NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOK SNEEk EN OMSTREKEN. Een handige bedriegen No, 19. Woensdag 6 Maart 1913. 67e Jaargang. LANDWEER Uitgever: B. FALKENA Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek, Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. het korps Opkomst onder de wapenen. mijn zwager, zeide Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor S n e e k 10,40 per 3 maanden, franco per postf0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. als journaliste stel je voor als journaliste den menschen van haar credietwaardigheid tracht te overtuigen Welke gewone, welke Hollandsche oplichter zal het ooit in zijn hoofd krijgen, onder den mom zijn bedrijf uit te oefenen Die noemt zich bankier of spoor- wegkoning of Amerikaan of minstens graaf. Maar dergelijke maskers zijn door het veelvul dig gebruik te doorzichtig geworden, passen nog alleen bij brutale rooverijen. Het mom van journalist is niet alleen ongewoon, maar geeft je, althans in het buitenland hier tel len journalisten alleen als armoedzaaiers ook een fijner, een meer intellectueel cachet, waar achter men minder spoedig den oplichter ver moedt. Het feit dus, dat de dame in deze vermomming trachtte te slagen, is al een com pliment aan de internationale beteekenis, het wereld-steedsche van Amsterdam. Of zal Amsterdam een wereldstad. We hebben hier al lang grootsteedsche ma nieren. We hebben Ledeboer, waar de dames ’s middags komen tea-en en dat aan Brussel- sche patisseries herinnert, we hebben sinds ja- ren een operette-theater op het Rembrandt- plein en eronder ook een grootsteedsch verschijnsel - de Rem brand tkuil, die tenge volge van concurrentie haar klandisie leelijk verloopen ziet, we hebben een artiesten-hei, we hebben nachtsociëteiten en Louis XVI, we hebben niet één tooneelgezelschap, wat zelfs onze residentie neg mist, maar een strijd van verschillende tooneelgezelschappen, die bezig zijn elkaar naar den kelder te helpen, we heb ben tot zelfs speelgelegenheden en demi-mon- daines, kortom alles, wat tot het groote stads leven behoort. Dat zijn we aan onzen stad nu eenmaal verplicht, evengoed als een advocaat en een dokter nu eenmaal behoorlijk ingerichte wachtkamers moeten hebben, ook al hebben ze geen klandisie. We doen zelfs moeite voor een majestueus raadhuis, begrijpende, dat ook dit bij onze allures past. Want wij zijn ons be wust geworden in een wereldstad te wonen en iederen dag brengt feiten, die ons dat beves tigen. Is hier voor eenige dagen niet een inter nationale oplichtster gearresteerd Niet een gewone, die den boel weggapt, maar eene van Den volgenden avond was Henri een geheel ander man. Hij had den geheelen dag geloopen en een aan gename taak verricht, zijn rekeningen betaald en zich in een nieuw pak gestoken, ’s Avonds om zes uur ontving hjj van zijn grootvaders notaris het volgende telegram De toestand van uw grootvader is veel erger. Hij wil zijn testament niet veranderen vóór hij u ziet. Kom onmiddellijk. Hij pakte haastig zijn koffer. Enkele uren zouden nu over zijn lot beslissen hem maken tot den erf genaam van een fortuin, dat hem 300,000 gulden rente ’s jaars zou opbrengen, of hem laten in ’n allerdroevigste positie, die hem misschien vandaag of morgen zou nopen om zijn brood te gaan bedelen. Hij nam een spoorboekje, zocht er den snelsten en kortsten weg uit, stak een sigaret aan en ging op weg. Pardon, mijnheer, mag ik even wat vuur van u ’t Was een in onooglijke kleeren gestoken man, die Henri vlak bij zijn woning aanhield. Doch de armoede, die Henri zelf maar al te wel gevoeld had, had hem voorkomend gemaakt voor anderen. Hij bleef aanstonds staan en gaf den man wat hij vroeg. Een mooie avond, merkte de vreemdeling op, terwijl hij naast mijnheer Henri voortwandelde. Ja, antwoordde deze. Goeden dag. Hij bereikte het station en wilde naar binnen gaan, toen de man hem tegenhield. De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek; Gelast de ir. die gemeente in het register voor de landweer ingeschreven dienstplichtigen der