s
e
HEUffS- ES iPÏERTESTIERLAll
ÏMR SJEEE ES MSTREEES.
1.
Toilet maken.
Een Ontnuchtering,
No. 20.
Zaterdag 9 Maart 1912.
67e Jaargang.
Uitgever: B. FALKENA Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek.
Feuilleton.
I
N. C.
Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
ABONNEMENTSPRIJS voor S n e e k t 0,40 per 3 maanden,
franco per poatf0,60.
Abonnementen worden te allen tijde aangenomen.
er
nu
hij aan haar.
Schrikkelijk!
Maar nu zijn zij getrouwd,
gevaarlijk terrein,
die ik stel, tot de
deringen behooren.
lang voorbij; onze
zijn «tweebeidjes samen
Moeder de vrouw heeft het druk
Alle locomotieven der Nederlandsche Tramweg
Mij. zullen van stoomfluiten voorzien worden. Dé bei
blijft voor het rijden in de plaatsen.
Laten wij zorgen onze geestdrift niet te verlie
zen laten we onze bewondering behouden voor alles
wat schoon en edel is, en onze belangstelling in alles
wat ons leven kan verrijken en verheffen.
Ik kom op een
Ik hoop, dat de gevallen,
groote, zeer groote uitzon-
De wittebroodsweken zijn
beiden zijn niet meer met
Er is werk in over
vloed. Moeder de vrouw heeft het druk ge
noeg, een huishouden eischt vrij wat zorg en
de kinderen brengen heel wat karweitjes aan;
op tijd dient het middagmaal of het twaalf
uurtje gereed te zijn; want manlief heeft het
ook druk; de zaken gaan goed, maar welke
zaak marcheert, zooals ’t behoort, zonder dat
het oog van den meester er over gaat. Het
huishouden en de kinderen hébben de eischen
verdubbeld; ’t spreekt dus vanzelf, dat de rust-
poozen niet al te lang moeten duren, er moet
gewerkt worden, terwijl het dag is en elk
voordeel wordt met vreugde begroet.
Pas is de man thuis uit zijn werk of uit
zijn kantoor, of hij wordt onthaald op een
reeks van klachten over den bakker, die weer
Jaarcijfers. In 1833 was in Friesland de percents
gewijze verhouding van bouw- tot grasland 20.8 tot
79.2, in 1910 16.5 tot 83.5.
In 1910 bedroeg in Friesland het getal land- en
tuinbouwbedrijven van 1—5 hectare 9598, van 5—10
hectare 3083, van 10—20 hectare 2312, van 20—50
hectare 4096, van 50—100 hectare 317 en van 100 en
meer hectare 3.
zins verbluft.
Wat zijn jullie mannen toch kortzichtig, ’t Is
toch een uitgemaakte zaak, dat hij om Annie komt I
Ze is hem natuurlijk opgevallen, want je zult toch
zelf moeten bekennen, dat ze mooi is. Anders zou hij
ook wel, als hjj naar school gaat, vlak langs het huis
loopen en niet altijd aan den overkant op het trottoir,
om hier in te kijken. Om die reden ook heeft hij bij
ons al ’n visite gemaakt en bij de anderen niet. Waar
om ik Marietje en Liesje weggestuurd heb Als er
drie huwbare dochters tegelijk komen, zou hij allicht
kunnen schrikken. Die kunnen wel voor den dag ko
men, als hij wat avances gemaakt heeft en eens een
keer meer bij ons. geweest is.
O, jullie vrouwen, jullie vrouwen, riep de rechter
eenigszins boos. Wat kunnen jullie er toch dwaze
denkbeelden op na houden. Wie zegt je nu, dat hij
nog wel eens weer een visite bij ons zal maken
Nu, ik hoop toch, dat hij onze uitnoodiging
zal aannemen. Ik had zoo gedacht we moesten hem
inviteeren, om Zondag over acht dagen bij ons te ko
men eten 1 De naaister heb ik tegen Woensdag be
steld. Annie moet een nieuwe japon hebben in den
tijd, die er nog voor ons dineetje verloopen moet, kan
zij het nieuwe stuk op de piano ingestudeerd hebben.
Marietje en Liesje blijven dien middag in de keuken
zij kunnen dan een handje meehelpen en daar ze dan
wel moe zullen zijn, vroeg naar bed gaan.
Mevrouw Bieders’ woordenvloed werd evenwel plot
seling en heel onzacht onderbroken door gegil en ge
schreeuw en tegelijkertijd ging de deur open en storm
den drie blondgelokte menschenkinderen, elkaar plat
drukkend, de kamer binnen.
Och mama, geef me als ’t u blieft zacht lila
rose kleurt me volstrekt niet, riep de oudste, die in de
wolken was over het idee van de nieuwe japon.
