MMS- ES AOmiWBLlIl VOOR SM ia ONSTRUm. 1 Woensdag 13 Maart 1913. 67e Jaargang. Uit de Raadszaal. Feuilleton. D E MOTO R. No. 21a Uitgever: B. FALKENA Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek. Amsterdamsche Brieven. en Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek 10,40 per 8 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Ook nu kookte ze met geganteerde handen. De vuur gloed brandde in haar gelaat, maar heur gedachten waren niet bij haar werk, gingen naar het wjjde veld rondom de kleine woning. Af en toe schrok ze hevig wanneer namelijk het water uit de ketel kookte en op de gloeiende kachelplaat spatte of wanneer het vet begon te knetteren. Ze dwong zich zelf echter weldra al haar aandacht te bepalen bjj het middagmaal. Toen ze gereed was, wiesch ze snel haar gezicht, koelde de brandende wangen af, streek het haar glad en deed een schoonen boezelaar voor. Een vriendelijklachje speelde bij het binnentreden in de woonkamer om haar gelaat, vroolijk sprak zij op kinderlijken toon het knaapje toe, maar bestudeerde tegelijkertijd het gelaat van den man. Steven, zeide ze eindelijk, ik heb een smakelijk soepje gemaakt en ons ventje krijgt griesmeel. Wie heeft honger Een-twee-drie Aan tafel marsch Met alle geweld trachtte Steven te glimlachen. Een smakelijk soepje, Ilona, dat is een godenspijs. En het kereltje krijgt griesmeel, met veel suiker er op, zeide hij, het kind optillend en in de lucht wiege lend. De kleine vent kraaide en lachte van pret. Toen werd het weer een poosje stil in het vertrek, naar geestig stil. Ilona schepte de soep op en legde een sneedje brood naast het bord. Steven bekeek onafge broken haar hand, de fijne spitse vingers, welke zijn vrouw uit liefde voor hem zoo welverzorgd hield. Het kindje lepelde in de griesmeelpap en at weldra, keurig netjes, zonder iets te morsen. Je verstaat de kunst, Ilona, je bent een baas in je vak, zeide Steven eindelijk, de soep is kostelijk in één woord. Met een dankbaren blik keek ze hem aan. Plotseling liet ze den lepel uit de hand vallen en schoof het bord Wij krijgen dus een sportterrein en dus ook sport. Begrijpt ge nu, waarom dit gemeente raadsbesluit van zoo ver strekkenden invloed is op het Amsterdamsche leven? Sport immers hoe zou anders onze tijd er zooveel tijd aan verknoeien? heeft een gunstigen invloed op lichaam en ziel, maakt sterker, flinker en energieker, geeft robuste kracht en gezondheid en brutalen durf. En zijn dat niet de eigenschappen, die men noo- dig heeft om in het leven te slagen Bevor dert het bezit daarvan niet direct of indirect den bloei van handel en scheepvaart en indus trie en wetenschap en Neen, de kunst eischt fijnere kwaliteiten. Maar omdat we de kunst niet noodig hebben voor onzen boterham bij geschilderde boter hammen houdt je ’t niet lang uit daarom hebben we die fijne kwaliteiten ook niet noodig en daarom hebben we ook aan een sportter rein voor den bloei van Amsterdam op licha melijk en geestelijk gebied genoeg. We kunnen dus ons zei ven geluk wenschen met onze menschenkennis en handigheid en goede keuze. Begrijpt u niet waarom Maar Is het je gelukt vroeg ze, terwijl ze haar zoontje op den arm zacht heen en weer wiegelde om het ventje tot bedaren te brengen. Haar man had zich blijkbaar overwerkt. Doodsbleek was hjj binnen gekomen, zijn vingers beefden nog van te groote inspanning. Zes uren achtereen had hjj ge werkt zonder er ook maar ’n oogenblik rust af te nemen. Alles is gelukt, zei hjj, met een langen, diepen zucht, welke evenwel niet veel had van een zucht van ver lichting na een behaalde overwinning. Zij trok haar handschoen uit en streelde lief en teer het voorhoofd van den man. Toen dwong ze hem met zacht geweld op te zien en haar in de oogen te kjjken. Steven, zeide ze, zoo toont men geen blijdschap over een behaald succes. En toen ze merkte, dat haar man steeds meer mis noegd en zwaarmoedig werd, hield ze hem