lichtingen van de landweer 1907, 1908, 1910 en 1911, met uit zondering van de hospitaalsoldaten, om in 1912, op grond van art. 11 der Land weer wet, tot het houden van oefeningen voor zes dagen onder de wapenen te komen. Zij moeten zich daartoe, in uniform gekleed en voorzien van de tot hun voorgeschreven uitrusting verder behoorende kleeding- en uitrustingstukken, van de wapenen, het ledergoed, de reglementen en de dienstvoorschriften, aan hen uitgereikt, zoomede van hun zakboekje, aanmelden op de plaatsen en tijdstip pen, hieronder genoemd. De verlofgangers behoorende tot de Landweer-infan- terie, de lichtingen 1907 1908 1910 en 1911, op 22 April v.m 7 uur te Sneek (Stationsplein?, plaats van legering Leeuwarden; De verlofgangers behoorende tot de Landweergenie- troepen, de lichtingen 1907 en 1908, de le 2e 3e en 4e comp. op 8 Juli, de lichtingen 1910 en 1911 op 15 Juli, vóór 12 uur in de Legerplaats bij Zeist, de lich tingen 1907 en 1910, de 5e compagnie op 6 Mei, de lichtingen 1908 en 1911 op 20 Mei, voor 12 uur te Ut recht (geniekazerne). N.B. Tot de 5e compagnie landweer-genietroepen behooren zij, die in het leger geoefend zijn bij een der telegraafcompagn eën. De verlofgangers b -hoorende tot de Landweer-ves- tingartillerie, de lichtingen 1907 1908 1910 en 1911: de le comp op 23 September 1912 voor 12.30 uur voormiddags te Zwolle (Broerenkazerne); de 41e com pagnie op 21 Octobei 1912 voor 12 uur ’s middags ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van lOOO regels 21/, cent. Groote letters naar plaatsruimte. te Den Helder (Artilleriekazerne) bij den commandant van het 4e reg vesting-artillerie; de 42e compagnie op 7 October voor 10 uur v.m. te Naarden (Artillerieka zerne) bij den afd-comm van het 2e reg vestingartillerie; de 43e compagnie op 7 October voor 10 uur v.m. aan het fort Hoek van Holland hij den commandant der 3e comp van het korps pantserfortartillerie; de 44e compagnie op 7 October voor 12 uur ’s middags te Amsterdam (Oranje-Nassankazerne, rechtervleugel? bij den com mandant van het 2e reg vestingartillerie. N B. Tot de 41e 42e 43e en 44e comp landweer- vestingartillerie behooren zij, die in het leger zijn geoefend onderscheidenlijk bij de le 2e 3e en 4e comp van het korps pantserfortartillerie. De verlofgangers behoorende tot de Landweer-pon tonniers, de lichtingen 1907 1908 1910 en 1911: de le compagnie op 2 September, de 2e compagnie op 16 September, voor 12 uur’s middags te Dordrecht (Pon- tonnierskazeine) bij den kap.-comm. van de le comp laadweer-pontonniers. N.B. De landweer-pontonniers behooren tot de le of de 2e comp, al naar gelang ze in het leger zijn geoefend bij de le of de 2e comp van het korps pontonniers. Kan een verlofganger, behoorende tot een der ge noemde korpsen, zich niet op het aangegeven uur aan melden, dan wordt het uur van verplichte aanmelding bepaald door het voor hem vroegst mogelijke tijdstip van aankomst in de plaats, waar geoefend zal worden. Voorts wordt het volgende ter kennis gebracht: lo Aan de onder de wapenen komende verlofgan gers kan, als gunst en voor zooveel de belangen van dienst zulks toelaten, worden vergund, om buiten de kazerne te overnachten en ook om onder genot van. vergoeding voor levensmiddelen en van brood, in eigen voeding te voorzien. Zij, die voor deze gunst(en) in aanmerking wenschen te komen, moeten uiterlijk vier wenen voor den dag voor opkomst bepaald, een desbetreffend verzoek in dienen. Dit verzoek moet door de verlofgangers, behoorende tot de Landweer-infanterie, worden gericht tot hunnen landweerdistricts-commandant, en door de verlofgangers, behoorende tot de Landweer-vesting- aitillerie, tot de Landweer-pontonniers of tot de Land weer-genietroepen, onderscheidenlijk tot den Comman deerenden officier der Vestingartillerie ter plaatse, waar zij geoefend zullen worden, tot den commandant van het korps Pontonniers en tot den commandant van het regiment Genietroepen, dan wel tot hunnen land weerdistrictscommandant. 