SNEEKER COURANT ^Jaargang) e„ WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang) n A.O.brood Uit onze Raadzaal- JOH. W. MIJBR^b Zaterdag 25 Januari 1913.. No. 34. 29e 'Jaargang. Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds. Officieel Orgaan der Gebeente Sneek. 26 ct. 30 50 60 Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH Ged. Poortezijlen, - Hoek KleiflZand - Sneek. TELEFOON No. 150. ^Emserwater per kruik Emserpastilles per busje Emserzout (Sandow p. fl. Emserzout (Natuurlijk)» v ANNEX i Teleph. 120. I i- 1 k Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tot Maandags- on Donderdags- avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrijdags- morgens 10 uur. ABONNEMENTS-PRIJS Per jaar fl.franco per post fl.50, buitenland f5. Afzonderlijke nummers 2 cent. ADVERTENT1E-PRIJS 15 regel» 35 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Reclames en Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel. e i. UW GEZONDHEID EISCHT DAGELIJKSCH GEBRUIK VAN -7.50 SNEEK. BS NIEUWE SNEEKER COURANT k k W i ti eene r. i- 5J enz. zoe] dit1 na de plantsoenen. het vischwater in het vervolg niet te pachten. De V o o r z. stelt voor, de beslissing omtrent deze zaak te verdagen in afwachting van een rapport, uit te brengen door den Inspecteur der visscherijen. een wassen neus is. Immers wanneer de Raad hem nu wel kan benoemen, maar B. en W. recht hebben tot ontslag als ambtenaar ter secretarie en daar uit dan noodzakelijk voortvloeit dat ontslag als Ambtenaar B. St. wordt gegeven, be- teekent dit alles niets voor den Raad. Een heftige woordenwisseling tusschen den Voorz. en den heer D e Wolf volgt nu. Met 8 stemmen wordt de heer Reinders be noemd 4 stemmen waren in blanco uitge bracht, terwijl de heer De Wolf zich buiten stemming hield. Punt VI. Benoeming van een lid der Com missie van toezicht op het Lager Onderwijs. Voor deze benoeming, noodig geworden door het bedanken van den heer A. F. Hingst, be velen B. en W. aan, de hh. W. Kuiper en H. J. Haitink. Met 7 stemmen wordt de heer Kuiper be noemd op den heer Haitink waren 3 stemmen uitgebracht, 1 op den heer L. Bakker Wz., 1 op den heer K. v. d. Veen en 1 in blanco. teronderzoek Sub f, g en aangenomen. i schrijven van h.h. Regenten van het O. B. W. inzake het aanbrengen van een Volière in het Wilhelminapark. B en W. stellen voor gunstig op dit ver- >k te beschikken de verdere uitvoering van 'besluit wordt opgedragen aan B. en W. gepleegd overleg met de commissie voor j adres van S. Ligthart e.a., verzoekende •- ver- dan op de geheele zaak meer licht gevallen. Nu de Voorz. het heeft geweigerd, gaat Spr. mee met het voorstel- -IJtsma. De Voorz. vindt het beter de afloop van het proces af te wachten. De heer IJ t sm a had juist in deze Verg, meer helderheid bij de discussies gewenscht gevonden. Toen de Raad De J. ontsloeg was dit onder de belofte: hiermee begint de schoonmaak aan de secretarie. Vanavond kan men door Sprs. voorstel aan te nemen toonen dat men niet De Jongh per- s o o n 1 ij k heeft willen treffen. De heer W e s t r a zou het toch ongemoti veerd vinden adressant iets te geven waar voor hij geen diensten heeft gepresteerd. Vol gens de verordening zou hij in een gewoon geval bij eervol ontslag, ook niet meer krij gen dan f 227.50. De heer D r. B o u m a krijgt uit ie discus sies den indruk dat men van het ”001118 te rug wil komen. Krijgt men later b w ij z e n dat het vonnis onrechtvaardig is geweest, welnu dan zou men er dan op terug kunnen komen. De heer De Wolf zegt dat de Raad op d# bewuste, veelbesproken