Plaatselijk Nieuws. „1 hi „1 „1 d< ft, ee m de toe Kextvelaar. alfa Ru de de dat we heelemaal redactie. mogelijk het contract, dat hij i gesloten had, onder deze omstandighe- tot te pe nu aa ge Ju alt K\ vai de di( hel gel (m dij tar gri me bit uit wa wa zei oh toe uil bij tra w< ri Pi Pi Pi en wa H. va Ch aai 05 hi v< si w ee eei gei dei gr< Gr de lo al A. be va ge tei ee ke va d< w SC aa I. B< w d< Bi w de L bUIll cd dat het Men wilde van mij een verklaring willen de tentoon- ’t peil der inzending be- van 1907. vertrouwt dat deze tentoon- een stoot in de goedé rich- En dan komt de voorzitter op stelling, waarvan J langrijk hooger blijkt dan dat Hiji hoopt en stelling weer ting zal zijn. Een woord allen, die de expositie opzetten. voor hem konden ontstaan uit de mededee- 1 Wanneer denkt ling van „Het Gordijn”. Was het met Ines Martini voor den tijd van drie ja- ren t den ook nog maar één jaar in stand te doen blijven? Hij had zich voorgenomen met dit gezelschap een vermogen te verdienen en nu bedierf een onnoozel krantenbericht hem met enkele regels de heele zaak. En hoe kwam mejuffrouw Martini er toe, tegenover den di recteur op zulk een wijize op te treden? In Eil nas Scl om tw V0( toe me rijc hie van Kunstsijverheid te Haarlem, ’t Weeftoe- stel van mej. De Haan, die ons ’t kunstwe- ven vertoonde. Een paar uit hout gesneden Madonna beeldjes van den beeldhouwer S. Bergsma te Minnertsga, welke de V. Z. medaille verkregen, wekken algemeene be wondering. Dameshandwerken zijn zeer ruim vertegenwoordigd. Spreien, de een al fraaier dan de andery wedijveren om den voorrang. Borduurwerk vindt men er, zóo keurig, dat de oppervlakkige beschouwer er vaak de noo- dige aandacht aan wijdde. Metaalwerken, beeldhouwwerk in steen, scherfwerk, ’t is alles even prachtig. De heer J. G. Semiet van Rijperkerk o. a. pakt uit met een collec tie van dat e.g. werk: kleerstander, para- pluiestander, barometer, wapenschilden enz., zóó eenig, dat ook wiji met de Jury aan deze firyma een zilveren medaille waardig keurden. Zeilscheepjes zijn er ruim aanwezig, boei ers, kielbooten, mi ddenzw aar dj achten, schou wen, tjalken enz. Teeken- en schilderwerk in zwart krijt, olie- en waterverf, ’t is er vol van op ’t terrein voor opluistering. Een Hindelooper kamer ontbreekt er ook al niet. Friesch kunstaarde werk, oude hou ten en koperen voorwerpen zijn er keurig tot een hegeel vereenigd. En verder zooals men dat bij; alle Huisvlijt-tentoonstellingen ziet, machinetjes, óf afzonderlijk, óf in be weging brengende stoomcarroussels, in mi niatuur. natuurlijk. Zeer veel bekijks heeft de inzending, geplaatst in een groote vitri ne van onzen stadgenoot P. Spoelstra, zil- verfabrikant, welke bestaat uit een remon- strans van verguld zilver, 2 dito cybories, 1 kelk, 2 ampullen en twee tabellijisten, stuk ken werk van zeldzame schoonheid, die inder tijd op een tentoonstelling de hoogste onder scheiding behaalden. Veel, zeer veel zouden we nog kunnen noemen, dat voor een eervol le vermelding dubbel in aanmerking komt. We vreezen echter dat we reeds over te veel ruimte hebben beschikt. Toch dienen we nog mee te deelen, dat de hoogste onderscheidin gen, de medailles van Koningin en Prins, on derscheidenlijk werden verkregen door den heer A. de Haas, alhier, voor diens o zoo fraaien gedreven beker op voetstuk. Zoo we meedeelden