t) VOOR 8« EN «ISMES. NIEUWS- ES ADVERTENTIEBLAD 4 Ons Landbouwonderwijs. CL0T1ILM. B6e Jaargang. Zaterdag 18 November 1811. No. 82. 2 Uitgever: B. FALKENA Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek. Feuilleton. I, I 37 Wordt vervolgd. I Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor S n e e k 10,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. De belangstelling-, den Groningschen om een die Of echter die boe- daaromtrent even hebben als hun 5 hoop te openbaren, toch had hij de geliefde ten minste willen zien en spreken, voordat hij weer Martin Guerre werd en in het hotel du Commerce terugkeerde. Bij deze bezoeken had hij slechts in het algemeen gespro ken van de nasporingen, die Berquin en hij deden, zonder melding te maken van de rol, die hij in de straat Tiquetoane speelde. Daarover wilde hij zwijgen tot dat hij iets bepaalds kon aan het licht brengen, doch helaas, zoover was hij nog niet. Hugo de Carolles had zijn vriend ook gesproken van de hoogmoedige manier, waarop mejuffrouw Chabot zich had aangesteld bij haar bezoek aan Victoire’s naaischool. De advocaat was daarom niet weinig ver rast, toen hij, in de straat Rochebrune komende, voor het huis eene fraaie équipage zag staan, waar mejuf frouw Chabot en haar moeder juist wilden instappen; blijkbaar hadden zij een bezoek aan Victoire gebracht. «Men zegt, dat de liefde blind maakt, maar de ja- loerschheid maakt iemand toch verwonderlijk scherp zinnig,* dacht de advocaat bij zich zelven doch nauwelijks hadden de dames hem bemerkt, of zij kwa men hem te gemoet. Berquin had mevrouw Chabot en haar dochter meermalen in gezelschappen aange troffen en was door zijn vriend ook ten huize van den bankier ingeleid. Van weerszijden kende men elkaar dus zeer goed, maar de scherpzinnige advocaat bemerkte dadelijk, dat Eugenie een bijzondere bedoeling had, toen zij hem zoo vriendelijk te gemoet trad. «Ei, gaat ge ook een bezoek brengen aan mejuffrouw de Vrains vroeg zij schijnbaar heel onschuldig, nadat zij hem de hand had gedrukt. «Die dame moet wel tooverkunsten verstaan, dat zij een vertegenwoordiger der strenge justitie aan zich dienstbaar weet te maken. Ook uw vriend, mynheer de Carolles, is reeds meer- ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van lOOO regels 27, cent. Groote letters naar plaatsruimte. In allerlei opzichten getuigt onze tijd van een steeds vermeerderende belangstelling in het onderwijs. Die belangstelling dateert reeds van het begin der achttiende eeuw, toen na den geweldigen ommekeer der Fransche re volutie cok het onderwijs een voorwerp van de aanhoudende zorg der regeering werd en zich in de hoede van die zorgzaamheid tot dien bloei ontwikkelen kon, die het nieuwe leven eischte. Het was elk soort onderwijs, dat van die zorgen de goede gevolgen ondervond. Maar vooral het technisch onderwijs in den meest uitgebreiden zin voer er wel bij. Onder den invloed daarvan en mede tengevolge van de ontwikkeling der natuurkundige en technische wetenschappen, ontwikkelde dit zich uitermate snel. Vooral ook was dit het geval met het landbouwonderwijs, dat eigenlijk in de 19de eeuw eerst werd geschapen en in de 20ste tot beslisten bloei kwam. Want, ofschoon wel sedert 1782 door twee professoren der Leidsche universiteit gedurende een uur per week landbouwonderwijs werd gegeven, dat zich hoofdzakelijk tot de land- bouwstatistiek bepaalde, begon eerst vanaf een koninklijk besluit 2 Augustus 1815, een ge regelde ontwikkeling van dit onderwijs. Die ontwikkeling ging echter in den beginne uiterst langzaam en de pogingen om deze materie wettelijk te regelen, bleken aanvankelijk uiterst onbeholpen. Blijkbaar had men er nog weinig begrip van, waarvoor en voor wie het land bouwonderwijs in de eerste plaats zou moeten dienen. Genoemd koninklijk besluit toch bepaalde, dat aan de universiteiten te Leiden, Utrecht en Groningen door de professoren