SNEEKERCOURANT (67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang)
LELIËNMELKZEEP
Uit onze Raadzaal.
IJ.
Ziekenverplegings-Artikelen.
WAAROM
OMDAT
Zaterdag 24 Mei 1913.
No, 68.
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
Officieel Orgaan der Gemeente Sneek.
RECL AM EKOLO M.
DOBBELMANN’s
Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH
Ged. Poortezijlen, - Hoek KleiflZand Sneek.
TELEFOON No. 150.
Firma B. MEiNDERSMA.
I BEECHAMS P1IXEN
DE JONG’S
Hagelslag-
Chocolade.
29e Jaargang.^
ANNEX
Boterham
BOZUM.
SPUITEN.
IA
nog dagelijks toe?
IRRIGATOREN.
CANULES.
GUMMI-SLANGEN.
GLYCERINE-
OOR-
NEUS-
KOORTS-THERMOMETERS.
H Kilo ƒ1.
1 Ons 0.24
ABONNEMENTS-PRIJS
Per jaar fl.franco per post fl.50, buitenland f5.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
ADVERTENT1E-PRIJS
15 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent.
Bij abonnement belangrijke korting.
Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel.
F.en nieuwe Chocolade
voor de
In bussen van
1 Kilo 1.80
M. Kilo 0.55
s
neemt het gebruik van
IS UW LEVER ZIEK?
GEBRs. TJALLEMA,
Huis- en Decoratieschilders,
men steeds meer van de deugdelijkheid
overtuigd wordt en ondervonden heeft,
dat onze Zeep van 25 Cts. per stuk
beter is dan het buitenlandsch fabrikaat,
hetwelk voor 40 Cts. per stuk verkocht
wordt.
Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tot Maandags- en Donderdags-
avonde ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrijdags-
morgens 10 uur.
Gebr. Dobbslrnarwt
NIEUWE SNEEKER COURANT
MM»
inzake
'A
(Verg, van Maandag 19 Mei ‘s avonds 8 uur)
18.' I'"".'.."'"MB- -2-i
Maak hem dan in orde; het is gemakkelijk te
doen. Zonder pijn, zonder stoornis;alleen door
het heilzaam effect merkt ge dat ge gene-
nezen zijt door
wsmm—wewewwirv11 ■noil hi rim——»mh—eme
ook hh. Ged. St. niet vast overtuigd zijn dat
het beslist is uitgesloten meer dan twee beni-
ficianten tegelijk ervan te laten studeeren.
Ook zou men, zeggen Ged. St. een fonds kun
nen vormen om later voor de beneficianten
een bedrag als reserve te hebben. Nog een
weg zou zijn meer af te schrijven op de eigen
dommen of grond aan te koopen. Want
de uitkeeringen zijn veel te hoog
voor zulke jonge menschen.
De Voorz. wil het voorstel-IJtsma grooten-
deels overnemen nl. dat de Raad als provisor,
den beheerder in overweging geeft een confe
rentie te houden, waar dan een raadscommis
sie den Raad kan vertegenwoordigen.
Naar Spr. is gebleken, acht de beheerder
de heer Mr. Verwer zulk een conferentie ge
wenscht.
De heer Mr. Vel ling a zal straks moeten
voorstellen de punten
IV. Rekening van het Burgerlijk Armbe-
bestuur en
V. Schrijven van den heer Commissaris
der Koningin, inzake het Buma-leen,
van de agenda af te voeren, waarvoor de stuk
ken wegens treurige familie-omstandigheden
van een commissielid niet klaar zijn.
Het laatste punt houdt zoo nauw ver
band met deze rekening en dit schrijven, dat
Spr. het gewenscht zou vinden ook dit stuk
te stellen in handen der finantieele commissie.
Deze kan dan eens overwegen in hoeverre
reorganisatie van het leen mogelijk is. Ter
wijl de schuld van het Bumaleen weldra zal
stijgen tot f 40.000, is de beide laatste jaren
aan elk der benificanten f 2500 en ruim f 2700
uitgekeerd.
De heer De Wolf merkt op dat door ver
zwaring van de schuldenlast de inkomsten
direct al met f 1000 zullen dalen. Spr. begrijpt
niet wat de Raad wil, hij heeft toch niets te
zei
een plaats als de onze de inkoopen evengoed
vóór als na 9 uur kunnen worden gedaan.
Waarom kan men wel tot Zondagsrust en
niet tot avondrust komen.
