ft JIEM- ES AIIVERTmiUBLAh WOK SJEES EJ «ISTRUEJ. i Do öBErafenis m een Mhi No. 13 Woensdag 14 Februari 1913. 67e Jaargang. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. die artistieke dingen en vergeet die uit kracht Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek t 0,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. zijn vriendjes hem kwamen bezoeken. Ieder der jongens schudde zijn hand en had een woord van troost voor hem. En Charly Beckers voelde zich alsof hij de president was en met een glimlach om den mond zeide hij Wees maar niet bang. Morgen ben ik weer gezond. Steeds matter was zijn glimlach, doffer werden zijn oogen, weldra herkende hij niets meer en met een laatste opflikkering van zijn levenskracht, fluisterde hij Morgen gezond Het werd stil onder de boys, als in een kerk. Toen een van hen met den voet het stroo van Char- ly’s bed aanraakte, zoodat het begon te ritselen, schrok ken ze en slopen ijlings naar beneden, naar hun kame raden. Boys! zeide John Workman met tranen in de stem, de kleine Charly is dood. Zjjn laatste wensch was, zoo begraven te worden als onze millionnairs. Ik denk, wanneer wij allen drie dagen hongeren en onze ver diensten bij elkaar voegen, dan zal dat wel voldoende zijn, om den kleinen Charly op een kerkhof in Long Island een eigen graf te koopen en hem in een mooien kist te doen begraven. Doe jullie allemaal mee De woorden van John Workman brachten weer zon neschijn op hun sombere gezichten. Zij hadden een plicht jegens den kleinen Charly Beckers, hun kame raad, te vervullen Bijna tevreden gingen ze naar het courantenpaleis aan den Broadway. Alleen John Workman bleef, keerde naar het zolderkamertje terug en vond er de voorwerpen, waarover Charly gesproken had. Met tranen in de oogen sloeg hij het aanteekenboekje open! Daar stond op <le eerste bladzijde met onregelmatige letters geschreven: Charly Beckers en daaronder met Het nul van vijgen. Vjjgen bezitten een heilzamen invloed op maag en ingewanden en zijn vooral goed om in te nemen bjj storingen in de spijsvertering. Turksche geneeshee- ren raden vijgen aan als geneesmiddel tegen cholera, omdat deze ziekte steeds wordt voorafgegaan door spijsverteringsstoornisseu. Maar ook allen, die hoesten, of aan longziekte lijden, is het gebruik van vjjgen aan te raden. Een eenvoudig, maar zeer goed werkende borstthee bestaat uit een afkooksel van gewone gerst met 5 of 6 vjjgen en een hand vol rozijnen. Voorts worden vijgen ook uitwendig als geneesmiddel tegen zweren in het tandvleesch gebruikt, deze worden daardoor verzacht en tot rijpheid gebracht. Nadat men de vjjgen in de breedte heeft doorgesneden, legt men ze op die zweer. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2 7, cent. Groote letters naar plaatsruimte. 8TROOPER8LIED. Sedert een tiental jaren bestaat in ons land een stroopersvereeniging, die behoorlijk geconstitueerd is, doch waaraan, om bepaalde redenen, de Koninklijke goedkeuring ontbreekt. Zelfs bezitten zij een bonds lied, waarvan de inhoud als volgt luidt: Wjj zjjn de stroopers van den Bond Vereen igd door éen doel. Zoo zwerven wjj het jachtveld rond, Door sloot en b ?ek en poel. Patrijzen, hazen en konijnen, Wjj zweren u den dood: Al waren het ook wilde zwijnen, Wjj schieten alles dood. De landman mest de haasjes vet, Hij voert patrjjs en snip, Dat lijkt de groote heeren net: Die zijn er in een wip. Als ’t jachtseizoen is aangebroken, Vertrappen zij den oogst, Maar daar wordt nimmer van gesproken. Wie roemt die jachtwet ’t hoogst? Komt stroopers uit het landschap Schaart u