VOOR SNEEK EV Omffl. EV ADVERTENTIEBLAD BLOCKER’S CLOTHILDE. 67e Jaargang'. Woensdag 7 Februari 1916. DAALDERS CACAO; ITo. 11. Uitgever: B. F ALKEN A Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Uit de Raadszaal. Feuilleton. ■r 60',. CE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS. MEN MOGE U NAMAAK OPDRINGEN, HOUDT VAST AAN OU RANT. 3 lichting A en waar die overeenkomst van den overledene zelf heb vernomen. Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek t 0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. mr. Veilenga, Brouwer, dr. Bouma en de Voorzitter, wordt deze verordening vastgesteld. Het salaris van den te benoemen schoolarts zal f 250 bedragen. lende papieren, die op de schrijftafel lagen. Plotseling sprong zij op bij het hooren van een woordenwisseling, die voor de kamerdeur gevoerd werd. Zij bad de stem van haar man herkend en hoorde duidelijk, dat Prudence hem telkens weer zeide, dat zij hem niet mocht binnen laten. Blijkbaar schoof hij baar met geweld ter zijde en het volgende oogenblik ging de deur open. Clothilde was eerst verschrikt, toen stond zij echter toornig op en trad hem met ern stige waardigheid te gemoet. •Kan zelfs de aanwezigheid van een doode hier in huis u niet terughouden van gewelddadigheden Ik had verboden u bij mij toe te laten, daar alle bespre kingen tusschen ons geheel overbodig zijn.* •Denkt ge dat vroeg de staatsprocureur honend. •Vergun mij dan een andere opvatting te huldigen en u in de eerste plaats te verklaren, dat ik voorloopig nog uw echtgenoot ben, die wettelijke rechten oTer u hetft.« Hij scheen echter zelf te gevoelen, dat bij op deze manier allerminst zijn doel zou bereiken, want plotseling veranderde hij van toon en zei»Zoo zou ik spreken, Clothilde, wanneer ik niet wist, dat mijn eerste plicht is u vergiffenis te vragen voor wat ik in een opwelling van drift heb gedaan. De plotselinge dood van uw vader heeft mij diep geschokt en mij dubbel doen gevoelen, welk omecht ik u heb aangedaan, omdat het mij daardoor ónmogelijk werd u in deze moeilijke dagen met raad en daad bij te staan. Nogmaals ver zoek ik je uit den grond van mijn hart, vergeef mjj, Clothilde, en vergeet de daad, waarover ik zooveel be rouw gevoel.* •Ik gevoel voor o niets dan afkeer,* luidde haar koele antwoord. Hij stoof op. «Vrouw, dan HOOFDSTUK XVII. Vervolg). •Dat is niet noodig,* zeide hij. «Tijdens mijn presi dentschap zal geen gerechtelijke moord gebeuren, zoo lang ik die kan veihinderen. Met de lewijzen, die door uw bemoeiingen aan bet licht, gebracht zjjn, kan aan de onschuld van mijnheer de Vrains niet worden getwijfeld. Ik zal het bevel tot executie onmiddellijk intrekken, doch eerst moet ik den minister van justitie raadplegen over den vorm, waarin dit moet eeschieden. Eveneens zal onmiddellijk net proces tegen den hotel houder Birculas begonnen en verder alles gedaan wor den om den heer de Vrains in zijn eer te herstellen. Ik verzoek u, overste, om den minister van justitie en den piefect van politie onmiddellijk te ontbieden. Na tuurlijk kan ik uw cliënt nog niet dadelijk in vrijheid laten stellen, mijnheer Berquin ge weet even goed als ik, dat onze wettelijke voorschriften dit niet toelaten. Maar hij zal weer naar de gevangenis Mazas worden overgebraeht en daar alle mogelijke tegemoetkoming ondervinden.