is dit prachtstuk reeds aange kocht door den heer A. ten Cate alhier en aangeboden als wisselbeker aan de zeilver- eeniging Sneek. De Zondag, de dubbeltjesdag, trok veel be zoek. Een 1700 betalenden maakten van de gelegenheid gebruik hun hart eens op te ha len aan al ’t moois, ’t welk de Tentoonstel ling aanbiedt. Jammer dat de Kokadorus- avond zich niet in een zeer druk bezoek kon verheugen. De held van ’t Amstelveld had er zich an ders aardig op gespitst, ’t publiek met zijn, soms geestige moppen, te doen bersten van ’t lachen. Of de zaakjes met de Huisvlijt-expositié voor de opzetters ervan tot een gewenscht einde komen, we hopen ’t beste; Pinkster- Maandag achter zal er veel toe kunnen bij dragen dat de onderneming al dan niet een schadepost zal zijn. De Tentoonstelling werd gedurende 25, 26 en 27 Mei bezocht door ruim 3000 betalen de personen. En toen ze reden eaam vandaar, Toen zeide Janus»Ja ’t is waar Een goeden vriend, een goeden buur, Kan niemand missen op den duur.« Dit laatste is 'n waar woord, maar echte vrienden zijn, zoo zegt men, niet zoo dik gezaaid. De handige baas die voor een paar dagen in één der café’s te Bocholt zijn slag sloeg, was alles behalve een «goed vriend». Hij bezocht als vreemdeling het koffiehuis en maakte daar de bezoekers wijs, dat een vliegmachine in het luchtruim zweefde. De talrijke bezoekers, mitsgaders de kastelein gingen het café uiten de vreemdeling bleef achter. Deze ledigde snel de toonbanklade en maakte zich uit de voeten. Of vertrok misschien per vlieg machine. Hij deed dus ook aan sport, bleek althans de vliegkunst te exploiteeren. Een jong gehuwd paartje zoo lazen wij, als hi storisch, in de «Dordr. Ct», is ook bijzonder sportlie- vend. Het woonde steeds alle voetbalwedstrijden bij. De verslagen in de krant werden als nabetrachting verslonden. Maar nu, met den Nederland-België-wed- strijd, zou er waarschijnlijk niets van komen, met het oog op den toestand, waarin de jeugdige vrouw ver keerde. Misschien misschien zou het nog kunnen gebeurenMaar, helaas, des Zaterdagsmiddags bleek alle hoop verdwenen. Toen nu tegen 6 uur de nieu we wereldburger verscheen, riep de jonge moeder hijgend uit«Jan, nti kun je toch nog naar den wed strijd 1 Gelukkig Niet waar, daar is de echte liefde? Voor de sport, bedoel ik. En wat een roerende harmonie tusschen die echtelieden En wat een veelbelovende spruit moet dat zijn. Ongetwijfeld zal die later van zich doen hooren. Voor gewone nuehteren menschen is zulk een sport enthousiasme anders wel wat vreemd «daar kunnen we niet bij* zullen ze hiervan zeggen. Maar het volgende zullen ze ook wel een «gek geval* noemen, ja, het was, gelijk den lezer blijken zal. een dubbel gek geval. We lazen het in de «Nijm. Ct.«; »’t Was lastigZoodra de wind naar ’t westen ging wilde de schoorsteen niet meer trekken, dan rookte ’t fornuis slechts, zonder flink te "branden en eiken keer, dat de keukendeur openkwam, pufte een benauwende rookwolk uit den schoorsteen in de keuken neer. De bewoonster klaagde haar nood aan de buurvrou wen en deed ook haar beklag bij den huiseigenaar, van wien ze de woning huurde. De huiseigenaar stuurde den timmerman, om den toestand op te nemen. En de deskundige kwam tot de slotsom dat er maar één hulpmiddel was er moest een »gek«, een draaiende schoorsteenkap, op de rookleiding. «Enfin,* zei de eigenaar, «als het moet, dan moet ‘t« en hij gaf last de kap aan te brengen. Maar toen de timmerman kwam om dien last uit te voeren, was de bewoonster daarmede lang niet con tent. Ze eischte beslist, dat de kap niet geplaatst zou worden. »lk woon al op no. elf, en nou oek noch ’n gek op ’e skoorstien? Né hoor, de menschen suden mij utlache. As der anders niks an te doen is, mutte we met 1 Mei mar ferhusse*. En dat was haat laatste woord.