■W8- EK ADVERTEKT1ËBLAD VOOR SNEEK EK OMSTREm. 1 I De list gelukt. No. 43. Woensdag 29 Mei 1912. 67e Jaargang. Van den Hak op den Tak. Uitgever: B. FALKENA Mzn., Groote Kerkstraat, Sneek. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. J 1 is derde bedrijf zicht aan den secretaris. Dat is Daar is geïnformeerd? En om zijn woede nog groo- ter te maken, was de koffie ook ongeniet baar, en dit verwijt slingerde hij onmiddellijk beiden bedreigde. Hij wist dat de tooneel- dat wijl daar reeds doen en bovendien brengt De bekoelde zijn Honderdmaal Dit blad verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. ABONNEMENTSPRIJS voor Sneek t 0,40 per 3 maanden, franco per post f0,50. Abonnementen worden te allen tijde aangenomen. Gian Guagni was vast besloten aan „Het Gordijn” te telegrafeeren en het bericht te logenstraffen; alle telegrammen die hij op stelde, leken hem echter beleedigend voor vergelijking met de Maas niet meer doorstaan. Maar zulke historische herinneringen heeft men niet op te halen, wanneer men aan de De Ruyterkade staat, om een van de booten uit te zoeken voor een watertocht. Men heeft er de keuze. Het meest gezocht wellicht zijn de tochtjes naar Marken over de Zuiderzee en terug binnendoor over Monnikendam, Broek enz. Dan is ook een mooie tocht naar Velsen met het nabijgelegen Wijk aan Zee en IJmui- den. Wie een korter tocht maken wil en een goedkoop retour 1ste klasse kost maar 25, retour 2de 15 cents kiest de boot naar Zaandam. Het zijn mooie, groote, goed inge richte salonbooten, die ieder half uur den dienst onderhouden. Tot dicht bij Zaandam varen ze door het Noordzeekanaal tusschen de wijde pol ders met aardige boerenhuizen en grazend vee. En bij de nadering var» Zaandam treft de kleu rige, vroolijke bewegelijkheid van de Zaan met zijn houtvlotten en langs zijn boorden het ge timmer van scheepswerven. Daar in Zaandam kan men het Czaar Peterhuisje gaan bekijken, sin den ouder- a r m gestorven, terwijl hij voorheen vermogen hij door rusteloozen ijver had bijeengegaard. In de laatste jaren had dr. Pearsons bijna alles wat hij bezat, weggegeven in tegenstelling echter met Car negie, die rijke instituten bedacht, zag Pearsons zijn taak lr_.i van arme, noodlijdende instellingenYDe I hierboven aangehaalde waarschuwing van Carnegie j heeft dr. Pearsons het eerst behartigd. Toen hij vóór l ongeveer tien jaren uit de zaken terugtrad, gaf hij de gemeenschap af te staan. En werkelijk gaf ADVERTENTIëN 4 oent per regel. Bij abonnement van 500 regels 3 cent en van 1000 regels 2V, cent. Groote letters naar plaatsruimte. komstige schoone echtgenoote! Gian Guagni zat daar met open mond, hiji werd beurtelings warm en koud. Hoe kwam „Het Gordijn” op dit idiote idee? De i bekoorlijke blondine kon niemand anders zijn i dan Ines Martini, de première amoureuse van Graaf Sacchini, van rijken adelhij wacht haar eiken avond op. Een nette jonge man, meende de directeur, maar het zou voorzichtiger zijn als mejuf frouw Martini zich voor de wereld meer ge reserveerd vertoonde. Reeds het volgende oogenblik had hij be rouw van zijn woorden. Wat ging hem het particuliere leven van zijn première amou reuse aan Intusschen was de repetitie be gonnen voor het stuk van Donnay „Les amants”. Onverschillig leunde Ines Martini in een stoel en dacht nauwelijks aan de weinige woorden, die zij in het eerste bedrijf te zeggen had. Maar reeds naderde het too>- neel, waarin ziji met hem, die den rol van Verteuil speelde, alleen op de planken bleef. Gian zag met één blik het gevaar, dat hen spelers, die zich nieuwsgierig op den achter grond hielden, aan ieder woord een geheime beteekenis zouden toekennen, en hij beefde voor het oogenblik dat Ines hem vragen moest: Waarom trouwt u eigenlijk niet? Schuchter, met op den grond gerichte blik ken, fluisterde Ines deze woorden en toen hij juist wilde antwoorden: Waarom niet? hoorde hij: op den achter spelen vroeg Ines. Ik zie niet in waarom. Gian was woedend en