LANDWEER. Plaatselijk nieuws. Opkomst onder de wapenen. Totaal d Ontvangst f 7500 2000 1700 1915 355 589.64 469.67 461.88“ 500 f 15490.99“ 1 t 1 n r b d n h e s n d k g t( i1 b 8 E 3 E h n Benoemd tot veldwachter tei standplaats Ter- horne, H. v.d. Meulen, politiebediende te Terkaple. Door heeren voogden van het Algemeen Stads- Armenhuis te Bolsward zijn benoemd tot vader en moe der in dat gesticht de heer J. Terpstra en echtgenoote, thans vader en moeder in het Armenhuis te Drachten. stakende loodgieters met de aanslagen iets zullen opschieten. Hun voormannen ontkennen trouwens, dat deze iets met de staking hebben uitgestaan. Maar waar de eene bom ontploft kantoor van den voorzitter der en de andere wordt doorge- f 515,80“ 300 2880 Totaal f 3695.80“ Na aftrek van de uitgaven ad f 3285.97restte er een batig saldo van f 409,83“. Volgens mededeeling van ’t Bestuur zal de Vervolg cursus overgaan in de Middelbare Technische school voor Bouwkunde. De door Rijk, Provincie, Gemeenteen O.B. Weeshuis toegestane subsidie geven recht tot alle verwachting dat de Middelbare Technische School zal worden een blijvend instituut, waarmede Sneek en omstreken har- telijk geluk gewenscht mogen worden. op 9 April te utrecht gehouden in de plaats van den heer H, Pollema, die niet herkiesbaar is, beveelt het bestuur (alph.) aan de heeren H. M. Tromp te Sneek en L. W. de Vries te Minnertsga Benoemd tot hoofd der school voor m. u. 1. o. te Brummen de heer T. Bokma, hoofd der bijzondere school aan de Hofkamp te Wommels. Mej. N. Flieringa, onderwijzeres aan de Prinses •Julianaschool der Hervormde Schoolvereeniging te Kampen, is als zoodanig benoemd te Joure. Benoemd tot onderwijzer aan de O. L. school te Bakhuizen de heer E. Keuning te Leeuwarden. Bij Kon. besluit van 4 dezer is benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger in hetkauton Heerenveen met ingang van 15 dezer, de heer mr. W. T. van der Ley, advocaat en procureur te Heerenveen. Benoemd tot tijdelijk leeraar in het teekenen aan de R. H. B.S. te Heerenveen, de heer H. Boonstra te Arnhem. Uitgaven ’t Totaal der uitgaven, waaronder f 8968.92“ voor salarissen en f 500 aflossing van een obligatie, bedroeg f 15335 75. Batig saldo f 155.24“. Aangezien echter ’t dienst jaar 1910 werd gesloten met een nadeelig saldo van f 148.13“, sluit ’t dienstjaar 1911 met een batig saldo van f 7.11. Vervolgcursus. Voordeelig saldo 1910 Subsidie O.B. Weeshuis Schoolgelden mij slechts zooveel als ik voor mijn reis noodig heb. De rest behoort u en ik beloof u, mij binnen drie dagen weer bij u aan te melden. Het is zeer weinig, dat ik u kan aanbieden, doch zoodra ik in het bezit der er fenis zal komen, zal ik u, dat zweer ik, goed beloonen, Maar als ik mij nu eens door medelijden met u liet overhalen, zie ik nog niet in hoe ik u zou kunnen hel pen, zei de politieman. Ik zal u niet verraden, maar overal heeft de politie uw signalement. Als ik u vrij laat gaan, zult gij toch in hunne handen vallen. Dat blijft dus hetzelfde Ja, maar kan ik mij niet vermommen Ik wil alles doen wat ge wilt, maar ik smeek u laat me gaan. Maar hoe kunt gij u vermommen? vroeg de detec- tieve. Henri had een gelukkigen inval. Laat ons van kleeren verwisselen. Het is een uitmuntend denkbeeld, zei de detectieve, maar mag ik u even opmerkzaam maken op het ver schil, dat er is tusschen mijne oude kleederen en de uwe, welke juist gekocht zijn. Wat zou ’t Het moet tot eiken prijs. U verkleedt u dan thuis wel weer. Tien minuten later had Henri, in het schamele pak van den detectieve gekleed, pillow