landbouw onderwijs zou moeten gegeven worden aan aanstaande predikanten. Wat de oorzaak dier bepaling was, is moeilijk met zekerheid te zeggen. Waarschijnlijk meende men, dat dorpsdominé’s naast de ideë.ele, toch ook min of meer de materiëele belangen hunner kudde hadden te verzorgen en dat hun na verricht preek- en catechiseerwerk wel wat tijd zou overschieten om de boeren omtrent den land bouw nader in te lichten, ren der dominé’s wijsheid gretig zullen aangenomen «Noem het een gril, of wat ge wilthjj bevalt me nu eenmaal. In ieder geval laat mijn gevoel van eigenwaarde niet toe, dat eene andere vrouw den man boeit, voor wien ik belangstelling ben gaan koesteren.* «Ik ben overtuigd, dat de jaloerscliheid je parten speelt, en dat mijnheer Berquin gelijk heeft, als hij gelooft, dat zijn vriend alleen wegens een opdracht van zijne tante bij mejuffrouw de Vrains is geweest. Hoe je dit onbemiddelde meisje, ze is niet eens knap van uiterlijk in ernst voor een medeminnares kunt houden, begrijp ik volstrekt niet.* «Hugo de Carolles is geen man, die m het huwelijk treedt om geldelijk voordeel te behalen, en dat hij over baar persoonlijke bekoorlijkheden anders denkt, dan gij, heb ik bemerkt aan de bewonderende blikken, waarmee hij haar aankeek.* Eugenie was te veel dame van de groote wereld om door de uitdrukking van haar gelaat te verraden hoe vergramd zij eigenlijk was. Geen spier in haar gelaat vertrok, er speelde een glimlach om haar mond, alsof zij over een zeer prettig onderwerp sprak, maar daarbij plukten haar vingers zenuwachtig aan den kanten zakdoek, dien zij in de hand hield. Mevrouw Chabot schudde afkeurend het hoofd. «Ik herhaal je «de jaloerechheid speelt je parten «Ik zal wel een middel vinden om achter de waar heid te komen,* antwoordde haar dochter. «En als mijn vermoeden juist blijkt te zijn, zal die schijnheilige er voor boeten.* malen in de straat Rochebrune geweest, heb ik ver nomen.* «Ik heb met mejuffrouw de Vrains niets dan zaken te verhandelen,* antwoordde de advocaat met een glimlach «het betreft een huurcontract, dat zij gesloten heeft en waarin de verhuurder ten onrechte eene bepaling wil invoegen, die in haar nadeel is. Wat mijnheer de Carolles aangaat ik denk, dat die door zijn tante naar mejuffrouw de Vrains werd gezonden mevrouw d’ Audevon stelt veel belang in haar werken van liefdadigheid.* «Denkt ge dat vroeg Eugenie een beetje ondeugend, doch onmiddellijk voegde zij er bij «Dan zal zijne tante hem ook terug gehouden hebben, toen hij ons volgens zijne belofte moest afhalen om naar de wed rennen van Long-Champs te gaan.* Berquin trachtte zijn vriend te verontschuldigen met zijn letterkundig werk, waaraan hij in den laatsten tijd met kracht arbeidde, doch de jonge dame antwoordde «Dat is alles zeer goed, maar het is geen voldoende reden om zijn vrienden te veronachtzamen. Wilt ge dit namens mij aan mijnheer de Carolles zeggen De advocaat beloofde dit, maar ofschoon hij zeer ge vat de zaak als scherts trachtte te behandelen, toch bemerkte hij, dat mejuffrouw Chabot meer belang in zijn vriend stelde, dan hij eerst had gedacht. Hij zou in deze meening nog meer bevestigd zijn geworden, als hij het gesprek had kunnen hooren, dat Eugenie met haar moeder voerde, toen zij in het rijtuig waren vertrokken. «Ik begrijp waarlijk niet, waarom je om dien Hugo de Carolles je zooveel moeite geeft,* begon mevrouw Chabot. «Je hebt de keus uit een menigte aanbidders die veel rijker en voornamer zjjn dan hij.