Ook is beweerdde vrije avonden gaan de
bedienden voor ander werk besteden bv. bij
houden van de boekenbij een dokter enz. Welnu,
Spr. moet in de eerste plaats opmerken dat
zooiets gewoonlijk slechts eenige avonden per
week en niet alle avonden in beslag neemt,
terwijl niemand daartoe wordt gedwongen,
maar zulks dan uit vrije wil wordt gedaan.
Voor ’t overige gelooft Spr. niet dat al deze
argumenten de hoofdzaak zijn, maar wel: vrees
voor schade in het bedrijf. Men heeft ge
sproken over schippers, die bij bakkers en
winkeliers ’s avonds laat hun inkoopen doen,
maar uit informaties bij brugwachters enz. is
het Spr. gebleken dat de schippers als regel
bij donker niet varen, zoodat dergelijke late
inkoopen slechts bij uitzondering voorkomen.
Dat de partijen zoowat gelijkstaan kan men
uit de adressen opmakenhet eene bevat 193
voorstanders, het andere 191 tegenstanders.
Het lijkt Spr. gewenscht dat de commissie
voor strafverordeningen eens kalm en bedaard
tracht een conceptverordening op te maken
en die den jRaad voorlegt.
De Voorz. hoopt niet dat alle discussies
van onlangs in deze Verg, zullen worden ge
repeteerd. Tegen het voorstel-Dr. Bouma heeft
Spr. dit bezwaar, dat men dan dezelfde co-
medie zou kunnen krijgen als te Leeuwarden,
waar het maken der concept-verordening
vergeefsche moeite isjjeweest
doordat de?lRaad zich .tegen winkelsluiting
verklaarde.
De heer Zelvelder meent dat indien de
burgerij uit vrije beweging en door onderling
overleg deze zaak goed had weten te regelen,
de overheid erjfzich dan niet mee had te be
moeien.
Maar Spr. vraagt zich af of het nadeel voor
de winkeliers zwaarder weegt dan het alge
meen belang. In de plaats van dwang, is er
sprake van een verplichting die de overheid
in het algemeen belang oplegt.
Gebleken is dat het vertoeven in een win
kel van morgens 8 tot avonds 9 uur (dus een
13-urigo werkdag) zoowel voor mannelijke als
vrouwelijkegbedienden te vermoeiend en
schadelijk voor de gezondheid Is.
Het aantal bedienden is veel grooter dan
het aantal winkeliers.
2; Door de^tegenstanders wordt wel met de
„vrijheid geschermd, maar als voorstander
wil Spr. juist opkomen voor de ^vrijheid van
al die bedienden.
Ook gelooft Spr. dat de schippers in dezen
te tragisch ten tooneele zijn gevoerd. Wel zal
de eerste tijd zulk een nieuwe maatregel
veel ongerief en verzet veroorzaken, maar na
eenigen tijd zal het nadeel niet^meer worden
gevoeld.
Reeds lang zouden de betrokkenen de zede
lijke plicht hebben moeten gevoelen tot ver-
vroegde winkelsluiting over te gaannu men
toe te brengen.
De heer IJ t s m a heeft in het adres der
tegenstanders veel gezochte en ook belachelijke
motieven gevonden o.a. dit: dat een stelletje
gemakzuchtigen anderen willen dwingen enz.
Dergelijke uitlatingen wil Spr. zetten op reke
ning van een kwaad humeur waarin ze op het
papier kwamendat zijn toch geen dingen
om bij zulk een ern'stige zaak aanjjte
halen.
Bij de proefneming, om uitgaande’van het
particulier initiatief een vervroegd^ sluitings
uur te krijgen is werkelijk wel eenige; dwang
op de kleine winkeliers uitgeoefend; maar hoe
is het toch mogelijk dat men eraan denkt
dat door vervroegde sluiting'minder consump-
tie-artikelen zullen worden gebruiktzooiets
begrijpt Spr. niet.
Ook schrijven de tegenstanders: wij dwin
gen niemand en’jnu willen zij ons dwang op
leggen Dat woord „dwang doet wel opgeld,
maar is wel ooit eenige wet of verordening
tot stand gekomen die geen enkele tegen
stander had Juist met de tegenwoordige
toestand dwingt de minderheid door de con
currentie de meerderheid.