broek, zwarte jas en pet, de straat bereikt en sprong in ’n rijtuig, terwijl zijn beschermer in het nieuwe costume een andere richting nam. Gelukkig heb ik een ander pak in mijn koffer, zeide de jongeman tot zichzelf, terwijl hij zijn armoedige kleeren bekeek. Deze gelukkige ontkoming had hem nieuwen moed gegevenhij dacht aan niets meer dan aan zijn stervenden grootvader. De BURGEMEESTER der Gemeente Sneek; Gelast de hieronder genoemde dienstplichtigen der Landweer, die in die gemeente in het register voor de Landweer zijn ingeschreven, in 1912, op grond van art. 11 der Laudweerwet, tot het houden van oefeningen voor zes dagen onder de wapenen te komen. Zij moeten zich daartoe, in uniform gekleed en voorzien van de tot hun voorgeschreven uitrusting verder behoorende kleeding- en uitrustingstukken, van de wapenen, het ledergoed, de reglementen en de dienstvoorschriften, aan hen uitgereikt, zoomede van hun zakboekje, aanmelden op de plaatsen en tijdstip pen, hieronder achter hun naam genoemd. 1 Pieter van der Kooi, behoorende bij de 2e comp. Landweerpontonniers, der lichting 1907, op 16 Sept. 1912 voor 12 uur ’s midd., aan de Pontonnierskazerne te Dordrecht; 2 Kornelis Faber, behoorende bij de 4e compagnie Landweer Genietroepen der lichting 1907, op 8 Juli 1912 voor 12 uur vm, aan de Legerplaats bij Zeist; 3 Anske Dijkstra, behoorende bij de 4e compagnie der Landweer Genietroepen der lichting 1908 op 8 Juli 1912, voor 12 uur vm. aan de Legerplaats bij Zeist; 4 Bene de Jonge, behoorende bij de 4e compagnie der Landweer Genietroepen der lichting 1911, op 15 Juli 1912, voor 12 uur vm. aan de Legerplaats bij Zeist. Kan era verlofganger, behoorende tot een der ge noemde korpsen, zich niet op het aangegeven uur aan melden, dan wordt het uur van verplichte aanmelding bepaald door het voor hem vroegst mogelijke tijdstip van aankomst in de plaats, waar geoefend zal worden. Voorts wordt het volgende ter kennis gebracht: lo Aan de onder de wapenen komende verlofgan gers kan, als gunst en voor zooveel de belangen van dienst zulks toelaten, worden vergund, om buiten de kazerne te overnachten en ook om onder genot van vergoeding voor levensmiddelen en van brood, in eigen voeding te voorzien. Zij, die voor deze gunst(en) in aanmerking wenschen te komen, moeten ui terlijk vier weken voor den dag voor opkomst bepaald, een desbetreffend verzoek in dienen. Dit verzoek moet door de verlofgangers, behoorende tot de Landweer-infanterie, worden gericht tot hunnen landweerdistricts-commandant, en door de verlofgangers, behoorende tot de Landweer-vesting- aitillerie, tot de Landweer-pontonniers of tot de Land- weer-genietroepen, onderscheidenlijk tot den Comman deerenden officier der Vestingartillerie ter plaatse, waar zij geoefend zullen worden, tot den commandant van het korps Pontonniers en tot den commandant van het regiment Genietroepen, dan wel tot hunnen land weerdistrictscom mandan t. 2o Door de Israëlietische verlofgangers der lichting van 1908 of van 1911, behoorende tot de 5e compagnie Landweergenietroepen, die voor het houden van oefeningen onder de wapenen worden geroepen op 20 Mei 1912, kan tijdig tot hun landweerdistrictscomman- dant het verzoek worden gericht, om eerst op den 7den October d.a.v. onder de wapenen te mogen komen tot het vervullen van bedoelde oefeningen en wel ter plaatse en ten ure, alwaar en waarop zij op 20 Mei 1912 hadden moeten opkomen. 