* Waarlijk, een dubbel; men is geneigd te zeggen: 'drie dubbel gek geval. van dank werd gebracht aan Als dr. H. namen moet noemen, dan moet hij; uitbun- digen lof brengen aan den Secretaris, den heer S. Hoogland. Hiji was de spil, zegt spreker, waarom alles draaide, en hoopt van harte dat ’t hem gegeven zijl, nog lang zijn krachten te mogen geven, aan vele dergeliji- ke vereenigingen. Hulde verder aan Dr. Offerhaus, voorzitter van de Regelingscommissie, aan wien de Tentoonstelling zoo’n smaakvol geheel dankt. Bijzondere hulde aan de dames voor haar groot en goed werk, aan de schenkers van de medaiUes, onder welke in de eerste plaats H. M. de Koningin en Z. H. den Prins. En nog rustte op spreker de plicht een woord van dank te brengen aan den Eere- voorzitter, den heer P. J. de Hoop, die ter- terstond bereid werd gevonden ’t eerevoor- zitterschap in deze te aanvaarden. Tot on zen groeten spijt werd de heer De Hoop ver hinderd deze tentoonsteHing te openen. Dr. Bouma, waarnemend burgemeester, is zoo vriendelijk geweest de taak van onzen afwezigen burgemeester over te nemen, waar voor spreker hem dank betuigt. Hij hoopt eindelijk dat deze tentoonstelling naar wensch mag slagen en de Huisvlijt steeds meer en meer mag bevorderen. Daarna kreeg ’t woord Dr. Bouma, die ge meend had voor de opdracht als eerevoor- zitter niet te mogen bedanken. In herinnering brengt de l.-B. ’t ondubbel zinnig bewijs van sympathie voor ’t streven van den Volksbond van den Raad, wegens den verleenden steun biji de stichting van de Openbare Leeszaal, een monument van blij- waarde, dat de jongelui hoe langer zoo meer uit den kroeg gaat houden. In de tweede plaats denkt spreker aan de tentoonstelling voor Kunstnijverheid. Onze gemeente is arm aan industrie, trouwens onze stad is voor alle industrie ook niet geschikt. Maar wel vindt men hier sporen van stil le industrie, vrij uitgebreid van zilver- en Friesch aardewerk. Misschien is die weinige industrie te dan ken aan onze geïsoleerde ligging misschien ook aan den Friesche aard. M. de V. waar ’t steeds meer en meer blijkt dat Uwe vereeniging doeleinden na jaagt, die in ’t belang onzer gemeente zijn, daar moeten we uw streven wel ten zeerste toejuichen. En hiermee verklaar ik de Ten- toonsteHing voor geopend. Daarna werden aanwezigen uitgenoodigd tot een wandeling door de verschillende za len, om al ’t moois te bewonderen, dat deze expositie aanbiedt. ’t Was in den avond van den dag der ope ning recht gezellig in de helder verlichte za len. In lokaal 4, dat met zijn aardige zit plaatsen den vermoeiden wandelaar niet wei nig toelachte, schenen tal van bezoekers on der ’t drinken van alcohollooze dranken na tuurlijk, recht op hun gemak te zijn. Aller liefste jongedames fungeerden als bloemen- verkoopsters en als kellnerinnen. En we moe ten bekennen, ’t aanprijizen van de fijne waar, ’t was haar volkomen toevertrouwd. Muizenstad en