het kind toe. Daar, kus je zoon 1 Hij nam het hummeltje voorzichtig op den arm, en terwijl zjjn hand liefkoozend over het zachte haar van het knaapje gleed, staarde zijn blik naar buiten. De jonge vrouwe draafde naar de keuken, maar volgde door de openstaande deur den blik van haar man. Zij was een schoone vrouw met donker haar, ernstige oogen en fijne kleine handjes. Haar man was verzot op die mooie handjes, vond het kijken naar die slanke, welverzorgde vingers een genot en daarom droeg ze bij het werk steeds hand schoenen, om de huid zacht en glanzend te houden. ADVERTENTIëN 4 cent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 21/» cent. Groote letters naar plaatsruimte. met een veelzeggend gebaar terzij. Wat is er vroeg Steven. Och niets. Ik kan niet meer eten, ik heb maagpijn. Zij stond op, ruimde de borden op en bracht het vleesch binnen. Het was een klein gebakken lapje. Zij legde het voor haar man neer en wilde weer weg gaan. Hjj hield haar echter bij den arm. Ilona is er niet meer O jawel. Maar ik ben niet erg wel. Ik zei dat immers zooeven al Eet nu, Steven, ik zal straks nog wel wat nemen. Nu kan ik heusch niet, met den besten wil niet— Hij schoof het bord van zich af en stond op. Ilona, zei hij opgewonden, hebben we al niets meer te eten Zeg de waarheid, ik smeek het je. Om ’s hemels wil, wees eerlijk- Als we een beetje goed overleggen, dan kunnen we het nog best twee dagen uithouden. Een beetje goed overleggen Als jij honger lijdt Niemand lijdt honger. En twee dagen dat is acht en veertig uur, een heele tijd. Intusschen kan er heel wat gebeuren. Steven liep met groote passen de kamer op en neer. Woest hamerden zjjn slapen, een ongekende opwinding doortrilde zijn lichaam, bemoeilijkte de ademhaling, deed hem koortsachtig huiveren. Ik ben een schurk, barstte hij eindelijk los. Zij staarde zwijgend naar de weide, zich in gedachten afvragend wat er vanochtend wel zou zijn gebeurd. Ook zij was doodsbleek. Waarom zeg je dat, Steven vroeg ze zacht. Omdat ik jou hier gebracht heb, omdat ik je weg gerukt heb van allen, die je lief hadden en die je vertroetelden, ben ik een schurk een gemeene schurk- Als door een tooverslag verdwenen de wolken op het gelaat der jonge vrouw. Zij drukte haar slanke vingers op de steeds nog kloppende slapen van haar man en keek hem lachend in de oogen. Ik zal het je iederen dag herhalen, eiken morgen en avond opnieuw zeggen, hoe blij ik hier ben- Je bent een goed kind Ilona, alles, alles heb je voor me opgeofferd en nu— nu is alles uit Als verpletterd zakte de man op zjjn stoel ineen, hijgend naar adem, snikkend van woede en smart. Hij legde zijn hoofd op den arm der vrouw, beet zich nerveus op de lippen, trachtte tevergeefs zijn zwakheid te be strijden. Zoo verliepen er eenige minuten, die eindeloos schenen. Liefkoozend streek heur hand over fjjii haar en geduldig wachtte z j het oogenblik af, waarop Ste ven tot kalmte zou zijn gekomen. En terwijl zij hem met zacht gefluisterde innige woordjes te troosten zocht, zag zij de voornaamste gebeurtenissen uit haar leven duidelijk aan haar geestesoog voorbij glijden. —Toen men haar man aan haar voorstelde, was ze in het lichtblauw. Alle anderen dansten, zij alleen verveelde zich. Eens was Steven bij haar gekomen en had tegen haar gezegd U is een dapper meisje. —Eens hadden ze elkaar op straat ontmoet en toen had hij haar uitgelegd, van hoeveel beteekenis zijn uit vinding zou zjjn. Nog duidelijk klonken haar zijn woorden van toen in de ooren De wind is de ergste vjjand van de vliegmenschen, en ik heb een apparaat uitgevonden, waardoor het on mogelijk wordt, dat het toestel in de lucht kantelt. Dit apparaat maakt, dat het toestel door den wind snijdt, zooals een schip door de golven- Een maand later had Steven om haar hand gevraagd, maar was door haar vader afgewezen. Hij is een jonge man, die te hoog vliegen wil. Zoo iemand moet niet trouwen, voor dat hij goed en wel bin nen is, had haar vader gezegd. Slot volgt. VERGADERING van den Gemeenteraad van Sneek. op Donderdag, den 7 Maart 1912, ’s namiddags 7'/s uur. Tegenwoordig zijn alle (15) leden. Voorzitter de heer P. J. de Hoop, Burgemeester. Secretaris de heer Jac. van der Laan. Punten van behandeling: (Vervolg.) 