* HOOFDSTUK XII. Vervolg). Nadat Berquin de gevangenis La Roquette verlaten had, nam hij een rijtuig en liet zich naar de straat Rochebrune brengen hij was van plan mejuffrouw de Vrains een bezoek te brengen. Hij was vroeger reeds eenmaal met Hugo de Carolles bij haar geweest om haar te troosten en haar de verzekering te geven, dat hij met Hugo alles zou in ’t werk stellen om haar broeder te redden en den waren moordenaar te ont dekken. De indruk, dien het meisje op den advocaat gemaakt had, was zoo diep geweest, dat hij het gevoel, dat zij bij zijn vriend gewekt had, niet als dwaze dweperij beschouwde, zooals hjj aanvankelijk deed. Hij had er welgevallen in, dat zijn vriend genoeg idealisme en onbaatzuchtigheid bezat om zijn liefde te schenken aan een onbemiddeld meisje, wier broeder als ter dood veroordeelde in den kerker zuchtte. Na by den ouden Rigolo van kleeding verwisseld te hebben, was Hugo reeds tweemaal uit de straat Tique- tonne voor korten tijd in zjjn eigenlijken levenskring teruggekeerd. Beide keeren was hjj bij Berquin ge weest en had ook Victoire een bezoek gebracht. Was hij te fijngevoelig om onder deze omstandigheden aan de zuster van dqu veroordeelde zjjn gevoelens en zijn van 30 Mei 1888 eeg gansche rij wenschen ten opzichte van het landbouwonderwijs openbaar, waarvan verschillende thans reeds in vervul ling zijn gegaan. Zco werd in 1890 de eerste Rijkslandbouwleeraar aangesteld en een aan vang gemaakt met het aanleggen van proef velden. In 1891 werd met de subsidieering van landbouwwintercursussen een begin ge maakt. En in 1893 werden bovendien de eerste landbouwwinterscholen opgericht en wel ongeveer gelijktijdig te Goes en te Gronin gen. -- tuinbouwcursussen voor in het volgend jaar het wege gesubsidieerd werden winter 1905t tot 1906 een proef genomen met het geven bouwonderwijs van rijkswege wapenen zijnde miliciens in een zoenen, tengevolge waarvan onder leiding van de Rijksland- en Rijkstuin- bouwleeraren. De examens, die deze cursussen besluiten, worden afgenomen te Wageningen door een commissie, door den minister van binnenlandsche zaken daartoe benoemd. Het is echter niet alleen uit de vermeer dering van het aantal onderwijsinrichtingen, dat de uitbreiding van het landbouwonderwijs blijkt. Hoezeer de belangstelling toenam, blijkt ook uit het vermeerderend aantal leer lingen. De rijkslandbouwwinterscholen, thans 8 in getal, begonnen met 52 leerlingen en hebben er thans 325 I.andbouwwintercursus- sen, waarvan erin 1893 1894 nog slechts 25 bestonden, zijn er thans ten getale van 290. Hun leerlingenaantal, dat in genoemd jaar nog slechts 543 bedroeg, is thans gestegen tot 4487. Het onderwijs, op deze cursussen ge geven, omvat: 1 de beginselen van natuur- en scheikunde met inbegrip van schadelijke die ren- en plantenziekten; 2 de kennis van den grond, grondbewerking en -verbetering; 3 de algemeene en bizondere plantenteelt; 4 de al- gemeene en bizondere veeteelt en de zuivel bereiding, en 5 de bemestingsleer. De land- bouwcursussen voor volwassenen, waarvan er thans 128 zijn met 2984 leerlingen, hebben evenals die voor miliciens meer den vorm van voordrachten over onderscheidene onderwerpen. De jongste van dergelijke cursussen zijn die voor boerendochters, die eerst sinds een paar jaren beslaan. Terwijl het landbouw onderwijs voor jongens zich sinds 1840 en vooral na 1870 stadig ontwikkelde, bleef dat voor meisjes blijkbaar geheel vergeten. Maar door verschillende oorzaken en niet het minst door de uitgave in 1907 van het werk «de maatschappelijke rol van de boerin* door den hoofdinspecteur van den landbouw in België, is ook de aandacht in ons land er thans op gevestigd. Dit werk, dat een overzicht gaf van de vakopleiding der boerin in Europa en van de werkzaamheden der boerinnenkringen in de Vereenigde Staten en in Canada, toonde op ontstellende wijze, hoever wij in dezen bij andere landen ten achteren waren. Sindsdien heeft men dan cok getracht dit verzuim in te halen en hebben zoowel regeering als ver scheidene landbouwmaatschappijen en boeren bonden de vraag bestudeerd, hoe dit onderwijs het best kon worden ingericht. Door een commissie, benoemd door de Ver- eeniging tot ontwikkeling van den Landbouw in Holland’s Noorderkwartier, zijn plannen van werd het van land- aan onder de vijftal garni- deze cursussen