hiji woede aan de tooneelspelers. moest hetzelfde tooneel herhaald worden en toen hiji eindelijk de proefvoorstelling geslo ten had en naar huis ging, overlegde hij huiverend bij zichzelf, de gevolgen die er Het IJ en IJ-tochtjes. Het IJ ligt buiten Amsterdam. Dat wil niet alleen zeggen, dat het zich buiten de bebouw- de kom van de stad uitstrekt, maar dat het ook ligt buiten het Amsterdamsche leven, bui- ten de aandacht der Amsterdammers, zoo heel anders dan in Rotterdam, de Maas als 't ware het centrum, van Rotter- damsch leven, de stroom, die kleurigheid geeft aan de stad en rumoer en beweeglijkheid, die, ook al ligt zij, evenals het IJ, aan den buiten kant, de stad schijnt te doorruischen met een zang van zeewinden en haar de rijkdommen toedraagt van overal. De Rotterdammer houdt van de Maas, weet haar niet als iets verafs in zijn leven, maar ziet haar dagelijks, kent haar, zit, ook ’s avonds, wanneer zijn werk aan haar oevers is afgeloopen, aan haar licht-overspik- keld watervlak. De Maas is Rotterdam, dat zonder haar niet denkbaar is. Overal in de stad om de menschen voelt men haar koele, geu rige adem. 4 In Amsterdam is dat heel anders. Het If ligt daar ergens buiten, waar men bijna nooit komt, wanneer men er zijn werk niet heeft, tenzij men een hoogst enkele maal eens overvaart naar het Tolhuis. Het is een watervlakte, waar booten aanleggen, maar waar de Amsterdam mer zich, wanneer er geen vuurwerk afgesto ken wordt, zich nauwelijks voor interesseert. Want het Amsterdamsch leven beweegt zich om Dam en Kalverstraat en Rembrandtsplein en Leidsche plein. Zijn schoonheid zijn de grachten, zijn werkdagsplunje Dam en Dam rak en Kalverstraat en Nieuwe Zijdsvoorburg- wal, zijn avondtoilet Kalverstraat en Rem brandtsplein en Leidsche plein. De gedachte aan het IJ staat buiten dat leven, men voelt nergens zijn adem, die van de Maas in Rotter dam overal merkbaar is. En niemand denkt eraan, wanneer het werk is afgeloopen, de stille zomeravonden aan het IJ te gaan verdroomen. Dat zal vroeger wel anders geweest zijn, toen het IJ wemelde van masten en van Noord en Zuid en Oost en West de schepen de schat ten aandroegen over het IJ naar Nederland’s en Noord-Europa’s eerste koopstad. Amster- j »Wie rijk sterft, sterft onteerd», heeft de bekende naam van ’n waterstad en het houdt, vooral voor ^arSe^’e, een8 £0zegdi eQ daarom heeft deze reeds een buitenlanders, dien naam vooral op door de talrijke tochtjes, die van hieruit mogelijk zijn. Wie is daar? Giovanni e Guagni mooie Gian liet verschrikt zijn poeder kwast, die hiji voorzichtig tusschen duim en wijsvinger had gehouden, op de tafel vallen. De kranten, antwoordde een vrouwelijke stem van buiten. Leg ze maar naast de schoenen. Wenscht u koffie? Je weet toch eens voor al Geggia, dat ik j bel als ik koffie wil. Eerst toen het geluid van de slepende pan toffels in de gang verdwenen was, ging de mooie Gian met zijn toilet verder. T vaarders en de schepen uit Oostzee en Middel- in het helpen landsche zee en de Noordpoolvaarders de stad binnenstevenden, is het binnen watertje gewor den, waarop Engelschen en Amerikanen en Hol- zijn voornemen te kennen, de vruchten van zijn arbei-l aan doen het alleen op Hemelvaartsdag en Tweeden zijn heele vermogen weg, voornamelijk aan instellin- als ’t ware hangende in de als een kapel ge bouwde ommuring, die dé Russische keizer er omheen liet metselen en het nieuwe standbeeld van Czaar Peter, ook al een geschenk van Czaar Nicolaas. Maar dat is Zaandamsch nieuws en behoort Ines en daardoor gevaarlijk voor het in stand blijven van het gezelschap. Het was misschien beter, eerst met Ines er over te spreken en gemeenschappelijk met haar de noodige stappen te doen. Op straat ging hij iederen bekende uit den weg, daar hij vreesde uitgevraagd te worden en toen de secretaris hem met een veelbeteekend glimlachje de post overhandigde, en de ac teurs stilletjes met elkaar fluisterden, stond zijn besluit vast. „Het Gordijn” moest