bij onzen Bond, Hij is u allen toch bekend: De zaak is kerngezond. De jachtwet uit de Middeleeuwen Moet gauw de wereld uit, Dat zouden wjj het land doorschreeuwen, Geen jager die ons stuit. Op een goeden morgen konden de New-Yorkers er zich over verbazen, dat de couranten-jongens niet met hun gewoon Indianengeluid de bladen uitriepen, maar met vreemden ernst het laatste nieuws aan den man brachten. John Workman, hun baas, hun leider, had hen ’s ochtends verteld, dat de kleine Charly Beckers dien dag sterven zou en dat ze, zoo ze hun vriendje nog eens wilden zien, ’s middags maar mee moesten gaan. Bij die mededeeling was het geweest a'sof een plot seling ingevallen wintervorst zijn killen adem over de bende levenslustige jongens had laten strijken. Op de vraag Wilt ge hadden ze allen zwijgend met bet hoofd geknikt en ernstig waren ze spoedig daarop de dagtaak begonnen. John Workman was, toen hij de morgeneditie ver kocht had, zoo snel zijn voeten hem er konden brengen, den kleinen Beckers gaan opzoeken, die boven een stal op een muf optrekje lag, met koortsige wangen en wjjd-geopende oogen. Zoo zwak was het ventje, dat hjj niet eens kon zien, wie er binnen kwam. Ik ben het, Charly, zeide de jeugdige bezoeker, her ken je me Ja, fluisterde Charly, ik heb al op je liggen wachten. Even voor je er was, droomde ik van een gouden engel, die door de deur hier binnen kwam en mij mee wilde nemen. En toen werd ik erg bang wakker. Ik ben blij, dat je er bent. Heb je nog pijn vereert de menschen, doen en artistiek weten te praten bijna de simpele kunstenaars, van hun oorspronkelijk talent, zonder artistieke praterij en mooidoenerij, kunst weten te schep pen. Dat is de schuld van de kritiek en van hen, die in de kunstwereld de toon trachten aan te geven, en wie men gemakkelijk nadoet en na praat. In Amsterdam merkt men dat bet beste. De hoofdstad van ons land is toch, ook al laat Den Haag zich wel gelden, nog altijd de eerste op het gebied van kunst en intellectueel leven. Dat blijkt al dadelijk uit het jubileeren, dat hier dezen winter weer slag op slag ge daan wordt. De jubilea zijn hier gewoonweg niet van de lucht. En jubilea zijn in dezen artistieken tijd al mee van de hoogste kunst uitingen. Wij hebben in korten tijd mevrouw Mann Bouwmeester al gehad en mevrouw Holtrop —Van Gelder en Braakensiek en ik weet ze allemaal niet meer. Maar nu het laatst is Royaards aan de beurt geweest. Royaards is een artistiek mensch met talent, d.w.z. dat zijn artistieke ontwikkeling en ar tistieken zin groot en zijn oorspronkelijk talent maar iets meer dan middelmatig is. Het ver worvene door studie is bij hem hoofdzaak, het aangeborene bijzaak, maar dit aangeborene heeft hij tot de uiterste grenzen van zijn ver mogen weten te ontwikkelen. Voor ons tooneel heeft hij meer gedaan door kunstzinnige regie, die de bijkomstigheden van het tooneel tot een hooge voortreffelijkheid wist op te voeren, dan door zijn uitbeeldend vermogen als kunstenaar. Dit wil niet zeggen, dat hij, als tooneelspeler niet mooie scheppingen heeft voortgebracht door verfijnde bestudeering meer dan door de oorspronkelijke kracht van zijn talent, maar dat hij niet hierdoor, waarin hij door anderen ver overtroffen is, zich de voorname plaats in de tooneelwereld heeft veroverd, die hij thans inneemt. Dat hij dit kon, spijt anderer recht op den voorrang, is ook een gevolg van de eigenaardige stemming van onzen tijd. Want Royaards is daarvan min of meer de repre sentant. En zijn jubileum is dan ook een gebeurtenis van beteekenis geweest in de artistieke wereld. Toen