3o Door de Israëlietische verlofgangers, behoorende tot de Landweer-vesting artillerie, die voor het houden van oefeningen onder de wapenen worden geroepen op eenen datum, gelegen tusschen den 9den September en den 6den October 1912, kan tijdig tot hunnen landweerdistrictscommandant het verzoek worden had hij zijn koffer in de coupé geworpen of de trein vertrok. Eindelijk, mompelde hij, terwijl hij in een van de hoeken plaats nam. Hij keek nog even het raampje uit, doch ontstelde toen hevig, als ware iemand, die op het perron stond, een geest geweest. Die persoon was Willem Meijer, de vermoorde ban kier Terwijl de trein voortreed, staroogde de jonge man den bankier na daarna nam hij vlug de courant. Ik zal spoedig weten wat er van de misdaad waar is, riep hij uit. Hij keek de courant door, doch kon geen woord over de misdaad vinden. Een ander bericht trok echter zijn aandacht. Het was het uitloven van een belooning door de politie voor hem, die inlichtingen kon verschaffen, welke leidden tot de arrestatie van een avonturier, die sinds eenigen tijd met de grootste brutaliteit en behendigheid oplichterijen pleegde. Het signalement van dit individu was hem goed bekend. Wel, het is mijn beschermer van zooeven riep hij uit. Hjj was het, die gisteravond in de kamer naast het kantoor van den heer Meijer was en hjj moet alles gehoord hebben, wat wij tot elkaar zeiden. Hij heeft me bestolen. Wat heeft hjj me beetgenomen Hij las het bericht uit. De avonturier draagt een zwarte jas, een pillow-broek en pet. Met koortsachtige haast nam Henri uit den koffer het nieuwe costuum, verkleedde zich gauw en wierp in de duisternis het schamele plunje van den sluwen bedrieger uit het coupé-raampje. Twintig minuten nadat hij op zijn bestemming was iemand het in zijn hoofd krijgen, aldus gemas kerd, zich in de straten van Blokzijl of Ber- gen-op-Zoom, zelfs van Rotterdam te vertoonen? De eenige Hollandsche stad, die ons daarin concurrentie zou kunnen brengen, is Den Haag. En dat verklaart ook voor een deel de stille jaloezie, die de volbloed Amsterdammers tegen over de residentie koesteren. Maar deze juffrouw heeft ons de eer aan gedaan. Dat mag voor de leveranciers, die de dupe werden, een minder aangename zijn, wij moeten haar toch voelen als een compliment aan onze hoedanigheid van wereldstad en dus dankje zeggen. Dat is nu eenmaal onvermijdelijk. Naast de rechten, die wij begeeren, moeten we ook de plichten op ons nemen, met het zoet moeten we ook het zuur van onze positie trachten weg te slikken. Waar zon is, is ook schaduw. En wanneer we ons behaaglijk in den zonneschijn van het grootsteedsche willen koesteren, moe ten we ook de sombre schaduwen voor lief hebben. Daarom moeten we ook niet te veel mop peren over den bomaanslag, die hier in de Wolvenstraat gepleegd is. Een bomaanslag Is er iets, dat ons in het oog van buitenlanders, maar van eigen landgenooten vooral, een voor namer aanzien kan geven dan een bomaan slag? Bomaanslagen mogen -in het buitenland ook in kleinere steden voorkomen, de wereld steden hebben toch de pré. En in ons land kwamen ze tot nu toe heelemaal niet voor. Maar Amsterdam, de internationale stad van Nederland, die met haar voeten op Holland- schen bodem staat, maar met haar hoofd wan delt in internationale sferen, heeft ze ook bij ons geïmporteerd. Dat schijnt een onvergan kelijke glorie om de wereldstad-kroon van Amsterdam. Als er nu nog iemand mocht smalen, dat ook Amsterdam nog een provincie stad is, wat grooter dan de andere, maar in aard en wezen niet verschillend, dan zullen we hem meenemen naar de Wolvenstraat en met trots wijzen op de daad van internationale kwaliteit, daar gepleegd. En we kunnen dit te geruster doen, omdat geen