* •Naar ik hoop, is dan ten slotte mijn verzoek niet te gewaagd, dat hem worde toegestaan zijn zuster te mo gen zien en spreken vroeg de advocaat. gjj.Dit zal worden toegestaan. Nu nog slechts één vraag, dat een eerlijk verdediger met alle macht op- VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek, op Donderdag, den 1 Februari 1912, ’s namiddags 7uur. Tegenwoordig zijn 14 leden; afwezig de heer Zel- velder. Voorzitter de heer P. J. de Hoop, Burgemeester. Secretaris de heer Jac. van der Laan. Punten van behandeling: (V e r v o 1 gj. 10 Adres van het Bestuur der Jan van Nassausohool, om gebruik van het voormalig Ziekenhuis. Zonder hoofdel. stemming wordt besloten het ge vraagde toe te staan voor het tijdvak 1 Maart tot 30 Juni, tegen een huur van f 20 per maand en onder voorwaaide dat de kosten van inrichting (welke onder goedkeuring van den gemeente-architect moet plaats hebben) en van onderhoud komen ten laste van adr.; binnen 14 dagen na het eindigen der huurtijd moet het gebouw weer in den vorigen toestand zijn terug- gebiacht. 11 Vaststelling verordening medisch hygiënisch school toezicht. Na discussie, waaraan deelnemen de heeren Visser, ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. treedt ten gunste van zijn cliënt, wièrs zaak hij recht vaardig acht, is niets meer dan plicht, al wordt die niet altijd met zooveel toewijding vervuld als hier het geval is Maar, mijnheer De Carolles, hoe zijt gij er toe gekomen om met zulk een bewonderenswaardige volharding naar de bewijzen van zijne onschuld te zoeken •Ik ben met zijn zuster verloofd, heer president •Aha, ik vermoedde iets dergelijks. Het woord van Foucbé »zoékt de vrouw is nog niet verouderd. No, ge hebt flink gehandeld het verheugt me, dat ik u bij deze gelegenheid heb leeren Kennen. Gaat nu ge rustgesteld naar huis, heeren.* besloot de president, terwijl hij beiden heeren de hand toestak. »Uw bescher meling is buiten gevaar ik zal mijn plicht doen, zelfs wanneer de Figaro morgen weer een afkeurend artikel over mij mocht bevatten.* Hiermede was de audiëntie afgeloopen. Toen de vrienden weer op straat waren, wenschten zij elkander wederkeerig geluk met den goeden uitslag van hun stap, waardoor het noodlot werd afgeweerd, dat gedreigd had al hun bemoeiingen te verijdelen. Zij spraken ook nog af, dat Hugo den volgen den morgen vroeg naar Victoire zou gaan om haar met ai het gebeirde bekend te maken en tevens te zeggen, dat Berquin haar tegen twaalf uur zou komen afhalen om met haar naar haar broeder te gaan. Vooraf zou de advocaat dan naar mevrouw Sauveterre gaan, om met zijne werkzaamheden tot regeling van haar vaders nalatenschap te beginnen. HOOFDSTUK XVIII. Den volgenden morgen zat mevrouw Clothilde Sau- veterre in het schrijfvertrek baars vaders op den heer Berquin te wachten en bladerde intusschen in verschil- zen tot een zoo hoogen trap van verlichting gekomen is. Wil men thans niet achterlijk lijken, dan moet in een groote stad, althans in het verkeersgedeelte, het kunstlicht het dag licht zooveel mogelijk nabij komen. En daar ontbreekt in straten als Rokin, Rozengracht, Vijzelgracht enz. nog alles aan. Het bestuur van de vereeniging »’t Kogge- schip* heeft dan ook een goed werk gedaan door in een adres aan den raad op betere ver- aan te dringen. Om de tegenwerping, dat het te kostbaar zou zijn, zooveel mogelijk te voorkomen, doet het een wijze van ver lichting aan de hand, die ook in groote buitenlandsche steden wnrdt toegepast. Men gebruikt daar o.a. te Parijs en Berlijn het zoogenaamde Graetzirdicht, gaslicht volgens een bepaald systeem, dat tengevolge van verbeterde brandertechniek groote lichtkracht ontwikkelt en weinig kostbaar schijnt te zijn, zoowel wat verbruik van gas als wat aansluiting op de leidingen betreft. Laten we hopen, dat het helpen zal! op dit oogenblik bjj de deur, waar Berquin juist was bin nengetreden. »Zoudt ge zoo goed willen zijn, mevrouw, mij alleen te laten met den heer Sauveterre ter be spreking van eenige zaken Na afloop daarvan zal ik de eer hebben bij u mjjne opwachting te maken.