electrische visscherij maak ten uitstekende zaken, en niet weinig droe gen ze met de noodige muziek er toe bdji, de gang er in te houden. Over de verschillende inzendingen spraken we reeds in een vorig nummer in ’t algemeen. De belangrijkste afdeeling is natuurlijk de Huisvlijt, waar houtsnijwerk, ook uit on ze bezittingen, een vriji groote ruimte in neemt. Keurig zijn de inzendingen van de school en nu SNEEK. Zooals we meldden werd hier he den middag de tentoonstelling voor Huisvlijt, uitgeschreven door den Volksbond, geopend. In tegenwoordigheid van een groot aantal dames en heeren hield Dr. L. Hertzberger, tijdelijk voorzitter van den Volksbond, al hier, de openingsrede. Spreker heette allen hartelijk welkom. Uwe opkomst, vervolgde hiji, geeft ons ’t duidelijk bewijs, dat Huisvlijt door U op hoogen prijs wordt gesteld. Wij hopen steeds voort te gaan op den ingeslagen weg. On kunde willen we helpen verdwijnen, geeste lijk de maatschappij verheffen door zelfken nis, zal steeds ons streven zijn. Met vreugde mogen we wijzen op ’t geen de Volksbond sedert zijn oprichting hier, heeft gedaan. De Openbare Leeszaal immers zouden we niet gaarne weer willen missen. Voor wo ningverbetering toont de Volksbond steeds een open oog. Hulde voor de verbetering daarvan brengt Spreker aan ’t Gemeentebe- zij toont ook vaak medelijden, waar zij werkelijk lijden ziet. Erg medelijdend toonde zich echter niet de ruwe fietser in Den Haag, die op z ij n wijze aan sport doet. De »N. C» verhaalt, hoe een wielrijder kans zag op een afstand van pl.m. 12 Meter drie menschen neer te vellen, drie rijwielen te beschadigen, een paard uit zijn dommel te doed opschrikken en een krachtigen aanval te doen op de schotten van een der vele vrachtwagens welke op den Lutherschen Burgwal te ‘s Gravenhage hun standplaats hebben. De man kwam in een tuimelooze vaart vanaf de Groote Markt den Lutherschen Burgwal oprijden. De eerste botsing, welke drie volgende tot nasleep had, gold een wielrijder, dien hij inhaalde, dit liep tam af maar twee meter verder reed hij twee kinderen van de sokken, om vervolgens in zyn nog steeds ongebrei- delden gang een van de andere zjjde naderend fietser met tot nog toe niet geziene onverschilligheid en bru taliteit, als zooveelste hinderpaal uit den weg te ruimen. Bij wijze van slotpraestie volgde eindelijk een schok tegen een derde rijwiel, dat tegen een vrachtwagen stond, de voortvarende cyclist zag geen kans die laatste stevige hindernis op zij te zetten, weshalve hij een halven meter hoog uit zijn zadel gelicht werd en over zijn stuur heen tegen de wagen smakte. 'Ganseh niet uit het veld geslagen door de conster natie, welke hij in eenige seconden gesticht bad, niet de minste belangstelling toonend voor de kinderen, die schreiend op den grond lagen en de uitroepen van verontwaardiging negeerend, herstelde hij een klein mankement aan zijn ongetwijfeld stevig wie) en ver volgde zijn weg, het publiek langs den weg verbijsterd en woedend achterlatende. Zoo’n gedrag was werkelijk geschikt om den kalmste woedend te maken. Gelukkig zijn niet alle fietsers zoo integendeel, wat ontmoet men niet, zelf fietser zijn, een hulpvaardigheid en gedienstigheid bjj andere peddeiaars op den levensweg. Of ging het u niet eens als «vriend Janus», waarvan de «N.V.