menschenlevens en alleen een paar kapotte ramen te betreuren zijn. Misschien kan dit ons worden tegenge worpen, dat het dus toch maar namaak en de Amsterdamsche loodgieters slechts het buiten land imiteeren en dus Amsterdam in dit opzicht slechts onvolkomen vertegenwoordigen in het internationale leven. Maar men zou ons kunnen zeggen, dat dit alleen een gevolg is van den meer gevoeligen, die ons Amsterdammers als Hollanders eigen is, dat we het bewijs hebben geleverd internationaal te denken en te voelen en op z’n internationaals met bommen te kunnen omgaan, maar dat we de schrikkelijke gevolgen ervan willen verzachten. Hiervoor spreekt ook nog die andere bomaanslag. Want ook aan de Admiraal de Ruyterweg, waar ondanks de staking door loodgieters wordt doorgewerkt, is een bom gevonden. Maar hij was neergelegd onder een asfaltoven, die niet gebruikt werd en waar dus geen ongelukkige gevolgen te duchten waren. De bomaanslagen dienen dus alleen tot schrikaanjaging, als trou wens alle aanslagen, maar zijn in overeenstem ming met onzen voorzichtiger» aard zoo behoed zaam uitgevoerd dat zij geen of weinig gevaar opleverden. Beide bommen waren trouwens zeer primitief, wat er weer op zou kunnen wijzen, dat Amsterdammers nog maar breke- beenen zijn, wanneer ze deze uitingen van internationaal leven navolgen. Intusschen is het niet waarschijnlijk, dat de is onder het Icodgieterspatroonsvereeniging gevonden op een werk, waar werkt, klinkt deze bewering wel wat erg naïef en eischt zij, om aangenomen te worden, een te groote mate van goedgeloovigheid bij het publiek. Iets anders is natuurlijk, dat de stakers en masse er daarom nog niet verant woordelijk voor behoeven te zijn. Maar het publiek onderscheidt dit gewoonlijk minder nauwkeurig en schuift de schuld op den rug der stakers. Bijzonder getroffen toont dat publiek zich trouwens niet. Komt dat mis schien, omdat de aanslag zoo onbeduidend was en als kinderspel met wat bomaanslagen ge woonlijk beteekenen? Of bewijst het Amster dam’s eigenschappen als wereldstad, dat we zulke kleinigheden als bomaanslagen ternau wernood opgemerkt aan ons laten voorbijgaan? De commissie voelt zich verplicht een woord van hulde te brengen aan ’t Bestuur en den Directeur der School voor hun vele en belangelooze pogingen. Daar aan is ’t te danken dat Sneek met dit middelbaar technisch onderwijs is verrijkt. Waar de burgerij in deze streken met ons zal op prijs stellen dat er thans zulk een goede gelegenheid is voor ambachtsonderwijs in den ruimsten zin van ’t woord, spreekt de commissie de hoop uit. dat velen zich geroepen zullen gevoelen, deze goede zaak te steunen, door toetreding als donateur, lid of begun stiger. Met bijna algemeene stemmen werd tot bestuurslid herkozen de heer L. J. Krook. De heer Krook nam de benoeming nog voor een jaar aan. (Applaus). Als commissieleden voor ’t nazien der rekening over ’t afgeloopen jaar werden gekozen de hh. K. ter Horst, dr. H. Offerhaus en F. Blok. De begrooting voor 1913 werd in ontvangst en uit gaaf vastgesteld tot een bedrag van f 15250. Aange zien alle aanvragen om subsidie zich nog bij autoriteiten bevinden, kan alleen van den Middelb. Techn. Cursus voor Bouwkunde worden meegedeeld, dat de ontvang sten voor dezen tegen 1913, zijn geraamd op f 8160 en wel: Rijk f3000, Provincie f 1500, Gemeente f 1000, Weeshuis f 500 en schoolgelden f 2160. Medegedeeld werd nog dat voor den nieuwen cursus van de Ambachtsschool zich tot heden aanmeldden 27 leerlingen. Op de vraag van een der leden, of men van den levensloop der leerlingen, die