besloten zitting met ’n kluitje in het riet is gestuurd. De J. zoo werd beweerd was op de secretarie niet te handhaven en zou gelegenheid krijgen ontslag te vragen, daarna zou de zaak-Feikema aan hangig worden gemaakt enz. Had de Raad toen eenig vermoeden gehad dat de J. zoo direct maar zou worden verwijderd, wel dan was men er vast niet voor te vinden geweest. Met mooiklinkende woorden is de Raad om de tuin geleid. De Voorz. vraagt of de heer De Wolf mis schien meent dat het D.B. hem had moeten vragen of het ’t recht had De J. na alles wat ci was voorgevallen, als commies te ontslaan B. en W. ontleenen hun recht aan de wet. De heer Wilhelmy begrijpt niet dat het D. B. zich er mee tevreden heeft gesteld dat de secretaris van de zaak-Feikema een civiele actie heeft gemaakt en geen strafrechterlijke vervolging. Nu gaat alles zoo geheim mogelijk en gaat de geheele zaak de doofpot in. Zoolang dan ook de heer Van der Laan ds belofte niet heeft nagekomen Feikema straf rechterlijk te vervolgen, zoolang, meent Spr., heeft eerstgenoemde zich niet ontdaan van de smet hem aangewreven. De Voorz. antwoordt dat B. en W. er bij den Officier van justitie op hebben aangedron gen een strafrechterlijke vervolging in te stel len, waarop echter de Officier verklaarde dit noch raadzaam noch mogelijk te achten. Het doet deit heer IJ t s m a genoegen dat een ander nu heeft gezegd wat hem daar straks werd geweigerd te zeggen al, had Spr. de zaak dan ook op een andere manier willen uiteenzetten. Spr. wil nog even in verband met het antwoord van den Voorz. aan den heer De Wolf opmerken.dat het D. B. zelf indertijd De J. wel als ambtenaar ter secretarie had mogen ontslaan, maar omdat men dat liever alleen niet aandurfde heeft men den Raad er vooraf naar gevraagd. Dat deze zaak aanleiding tot vele onaangename dingen is geweest, is waar. Ons is voorgespiegeld’t is niet alleen om De Jongh te doen. Vooral door den Voorz. is dit in de besloten zitting her haaldelijk met nadruk gezegd. In de openbare Verg., die volgde was echter het blaadje ge heel omgekeerd. Als men op dit oogenblik overweegt welke finantieele gevolgen dit ontslag voor De J. heeft is het een zeer billijk voorstel hem f 400 te geven. De Voorz. vraagt of de heer IJtsma zijn voorstel tot inwinning van een rechtskundig advies handhaaft. Deze antwoordt dat er wel is gezegdhet draait toch op ’t zelfde uit, maar voor adressant zou het in de toekomst wel verschil maken, indien hem pensioen of een gratificatie is verleend. Daar Spr. echter ziet dat er toch geen kans bestaat dat dit voorstel wordt aangenomen, trekt hij het in. Hierna komt in stemming het voorstel-Brou- wer om f 500 gratificatie te verleenen. Met 7 tegen 6 stemmen wordt het verwor pen. Tegen stemden de hh. Dr. Bouma, Westra, Gorter, Visser, Dwarshuis, Huges en Mr. Vel- lingavoor de hh. De Wolf, Brouwer, Bont, De Boer, Wilhelmy en IJtsma. Met 7 tegen 6 stemmen wordt hierna aan genomen het voorstelIJtsma om f 400 grati ficatie te geven. Voor stemden de hh. Wilhelmy, De Wolf, IJtsma, Huges, Bont, De Boer en Brouwer te gen de hh. Dr. Bouma, Westra, Gorter, Mr. Vel- linga, Visser en Dwarshuis. (De heer Dwarshuis vertrekt.) Naar aanleiding van de vraag van den Voorz. wanneer men deze gratificatie wenscht te doen ingaan, stelt de heer IJtsma voor, dit te doen vanaf den datum waarop het trak tement is ingehouden, welk voorstel wordt aangenomen. Voor stemden de de hh. De Wolf, IJtsma, De Boer, Bont, Brouwer, Huges, Wilhelmy en Visser, terwijl de hh. Westra, Mr. Vellinga, Dr. Bouma en Gorter zich buiten stemming hielden. De heer Westra is van oordeel dat dit rapport niet te verwachten is vóór de a.s. ver pachting, zoodat men in elk geval voor één jaar moet besluiten tot verpachting of tot het uitgeven van consenten. Na eenige bespreking wordt besloten bij den Inspecteur te informeeren tegen welken datum ongeveer het rapport kan worden te gemoet gezien. k adres van Wed. M. Posthuma, verzoe kende haar vaartuig voor pontveer door de gemeente te doen overnemen. 