Marietje scheen evenwel minder in haar humeur,
want luid huilend kwam er uit
Dan help ik niet in de keuken
Verwacht niet, dat ik een of andere blad
zijde uit het Wetboek van Mevrouw Etiquette
zal opslaan en ze u zal voorlezen. Niets ligt
minder in mijn bedoeling en, ik zou haast
durven zeggen, in mijn aard. Niet dat ik,
zooals sommigen, alle vormen haat en vervloek,
volstrekt niet; ik erken, dat er gezelschaps-
en beleefdheidsvormen moeten zijn en zullen
zijn en ik ben conservatief genoeg om het te
betreuren, dat zekere attenties in kleeding en
toilet bij bepaalde gelegenheden in onbruik
raken. Ik weet wel, dat, op de keper be
schouwd, het dwaas mag heeten om, als ge
nooit een «hoogen zijden* draagt, dien dan op
te doen, als ge even den minister wenscht te
spreken; ik kan er in komen, dat iemand het
nut er niet van inziet om juist in ’t zwart
gekleed visites te maken of examen af te leg
gen. Maar toch, er zit iets in. ’t Kostuum
geeft een zekere wijding aan de audiëntie en
aan het examen en de welverzorgde kleeding
van gastheer en gastvrouw is een kompliment
aan ’t adres van den logé of den bezoeker, en
omgekeerd. Ik heb het er altijd voor gehou
den, dat de menschen, die zoo voortdurend en
onbegrensd op aHe vormen in dit opzicht af
geven, degenen zijn, die zich in gezelschap
het minst weten te «redden*. En dan kan ik er
toe komen, om hun gelijk te geven, er maar
niet aan te doen, want niemand is bespottelij
ker dan dengene, die vormen wil nabootsen,
die hij niet kent of die hem niet eigen zijn.
Maar we zouden het niet hebben over mode
en gebruik, heb ik gezegd. Ik dacht aan
heel ander toilet maken; wat ik op ’t oog heb,
zou ik kunnen noemen: «geestelijk toiletmaken*.
Ik zal u zeggen wat ik bedoel. Nieuw is de
zaak volstrekt niet en nieuw is ook niet, helaas!
datgene, wat mij aanleiding geeft er een
woord of wat aan te wijden. Misschien zult
ge u straks herinneren, ook wel eens in uw
omgeving of onder uw kennissen personen
ontmoet te hebben, die hun geestelijk toilet te
weinig verzorgden.
Laten we ons voorstellen een paar jongelui
in den huwbaren leeftijd. Als zij hem ver
wacht of denkt te ontmoeten (of ze reeds ge-
Liesje, de jongste, was ook alles behalve op haar
gemak, want ze snikte hartbrekend
Ik wil ook bij de visite zijn.
Nu werd het den heer Stephanus Biedets toch wat
al te bont. Hij werd boos en riep
En nu houden jullie allemaal je mond jullie
bent gek 1 Van die heele geschiedenis komt niets l
Wat heb ik aan jullie praatjes Ik wil eten I
Mevrouw Veronika Bieders zweeg. Ze wist wei, als
haar man op dezen toon sprak, er niet met hem viel
te spotten. Ook Marietje en Liesje droogden van
schrik haar tranen, maar nu zette Annie net op een
huilen. De op dit oogenblik weinig medelijdende va
der scheen het niet te bemerken, met groote stappen
liep hij naar de eetkamer en zette zich daar aan de
sneeuwwit gedekte tafel.
Het middagmaal had dezen keer geen aangenaam
verloop. Annie scheen van de lucht te leven en ook
de andere leden der familie bleken niet veel trek te
hebben. Allen stonden bijzonder vlug van tafel op en
Annie, Marietje en Liesje verlieten de kamer, omdat
papa zijn middagdutje wilde doen. Bij de deur gaven
ze elkaar nog enkele duwen, daar ze er alle drie tege
lijk uit wilden. Alleen mevrouw Bieders bleef mees
ter van het terrein.
Bieders, ik zie nu, dat je wilt, dat anderen hem
ons voor den neus wegnemen, was alles, wat ze op
ernstigen toon zei.
Nu werd hij werkelijk woest en sloeg zelfs met de
vuist op tafel.
Ik wil er geen woord meer van hooren. Van
de uitnoodiging komt niets, zoolang ik nog baas in
huis ben. In de eerste plaats weten we volstrekt niet,
of de leeraar iets van Annie weten wil, in de tweede
plaats is het meisje nog veel te jong, om aan trouwen
te denken, en in de derde plaats is alles onzin.
Nu was öf de heer Bieders geen baas in huis, öf hij
was, althans naar het oordeel zijner waardige echtge-
noote, tot betere inzichten gekomen, want op den
japon is alleen niet voldoende*.
