T. R. TJERKSTRA,
A.O. BROOD
Bij den Paal der Heidenen.
Uit het Duitsch van
SNEEKER COURANT (67 ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14<te Jaargang)
1
W
No. 30.
Zaterdag II Januari 1913.
Officieel Orgaan der Gemeente Sneek.
Nieuwstijdingen.
Bezoekt de
TOELATING H. B. S.
I
Manufacturen-Magazijn.
29e Jaargang.
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
Uitgevers: Firma H. BRANDENBURG!!
Ged. Poortezijlen, - Hoek KleillZand Sneek.
ANNEX
g
i
l
den
H. u. Z.
T=«.oola(txsLO15.c>lc>Txi
ft 1O oent per reffel.
t
i
I
bij zag, dat zij een hardnekkig zwijgen be
waarde en zelfs ondanks zijn woorden niet
leggen van de fundamenten
dat dit straatje opgebroken
BIJ
nenhof.
gaf spoedig aanleiding tot de hevigste scè
nes. Eindelijk was er toch een middenweg
gevonden.
Niet lang nadat Walmuth naar Jenka’e
verdwijnen zoo ernstig had gevorscht, had
hij haar in de dichtste nabijheid kunnen
vinden
De open plaats bij den Paal der heidenen,
welke in den laatsten tijd zooveel was be
sproken en zoo dikwijls door de politie was
bezocht, maar daarna ganrch verlaten stond,
had in de eerste Novemberdagen weder be
zoek gehad. Daar had zich een paartje geïn
stalleerd, dat men na alles, hetgeen was
geschied, daar in ’t geheel niet gezocht
zou hebben. De teedere herinneringen, die
voor hen beiden aan deze plaats waren ver
bonden, hielden hen echter niet bezig; zii
zagen er geenszins teeder uit, toen zij te
zamen op den kleinen aardwal zaten. Ern
stig en verdrietig blikte de man voor zich
uit, terwijl de vrouw met eveneens donke
ren blik op een bundeltje zag, dat op haar
echoot lag en een slapend kindje deed ver
moeden.
Ze waren voor ongeveer een uur met eer
wagen hier aangekomen en hadden deze
met hun bagage naar ’t naaste spoorweg
station laten ryden.
De man scheen plotseling het geduld te
verliezen bij sprong op en vroeg op ruwer
toon, of zij eindelijk een besluit bad geno-
Er is eene wet in onze natuur, heilig er>
onverbreekbaarwat de mensch zaait, dat
zal bij maaienbij zal eten van de vrucht
van zijn handen, hetzij goed, hetzij kwaad
Elize van Calcar.
o
Feuilleton.
Van de Groenmarkt naar het Bin-
N. R. Ct.
Een dame ontmoet een jongen, die nest-
1 en de eiertjes in zyn
wij zijn, behoort het kind ook. en waar ik
ben, daar is zijne plaats11.
Verbaasd zag de man haar aan. Op ijs-
kouden toon en op ieder woord nadruk leg
gend, antwoordde hij „Dat heb ik ook ge
vonden, en je daarom van begin af aan een
verstandig voorstel gedaangij zoudt met
het kind blijven waar ge waart, en mij alleen
laten vertrekken. Ginds over zee kon ik dan
eerst den weg effenen, en gij zoudt je nog
wat kunnen vormen voor het toekomstig
plan. Het kind zou dan ouder en meer be
stand tegen de reis zijn geworden. Ik wilde
je genoeg daarvoor achterlaten en zou j«
ater het reisgeld hebben gestuurd. Maar
jij zelf heb ’t niet gewild”.
„Neen, ik heb ’t ook niet gewild,ant
woordde zij op denzelfden toon als zooeven.
,,Ik wist, hoe het zou gaan. Alleen laat ik
je niet vertrekken; ik ben de vrouw en de
vrouw behoort bij den man, evenals het
kind bij zijne moeder11.
„Zoo zijn we niet overeengekomen, en ge
weet ik verander mijn plan niet. Ge kunt
meegaan, wanneer ge wilt, of bij het kind
blijven; maar met het kind neem ik je niet
mee. Als bedelbagage met den jongen op
den nek trek ik niet door de wereld. Dat
heb ik eenmaal gezegd en daarbij blijft het.