bet bericht herroepen, maar eerst wilde hij met Ines spreken. Door een elegant heer vergezeld, kwam de diva juist in een automobiel aan en begaf zich terstond naar den directeur. Hoe lang zullen wij nog De onweerswolk spelen! Ik wilde mij nu eindelijk wel eens in een meer ernstige rol aan het publiek vertconen. U weet heel goed, moeite voor onweerswolk ons iederen avond uitverkochte schouwburgen. Nu voor mijn part, ga uw gang. Zij snelde naar het tooneel. Was - zij be- leedigd? Omdat hiji niet terstond naar haar wensch gehandeld had? Of had zijl misschien ook reeds het krantenbericht gelezen? Of pas- te het haar niet, iederen avond in het twee- I grond een veelzeggend gekuch, de bedrijf van De onweerswolk in een zeer Willen wij niet liever het gewaagd négligé op het tooneel te ver schijn nen? Als ziji nu nog werkelijk met elkaar verloofd warenmaar ziji liet zich immers I iederen avond door een eleganten heer naar den schouwburg brengen. Wie is de heer, die mejuffrouw Martini begeleid heeft? vroeg Gian met een zoo onverschillig mogelijk ge- rr.i nor. dnvi O. dam’s scheepvaart is niet wat ze eens was en niet te vergelijken met die van Rotterdam, en de groote schepen, die er komen, blijven nu I ook te ver van de stad zelf, dan dat ze den zee- wind zouden doen ruiken in Amsterdam’s straten. Maar er is ook nog een andere reden. Door een on vergeeflijke en onherstelbare fout van staats- en stadsbestuur is Amsterdam van het IJ afgeloten. De spoorlijn scheidt de stad van het IJ en het groote’ Centraal-Station met zijn overkapping zijn als een muur juist daar ge bouwd, waar Amsterdam aan het IJ openlag. Alleen onder een paar viaducten door kan men het IJ bereiken. Het is als een onnut ding weg gesloten voor de oogen der Amsterdammers, die het nu ook vergeten hebben en er niet eens meer naar omkijken. Telkéns, wanneer men weer eens aan het IJ komt, waar een opzettelijke tocht voor noodig is, is men ge neigd hiervoor de autoriteiten aan te klagen. Want wanneer men dat zware station wegdenkt, dan ziet men plotseling een wonderlijk mooi stadsgezicht voor zijn verbeelding opdoemen. Vanaf den Dam het Damrak langs wandelende, ziet men het IJ met de bewegelijkheid van zijn booten en schepen glinsterend in den zonne schijn als een schoone kleurige bloem op het effene stadskleed en daarachter de wijde pol ders, goudgroen in het gulden middaglicht. Dat moet Amsterdam, maar ook het IJ mooier gemaakt hebben. Nu is ontegenzeggelijk de ri vier niet te vergelijken met de Maas bij Rot terdam. Maar komt dat misschien ook niet voor een groot deel, omdat zij den kleurige achter grond van omhoogrijzende stadshuizen en ker ken en torens mist, omdat zij ligt als een ver laten, afgesloten, reusachtig vijvervlak, dat alle contact met het aangrenzende leven mist Toch is ongetwijfeld het IJ ook in dezen toestand de moeite van een wandeling nog wel waard. Al is op het water niet de luch tige bewegelijkheid, die de Maas voor Rot terdam kenmerkt, langs de De Ruyterkade, waar het IJ het dichst aan de stad grenst, is het toch vol en kleurig van de tallooze1 boo ten voor de binnenvaart, die aan de uitste kende steigers gemeerd liggen en bewegelijk ook door de voorbijschietende bootjes en la- veerende tjalken met hunne groote, bruine zeilen, en jachtjes heelemaal in het wit. En de nen. Die van Bologna wierp hiji achteloos op zijde: zij interesseerden hem niet, want se dert een week speelde zijn gezelschap voor volle huizen „De onweerswolk”, een Fransch zedenstuk; maar toen hiji de tooneelkrant, „Het Gordijn” zag, snelde hij terstond naar zijn schrijftafel en begon ze door te kijken. l artikel was aan hem gewijd droeg het merkwaardige opschrift: Een kolossaal succes „De onweerswolk gehad en 1 lukkige directeur, de „mooie Gian Üjk te treden. Een bekoorlijke blondine had nëërgelegd. Onze hartelijkste gelukwenschen aan landers uit de provincie de Amsterdammers Pinksterdag en een enkelen mooien Zondag - voor opvoeding en onderwijs, die