Bouwmeester zijn 50-jarigen tooneel- loopbaan herdacht, werd hij door de massa, niet alleen die van het intellectueele publiek, Artisticiteit en kunst. Amsterdam is ook een stad met artistieke neigingen. Men heeft er liefde niet alleen voor de kunstenaars en de kunst, maar meer nog, zoo niet in hoofdzaak, voor artistieke menschen. Artistieke menschen zijn menschen, die graag over kunst praten, die ook wel begrip hebben van kunst en er diepgaande filosofiën over ten beste kunnen geven, die allerlei fijn-modieuze dingetjes van kunst weten uit te denken en graag vertellen, dat de kunst in nieuwe banen geleid moet worden, die kortom zich meer met kunstfilosofie en artistieke mode en artis tieke nieuwigheidjes dan met eenvoudige kunstscheppingen bezig houden. Het zijn men schen, die voor de artisticiteit de kunst en meer nog het schoone, dat simpele, klare en toch zoo machtige vergeten. Nu kan het geen kwaad zulke menschen als nuttige leden der maatschappij te waardeeren. Maar in dagen, waarin dezen zoo buitenge wone waardeering genieten en in de kunst wereld de eerste plaats innemen, is het meestal met de kunst of althans met de waardeering van de kunst en de kunstenaars slecht ge steld. Zoo’n tijd schijnen we nu in ons land wel te beleven. Men waardeert artistieken zin en kritisch vermogen veel meer dan talent, ook al is dat van niet te miskennen grootheid. Men ven in woörd of klank of lijn of kleur, en in eenzaamheid de verrukkingen van hun schoon heidsvisioenen ondergaan, maar die andere, die te pronk staan voor de menigte en in den vollen beurs der materiëele huldigingen kunnen grijpen. Hun tehuis zal 700.000 gulden moeten kosten. t Waarschijnlijk zullen ze beter behuisd zijn dan de kunst, die nog altijd langs de straten als bedelares om een aalmoes vraagt. gehuldigd en trachtte men een poging, die eigenlijk jammerlijk mislukt is hem door de aanbieding van een nationaal huldeblijk te eeren. Van al dat feestvieren en de huldiging gaven de couranten uitvoerig verslag, zooals ze dat ook van een landbouw-tentoonstelling zouden doen. Maar aan het jubileum van Royaards wijdde de «Nieuwe Rotterdamsche Courant», die van de dagbladen in de kunst kritiek wel min of meer de toon aangeeft, twee feuilletons. Het is mij best. Ik misgun Royaards noch de twee feuilletons noch de gebrachte hulde. Wat hij gedaan heeft voor het Nederlandsch tooneel en zijn onbetwist talent geven hem daarop een ontwijfelbaar recht. Maar wanneer met ziet, dat acteurs, die in talent verre zijn meerderen zijn het met heel wat minder waar deering van de kritiek en de artistieke wereld doen moeten, dan begrijpt men, dat die hulde meer Royaards als plannenmaker, als artistiek prater en invoerder van artistieke nieuwigheden, dan als talentvol acteur geldt. En dan bejammert men het, dat onze tijd zoo overmatige waarde toekent aan artistieken zin, dat de kunstenaar er door in het gedrang raakt en dat hij voor artisticiteit de kunst vergeet. Wat hebben we ten slotte voor de kunst aan al dat gepraat? Goethe heeft het al gezegd: Schaffe, Künstler, rede nicht (Schep, kunste naar, praat niet). Dit mag onze tijd, al is het dan eenigszins anders bedoeld, zich ook voor gezegd houden. Op het scheppen van kunstwerken, al is het ook in onbewustheid, niet op kritieken en artistieke plannen en modieuze artisticiteit, waarmee de jonge meisjes van de Koninginneweg of het Willemspark- kwartier wegloopen, komt het aan. Enfin, die jonge dames zullen binnenkort misschien aan levende artisticiteit zich volop kunnen verzadigen. In die buurt, in de Roelof