ook in volgende jaren werden voortgezet. Naast deze algemeene cursussen kwamen er in paar den- en veekennis, in hoefbeslag en nu het laatst cursussen voor boerendochters; De vlucht, die het landbouwonderwijs in een eeuw tijds nam, is werkelijk opmerkingswaar dig. Vanuit de lessen voor theologanten aan de drie rijksuniversiteiten groeide eerst lang zaam maar steeds sneller een uitgebreid stel sel van landbouwonderwijs, dat aan de hoogere en lagere behoeften zoo goed mogelijk trachtte te voldoen. Wij hebben nu1ste Hooger Landbouwonderwijs, dat gegeven wordt aan de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Busch- bouwschool te Wageningen; 2de Middelbaar Landbouwonderwijs, dat wordt verstrekt aan a. de Rijkslandbouwschool te Wageningen, b. de Rijks-zuivelschool te Bolsward, c. de Rijks land- en tuinbouwwinterscholen, d. de Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool te Fre- deriksoord en e. den cursus voor boschbouw van de Ned. Heide-Maatschappij te Utrecht, en 3e Lager Landbouwonderwijs, gegeven aan: a. land- en tuinbouwwintercursussen, b. cur sussen voor volwassenen en miliciens en c. verschillende andere cursussen. Bij een dergelijke uitbreiding van het land bouwonderwijs moest men natuurlijk ook op voldoende opleiding van onderwijskrachten bedacht zijn. Dit onderwijzend personeel wordt opgeleid aan de Rijks Hoogere land-, tuin- en boschbouwschool en aan opleidingscursussen voor land- en tuinbouwonderwijzers. De laatste hebben een leergang van 3 jaren en staan Daarna ontstonden in 1903 de land-en volwassenen, die eerst van rijks- en werd in den voor het eerst oreeken, mag betwijfeld worden. En waar schijnlijk heeft de wijze, waarop zij het eerst met de theorie van het landbouwbedrijf kennis maakten, hen weinig begeerig gemaakt om daarvan meer te weten en hen zich maar lie ver doen bepalen bij de kennis, die oefening en ervaring hen geleerd had. Maar ook de regeering werd door ervaring wijzer. Blijkbaar begrijpende, dat nog anderen dan theologen belang hadden bij landbouwon derwijs stelde zij in 1840 de lessen over land bouw voor iedereen open, vooral in de colleges van professor van Holl, bleek groot genoeg den Isten November 1842 te Groningen landhuishoudkundige school te openen, geheel los stond van de universiteiten en dus het eigenlijke begin is van het zelfstandig landbouwonderwijs hier te lande. Eerst geruimen tijd hierna en nadat bij de wet op het lager onderwijs van 1857 en bij die op het middelbaar onderwijs van 1863 ook het landbouwonderwijs geregeld was, een regeling, die echter nooit eenig practisch resultaat had, werden hier en daar bizon dere landbouwscholen opgericht, die het rijk subsidieerde. Herhaaldelijk werden nu pogin gen aangewencj om de Groningsche landhuis houdkundige school tot Rijkslandbouwschool te verheffen, maar deze leidden niet tot eenig resultaat. En in 1871 moest die school worden opgeheven. Nadat gebleken was, dat ook de landbouw scholen te Warffum (18701874) en te Wa geningen (18741876) niet in de behoefte aan landbouwonderwijs zouden kunnen voorzien, werd in 1876 tot oprichting eener Rijksland bouwschool gesloten. Deze verrees te Wage ningen en werd in 1896 en in 1904 gereor ganiseerd, zoodat zij thans bestaat uit: a. een Rijks hoogere land-, tuin- en boschbouwschool en b. een Rijkslandbouwschool. Intusschen bleek ook deze inrichting, vooral in haar oorspronkelijken vorm, nog bij lange niet te voorzien in de behoefte aan landbouw onderwijs. Het was te zeer een hoogeschool, dan dat de practische landbouwer daarvan het noodige profijt kon trekken. Maar bovendien was onderwijs in verschillende streken nood zakelijk, wilden ook de zonen van minder gefortuneerde landbouwers van het onderwijs kunnen profiteeren. De door de regeering ingestelde Landbouw- commissie maakte dan ook in haar rapport COURANT. I I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1911 | | pagina 1