moeite hadden 6 ,T om rond te komen. Zijn laatste gift, 600,000 gulden spelevaren gaan. Neen werkelijk, het kan de -wa8 aan een college, dat zich verbinden moest, hem tot. aan zijn dood twee pCt. rente van dat kapitaal uit te keeren. Pearsons verklaarde, dat het weggeven van geld een mooier en beter sport was dan kolven of cricket. Nu, een edele sport is het voorzeker, maar zeldzaam zal zij wel blijven de meesten onzer zullen er wel niet aan mee kunnen doen. Ook vooreerst nog niet de arme drommel van een zetter te St. Louis, die de vorige week op eenmaal meende door een rijke vondst »het beertje» te zijn geworden. Toen hij ‘s avonds van de drukkerij naar huis ging, vond hij een pakje met bankbiljetten. De gelukkige vinder haastte zich huiswaarts en maakte ondertusschen allerlei plannen wat hij wel met het gevondene zou doen. Thuis gekomen sloot hij zorgvuldig de deur en telde den schat, Drommels, er was er wel, goed geteld, 945 dollar aan bankbiljetten. Doch toen hij wat tot kalmte gekomen was en het bankpapier wat nauwkeuriger bekeek, bemerkte hij, dat het bankpapier uit de Zuidelijke Staten van het jaar 1882 was. Én daar dit na het einde van den bur geroorlog (1865) geen waarde meer had, had de ver heugde vinder zich met een dooden musch blij ge maakt. Sinds dien tijd heet de bankbiljettenvinder bij zijn collega's de Croesus. Zoo spot de wereld vaak nog met ons verdriet, maar weiden ginds aan de overkant geven op zon nige middagen een mooien, kleurigen en blij den achtergrond. De vreemdelingen, die niet als de Amsterdammers het IJ vergeten, nu het voor hen achter hooge muren is weggesloten, maar die nog altijd Amsterdam en IJ als in één adem noemen, weten de De Ruyterkade niet meer bij mijn Amsterdamschen brief. dan ook wel te vinden. Dat is trouwens* nog om een andere reden dan om de schoonheid van het aspect te be- wonderen. Amsterdam heeft nog altijd dén I I goed deel van zijn vermogen afgestaan. Zijn voorbeeld i heeft reeds bij velen navolging gevonden, zoo o.a. nij I dr. Daniël K. Pearsons te Chicago, onlangs in den cudcr De Amsterdammers, die het IJ vergeten schij- dom van 92 jaar arm gestorven, terwijl hij voorheen nen, weten het nog heel goed ten eigen bate een vermogen had van ruim zeven millioen dollar, welk te exploiteeren. Bewijst het eigenlijk niet, hoe zeer het IJ aan lager wal geraakt is Van den machtigen stroom, waarover de Oostinje- de het Guani Martini Fabricchesi gezelschap. Maar wanneer had hiji er ooit aan gedacht haar het hof te maken? Wel is waar, vóór dat het contract dat de directie met een kapitaal van 15000 lire afsloot, tot stand i kwam, was hiji tegenover haar altijd bijzon- i der vriendelijk geweest, maar alleen omdat ziji 10000 lire aanbracht. Na dien tijd ech ter volstrekt niet. Ieder vervulde de hem opgedragen post; hij was de directeur, zij de première amoureuse. Gian Guagni wist, met zijn 33 jaren heel u Toen goed dat zaken en liefde twee in den grond opende hij de deur en haalde de kranten bin- i verschillende begrippen zijn en dat men i gOe)j do^it ze niet met elkaar te vereenigen, en als hiji, wat tenslotte onvermijdelijk was, met Ines over zaken had te spreken, dan was hij haar uiterst hoffelijk, maar tevens koel tegemoet getreden. En nu? Nu moest hij naar de repetitie en haar daar ontmoe ten? Wie voor den duivel had dezen gemee- Werkelijk een artikel was aan hem gewijd nen leugen aan „Het Gordijn” meegedeeld? en droeg het merkwaardige opschrift Een En waarom had het blad, voor het zulk een gelukskind'! Uitvoerig werd meegedeeld, welk belangrijk bericht bracht, niet eerst bij hem een kolossaal succes „De onweerswolk” had Rn nm iz-iin nna rrrnn- bovendien werd bericht, dat de ge- mnnïo eindelijk tot het besluit gekomen was, in het huwe- zijn hospita voor de voeten. voor hem, den onweerstaanbare, de wapens den sympathieken directeur en zijn toe- K COURANT. I i -.,i - I- J-«-X._- 1 ”7

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 1