Wij tweeën zijn jong en krachtig en kun
nen ons in den vreemde er doorslaan
Mijnheer de econoom heeft voor ons niet
sooveel weggelegd, dat wij als prins en
prinses kunnen leven en niets behoeven U
doen. Treden wij echter daarginder openlijk
op, zoo kunnen wij fortuin maken, jij met
je mooie stem en ik als muzikantwant in
de muziek sta ik mijn man. Voor dennoo-
digen humbug wil ik zorg dragen. De heeren
Amerikanen hebben te veel dollars hooren
klinken, om een bijzonder fijn gehoor t>-
hebben daar komt het enkel op ’t nieuwe
aan. Gaat ’t een beetje goed, zoo zijn wij in
In het verslag van de Ouderavond van
School 1, (Nw. Sneeker Courant no. 26,
28 Dec. 1.1.) geeft de verslaggever van die
vergadering het door mij omtrent het toe
latingsexamen gezegde weer, als volgt
„In ’t vervolg zullen de eischen voor ’t
toelatings-examen strenger worden. Men
wordt daartoe genoodzaakt, wijl zoo wei
nigen het eind-examen halen.
Dit nu is niet geheel juist, en zou ge
makkelijk tot verkeerde gevolgtrekkingen
aanleiding kunnen geven.
Daarom maak ik gaarne van het vrien
delijk aanbod van de redactie gebruik, om
dit punt nader toe te lichten.
De heer Groeneveld, onderwijzer aan
School 1, de inleider van dien avond, had
er op gewezen, dat samenwerking tusschen
de onderwijzers en de ouders van leerlingen
zoo noodig is. Hij zeide „vele teleurstellin
gen zouden uitblijven de H. B. S. en het
korten tijd zelf mode-menschen. Gij kunt
naar welgevallen in mooie kleeren gaan, je
met sieraden behangen zooveel ge wilt, en
in een koets rijden, waarom hier eene gravin
je zou benijden. Dat is niets bijzonders,
maar honderdmaal gebeurddaar heeft men
zooveel niet voor noodig, als wij met ons
tweeën blijven. Maar met het kind gaat
’t niet. Wanneer gij voor een oortje verstand
hebt, zult ge dat zelf ook wel inzien. Van
oponthoud gedurende de reis wil ik niet
eens spreken. Doch hoe kunt gij aan een
of anderen werkkring denken, om een of
andere winstgevende betrekking met het
kind op de armen? Welnu ’t eene of het
andere dat heb ik nu al maanden gezegd.
Hij had thans zeer kalm, doch met snij
dende duidelijkheid gesproken.
Of Jenka ook zuchtte en ongeduldig zich
het haar van het gloeiend voorhoofd streek,
toch wist zij geen tegenwerpingen te maken.
Hst leven in Amerika, waarin zij zoo’n
groote rol zou spelen, kwam haar verleide
lijk voor; daarentegen waren de uitzichten,
zoo zij achterbleef, dubbel troosteloos. Haar
vertrouwen op Willy was zeer gering, daar
zij niet geloofde, dat hij haar ooit zou laten
overkomen of haar zooveel zou zenden, dat
zij voor kommer en gebrek bewaard bleef.
Zij wist, dat zij zich dan met haar kind
met handenarbeid en mageren kost zou
moeten onderhouden, zooals zij dat sedert
baar kindsheid kende.
„Wegwerpen of ombrengen kan ik’ttocb
niet 1“ riep zij in vertwijfeling uit, terwijl
zij opsprong en met het kind op den arm,
opgewonden op en neer liep.
„Wie spreekt daarvan antwoordde de
man. „Ik heb je voorgesteld, het kind voor
«enige jaren hier onder dak te brengen
Later, wanneer het ons goed gaat, laten wij
t overkomen, of we komen zelf terug. Gij
zeidet“ ging hij na eenige oogen blikken
verder, „dat ge iemand wist, bij wien ge
het kind hier in goede verzorging kondet
achterlaten, waarom zijn we hier dan
gekomen. Wanneer ge niet wilt, wil ik jc
wel weer daarheen brengen, waar we geweest
zijndaar kunt ge zeer goed blijven1*.
„Ik wil daar niet meer heen 1“ riep zij
nog heftiger uit. „Ik wil mij niet met zorgen
en armoede plagen, terwijl gij in den vreemde
als heer en in overvloed leeft, gij, die al
deze ellende over mij hebt gebracht 1“
Hij trok de schouders op. „Wat die ellende
betreft, daarover hebt ge tot nu toe nog
niet veel te klagen gehad. Je hebt het bij
mij beter gehad dan in je vorig leven. Ge
zijt me nu juist niet ongaarne gevolgd
Maar hebt ge hier dan in het geheel geen
bekenden? Daarginder waren vrouwen ge
noeg, die voor eene kleine tegemoetkoming
zulke kleine kinderen gaarne in bewaring
nemen**.