2o Door de Israëlietische verlofgangers der lichting van 1908 of van 1911, behoorende tot de 5e compagnie Landweergenietroepen, die voor het houden van oefeningen onder de wapenen worden geroepen op 20 Mei 1912, kan tijdig tot hun landweerdistrictscomman- dant het verzoek worden gericht, om eerst op den 7den October d.a.v. onder de wapenen te mogen komen tot het vervullen van bedoelde oefeningen en wel ter plaatse en ten ure, alwaar eu waarop zij op 20 Mei 1912 hadden moeten opkomen. 3o Door de Israëlietische verlofgangers, behoorende tot de Landweer-vesting artillerie, die voor het houden van oefeningen onder de wapenen worden geroepen op eeaen datum, gelegen tusschen den 9den September en den 6den October 1912, kan tijdig tot hunnen Wacht een oogenblik, mijnheer. Nu, wat is er Niets, mijnheer Henri Merton, dan dat u gearresteerd zijt. Ik ben inspecteur van politie en 't spijt my u te zeggen, dat u zich als mijn gevangene moet beschou wen. U arresteert mij Ja, wegens moord op Willem Meijer, gisteravond op zijn kantoor. Wegens moord? stamelden de bevende lippen van den jongeman. Ja, maar laat ons gaan, anders zullen we aanstonds omringd zijn door een menigte voorbijgangers. Mis schien neemt u liever een rijtuig. Maar, mijn waarde heer, ik ben beslist onschuldig. Ik hoop het, mijnheer, maar dat gaat mij niet aan. U zult zoo aanstonds gelegenheid hebben het bewijs te leveren. Maar ik moet onmiddellijk weg Deze opmerking scheen zoo humoristisch, dat de po litieman in lachen uitbarstte, wat echter alles behalve geruststellend was voor onzen jongen vriend. De heele quaestie zou natuurlijk spoedig opgehelderd worden, daaraan twijfelde hij niet, maar als bij niet onmiddellijk vertrok zou hij de gelegenheid missen zich met zijn vertoornden grootvader te verzoenen. Als ik hem niet voor zijn dood zie, zal ik een hope- looze bedelaar blijven, dacht de jongeman, die reeds te veel armoede had geleden, om dit vooruitzicht niet met schrik te overwegen. Kom mee, naar mijn woning. Laat me even met >i spreken, zeide hij, toen hij zag, dat de voorbijgangers hen in de gaten kregen. De politieman volgde hem onwillig naar zijn schamele kamer en nam daar, zonder op een uitnoodiging te Ik kan u slechts 1500 gulden leenen, antwoordde Meijer, terwijl hij naar zijn kas ging. Goed, geef dat dan maar, zeide de jongeman, en schrijf een quitantie. Goeden avond De bankier Willem Meijer richtte het hoofd van zijn schrijfbureau op. Hij was eenigszins verrast, want hij verwachtte op dit uur, waarop zijn kantoor gewoon lijk gesloten was, geen cliënten meer. De laatste klerk had juist het gebouw verlaten, doch de oude bankier was op het kantoor gebleven om zijne boeken af te sluiten. De nieuwe bezoeker was een goed-gebouwd, slank, maar slecht-gekleed jongmensch. Hij was binaengeko- men, toen de klerk de deur uitging. Ik was al bang, dat ik te laat zou zijn, zeide de bezoeker, wiens stem meer overeenkwam met zijn aris tocratisch gelaat dan zijn versleten kleeding zulks deed. Waarmede kan ik u van dienst zijn, vroeg Meijer, zonder op te staan. Ik verzoek u echter haast tema ken, mijnheer Henri, want ik wilde juist weggaan. Ik zal ’t u in een paar woorden vertellen, antwoordde de jonge man. Ik kwam u verzoeken mij 2500 gulden te leenen. Meijer nam het jongmensch van ’t hoofd tot de voeten op. En welke waarborg vroeg hij kortaf. Mijne vooruitzichten. Zooals u weet, ben ik de neef en de vermoedelijke erfgenaam van baron Berger- Bma. Ik ben zijn naaste bloedverwant. Meijer lachte sarcastisch. landweerdistrietscommandant het verzoek worden gericht, om eerst op den 7den October 1912 onder de wapenen te mogen komen tot het vervullen van. be doelde oefeningen en wel bij het regiment vesting- artilleiie, garnizoen houdende in de plaats, welke voor hunne oefening is aangewezen. De Israëlietische ver lofgangers, die zich tot het houden van oefeningen op den 7den October 1912 onder de wapenen begeven, moeten zich op dien datum aanmelden voor 8 uur v.m. f, wanneer zulks in verband met den af te leggen afstand niet mogelijk is, zoo vroegtijdig mogelijk. 