Nu zou ik het heel onaangenaam vinden,
als de lezeres uit het bovenstaande opmaakte,
dat ik de vrouw beschouw als de dienstwillige
en dienstplichtige onderdanige van den man
en dat alle schuld bij haar ligt. In geen geval
is dat mijn bedoeling. De man behoort even
zeer toilet te maken in dezen zin voor de
vrouw en 't is de vraag door wie van beide
partijen het geestelijk toilet het meest ver
waarloosd wordt. Vast staat, dat er gezinnen
zijn, waar door het gebrek ook aan geestelijk
toilet de huiselijkheid en het familieleven lijden
en die twee behoorden toch te zijn de hoek
steenen der maatschappij.
Maak toilet, niet alleen voor uw vrouw of
uw man, ook voor uw kinderen, uw ouders, uw
broers en zusters, uw vrienden, uw bezoekers.
Dat wil niet zeggen: huichel opgewektheid en
belangstelling. Maar toon in uw kring een
vroolijk gezicht, of als dat niet kan, leg dan
uw groote zorgen bloot, wees vertrouwelijk
en gij zult vertrouwen wekken. Maar ban
alle kleine onaangenaamheden; wilt ge die
kwijt zijn, laat ze er buiten op de wandeling
afwaaien of stop ze in den doofpot, maar be
derf er niet het familieleven door.
Mokken en mopperen, lange gezichten en
hangende lippen, zuchten over de meid en
klachten over de leveranciers, zondenregisters
van de kinderen en van de bedienden, en
honderd andere, dergelijke dingen behooren
niet bij een ontvangtoilet en evenmin bij een
visite-toilet.
ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500
regels 3 cent en van 1OOO regels 2*/, cent. Groote letters naar
plaatsruimte.
te laat was; den slager, die weer 2 ons te
veel of te weinig had gebracht en dien de
vrouw teruggezonden heeft; den groenteman,
die 2 dubbeltjes wou hebben voor een klein
bloemkooltje; den oudsten jongen, die nu al
weer «door zijn broek heen* was en «hij was
pas nieuw*; over het meisje, dat de kachel in
de keuken niet had aangehouden en het stof
in de voorkamer niet had afgenomen en een
pan heeft gebroken, «je weet wel, een van die
mooie bruine pannetjes, die ik laatst gekocht
heb*. Is het wonder, dat hij een krant opneemt
en nu en dan «ja, ja« laat hooren zonder meer
en het koffieuurtje niet tracht te verlengen
Of iets anders. Hij heeft een mooie bestel
ling gekregen, waar wat aan te verdienen is
niet alleen, maar van iemand, die tot nog toe
altijd bij zijn concurrent was. Hij is er vol
van. Als hij thuis komt, is zijn eerste woord
daarover. Maar pas begint hij zijn opgetogen
heid te luchten (en tegen wiefn) zal hij dat
eerder doen dan tegenover zijn vrouw), of zij
springt op: «Wacht even, de melk mocht eens
over koken!* En de woorden, waarmee ze w eer
binnenkomt, bewijzen duidelijk, dat de mooie
bestelling niet in staat is geweest zelfs voor
een oogenblik maar, de kousen en de melk
en wat dies meer zij, op den achtergrond te
duwen.
Hij leest iets interessants in de krant en
zal ’t voorlezen; de gedachte aan een huishou
delijk zaakje leidt de attentie af of schijnt de
vrouw des huizes elders te roepen.
Ik ken weinig grootere deugden in de Hol-
landsche vrouw, dan haar huiselijken en huis-
houdelijken aard; zij is er over de heele wereld
beroemd om; die deugd is de trots der mannen
altijd geweest en zij heeft ten allen tijde een
hoogst gunstigen invloed uitgeoefend op het
volgende menschengeslacht. Maar alles heeft
zijn grenzen, Ik zou die vrouw van zooeven
willen toeroepen: »Toe, maak wat toilet! Zooals
ge vroeger uw liefste japonnetje hebt aange
trokken ter wille van uw aanstaande, trek nu
uw vroolijkste gezicht eens aan voor uw man;
vergeet eens even de kool, de andijvie, de
melk, de runderlappen, de kadetjes, de spons
en de dweil, met de meid er bij. Maak het
koffieuurtje of het etensuur( tot het gezelligste,
dat er kan zijn, een andere dan uw morgen-
afgesproken Zondag was de leeraar werkelijk ten eten
gevraagd. In de puntjes was hij verschenen. Elegant
gekleed, het haar netjes gefriseerd, met fijne hand
schoenen aan zat hij in het salon.
Mevrouw Bieders straalde.
Een patent mensch, fluisterde zij haar echtge
noot toe.
Ook Annie zag er verrukkelijk uit in haar nieuwe
lila japon.
