, stond als een somber beeld van verlatenheid de oude schouwburg. Met hare donkere, vervuilde muren leek zij niet anders dan een niet meer gebruikt fabrieksgebouw, aan welks muren nog het zwart der schoorsteenen hing. Als groote gapende wonden waren de zwarte raamopeningen en de kleine raampjes hier en daar schenen wel de holle oogen van een karkas. Tusschen de ijzeren spijlen van den linkervleugel hingen nog rafels van glas. Hier en daar stak een verbogen waterpijp of gas arm als een lilliputterig armpje buiten de enorme steenmassa. De groote deuren van den ingang waren dichtgespijkerd en er boven stak het geraamte van een glazen overkapping stakerig naar voren. Boven een met planken dichtgespijkerde zijdeur herinnerde het woord >galerij« aan f Maar vlak erbij, boven een de woorden «proeflokaal* uit gebouw. Jarenlang heeft het er zoo gestaan, een beeld van vervallen glorie. Terwijl buiten de straatjongens vernielden, wat wind en regen heel lieten, huisden binnen de ratten, klommen op de stoelen, die gebleven waren in de groote schouwburgzaal en waarop in vroegere dagen gezeten hadden met glimla- ADVERTENTIöN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2*/» cent. Groots letters naar plaatsruimte. a OU RANT. N i® a;é A Johan. n wm. i uvv VXX.XX .XVX^X „XV .^.xx.x^vx,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1