Hartstraat, wil men een Kunstenaarshuis bouwen, een socië teit voor menschen met fladderende dassen en groote flambards en fluweeien pakjes. Het is een prachtig idee. Men zal dan in Amster dam dadelijk weten, waar de rasechte artistici teit te krijgen is. En jonge dames weten al vooruit de plaats, waar hun artistieke amou rette of roman een aanvang kan nemen. De kunstenaars zullen er nog het beste bij varen; niet die, die in stille bovenkamertjes hun verbeeldingen van schoonheid overschrij- rooden inkt: millionnair ook de stal was vermeld. Zijn optrekje was in Charly’s fantasie zijn million- nairspaleis geweest. Op de volgende bladzijden waren nauwkeurig de verdiensten en de uitgaven opgegeven. Met rooden inkt was het saldo opgeschreven. Zeven dollars ston den er op de laatste bladzijde en nu? Hij nam de handen van den kleinen doode in de zjjne en zachtjes zeide hij: Charly, je behoeft niet bang te zijn, je zult een mooi graf hebben. Hij sloop uit het vertrekje, sloot de deur en toen hjj weer op straat was, verdween zijn droefenis en begon zjjn geest zich practisch met Charly Beckeis bezig te houden. ’s Avonds reeds had hjj het benoodigde geld. Twee dagen later ontbraken op den Broadway alle couran tenjongens, omdat ze hun overleden makker de laatste eer gingen bewijzen. Een prachtige lijkwagen, zooals de donkere Oost- zyde van New-York, waarin de grootste ellende en de bitterste armoede heerschten, nooit had aanschouwd, bracht de kist van den kleinen Charly Beckers door de straten naar den Broadway. Een muziekkorps, dat een plechtigen treurmarsch speelde, opende de lijkstoet. Onmiddellijk op den lijkwagen volgden John Work man en al de andere jongens. Stijf staarden John’s oogen op het groote witte lint van een krans, die als een banier van de kist tot bijna aan den grond reikte en waarop met groote vergulde letters gedrukt stond: Aan hun dooden kameraad Charly Beckers. Zijn kameraden van Broadway! En de New-Yorkers stelden zich op aan beide Neen, niets doet me pijn. Ik geloof, dat ik nu wel weer beter zal worden. John Workman trachtte te glimlachen. Natuurlijk word je weer beter en probeer nu eens of je van de appels kunt eten die ik je meegebracht heb. Hij gaf Charly Beckers in iedere hand een appel, maar deze sloeg er geen acht op. Ik heb er al eens over gedacht, wat er van mijn goed had moeten worden. Hier onder mijn hoofdkussen liggen zeven dollars, die ik gespaard heb. En daar in dien hoek in die kist liggen allerlei dingen, een ta bakspijp, die ik op den Broadway vond, een aantee kenboekje, een zakmes en an lore kleinigheden. Ik zal dat later, als ik rijk ben, gebruiken. Zie je, John, mil lionnair wil ik worden. Zeker, Charly. Je wordt millionnair Weet je waar ik zoo bang voor was Dat ik dood zou gaan en dat ik dan op het armen-kerkhof begraven zou worden. Ik heb het altijd zoo heerlijk gevonden te worden begraven in een eigen graf, als Harriman, en dan een steen er op, zoodat alle menschen zeggen Hier ligt Charly Beckers, de millionnair. De ander streelde hem het voorhoofd en zeide D»c krijg je later allemaal hoor. Het knaapje ging met het gelaat naar den wand lig gen en sloot van uitputting de oogen. John Workman zat stil aan het bed, luisterde naar het onregelmatig ademhalen en zijn hart begon soms sneller te kloppen. Tegen den middag kwamen de jongens, om Charly nog eens te zien en voor het laatst te zien. Wel honderd waren het, die een voor een de trap opklauterden. De kleine stervende werd wakker en was blij, dat al R COURANT, T

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 1