18 Voorstel tot verkoop als bouwterrein van Gemeente grond bij de Truffelsteeg. Burg, en Weth. stellen voor, hun te machtigen tot publieken verkoop van een perceel bouwterrein -an den hoek Truffelsteeg- Prins Hendrikkade, onder voor waarde dat die grond binnen een jaar bebouwd moet zijn. De heer Blzer heeft zich over dit voorstel verbaasd, daar door bebouwing een gerestaureerde Truffelsteeg verkregen wordt spr. is tegen verkoop in het belang van een verbindingsweg met den Oosterdijk elders wil men wijde straten, hier gaat men weer een steeg bestendigen. Ook de heeren IJtsma en Huges zijn tegen verkoop. De heer De Wolf vindt de toestand zooals die daar nu is, onhoudbaar en geeft in overweging er een op slagplaats van steen van te maken. De heer dr. Bouma meent dat de bezwaren wel wat overdreven zijn er komen geen woningen met front naar de steeg. De Voorzitter antwoordt, dat een verbindingsweg met den Oosterdijk nu niet meer mogelijk is inder tijd. toen de woningen aldaar onbewoonbaar waren verklaard, was er in het Dagel. Bestuur geen meerder heid voor te vinden verder heeft het Dagel. Bestuur ook gedacht aan een opslagplaats, doch de commissie voor straten en wallen heeft geadviseerd daartoe niet over te gaan (’t geen ook door den heer Brouwer nader wordt toegelicht),daarom stellen Butg. en Weth. voor nu tot verkoop te besluiten, om daar oogelijker toestand te verkrijgen. Hierna in stemming gebracht, wordt het voorstel van B. en W. aangenomen met 8 tegen 7 stemmen, die van de heeren Elzer, Huges, mr. Veilenga, De Boer, IJtsma, Zelvelder en De Wolf. IS) Adres van 11. Drijfhout, inzake kosten Paehteontract Adr. verzoekt teruggave van f 58,39, betaalde regi stratierechten van een paehteontract, waarbij hem onderhands is verpacht voor den tijd van een jaar, de opbrengst der walgelden alhier. Burg, en Weth. stellen voor afwijzend op dit ver zoek te beschikken. üit de hierover gevoerde discussie bleek uit de toe lichting van den Voorzitter dat adr. niet noodeloos op kosten is gejaagd. Het voorstel van Burg, en Weth. wordt dan ook zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 20 Adres van hèi Bestuur Ziekenfonds »De Voorzorg*-, inxake stichting van een Volksbadhuis. Burg, en Weth., alhoewel erkennende het groote nut wij hebben toch den Amsterdamschen gemeen teraad gekozen. En de Amsterdamsche gemeen teraad is het toch geweest, die zoo met een besluit Amsterdam’s bloei tot in de verre toe komst wist vooruit te brengen. Wat blief? Is dat niet van beteekenis? En is de vooraf gegane week er niet een van bijzondere ge wichtigheid geweest? Maar dat niet alleen door die gemeenteraads besluiten. We hebben nog meer belangrijks beleefd. Wij hebben twee, of eigenlijk drie, beroemd-, of zoo ge wilt, bekendheden, op bezoek gehad. In onzen tijd zijn bekend- en beroemdheden synoniem. Het verschil tusschen die twee hebben we heel handig weggewischt. Immers het is alleen nog maar de bekendheid, niet de reden waarom, waaraan we aandacht schenken. En beroemdheid is toch enkel be kendheid om bepaalde, bijzonder loffelijke redenen. Nu we op die redenen niet meer letten, nu we een paardrijder of een vlieger nog harder toejuichen dan een kunstenaar of geleerde en in dien kunstenaar ook nog alleen maar de bekendheid van zijn naam waardee- ren, nu is alle verschil tusschen bekend- en beroemdheid verdwenen. Daarom kunnen we ook generaal Booth, consul Patsy en Ernst von Possart als gelijksoortige verschijnselen te zamen nemen, al is dan de een aanvoerder van het Leger des Heils, de ander een ge dresseerde aap en de derde een beroemd Duitsch