Waar in hun adres [sprake is van „de dag
bladen, waarin men zooveel omtrent de on-
ng name gevolgen van winkelsluiting heeft
kuin.et. lezen daar 'zou Spr willen wijzen
op het Chr. Volksdagblad, dat meldt „hoe har
telijk dankbaar velen zijn voor de nieuwe
regeling, nu het werk wat vroeger gedaan is.
Wel lijdt de gemeente schade door minder
verbruik van gas of electriciteit.”
Het is niet de|bedoeling alleen kort en bon
dig te bepalen 9 uur sluiting, maar getracht
moet worden
een zoo goed mogelijke^regellng
tot stand te brengen.
Nu zegt men wel in dat adres„geen eer
lijk man, die in zijn eigen zaak z’n brood wil
verdienen, wil zich laten dwingen”, maar Spr.
zou willen vragen of zoo iemand nu toch niet
reeds door allerlei dingen is gebonden.
Vooral hetjslot
„Wij leven vrij
Wij loven blij
Op Neêrlands dierbren grond”
heeft Spr. [getroffen. Welk een eigenaardige
indruk zou het maken wanneer bij allerlei
kwesties dit lied werd aangehevenmen zou
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, Burge
meester.
Secretaris de heer Jac. v. d. Laan.
Aanwezig 13 leden; afwezig de heer Visser;
één vacature, ontstaan door het bedanken van
den heer Elzer.
De verschillende discussies in deze Verg,
gevoerd, welke wegens plaatsgebrek in ons
vorig nummer achterwege moesten blijven, la
ten we hier volgen
Ingokomen stukken sub f
Rekening Bumaleen 1911/1912,
ingezonden door hh. Ged. St. met missive, be
vattende verschillende overwegingen inzake
dit leen, o. m. deze
Herinnerd wordt aan eene resolutie van
hun college van Oct. 1911, waarbij ook zij „de
uitkeeringen te hoog vinden en betwijfelen of
ze aan het doel van den stichter beantwoor
den en of ze kunnen strekken in het studie-
en moreel belang van den gebenificieerde.
Evenwel het voor dc hand liggend middel
ter verbetering nl.
meer dan twee
jongelingen te gelijkertijd van het leen te doen
genieten, schijnt door de bewoordingen van
het testament ten eenenmale uitgesloten.
Waar er wellicht ook andere mogelijkheden
tot reorganisatie bestaan als snellere aflos
sing of gedeeltelijke uitkeering teneinde een
reservefonds te kunnen vormen, is het college
bereid een commissie uit haar midden af te
vaardigen naar eene met den bestuurder en den
provisor (de Raad van Sneek) te houden con
ferentie. Zij achten het gewenscht dat vooraf
door den provisor ter kennis van hun college
worde gebracht eenig denkbeeld of voorstel
dat op een te houden conferentie tot grond
slag van gedachtenwisseling zou kunnen strek
ken.”
De V oorz. stelt voor dit stuk later te be
handelen wanneer de rekening aan de orde
komt.
De heer IJtsma zou willen trachten in
dezen tot meerdere klaarheid te komen De
zaak is niet recht duidelijk, waarom z.i. een
deskundig onderzoek van het testament ge
wenscht zou zijn. Hij stelt voor, eene raads
commissie te benoemen, die, voorgelicht door
een deskundige de zaak kan onderzoeken en
rapport uitbrengt aan den Raad. Daarna zou
dan eene conferentie gehouden kunnen wor
den.
De Voorz. zegt dat B. en W. van meening
zijn dat hh. Ged. St. tot een conferentie moe
ten uitnoodigen. terwijl hh. Ged. St. van oor
deel zijn dat zulks moetuitgaan van den Raad
als provisor van het leen.
Het?bevreemdt den heer Zelvelder dat
waar de Raad reeds 5 Oct. ’ll het denkbeeld
van eenr conferentie opperde, pas nu antwoord
wordt ontvangen. Uit het stuk blijkt Spr. dat
Suupmarkt, SNEEK
Solied adres voor alle WERKZAAM
HEDEN het vak betreffende.
Eigen Malerij met de nieuwste machines
volgens oud recept.
Enorme keuze in BEHANGSELPAPIER
uit voorraad en op staal.
heer Pollema, omdat het in de pers is voor
gesteld alsof hij om voor zijn zoon een beurs
té verkrijgen zich onvermogend heeft laten
verklaren.
Spr. gelooft wel dat het den heer Pollema
is gegaan als dien Arabier die dachtde hond
blaft, de karavaan trekt door.