4o Door de Israëlietische verlofgangers, behoorende tot de Landweer-pontonniers, die voor het houden van oefeningen onder de’wapenen worden geroepen op 16 September 1912, kan tijdig tot hun landweerdistricts- commandant het verzoek worden gericht, om eerst op den 4den November 1912 onder de wapenen te mogen komen tot het vervullen van bedoelde oefeningen en wel ter plaatse en ..ten ure, alwaar en waarop zij op 16 September 1912 hadden moeten opkomen. 5o De onder de wapenen opsreroepen verlofgangers van de Landweer, die in de plaats voor de opkomst wonen, hebben geen recht op daggeld. De verlof gangers echter, die zich op een bepaald punt in hun woonplaats moeten aanmelden, om vandaar op den- zelfden dag te worden vervoerd naar de plaats voor legering of oefening aangewezen, hebben voor den dag van opkomst recht op een daggeld van f 0,25. De verlofgangers, die buiten de plaats, voor de opkomst aangewezen, wonen, hebben voor den dag der reis en voor dien van opkomst recht op een daggeld van f 0.25. Zij, die gedurende de reis moeten overnachten, worden voor s Rijks rekening by de ingezetenen gehuisvest cn gevoed. Zij, die zulks verlangen, kunnen het daggeld op den laatsten werkdag voor hun vertrek bij den Burgemeester ontvangen, onder aanbieding van het zakboekje, waarin daarvan aanteekening moet geschieden. Aan hen die geen daggeld van den Burgemeester hebben ontvangen, wordt dit onmiddellijk na aankomst bij en door de zorg van het korps uitbetaald. c. - 6o Op den laatsten werkdag voor het vertrek fijnere kwaliteit en internationale distinctie, die kunnen ook de noodige vervoerbewijzen worden ge vraagd, indien niet hierboven in de kolom «Opmerkin gen» is vermeld, dat deze niet verstrekt worden. 7o De verlofgangers,die wegens ziekte achterblijven, moeten, voor zoover doenlijk, daarvan onmiddellijk onder overlegging van bewijsstukken, kennis geven aan den Burgemeester. 8o Hij, die in woont bij of samenwoont met een gezin, waarin een besmettelijke ziekte heerscht, mag zoolang die ziekte niet geweken is, niet onder de wapenen komen. Hij behoort van deze omstandigheid mededeeling te doen aan den Burgemeester onder overlegging van eene geneeskundige verklaring. 9o. De d’enstplichtigen, hunne betrekkingen en anderen, cie meenen in de termen te vallen om ont heffing van <!en werkelijken dienst of geldelijke ver goeding te erlangen, worden verwezen naar de te dezen, tegelijk hiermede, uitgevaardigde speciale «Openbare kennisgeving*. Sneek, den 1 Maart 1912. De Burgemeester voornoemd, P. J. DE HOOP. Mijnheer Henri, zeide hij, u weet zeer goed, dat u niet geheel de waarheid spreekt. Ik weet uit parti culiere bron, dat baron Bergersma beeft gezworen u geen cent meer te geven en u zult me zeker wel toegeven, dat ik goed ben ingelicht. Het gelaat van den jongen man veranderde niet in het minst. De reden, waarom ik bij u kom, zeide hij, is de vriendschap, die uw zwager, mijn grootvaders notaris, zooals u weet, voor mij gevoelt. Hier hebt u een brief, dien hij my heeft 'geschreven. De brief luidde als volgt Waarde heer Henri ’t Doet me genoegen, dat ik u eindelijk weer eens een vriéndelijk woord kan zenden. Uw grootvader, wiens gezondheidstoestand zeer ver slecht is, wenscht u nog vóór zijn dood te zien en te zegenen. Ik raad u aan zoo spoedig mogeljjk te komen. Uw oude vriend Bernard Janson. Ja, dat is de handteekening van mijn zwager, zeide Meijer, nadat hij den brief had gelezen. Eu myn beste vriend, vervoltrde Henri. Als u de positie kende, waarin ik nu verkeer, zou u my zeker helpen. Waarom verlangt gij dien steun van mij Juist omdat ik naar mijn grootvader wilde gaan en ik geld noodig heb voor de reis eu om eenige rekenin gen te betalen. Nu, enfin, ik riskeer zoo nu en dan wel eens wat. Pardon, onderbrak het jongmensch den bankier, ik hoor iets in de naburige kamer. U moet u vergist hebben, zeide de bankier, nadat hy was gaan kijken. Er is niemand, Laten we nu onze zaken afhandelen. Dus u stemt toe zei de jongeman lachend. Hoeveel kunt u my geven I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 1