Ó.» verhaalt: Vriend Janus, die een rijwiel had, Moest laatst voor zaken naar de stad De zon scheen fel en ’t was zoo warm, Dat hij aan ’t blazen kwam, och arm De weg was scherp, de weg was los Baloorig liep het stalen ros En knersend, deed de harde band De steentjes springen naar den kant. Daar goede banden kostbaar zijn, Deed dat gekners zijn ooren pijn, Wijl menig steentje duwde en wrong En voelbaar in de banden drong. Toen blies op eens, met zacht geluid, Zijn achterband den adem uit. Daar zat hij nu te kijken, want, Van plakken had hij geen verstand. Een ander fietser kwam voorbij Vriend Janus sprak hem aan en zei: «Ach, vriendik zit hier, zoo ge ziet, En zoek en vind het gaatje niet!* En de ander zeide«Laat eens zien, Of ik het vinden kan misschien Hij vond en plakte ’t gaatje dicht plaats van openhartig met hem er over te i spreken, speelde zijl de beleedigde onschuld. Ziji had toch, werkelijk reden trotsch op de reclame te zijn, die door de verlovingsge- nichten gemaakt was. Maar misschien had ziji zélf reeds het bericht tegengesproken! En hoe moest men hiji de redactie thans zijn stil zwijgen uitleggen. Hij ging, thuis gekomen, terstond aan zijn schrijftafel zitten en schreef aan de redactie van „Het Gordijn” bericht van zijn verloving niet aUeen on juist was, maar ook geschikt om den vrede en het voortbestaan van zijn gezelschap op het ernstigste gevaar te doen loepen. Hij moest daarom dringend om een tegenspraak van het bericht verzoeken. Eerst toen de brief in de bus geworpen was, herkreeg Gian Guagni zijn kalmte en zielsvergenoegd ging hiji naar den schouw burg. De eerste die hiji onder de toeschou wers opmerkte, was graaf Sacchini met een reusachtige monocle en deze monocle staarde het geheele tweede bedrijf op het tooneel, waar Ines haar bekoorlijkheden ten toon stelde. Den volgenden morgen wachtte ziji hem iv, Aö xrz, all hu 1 o van u ook niet digheid in zakendoen gebleven? Niet alleen, dat hiji de liefde van een verrukkelijk wezen verspeelde, maar hiji verloor ook nog première amoureuse, die voor hem een ware goudmijn geweest was. Opgewonden en bevend wachtte hiji den volgenden Vrijdag ’t laatste nummer van „Het Gordijn” af. Haastig doorliep hij het blad van begin tot eind de tegenspraak stond er niet in. Hij; haalde verlicht adem, niets was dus nog verloren. Hiji moest naar buiten in de frissche lucht, om te overleggen, om tot een besluit te komen. Op den weg naar den schouwburg, ontmoette hiji de diva, die in gedachten verzonken, denzelïden weg ging. Goeden morgen, mejuffrouw Ines. Och, wat maakt u miji verschrikt! 0, excuseer, maar zullen wiji niet zamen naar den schouwburg gaan. Och neen ik dank u Ik begrijp, u wacht iemand! Neen, Guagni, ik zeg het niet om mijnent wille. Wat zullen de bladen weer zeggen, als men ons biji elkaar ziet? U weet dus ook, wat „Het Gordijn” ge schreven heeft? Ja en ik weet ook, dat u het bericht te gengesproken hebt. Dat is niet waar! Zie hier maar, hier is het blad van vandaag. Jokt u toch niet! En ziji opende haar pompadour en toonde hem zijn brief aan de Gian voelde zich voor de eerste maal in zijn leven niet tegen de situatie opgewassen. Met welk recht heeft men u dien brief gezonden? A 11AAO V 11.11 XLUJ1 tSClk VVLAÜJWlll’Xug en OU wij deze tezamen opstellen, Zij De feestavonden zijn voor de Tentoonstel ling geen voordeelige posten geweest. Wel heeft de Kunstavond van gisteren aan ’t klein gehoor onbeschrijfelijk veel genot bezorgd door de heerlijke piano- en viool- voordrachten van de h.h. Hoogslag alhier en den heer Goudoever te Groningen, door den schoenen zang van ’t a Capella Koor en dien van mevr. P. (geb. v. d. Z.); maar de eerste feestavond had o. i. gerust achterwe ge kunnen blijven. Mocht de Volksbond hier weer eens een tentoonstelling op touw zetten, dan geven we de Afdeeling in overweging de feestelijk- waren bij den schouwburg aangekomen en zochten terstond het directie-bureau op. Zal ik schrijven? vroeg Gian, die bij de schrijftafel was gaan zitten. Natuurlijk, u bent immers de directeur. Ines was achter zijn stoel gaan staan en boog zich over hem heen, zoodat hiji haar adem voelde. Goed, dicteert u dan; Beste Zarri. Ditmaal schrijven wij u ge meenschappelijk Een oogenblik, uw haar kietelt me. Arme directeur! Wacht, ik zal daar in een hoek gaan zitten. Als u weggaat, schrijf ik heelemaal niet meer. En als ik hier blijf, kunt schrijven. Dan is het dus beter, niet schrijven. Guagni sprong op van zijn stoel, liet den pennehouder vallen en om armde onverwachts Ines, die zich slechts zwak verzette. Maar Gian wat doe je nu?;.. Een maand later had onder deelneming van de geheele stad, het huwelijk van Gian en Ines plaats. Ook de redacteur van „Het Gordijn had niet verzuimd het feest bij te wonen en onder het diner trok hiji den bruidegom een oogenblik op zijde. Verklaar miji nu eens, beste Guagni, hoe je er toe kwam miji die onnoozele tegen spraak te sturen. Het bericht was toen ter tijde voorbarig; De inzender heeft niet kunnen droomen, wat hij daardoor heeft uitgewerkt. Zoo? Nu vraag het dan maar eens aan uw jonge vrouw. Ziji is het zelf geweest, die ons onder de diepste geheimhouding de verloving meedeeldeJ u Les amants op te voeren? Ik denk den volgenden Maandag. En De onweerswolk verdwijnt dan van het repertoure? Maar het publiek vecht haast om i entrée 1 Dat is miji onverschillig, een fatsoenlijke dame kan zulk een rol niet spelen; het ver wondert mij, dat u met uw fyn gevoel nooit op deze gedachte gekomen bent! En de avond van de opvoering van Les amants naderde; hiji werd een triomf voor Ines en een marteling voor Gian. Vijf be drijven lang, liefkoosde en kuste zij hem; in hare oogen las hiji, dat het niet slechts cemediespel was, en toen zijn rol hem deed zeggen: Ik kan de menschen niet verhinde ren, je schoon te vinden en te begeeren, maar ik weet dat je miji alleen liefhebt en dat is miji voldoende, toen kuste zij hem met zulk een hartstocht, dat hiji bijna zijn zinnen verloor. Als in een droom ging hiji na afloop der voorstelling naar zijn eenzame woning terug. Ze is schoon als een engel en dat niet al leen, ze is ook een dame, van top tot teen. Het zou ten slotte nog niet zoo dom zijn haar te trouwen. Maar daar was immers een verhindering, zijn overhaaste brief aan de redactie van „Het Gordijn”. Den geheelen nacht woelde hiji slapeloos heen en weer en maakte zich zelf de heftig ste verwijten. In den ijver van het spel had de arme Ines hem verraden, dat ze hem liefhad, aanbad en hoe dankte hiji haar daar voor? Daarmee, dat hiji een onbeleefde tegen spraak de wereld inzond en haar voor altijd op in de vestibule van den schouwburg. J blameerde. Waar was nu zijn gewone haai-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1912 | | pagina 2