De heer W e s t r a merkt op dat de Raad
als provisor alleen het bedrag der pensies
heeft te beoordeelen. Hij vindt het jammer
dat de heer Dwarshuis thans in openbare
Verg, iets ter sprake heeft gebracht, wat reeds
tweemaal in besloten zitting ter tafel is ge
weest, en waarover het volgens Spr. beter is
in openbare Verg, te zwijgen.
Ten slotte wordt besloten het testament
met de stukken ter bestudeering in handen
te stellen van de finantieele commissie, waarna
de Raad den beheerder zal verzoeken eene
conferentie te doen houden.
Punt X. Adres van K. Feikema, om een
batte te mogen leggen op gemeenteland.
Adressant verzoekt dit teneinde zijn perceel
sectie A Nr. 5 te verbinden met de landerijen
Convent Ee.
Gehoord het advies der Commissie voor de
gem. eigendommen, stellen B. en W. voor, af
wijzend op het adres te beschikken, daar zulks
niet in het belang der gemeente
wordt geacht. Ook in’verband met de plan
nen tot oprichting van een waterschap aldaar
komt het gevraagde hun ongewenscht voor.
De heer De Wolf wil als lid der commissie
van gemeente-eigendommen opmerken, dat ook
do comm. duidelijk deze bezwaren had ge
zien, maar toestemming had willen geven tot
het aanbrengen van een landhoofdje, opdat de
huurder na gepleegd overleg met de eigenaars
van de omliggende landen er later de batte
kon leggen.
De Voorz. zegt dat B. en W. in overleg
met de comm. voor de landerijen komenjmet
hun voorstel tot afwijzendeËbeschikking. Men
acht het een gevaarlijk iets, een servituut te
leggen op gemeenteland.
Bovendien zal bedoelde vaart deel uitmaken
van het eerlang- op te richten waterschap.
De heer Do Wolf blijft erbij dat het hem
beter lijkt adressant ter wille te zijnzoo
niet dan heeft deze het recht om b.v.' zijn
vee met een praam waarop een losse batte
te vervoeren en dan had de gemeente haar
recht verspeeld.
De heer W e s t r a vindt toch dat men niet
mag ^treden in de rechten van de eigenaren
der achtergelegen landen.
Misschien zou men adressant later ter wille
kunnen zijn.
De heer IJ t s m a zou in verband met de
lange en lastige uitweg dezer landerijen wil
len voorstellen, te onderzoeken of de andere
eigenaren bereid zijn mede te werken tot
een goede oplossing van deze kwestie.
Laat in dat geval de gemeente dan geen
hinderpaal|zijn.
De Voorz. zou het een gevaarlijk besluit
vinden, op het verzoek in te“gaan, wat geen
gem.-belang is, maar slechts in het voordeel
der eigenaren zou zijn.
De heer W e s t r a vindt het voorzichtiger
er niet mee te beginnen, om geen protest uit
te lokken van de eigenaren [der meer ooste
lijk gelegen landerijen.
De heer H u g e s verwacht ook veel last der
overige huurderseen ander geval zou het
zijn indien adressant huurder was van^a’l 1 e
landerijen daar.
De heer IJ t s m a wil vragen of het voor
deel dat ènjjde huurders én de eigenaren er
van hebben, niet opweogt tegen het bezwaar
dat het voor de gem. oplevert. Omdat er zich
bezwaren voordoen, moet men niet maar de
gemakkelijkste weg kiezen en ’t afwijzen, maar
trachten die hinderpalen uit den weg te rui
men. Spr. stelt voor, adressant in overweging
te geven te trachten met de eigenaren der
omliggende landerijen tot een overeenkomst
te geraken.
De Voorz. zou willen vragen wie nu ooit
zijn eigendom zal bezwaren ten behoeve van
derden.
De heer W e s t r a zegt dat indien de heer
IJ. zich beter op de hoogte had gesteld, hij
bepaald niet met zulk een voorstel zou ko
men. De gemeente Sneek zou dan de lande
rijen van Wijmbritseradeel reed geven over
de hare. Zulks zou toch geen gem. belang zijn.
Het "voorstel-IJtsma wenscht de heer D e
Wolf te ondersteunen indien de bepalingen
van het contract van kracht blijven.
Waar de heer IJ. het voorstel echter los
van het contract wenscht te houden, wordt
het nietondersteund en wordt met 11 tegen
2 stemmen (van de h.h. De Wolf en IJtsma)
het voorstel van het D. B. tot afwijzende be
schikking aangenomen.