met diploma de school hebben verlaten, ook nog eenigen tijd op de hoogte blijft, antwoordde de directeur dat door den betrokken minister is voorgeschreven dat ZE. tot 3 jaren na het verlaten der school de vtrdienst der leerlingen wenscht te weten. Een woord van dank werd aan ’t eind der vergadering nog gebracht door den heer Boerrigter aan den Directeur en den Voorzitter voor hun belangeloos me dewerken aan den Middelbaren Technischen Cursus. (Applaus). In de Zondagmorgen gehouden Godsdienstoe fening der Doopsgezinde Gemeente alhier, nam ds. Vincent Loosjes, wegens zijn vertrek naar Amsterdam, naar aanleiding van 1 Cor. 15 vers 58 en hiervan bet laatste gedeelte, luidende»dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere«, afscheid van zijne gemeente. Het ruime kerkgebouw was geheel vol. Na den slotzang, psalm 89 vers 7, sprak ds. H. J. Busé, van IJlst, den heer Loosjes een afscheidswoord toe, waarna den scheidenden leeraar door het Doops gezinde zangkoor werd toegezongen het eerste vers van gezang 115 uit den Leidschen bundel. Staande zong de gemeente hem hierna van genoemd gezang het tweede vers toe. De plechtigheid maakte diepen indruk. We hebben van ’t begin af nooit getwijfeld aan ’t opgaan onzer bioscoop. De inrichting op den Oos- terdijk, de waar die men er den begunstigers aanbiedt dat alles werkte al terstond samen om de Sneeker Kinematograaf in en buiten onze stad een soort ver maardheid te bezorgen. Die laatste heeft reeds zoo'n afmeting verkregen, dat bezoekers onzer stad, ’t zij van jaarvergaderingen, ’t zij bij andere gelegenheden, zich meest dan tijd gun nen vóór hun vertrek nog even een kijkje te nemen in ’t huis van de levende beelden. De directeur dezer onderneming heeft terecht be grepen dat afwisseling in vertooningen den lust tot zien steeds aanwakkert; dat door ’t nuttige aan het aangename te verbinden een klimmende belangstelling nooit uit kan blijven. Zoo ook met ’t programma van Zaterdag. Wat een stuk: »’t Oude Toledo«, een défilé van paleizen aan de oevers r an de Taag. Voor de geschiedkundige is deze gekleurde opname alleen tienmaal de entree waard. Een drama te Florence, de Edelvrouw en de Tuin man, een comedia die afgespeeld wordt op Klein Trianon, ’t was er hoogst gezellig Zaterdag, waar om wij de liefhebbers opwekken ’t tot Donderdag du rende programma niet te laten voorbijgaan. De Zondag, voor den Frieschen Voetbalbond, te Leeuwarden gehouden wedstrijden hadden den vol genden uitslag •Voorwaarts* won met 2—0 van >Frisia I1I«. »U. D. I. L.« verloor met 1—0 tegen »S. V. C.« van Sneek. De eindstand van den wedstrijd tusschen »Rood-Geel< en »V. A. C.« van Heerenveen eindigde met den stand 1-1. Voor lid van het bestuur van de Unie »Een school met den Bijbel* de 34e jaarvergadering wordt wachten, plaats op den eenigen stoel, die er in het ellendige vertrek te vinden was. Zeg me nu eens wat dat alles beteekent, vroeg Henri, die nieuwsgierig was om alles te vernemen en naar een middel zocht om toch zijn reis te kunnen voort zetten. De politieman ging koel verder Dezen morgen, toen de klerk van den heer Meijer op het kantoor kwam vond hij zijn patroon dood in een stoel zitten. Men had hem een kogel door het hart gejaagd. De politie werd onmiddellijk gewaar schuwd en stelde een onderzoek in, waarbij ik tegen woordig was. Wij vernamen, dat gisteravond, den avond van de misdaad een persoon op een zeer laat uur het kantoor van den bankier had verlaten. Ik liet dien persoon nagaan en vernam, dat hij heden ver scheidene inkoopen had gedaan, onder andere bij de tailleurs