tooneelspeler. Hierin komen ze toch overeen, dat ze alle drie een zekere bekendheid genieten en dat daarom de Amsterdammers, als straks de Brusselaars of Parijzenaars of Berlijners, notitie van hen nemen. Het verst is hierin consul Patsy, die in het Circus-Schumann zijn kunsten vertoont. Hij trekt verreweg de meeste aandacht. Zelfs een straatjongen kent hem, ook al heeft hij hem nooit anders dan op een aanplakbiljet gezien. De menschen praten van hem, in de café’s, op straat, in huis, vertellen elkaar van zijn men- schelijk doen, dat zoo grappig staat en van zijn handigheid. Hij is oogenblikkelijk de beroemd heid van den eersten rang en wanneer hij niet ongelukkigerwijs een aap was, lag de helft der Amsterdamsche vrouwenwereld bewonde rend aan zijn voeten. Na hem komt generaal Booth. De menschen zien zijn portret op groote aanplakbiljetten voorbij rijden op handkarren en wijzen elkaar: »Dat ’s generaal Booth van het Heilsleger, al een oude man hè?« Verder denken ze er niet .meer aan, tenzij dan de belangstellenden, die zijn gaan luisteren naar zijn pittige rede in het Paleis van Volksvlijt. Maar het slechtst komt Ernst von Possart, Duitschland’s grootste tooneelspeler, er als be roemdheid af. De menschen kennen hem niet, weten nauwelijks van hem. Toen hij aankwam aan het Weesperpoortstation, wachtte alleen Gompertz, lid van den Raad van Beheer der Koninklijke Vereeniging «Het Nederlandsch Tooneel«, hem op. Ze schudden elkaar hartelijk de hand. Possart zag er frisch uit, deed erg bewegelijk. «Wie is dat?« vroeg een meneer, zijn aan dacht getrokken door de borst vol ridderorden en de on-Hollandsche bewegelijkheid, aan een surveilleerenden agent. Die haalde de schou ders op. «Van ’t circus misschien», zei hij. In een huur-auto reden Possart en zijn vriend naar ’t Doelen-Hótel. Gemeenteraadsbesluiten en beroemdheden. De laatste week was voor onze stad van bijzondere gewichtigheid. Er is allerlei belang rijks gebeurd, dat van grooten invloed zal of kan zijn op haar levensgeschiedenis. In de eerste plaats heeft de raad een paar gewichtige besluiten genomen. Besluiten van onzen raad zijn weliswaar altijd gewichtig, daarvoor komen ze van onzen raad, Maar er is gewichtig en gewichtig. Deze besluiten dan zijn van bijzondere gewichtigheid. Of is het niet van bijzondere beteekenis, dat van nu voor taan gratis verkeer is toegestaan op de veeren, wel niet alle, maar toch op veeren over het IJ? Denk u de gevolgen daarvan maar eens in voor zoo menig gezin. Meerderen welstand, omdat vader geen centen meer behoeft te be talen voor het overzetten, minder ruzie, want een leege portemonnaie maakt kijfachtig, meer huiselijk geluk dus ook. Maar het tweede gemeenteraadsbesluit is van nog wijder strekking. Dat heeft betee kenis voor den materiëelen en geestelijken welstand van Amsterdam’s burgerij niet alleen, maar ook voor dien van ons verre nageslacht. En daarbij blijft het nog niet. De handel zal toenemen door dit besluit, de industrie rijke lijker bloeien, de scheepvaart vermeerderen, de wetenschap rijkere vruchten dragen, de kunst Nou, de kunst dat weet ik niet. Die valt altijd wat buiten de maat en op haar kan men geen peil trekken. Maar al het andere zal door dit besluit toenemen, zelfs allicht de vechtpartijen op straat en het verzet tegen de politie. Want zijn werking strekt zich uit over alle levensgebied. De gemeenteraad heeft namelijk de voor dracht van B. en W. aangenomen om aan een hier ter stede te vormen maatschappij een terrein, groot 10 H.A., gelegen aan den Am- stelveenschen weg, dat ingericht zal worden tot sportterrein, af te staan. Het besluit is met op één na algemeene stemmen genomen. Die ééne stem tegen was van den heer Schut, die bang was, dat op Zondag wedstrijden op het aan te leggen terrein zouden plaats hebben, welke vrees wel eens verwerkelijkt zou kunnen worden. N COURANT. I o

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 1