„Die vrouwen f“ schreeuwde ze. „Liever
wilde ik ’t kind dadelijk zien sterven 1 En
daarmee waart gij ook wel tevreden, gij ont
aarde vader 1“ Zij brak in tranen uit, terwijl
het kind, door hare beweging en overluide
uitroepen wakker geworden, zich ook nog
liet gelden.
De man zweeg, ondanks hare opgewonden
heid Hij zette zich op den aarden wal neder
en was klaarblijkelijk in verlegenheid. Deze
twist had nu geduurd van ’t oogenblik af,
toen hij zijn plan had medegedeeld, om
Europa te verlaten, hetgeen ook met eiken
dag noodzakelijker werd. Zij had daarin in
zoo verre toegestemd, dat zij het kind in
haar geboortestreek bij goede lieden zou
trachten te verplegen.
Thans scheen zij daarvoor terug te schrik
ken, en toch had Willy geen tijd te ver
hezen, want na alles, wat hij hier had ge
hoord, zag ’t er erg genoeg voor hen uit.
Wordt vervolgd.
jes heeft uitgehaald
pet draagt.
»Foei, slechte jongen» schimpt zy, »hoe
kun je zoo wreed zijn Bedenk toch eens
hoe wanhopig en bedroefd die arme vogeltjes
moeten zyn, als zy het nest leeg vinden«.
Een oogenblik van de meest onverholen
verbazing aan de zijde van den straatjon
gen dan, in groote verontwaardiging
»Zeg mot je my hebben Die bedroefde
vogeltjes heb jy op je hoed
UW GEZONDHEID
EISCHT
DAGELIJK5CH GEBRUIK
VAN
ABONNEMENTS-PRIJS
Per jaar f 1.franco per post f L50, buitenland f5.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
ADVERTENT1E-PRIJS
15 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent.
Bij abonnement belangrijke korting.
Reclames en Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel.
Ferdinande Freiïn von brackel
door N. en A. VAN DER STEELE.
38.)
Spoedig na zijn trouwen had hij zijn
broeder daarvan kennis gegeven, en Dietrich
had woord gehouden. Hij had hem doer
weten, dat hij het noodige geld voor de
landverhuizing bij een bankier in een Duit
sche havenstad had gedeponeerd, zoodat
hij slechts daar en enkel voor het bestemde
'*•- doel dat geld zou kunnen opnemen. Hb
had er bijgevoegd, dat ook in New-York
eene som voor hem was gedeponeerd, om
hem het begin in dat vreemde land te ver
gemakkelijken. Verdere berichten had hij
niet gegeven, daar hij zich door dit offer
eens en voor altijd van het paar wilde los
maken. Ondanks deze grootmoedig gestelde
som had Willy de voorzichtige regeling zijne men. „Er moet een einde aan worden ge
broeders niet naar zijn smaak gevonden, maakt 1“ voegde hij nog heftiger er bij, toen
wijl hij gehoopt had, de vrije beschikking u" J*x -
over het geld te verkrijgen, hij had daarom
de afreis uitgesteld, totdat de toestand voor II naar hem opzag. „Ge weet, lang durf ik mij
hem gevaarlijk begon te worden. Intusschen hier niet ophouden. Ik deed wat gij gaarne
was ook voor Jenka een ernstig uurtje ge-|wildet, door hier te komen, wijl gij beweerdet,
komen, en spoedig nadien was de vrede I hier raad te weten thans echter moet”
der jonge echtelieden dikwijls in gevaar „Ik zie niet in, waarom dat moet geschie-
Meenir geven chillen vtaren tusecben hen uit-1 den“, onderbrak zij hem morrend, ook nu
gebroken, en de hartstochtelijkheid der vrouw I nog niet den blik op hem richtend. „Waar
Gymnasium zouden minder gewenschte ele
menten niet krijgen of misschien later, en
dan beter onderlegd.
Voor een goed verstaander wil dat zeg
gen, „als wij, onderwijzers, aan ouders
van leerlingen den raad geven hun kinde
ren niet, of nog niet naar de H. B. S. of
het Gymnasium te zenden, dan dienden de
ouders dien raad op te volgen, èn in het
belang van hun kinderen, èn in ’t belang
van de H. B. S. en het Gymnasium.
Dit onderschrijf ik gaarne en hoop dat
het in ’t vervolg wat meer het geval mag
zijn.