1 schrijven van J. Steggerda met verzoek om gratis localiteit voor een op te richten zangschool. Sub k en 1 worden om prae-advies gesteld in handen van B. en W. m. adres van fa. Terweege te Tilburg, standplaats op de a.s. kermis verzoekende voor hare tent Klein-Zwitserland, lang 73 M. Ter afdoening gesteld in handen van B. en W. n adres van de N.-V. C. en A. Brennink- meijer, waarbij zij in beroep gaat tegen het besluit van B. en W. inzake ontheffing van art. 8 der bouwverordening. Om prae-advies gesteld in handen van B. en W. o adres van W. Nieveen e.a. vormende eene commissie uit aandeelhouders der Ijsbaan, retributie van aanlegkosten der baan verzoe kende. Het D. B. stelt voor, afwijzend op het ver zoek te beschikkep. De heer De Wolf merkt op dat uit de over gelegde contracten duidelijk blijkt dat adres santen niet ’t minste recht op retributie kunnen laten gelden. De heer Huges erkent dat het recht aan de zijde van den Raad is, maar vraagt of het billijk is deze met het geld der aandeel houders aangelegde baan te annexeeren, zon der eenige retributie te geven. De heer Mr. Vellinga zag dit adres gaarne in handen gesteld van het D. B. ten einde in een volgende Verg, naar aanleiding van een gemotiveerd prae-advies er over te kunnen beslissen. De heer IJ t s m a meent dat de kwestie een voudig deze is r e c h t op vergoeding kun nen adressanten niet laten gelden wil de .Raad dus uit m e d e 1 ij d e n met de heeren die er hun geld in staken retributie geven ja of neen. Overeenkomstig het voorstel van het D. B. wordt afwijzend op het adres beschikt. p schrijven van G. Lanting, verlenging der bestrating aan de Kerkhofsgracht verzoekende. Ter voorbereiding gesteld in handen van B. en W. q adres van de Ver. tot bestrijding der Tuberculose, verzoekende haar als tijdelijke bergplaats een locaal boven de Waag te wil len afstaan. Ter afdoening gesteld in handen van B. en W. r schrijven van B. J. Boerrigter, houdende aanneming zijner herbenoeming tot curator van het Gymnasium. Voor kennisgeving aangenomen. Punt III. Adres om eervol ontslag van Dr. van Esveld, als leeraar aan het Gymnasium. Het gevraagde eervol ontslag wordt tegen 1 April a.s. verleend. Punt IV. Adres om eervol ontslag van Dr D. Heeringa, als leeraar- aan het Gymnasium. Dit eervol ontslag wordt eveneens tegen 1 April a.s. verleend. Punt V. Benoeming van een Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. B. en W. stellen voor, de nieuwbenoemde commies ter secretarie de heer W. Reinders, te benoemen tot ambtenaar van den B. St. De heer De Wolf vraagt of, wanneer een commies ter secretarie is benoemd, deze dan tot ambtenaar van den B. St. moet worden benoemd. De Voorz. antwoordt dit bevestigendan ders zou hij in conflict komen met zijn in structie. De heer De Wolf vindt dat dit benoemen door den Raad dan Punt VII. Adres van J. B. de Jongh om pensioen. B. en W. stellen voor, afwijzend op dit ver zoek te beschikken wijl het verleenen van pensioen in dezen in strijd met de verorde ning zou zijn. De meerderheid van het college (de beide Wethouders) echter, stellen voor, hem ook met het oog opzijn 