Punt XII. Adressen enz.
verplichte winkelsluiting.
Aan de orde zijn thans de volgende adres
sen «J
a van de fa. Johs. Tromp e.a. allen winke
liers, verzoekende eene verordening inzake ver
plichte winkelsluiting in het leven te roepen;
b van de Ver. van Chr. Handels- en Kan
toorbedienden adhaesiebetuigende met
adres
c van fa. L. Cock e.a. allen winkeliers, ver
zoekende geen verplichte winkelsluiting in te
voeren en
d van de Kamer van Kooph. en Fabr., die
meent dat het niet op den weg van den Raad
ligt de winkelsluiting verplichtend toestellen.
B. en W. nemen nog hun zelfde standpunt
in van 30 Juli ’12 en stellen, tevens lettende op
de gevolgen die zulk eene verordening elders
had, voor, afwijzend op hetgverzoek van Fa.
Tromp e.a. te beschikken
(Bij het op 30 Juli ’12 behandelde verzoek
van de Afd Sneek van den Ned. Bond van
Handels- en Kantoorbedienden om vervroegde
winkelsluiting, luidde het prae-advies van B.
en W.„Overwegende dat uit het gehouden
onderzoek niet voldoende is gebleken, dat een
wettelijk geregelde vervroegde winkelsluiting
hier ter stede gewenscht zou zijn, stellen B
en W. voor afwijzend op het adres te be
schikken”).
De heer D r. Bouma kan zich met het voor
stel van de meerderheid van het D. B. niet
geheel vereenigen. Het lijkt’Spr.^moeilijk in
deze Verg, een pricipieele stemming te houden.
Tal van voorstanders kunnen zich alleen door
toevoeging van verschillende uitzonderings
bepalingen met het denkbeeld vereenigen, ter
wijl zulks waarschijnlijk ook voor sommige
tegenstanders eenig verschil zou maken.
Spr stelt voor, de zaak voor nader onder
zoek te stellen in handen der commissie voor
de strafverordeningen.
Spr. gelooft niet dat het ideeverplichte
winkelsluiting onmogelijk of ongewenscht is
en wil de argumenten uit het adres van de
tegenstanders eens nagaan:
Men is tegen dwang, maar dwang is iets
wat men bij sociale wetgeving steeds krijgt.
De tegenstanders van sociale wetgeving ko
men telkens met dat argument „geen dwang”
maar absolute vrijheid is niet meer mogelijk.
Dat men te Amsterdam
veel dwaasheden enj'relletjes
van de verordening heeft waar, maar
Spr. meent toch ook dat.wij nier geheel an
dere toestanden hebben.
Vooral in die stadsgedeelten van Amster
dam, met veel avond- en nachtverkeer vielen
de meeste relletjes voor. Spr. gelooft dat in
iggen, want de beheerder is de baas.
De heer W e s t r a zegt dat verlaging van
de schuldenlast meer gev. cnscht zou zijn dan
aankoop van grond. Bij de bouw van de nieuwe
boereplaats heeft het D.B. in overweging ge
geven de kosten spoedig af te lossen.
De heer IJtsma had met zijn voorstel deze
bedoeling dat door een voorafgaand
grondig onderzoek van het testament,
op eene eventueele conferentie werkelijk dege
lijke besprekingen zouden kunnen worden ge
houden.
Spr. zou er zich mee kunnen vereenigen geen
nieuwe raadscommissie te benoemen, doch
het testament in studie te geven aan de be
staande finantieele commissie.
De heer D w a r s h u i s vindt dat het testa
ment aan duidelijkheid niets te wenschen over
laat. Bij een studie van meer dan 5jaar(b.v.
in de medicijnen) is het wel gewenscht dat
gedurende 5 jaren eene ruime uitkeering wordt
gegeven.
Spr. betreurt het dat een lid van den Raad
deze kwestie
aan da groote klok
heeft gehangen en haar in de pers ter sprake
heeft gebracht. Was hij daarbij alleen zakelijk
gebleven, dan was zulks nog iets anders, maar
hij betreedt ook het persoonlijk terrein. En
juist door dat persoonlijk element treft hr
iemand, die veel voor Friesland en onze plaats
heeft gedaan.
Spr. vindt dit alles unfair tegenover den
blijft talmen is het aan de overheid hen er-
dit
NIJMEGEN