Ik weet bij ondervinding hoe onaange
naam het is ouders te moeten teleurstellen
in de verwachtingen omtrent hun kinderen.
Men gaat er heusch niet gemakkelijk
toe over een dergelijken raad, als boven
bedoeld, te geven. Als hij gegeven wordt
kunnen de ouders dus overtuigd zijn dat
het in het belang van hun kind is, hem op
te volgen.
Er zitten op de H. B. S. werkelijk een
vrij groot aantal kinderen, die er, wegens
hun te geringen aanleg, niet moesten zijn,
die een geweldigen lijdensweg moeten af
leggen, om het tot het eindexamen te
brengen, als Jiun dat tenminste al gelukt.
Een gevolg van de aanwezigheid van
deze leerlingen is ook, een verlaging van
het peil van het onderwijs, daar, nu ze er
eenmaal zitten, toch getracht wordt ook die
minder begaafden mee te krijgen.
Dus èn tot hun eigen verdriet (dikwijls
althans) èn tot schade van de andere leer
lingen zijn ze er. De gemiddelde en de
betere leerlingen, maar vooral de gemid
delde leerlingen lijden er onder, dalen be
neden het gemiddelde. Dit is één van
de redenen waarom van de 95 leerlingen,
die in 1904, ’05, ’06, en ’07 op school
kwamen, slechts 9 (negen) in 5 jaren de
5 klassen der H. B. S. doorliepen (waar
van nog 33 °/0 van Bols ward met een 7-
jarige voorbereiding.)
Om het onderwijs op peil te houden,
door te weren die leerlingen die dat peil
doen dalen, daarom zal bij de toelating
strenger geoordeeld worden.
Dan ook zullen de klachten over te veel
huiswerk, die bijna altijd komen van leer
lingen die voor een H. B. S. niet of nog
niet geschikt zijn, van zelf verminderen.
De Direkt. H. B. S:
Dr. B. SIJPKENS.
Het loopt met onze winkelsluiting om 9
uur ’s avonds nog niet heel vlot. Verschil
lende winkeliers komen van hun voorne
men om te sluiten terug, omdateen
concurrent openblyft.
Dat echter, ook zonder verordening, deze
zaak wel kan doorgevoerd worden, bewjjst
Beverwjjk. Daar sloot men bijna algemeen
en de enkele winkeliers die nog open ble
ven, werden door het publiek verzocht ook
te sluiten. Een groote bijzonderheid, waar
immers elders de 9 uur-sluiting juist by
het publiek de meeste tegenwerking onder
vindt.
In dit verband deelen wy nog mede, dat
in Arnhem, de wettelyke sluiting zonder
eenig verzet is ingevoerd. Echter gaf een
spekslager lucht aan zyn oppositie door aan
te plakken Wat de gekkm wijzen moeten
de wyzen pryzenhaait daarom uw worst
voor 9 uur ’s avonds.
Det kin mei in wier wird sein wirde fen
’e folksjoun, dy de »Krite Snitss op Woans-
dei 8 Jan. üs jown hat.
Foaróf spriek de foarsitter in koart iipe-
ningswird, hweryn by foaral wiisde op it
greate doel fen dizze joun. It is üs net
allinne om nocht en wille to dwaen mar
troch dit wirk scoenen wy yette gearne
mear leden foar üs Krite winne wolle.
Hwent it tal fen 120 leden moat neadig
200 wirde, det wy meielkoar üs tael, hweryn
sa’n greate skat foar üs Fryske folk leit,
better kinnen en waerdearjen leare. Foardet
nou it skerm omheach gyng, waerd ophelle
it earste fers ten it >Frysk Folksliet”.
En do keam Lysbet foar ’t Ijocht. In
swier stik, in stik det fen ’e spylers en
spylsters heal hwet frege Lat, mar safol-
stomear moatte wy den biwonderje ho kor-
rect it stik ofroun.
En det it ynsloech by in bulte harkers,
wier düdlikernoch to hearren oan ’e stiltme,
dy der hearske. Ja, mannichien, koe syn
tnennen net ynhalde, do ’t b. f. aide Sape
einliks syn ben wer oannimme woeen
do op ’t ein ek de boask fen Lysbets doch
ter Sjouk nearne gjin swirrichheid mear
mette, do fielden wy allegearre, hoe earn-
stich en ryk fen ynhald en learing dit stik
wier.
T wieken de bidriuwen yn hellen wy
yetteris fleurige Fryske sangkjes op.