31 dienstjaren, eenjaarlijksche gratificatie groot f 225 te verleenen. De heer Wilhelmy krijgt thans het woord tot het stellen zijner vragen tot den Voorz n.l. a Is het u ook bekend dat de toestand ter secretarie slechter is dan die was tijdens de aanwezigheid van De Jongh b Bestaat er geen vrees dat men thans krijgt een uittocht van het goede personeel c Is u genegen een raadscommissie te be noemen, opdat deze de toestand ter secretarie grondig kan onderzoeken De Voorz. zou niet kunnen zeggen bezwaren te hebben tegen een raadscommissie, maar die commissie zou dan ten volle bevoegd moeten zijn tot beoordeeling van het werk en de gang van zaken ter secretarie. Wat de verhouding ter eecretarie betreft meent de Voorz. te mogen constateeren dat die niet minder, Spr. zou haast zeggen iets beter is dan vóór het ontslagDe Jongh. Over het werk van de nieuwe ambtenaren kan Spr. niet direct zijn oordeel zeggen. De heer Wilhelmy heeft een en ander al leen hierom willen vragen omdat hem is ver teld, dat de tegenwoordige ambtenaren vree- zen ook zonder vorm van proces te worden verwijderd, zoodra ze zich ee: c-szins uitlaten over de zaakDe Jongh. Zit daar werkelijk iemand ter secretarie die tot zooiets aan leiding geeft of zijn het alleen maar praatjes, dan is het wat anders. Spr. hoopt dat de Voorz. waar deze zoo ferm is begonnen, nu ook verder zal doorzetten. De Voorz. geeft den heer Wilhelmy den raad zich niet aan praatjes te storen, 't Ver wondert Spr. dat de heer W. hem niet per soonlijk hiernaar heeft gevraagd, maar er mee komt in een openb. Verg. Zooals gezegd naar Sprs. bescheiden meening is de toestand iets beter dan die is geweest. „Uwe goede wenk op te volgen, mijnheer W. om voort te gaan zooals wij zijn begonnen, hangt van omstandigheden af. Daarover kan ik nu nog niet oordeelen. Meer kan ik u niet zeggen’’. Wat de vraag omtrent een raadscommissie betreft, moet Spr. antwoorden niet te weten welke commissie in dezen tot oordeelen be voegd zou zijn. De heer De Boer vindt de gratificatie, let tende op de langdurige dienst van adressant, zeer gering. De heer D r. Bouma zegt dat de beide Wet houders zich ook nu hebben gesteld op het standpunt, aldoor door hen ingenomen. Toen indertijd bleek dat De J. niet was te hand haven heeft men hem de gelegenheid willen geven ontslag met pensioen te vragen. Het doel is alleen geweest de toestand ter secre tarie te verbeteren, waarin niet lag opgesloten hem finantieel schade te berokkenen. Nu hij, doordat de zaken zoo;zijn geloopen, geen recht op pensioen heeft moet het in de vorm van een gratificatie. Het door de Wethouders voor gestelde bedrag komt vrijwel overeen met het geen hem thans als pensioen zou worden uit gekeerd nl. f 227.50. In geen geval zou Spr. hooger willen gaan dan het bedrag waarop hij, ingeval pensioen was verleend, recht had gehad. De heer De Wolf zegt dat het D. B. de plank geheel mis slaat. De J. is niet oneervol ontslagen hij is ge woon ontslagen. De verordening sluit in een geval als dit geen pensioen uit. De Voorz. merkt op dat een ontslag niet- eervol is wanneer er niets bij wordt vermeld dus zooals hier ontslag is gegeven. De heer Westra vestigt de aandacht op art. 9 der verordening waar sprake is van pen sioen ingeval van eervol ontslag op verzoek verleend, terwijl De J. niet op verzoek is ont slagen. Aanspraak op pensioen heeft hij dus niet. Waar echter geen klachten over zijn werk zijn ingekomen wil de meer derheid van het D. B. in de vorm van een gratificatie met hem afrekenen. Spr. raadt ten sterkste af hooger te gaan dan f 227.50, wat