Smits en Blaker, wien hij betaalde met ’n bank biljet, waarop aan de rugzijde de handteekening stond van Meijer. De man, die hun met dat bankbiljet be taalde en het kantoor van den «vermoorde op zoo’n laat uur verliet zijt u Ik zal u nu juist vertellen hoe ik mijn tijd door bracht en u mijn geheelen toestand bloot leggen, zeide Henri, en hjj deed zulks in zoo weinig mogelijk woorden. Het spijt mij waarlijk voor u, zeide de man, die zeer veel belang scheen te stellen in de positie van het jongmensch. Waarom kunt u mij dan niet helpen Ik zie niet in hoe ik dat zou kunnen. Laat mij drie dagen vrij. Na dien tijd keer ik terug en meld ik mij bij u aan. Ik zweer het. Als ik met mijn grootvader verzoend ben, zal ik niets meer te Den heer E. Jansen, eervol ontslagen secretaris der gemeente Wonseradeel, is een pensioen van f 1200 ten laste der gemeente, toegekend. Het mondeling gedeelte van het eind-examen van de Hoogere Burgerscholen met 5 jarigen cursus in de drie noordelijke provinciën zal dit jaar worden afgenomen te Assen. Acte-examens lager onderwijs. De minister van Bin- nenlandsche Zaken heeft bepaald, dat de commissie voor de arrondissementen in Friesland, in 1912 belast met het afnemen van de examens ter verkrijging van de acte van bekwaamheid, bedoeld in art. 77 onder a, der wet tot regeling van het lager onderwijs, te Leeu warden zal zitting hebben. In deze commissie hebben zitting als lid en voorzitter de schoolopziener in het district Heerenveen als leden de schoolopzieners in de arrondisseme^Jen Ferwerd, Ternaard, Heerenveen, Lemmer en Wolvega als leden plaatsvervangers zijn aangewezen de schoolopzieners in het district Leeuwarden en in de arrondissementen Beetsterzwaag, Sneek en Bolsward. SNEEK. De Sneeker Ambachtsschool hield gisteren avond in de voorkamer van »Amicitia« haar jaarlijksche algemeene vergadering. Goedgekeurd werden de notulen vau 20 Maart 1911. Ingevolge art. 13 der Statuten werd door den secretaris ’t verslag gelezen over ’t verloopen jaar. De vereeniging telde op 1 Jan. 1911 15 donateurs, 83 leden en 55 begunstigers. Met inbegrip van de nieuwe leerlingen, die alle konden worden geplaatst, begon de nieuwe cursus een vorig jaar met 55 leerlingen. Aan 32, zegge 32 jongelui kon in April ’t einddiplo ma worden uitgereikt. Hoeveel belangstelling er bestaat in den vervolg cursus, die met 1 Jan. jl. den naam kreeg van Mid delbare Technische School voor Bouwkunde, blijkt uit de volgende cijfers: in 1909 begon de cursus met 18 leerlingen, in 1910 steeg dit getal tot 25, in 1911 tot 30 en 1 Jan. 1912 kon dit instituut roemen op het respectable getal van 42 leerlingen. Jammer dat ’t verslag verder gewaagde van voort durend afnercen van ’t getal leden. Regenten van ’t O. B. Weeshuis hebben tegen 1 Jan. 1913 voor dezen Technischen Cursus een jaarlijksch subsidie toegestaan van f 500. Rapport der commissie, die belast is geweest met ’t nazien der rekening over 1911. De ontvangsten hadden bedragen: Subsidie van ’t Rijk de Provincie Gemeente Bijdragen Corporatiën Contributie Schoolgelden Producten Dividend, incluis lokaalhuur Verkoop Obligatie B Gij schudt het hoofdZie, zeide Henri overredend Hier ie mijn beurs. Neem alles wat er in is en laat wapenen te mogen komen tot het vervullen van be doelde oefeningen en wei bjj het regiment vestiug- te nemen en een courant te koopen, om de bijzonder heden van den vreemden moord te lezen. Nauwelijks van een groot fortuin met een jaarlijksch inkomen van drie ton. I i i l s i li VI V h k

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 2