Om oalve üre krigen wy skoft. En der-
nei makken wy kennis mei »fammen fen
dizze tiid,« mar hweryn ek de feinten op
’e heachte fen 'e tiid wieren.
Nou koe er is lake wirde, hwent Jan,
Pinnemans feint wier in nüvere kwast. En
jiffer Adriênne makke forgoed kinnis mei
it fleurige en bliere jong-Fryslün. Ek dit
stik je foarroun goed.
De foarsitter bitanke foar itjinge üs dizze
joun foarhalden wier, en wy stimden yn
mei dit wird.
As nou dizze joun ek foar de Fryske
krite en de Fryske taelbiweging fortüten
dwaen mei, den scil de foarsitter en eltse
oprjuchte Fries mei him, yet te mear tank-
ber, mar ek tige foldien wêze. Derom, al
hwa kin, slute him oan by de striid foar
üs eale sprake, üs dreage aerd en üs aide
gewoanten.
Sünder ’t Frysk nin Fryske seden,
Süader 't Frysk nin Friezen mear
Het driejarig onderhoud van
Statendyk by Slykenburg met bybehoo-
rende werken is door den Minister van Wa
terstaat gegund aan A. J. de Graaf en F.
de Wolf alhier voor 2121 per jaar. (Ri
ming 2230)
Naar de Nederl. verneemt, wenscht
de heer H. Pollema alhier, lid der Tweede
Kamer voor het district Gorinchem by de
a.s. verkiezingen geen zetel meer in onze
volks vertegen woordi gin g.
Met no. 13 van 21 December dat wij
door omstandigheden niet eerder konden
aankondigen, maar dat van belangrijkheid
niets onder doet voor de voorgaande num
mers is de eerste jaargang van de
Watersport compleet voor zoover zulks
mogelijk was bij dit begin-jaar dat pas 1
Mei aanving.
Wanneer we thans de verschillende
nummers nog eens doorbladeren dan blijkt
ons voor de zooveelste maal, dat dit tijd
schrift voor de beoefenaren der watersport
vrijwel alles biedt wat ze kunnen verlan
gen. En we weten zeker dat men ’t tijd
schrift, dat men eerst met wat ongeloovige
oogen heeft aangezien, nu niet graag weer
zou missen.
Trouwens, wanneer de uitgever op vol
doende medewerking van de kant der be
langhebbenden kan blijven rekenen,
twijfelen we er niet aan of het bestaan
van ’t tijdschrift is verzekerd.
En aan ’t begin van den tweeden jaar-
Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tot Maandags- en Donderdags-
avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrijdags-
morgens 10 uur.
gang wenschen wij redactie en administratie
dan ook een goed succes.
De heer G. Leffertstra, vroeger al
hier, thans te Middelburg, is benoemd tot
leeraaar in de Ned. Taal en Letterkunde
aan de 2e Hoogere Burgerschool met 5-
jarigen cursus te Amsterdam.
Thans wordt het bericht over het afleg
gen van valsche verklaringen voor de Bos
sche rechtbank weer tegengesproken.
Wie weet zulke dingen zoo aardig te
verzinnen.
Er was ’r eens een stad. En in die stad
was een smal straatje.*) En aan dat straatje
werd een groot gebouw gezet. En voor het
leggen van de fundamenten was het noodig
dat dit straatje opgebroken en uitgegraven
werd. En toen het bouwen afgeloopen was,
tiet de aannemer het (op 10 December)
dichtgooien. En toen het dichtgegooid was
kwamen er (op 13 December) werklieden
van Openbare Werken en die groeven het
weer open. En toen het opengegraven was,
werd het (op 22 December) dicntgegooid.
En toen het dichtgegooid was, kwamen de
zelfde werklieden en groeven het weer open.
En toen het opengegraven was, werd (31
December) drie vierde deel weer dichtge
gooid. En toen het dichtgegooid was kwa
men op 2 dezer) werklieden van de gas
fabriek en die groeven het weer open. En
toen het opengegraven was, werd het (op
4 dezer) weer dichtgegooid. En toen het
dichtgegooid was, kwamen (op 7 dezer)
werklieden van de waterleiding en die groe
ven het weer open. En nu het opengegra
ven is, zal het weer worden dichtgegooid.
En als het dichtgegooid is zullen weer
werklieden komen van de enz. enz.
TELEFOON No. 150.
■4
l
i
Me UitvBrtBop
NIEUWE SNEEKER COURANT
I
Uit kindermond.
9 uur-winkelslutting.
In moaie joun.
De Watersport.
Een onwaar bericht.
Haagsohe stratenopbrekerij.