een groote onbillijkheid zou zijn tegenover de andere deelnemers in het pensioenfonds. De heer IJtsma moet opmerken dat door de Wethouders nu wel wordt beweerd dat hem geen pensioen kan worden toegekend, maar zeer verdienstelijke advocaten denken daar anders over. Door de hh. Dr. Bouma en Westra wordt gezegd, dat De J. geen finantieel nadeel moet hebben, van het feit dat hem ongevraagd ver lof moest worden gegeven. Zoo beschouwd is de gratificatie veel te laag, want dat het De J. belangrijk finantieel nadeel berokkent staat vast. Trouw en ijverig heeft hij zijn plichten vervuld, hetgeen hij nog langen tijd had kun nen doen om daarna volledig pensioen te ge- (Verg, van Dinsdag 21 Januari '13, ’s avonds 71/2 uur.) Voorzitter de heer P. J. de Hoop, Burge meester. Secretaris de heer Jac. v. d. Laan. Aanwezig 13 leden; afwezig met kennisge ving de heer Zelvelderéén vacature wegens het bedanken van den heer Elzer. De Voorz. opent de Verg., waarna de heer IJtsma verlof vraagt en verkrijgt om na af loop der agenda een vraag tot het D. B. te mogen richten naar aanleiding van de gehou den onderhandsche aanbesteding van eene herstelling aan de gem. watermolen. De heer Wilhelmy zou in verband met punt VII vóór de besprekingen daarover, een vraag tot den Voorz. willen richten inzake den toestand op de.secretarie, hetgeen even eens wordt toegestaan. t' Punt I. Vaststelling van notulen. De notulen der vorige Verg., welke ter visie hebben gelegen, worden onveranderd vastge steld. Punt IL Mededeeling van ingekomen stuk ken enz. Ingekomen zijn: a b, c en d resolutiën van hh. Ged. St., waarbij achtereenvolgens zijn goedgekeurd het raadsbesluit tot af- en overschrijving be groeting, dienst 1912dat tot aankoop van grond in het Sperkhemde gemeentebegroo- ting voor 1913 en het gemeenschappelijk be sluit tot intrekking der verordening op den Macadamweg SneekBolsward. Deze stukken worden voor kennisgeving aan genomen. e schrijven van hh. Regenten van het O. B. W. inzake besteding bijdrage Hulp in Nood aan halve weezen. De Voorz. stelt voor, dit stuk ter fine van advies te stellen in handen der finantieele commissie, waartoe na eenige bespreking wordt besloten. f schrijven van B. en W. geleidende het verslag over hun jaarlijksch bezoek aan de instellingen van liefdadigheid g schrijven van „Het Sneeker Muziekcorps”, houdende dankbetuiging voor de over 1913 verleende subsidie h id. van L. Dokkum, houdende aanneming zijner herbenoeming tot deskundige voor wa ll worden voor kennisgeving - 7.50 -13.— ov eui. Graag zal Spr. zijne medewerking verleenen waar het geldt De J. te rehabiliteeren. De heer Visser vindt een rechtskundig ad vies overbodig, maar acht het billijk om waar geen pensioen mogelijk is, een gratificatie te verleenen. Finantieel te gronde is adres sant niet. De personen door den heer De Wolf genoemd, vallen buiten de pensioens-verordening en zijn wegens hoogen ouderdom of lichaamsgebre ken gepensionneerd. De heer Brouwer begrijpt best dat het voor het D.B. een moeilijke zaak was deze per soon, die men als een minderwaardig, een onordentelijk wezen beschouwde, pensioen te verleenen. De Wethouders komen nu met hun voor stel tot het geven eener grafiticatie. Men schijnt dus eenigszins van zijn beschouwin gen omtrent adressant te zijn teruggekomen, hetgeen bewijst dat zij geen geheel toege schroefd geweten hebben. Nu wordt er beweerdadressant kan nog wel wat werken. Men weet toch maar al te goed hoe moeilijk het is nog op 50 jarigen leeftijd iets anders te vinden terwijl ook deze geheele zaak hem een hinderpaal