üit de buurt, waar de keukén gelegen was, drongen
af en toe doffe geluiden. Daar waren Marietje en
Liesje bezig en weerden zich naar haar krachten. Het
gesprek in het salon vlotte niet erg. De leeraar was
zeer karig met zijn woorden en vond het blijkbaar een
beetje vreemd, dat hij de eenige gast was.
Dat komt er niet op aan, dacht mevrouw Bieders,
die schuchteren zijn de beste echtgenooten.
Eindelijk ging men aan tafel. De leeraar deed de
handschoenen uitbij had merkwaardig fijne, kleine
handen.
Mevrouw Bieders keek er ontsteld naar, want zij
ontdekte aan den ringvinger der rechterhand een glad
den, gouden ring.
Hoe bevalt het u hier vroeg mynheer Bieders.
0, niet kwaad, antwoordde de aangesprokene.
Ik vind de inwoners zeer vriendelijk en gastvrij. Mijn
grootste bezwaar is evenwel, dat ik geen geschikte
woning kan vinden en dikwijls als ik hier voorbijkwam,
keek ik naar boven, of hier niet een étage vrij was,
want de stand bevalt me wel. Nu evenwel heb ik een
geschikte woning gevonden en kan mijn familie laten
overkomen.
Zoo, bent u getrouwd vroeg mijnheer Bieders
naïef.
Al een jaar, mijnheer Bieders.
De avond ging niet zeer opgewekt voorbij. Daar
mevrouw Bieders plotseling een hevigen aanval van
migraine kreeg, liet zij spoedig haar gast in den steek
en later heeft zij hem nooit weer gevraagd.
Toen rechter Bieders van een Zondagwandeling
thuis kwam, werd hij door zjjn vrouw met stralend
gelaat ontvangen.
Bieders, zei ze triomfantelijk, raad eens, wie
hier een visite gemaakt heeft
Hoe kan ik dat nu raden Wat mij aangaat,
kan iedereen wegblijven, want dan moet ik over een
paar weken, met nauwsluitend gekleede jas aan en hoo-
gen hoed op, een visite terug gaan maken.
Daar, lees maar sprak ze, en reikte hem een
visitekaartje over.
Hij zette een eenigszins verbaasd gezicht.
De nieuwe leeraar’t Is aardig dat hij bij ons
een visite maakt en dan zoo gauw 1
Bieders, is dat alles, wat je te zeggen hebt
vroeg ze, van vreugde stralend. Hij is nog bij geen
andere familie geweest en ik betwijfel het zeer, of bij
al bjj den burgemeester een visite heeft gemaakt.
Waarom denk je wel. dat hij alle dagen bij ons voor
bijkomt
Bieders werd boos.
Omdat hij in het hotel «De Post* woont, en
omdat hij op weg naar school hier voorbij moet, en om
dezelfde reden zal bij ons ook reeds een bezoek heb
ben willen brengen. We liggen immers juist aan zijn
dagelykschen weg.
Mevrouw Bieders stoorde zich niet aan de kalmte
van haar man en ging opgewonden voort
Annie heeft hem opengedaan, hij werd vuurrood,
toen hij haar zag. Ik heb Marietje en Liesje onmi l
dellijk naar hun kamers gestuurd.
En waarom heb je dat gedaan vroeg hij eenigs-
engageerd zijn of niet, dat doet er niet toe),
dan is er geen mis op, of ze trekt een japon
aan, waarvan ze weet dat hij die keurig vindt;
zij overlegt wat daar nu goed bij zal staan en
’t effect nog zal verhoogen, een kleinigheidje,
een strikje, een lintje, een kettinkje, een
speldje, een broche, een vul zelf maar in,
al naar de heerschende mode het meebrengt.
Noem dat geen behaagzucht, geen coquetterie;
ik vind het de natuurlijkste zaak van de we
reld en hij doet precies hetzelfde, al is ’t op
andere wijze; zijn kleermakersrekening is in
den engagementstijd belangrijk hooger dan
vroeger; hij gebruikt meer boorden en man
chetten; zijn dassen zijn spoediger versleten
of onbruikbaar; honderd andere kleine zaken
eischen meer dan vroeger. Ge ziet, de par
tijen zijn aan elkaar gewaagd. En ook in
ander opzicht wordt er toilet gemaakt. Schijnt
niet de hoofdpijn, waarover straks nog geklaagd
werd, verdwenen te zijn; is niet de zenuw
achtige prikkelbaarheid een beetje gaan liggen;
is het wolkje, dat straks opkwam, niet plot
seling weggevaagd, nu hij er is Anders zijn
allerlei kleinigheden in huis te doen, maar
zij kon zich geheel aan hem wijden en
De tijd gaat ook zoo gauw om!
N
OURANT.