* Nadat Clothilde was heengegaan, schoof hij den ont stelden Sauveterre een stoel toe, ging zelf ook zitten en zeide toen met dezelfde kalmte «Mevrouw Sau veterre heeft mij belast met de regeling der nalaten schap en ook met het proces tot echtscheiding.* I «Toen wij de laatste maal voor het gerecht tegenover I elkander stonden, waart ge niet gelukkig vergeet dat niet,* antwoordde Sauveterre woedend. •Ge vergist u sedert gisteren is de ware moorde naar in handen der politie. Het proces tegen hem is reeds door den minister van justitie begonnen de aanklacht, door u gedaan, is dus weerlegd en het des tijds uitgesproken vonnis zal door een tweede vonnis vernietigd worden.* •Wat? John Nameless zou- •Hij is niet ter dood gebracht zooalsge wellicht ge looft hjj verheugt zich over eene goede gezondheid en ziet een schitterend eerherstel te gemoet. Doch dat alles zult ge nauwkeurig vernemen, wanneer ge in het gerechtsgebouw komt. Tusschen ons valt slechts de echtscheiding te bespreken. Ge hebt uw vrouw in tegenwoordigheid van haar dienstbode daad werkelijk mishandeld. Zij is daarom besloten zich van u te la ten scheiden.* •Ik zal daar niet in bewilligen.* •Zonder veel omslag zult ge daarin bewilligen, wan neer ge niet wenscht, dat ik de schandelijke overeen- komst tusschen u en wijlen den heer Gémenos bekend j maak, en voor het gerechtshof onder eede verklaar.dat ik •Goeden morgen, mevrouw en mijnheer,* klonk het die cvcreenkomet "?.n den overledene zelf heb ’ernomen. neen, dat vertel ik maar niet. Die laatste ontmoeting heeft me echter doen overwegen of een meer voldoende straatverlichting ook voor de zedelijkheid der Amsterdamsche bur gerij niet beter zou zijn. En die zedelijkheid is toch ook een ding van belang. Ze hebben er de heele Nes voor tegen den grond gegooid wat er nog was blijven staan, de Empire Music Hall is van verdriet ten slotte ook ineengezakt kunnen ze er dan niet een paar electrsche booglam pen voor neerhangen? Dat is ook uit ander oogpunt in het centrum van de stad het Rokin is toch het centrum geen overdaad. Maar zelfs de Dam is niet zoo verlicht, als men dat van het hart van Amsterdam, dat toch een lichtstad wil zijn, verwachten zou. Door de zware donkerte van het Paleis, dat éen zijde als een zwarte muur afsluit, heeft de Dam zelfs iets sombers in den avond. En dit is den laatsten tijd nog sterker geworden, nu de weinige winkels, die er nog zijn, als het groote magazijn «Nederland*, na negenen ook sombere klompen worden, die hun duistere gevels, als dreigend, naar voren schijnen te dringen. Ja, daar heeft ons gemeentebestuur waar schijnlijk bij het vaststellen der verordening op de negen-uur-winkelsluiting niet aan gedacht, dat deze verordening de kwestie der straat verlichting dringender naar voren zou brengen. Tot nu toe namen de winkels min of meer de taak der gemeente tot verlichting over. In de winkelstraten was dit zoo duidelijk, dat daar voor straatverlichting voor een uur of 11 nau welijks gezorgd werd, terwijl men het na elven, als toch de meeste drukte voorbij is, met een kleinigheid volstaan kon worden. Nu is dat anders geworden. De straten hebben na negenen toch al iets sombers en de gemeente dient dit zooveel mogelijk te ver helpen, wil zij de stad in den avond niet het aanzien geven van een provinciestad. In de drukke winkelstraten gebeurt dit dan ook. Maar daarnaast zijn straten in het centrum gelegen en met een vrij druk verkeer soms, die tamelijk wel in het donker blijven. Zoo is het bv. op de Vijzelgracht, gelukkig dat er een leuning langs het water staat, anders liepen er geregeld iederen