kan worden. Spr. is van meening dat, wil men De J. eenigszins schadeloos stellen, hem f 500 moet worden verleend. De heer Dr. Bouma ontkent dat de wet houders van idee zijn veranderd. Zij staan nog op hetzelfde standpunt als aldoor in deze zaak door hen is ingenomen. Op uitdrukkingen als „toegeschroefd gewe- ten“ enz. wil Spr. niet ingaanhij meent dat de heer Brouwer christelijker handelde, wan neer hij dergelijke uitdrukkingen er buiten liet. De heer Huges merkt op dat alle raads leden indertijd bij het ontslag beslist van meening waren dat hem een zeker bedrag moest worden uitgekeerd. Spr. vindt f 225, te laag en stelt voor het op f 300,— te be palen. De heer Wilhelmy betreurt het dat de Voorz. den heer IJtsma heeft belet de zaak strafvervolging—Feikema te bespreken. Er was A 1O cent per regel. nieten. Een schadeloosstelling is te meer noodig nu zelfs aan de voorwaarden waarop tot dit ont slag werd besloten niet is voldaan. De Raad toch kreeg de belofte van het D. B. dat zoodra De J. zou zijn ontslagen, de Secretaris direct een strafvervolging tegen Feikema zou in stellen. De Voorz. merkt op dat die kwestie thans niet aan de orde is. De heer IJtsma ziet toch ’t nauwste ver band tusschen deze zaak en het punt dat thans aan de orde is en zou daar graag een en an der van wfllen zeggen. De Voorz. kan dit niet toestaan als zijnde buiten de orde. De heer IJ t s m a zal die zaak dan thans laten rusten en in de volgende Verg, er over interpelleeren. Indien de wethouders adressant zoo volledig mogelijk willen schadeloosstellen, moet z. i. meer worden gegeven. Spr. stelt voor, thans niet uit te maken of er pensioen of een gratificatie zal worden ver leend, doch zou daarover eerst rechtskundig advies willen zien ingewonnen. Het uit te keeren bedrag stelt Spr. voor, te bepalen op f 400. De heer D r. Bouma vindt het idee van een rechtskundig advies wat vreemd. Als men er advocaten naar gaat vragen blijft het toch een dubieuse kwestie. Volkomen te goeder trouw hebben de wethouders als hun meening te kennen gegeven dat een gratificatie alleen mogelijk is. Spr. meent dat dat de eenvoudige, duidelijke en zekere zaak is, terwijl het toch ook op hetzelfde uitkomt. Door geen der beide wethouders is beweerd dat zij hem zooveel mogelijk willen schadeloosstellen. Zij achten het juist zeer bedenkelijk te gaan boven het bedrag bij verordening voorgeschreven. De Raad zou door het stellen van zulk een extra-premie, zichzelf een slag in het aangezicht geven. De heer Dwarshuis heeft zich verwon derd, dat door een meerderheid van het D. B. zulk een voorstel kon worden gedaan. Iemand die zelf niet ontslag heeft willen vragen, die het D. B. heeft getrotseerd, toch een gratifi catie verleenen, Spr. vindt het geld weggooien. Recht kan adressant er niet in ’t minst op laten gelden. Wil echter de Raad in dezen barmhartigheid plegen, welnu dan zal Spr. hierin niet tegenwerken. De J. kan nog wel wat verdienen, hij is nog niet afgewerkt en hij mag den Raad wel op bloote knieën dan ken dat hij nog iets krijgt. De heer De Wolf begrijpt de laatste spre ker niet. Z. i. is het voorstel van den heer IJtsma niet te bot, waar men hier toch heeft te doen met iemand, die men door dit ont slag moreel, zedelijk en finantieel heeft ver moord. De berekening van de h.h. Dr. Bouma en Westra gaat niet op als men op de pensioenen van anderen let. Spr. heeft op een lijstje eenige gepensionneerden n.l. met f 9,p. w 38 dienstj. f 342,42 pensioen - 28 - 260.— 28 -145.60 30 - 270.—

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1913 | | pagina 1