avond enkele vreemdelin gen in. Dat is toch voor een wereldstad geen toestand in onze eeuw, die zoo graag de ver lichte heet, en waarin juist het verlichtirtgswe- Straatverlichting. Noblesse oblige! Nu Amsterdam zich lang zamerhand ontwikkeld heeft tot een moderne wereldstad, zij het nog een van bescheiden afmetingen; en wij zelven moeite doen het ook in uiterlijk meer en meer daarop te doen ge lijken, waarvoor we immers zelfs den ouden Dam niet ontzien, moeten we ook zorgen, dat het de verplichtingen, die dit wereld-steedsche oplegt, nakomt en het in alle opzichten aan de eischen voldoet, die men aan een wereld stad stelt. Een daarvan en niet de minst voorname is die van licht. Natuurlijk verwacht men ook, dat een wereldstad een lichtstad zal zijn in intellectueelen zin, dat haar beschaving en geestelijke verfijning haar licht in volle bun dels zullen uitstralen ver over het omringende land. Daarvo r zorgt Amsterdam voldoende. Wij hebben in Amsterdam een en kunstenaars van allerhande hooge kunst wordt er universiteit soort. De voet verstuikt, toen ik in een van zelfs gediend, getuige de vele jubilea, die er den laatsten tijd gevierd werden van Bouwmeester af tot Royaards toe. We weten gewoon met ons kunstlicht geen raad en zenden het opzettelijk nu en dan naar Winschoten of Koudekerken, om ook daar haar verblindenden glans te doen schijnen. Maar met dat andere kunstlicht, het kunst licht zonder streepje, niet het licht der kunst, maar het kunstige licht, daarmee is het minder goed gesteld. Men zou, sommige buurten en straten van Amsterdam bij avond doorloopend, kunnen meenen nog in den goeden, ouden tijd te zijn, toen men straatverlichting nog uit den booze achtte en alleen goed om dieven en inbrekers hun werk te vergemakkelijken. Het is nu anders gewerden. Dieven slaan bij voorkeur hun slag op klaarlichten dag en wanneer ze nog een enkele maal den avond of de nacht uitkiezen voor hun avontuurlijk fedrijf, dan nemen ze voordeel van den nieuweren tijd hun eigen verlichting mee. Voor hen behoeft het Amsterdamsch gemeen tebestuur de stad dus niet in donker te laten. Waarom zij het dan wel doet? Uit zuinigheid? Om de burgerij aan meerdere huiselijkheid te wennen? Uit zorg voor de algemeene gezond heid, die bij een menigvuldig verblijf in de avondlucht lijden zou? Dit zijn vragen, die het den eenzamen wandelaar te overdenken geeft, wanneer hij op het donker Rokin, op de Rozen gracht of elders aarzelend zijn weg zoekt. Is het u wel eens overkomen, lezer, dat gij in een dier straten in den avond een adres zoeken moest, dat ge niet dadelijk precies wist thuis te brengen? Het is mij gebeurd op het Rokin, een straat, waar ik geen kennissen heb wonen en geen zaken doe ik doe, moet u weten, heelemaal geen zaken en waar ik zelden te maken heb dan alleen in het Lees museum, dat ik op den tast wel vinden kan. Ik zal u niet vertellen, wat mij dien avond allemaal gepasseerd is. Een politie-agent, mij waarschijnliiK, afgaande op mijn aarzelende en dus verdachte bewegingen, voor een inbreker aanziende, vroeg mij, met een argwanenden blik of hij mij waarschijnlijk helpen kon en bleef mij daarna op hinderlijke wijze volgen. Ik ben tweemaal door een meneer op minder aangename „wijze de stoep gewezen, driemaal gebrutaliseerd door een dienstmeisje, dat mij vroeg of ik niet lezen kon, heb eenmaal mijn die verra derlijke trapjes stapte, die naar een onder het niveau van de straat gelegen deur voeren, heb tweemaal op een stoep een kind onderst boven geloopen en driemaal het smartelijk miauwen van een poes veroorzaakt, toen ik tegen haar aanschopte en ben Maar I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 1