f25
f2000
T.
ZIJN MOORDENAAR.
SNEEKER COUR ANT (67s>fJaargang) WYMBRITSER ABEEL (IDJaarg ang)
LDAALDERS
"iJ“K" f 700 o f ISO v" f 75 wf cn
Invaliditeit. XrW Overlijden. J UV of Oog. J van een D u 1 m- 1 sJV Wijsvinger.
I MLUN
29e Jaargang.
Zaterdag 20 September 1913.
No, 103.
Officieel Orgaan der Gemeente Sneek.
RECLAMEKOLOM.
Nieuwstijdingen.
s-
Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGS
Ged. Poortezijlen, - Hoek KleiflZafld - Sneek.
TELEFOON No. 150.
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
pggT" De Abonne’s op dit blad worden op aanvraag Gratis verzekerd tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande
bedragen. (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.)
A. B.
I
bij
O v e r 1 ij d e n.
bij verlies van
elke andere
V i n g e r.
Leeuwarden.
Lemmer.
Sneek
Wolvega.
Iemands vertrouwen winnen is niet zoo
moeilijk als het te herwinnen.
o
Feuilleton.
Bijna angstig zag hij haar in het gelaat,
als zocht hij daarin de bevestiging zijner
woorden te lezen. Clarissa aarzeldezij wist,
hoeveel smart zij hem zou doen en hoe
weinig hij verdiende, om zijn broeders wil,
die zoo ver beneden hem stond, te lijden.
Doch waarheid boven alles.
„Ik zal het beproeven, eerlijk beproeven
u het geheel te schenkenik zal strijden
als een heldin. Geve God, dat ik overwinne 1”
Bruno boog het hoofd over Clarissa’s
handzij voelde een traan daarop vallen.
„Gij bemint een ander,” fluisterde hij haar
toe en zijn vleiende blik trof haar in ’t hart.
Clarissa knikte
„Ik beminde thans niet meer.”
„Kan liefde dus vergaan
Een purpergloed vloog over haar wangen
zij voelde, dat Bruno waarheid bad gespro
ken zij voelde dat zij, hoe zij zich ook had
voorgenomen, waar te zijn, tooh onwaar was
geweest.
„Gij bemint mijn broeder Richard”, ver
volgde hij.
Clarissa knikte nogmaals.
„Ik wist het; dat is een ongeluk.”
Het hoofd zonk hem op de borsthet
gelaat verborg hij in beide handen.
„De reiger moet met den reiger het veld
intrekken, om zijn eigendom te beschermen.”
„Hoe moet ik dat verstaan 1”
Clarissa vertelde hem de voorspelling der
oude vrouw.
„Hare vermaning sloeg op uw broeder
Richard, doch voert ook gij niet hetzelfde
beeld in uw wapen Wie zal de sterkste
zijn van u beiden Eén reiger brengt mij
gevaar aan, niet tweede eene beschermt
mij tegen den andere, zoo zal ik het ver
staan. Het hart dat zwakke hart zal
Groningen.
Tenville (Michigan).
E. VON WALD—ZEDTWITZ.
(Schrijver van „De dochter van den Spion").
20).
Ook op Clarissa miste de natuur hare
uitwerking nietzij dacht, dat het haar op
dit oogenblik licht zou vallen, Bruno een
ruimen blik in haar binnenste te gunnen.
Zij kende hem; edel was zijn ziel, slechts
het zelfvertrouwen ontbrak hem, het bewust
zijn van zijn eigen waarde om ook de we
reld daarvan te overtuigen. Zwijgend, als
bij overeenkomst, lieten zij zich op een bank
neer en hun droomende blikken dwaalden
over de stemmige omgeving.
„Wilt ge van mij een ernstig woord hoo-
ren, Bruno?” vroeg Clarissa rustig, terwijl
zij hem open in het gelaat zag.
„Gij weet, dat ge aan mij steeds een op
merkzaam toehoorder hebtspreek, Clarissa,
doch laat mij aan uwe voeten rusten, opdat
ik dan beter in uwe oogen kan lezen.”
Bruno nam haar hand in de zijne en liet
zich neer aan haar voetenmet de diepste
zaligheid in zijn blik zag hij tot haar op.
„Sedert gisteren heb ik u mijn hand ge
reikt, Bruno
„En als God het wil, schenkt ge mij ook
spoedig uw hart.”
De heer T. van Djjk, vroeger
hoofd der Chr. school alhier, thans uitge
zonden naar Soemba, krjjgt daar tot taak
toezicht te houden op het onderwjjs en
vooral de vorming van inlandsche onder
wijzers te bevorderen. Hjj voert daartoe den
titel van schoolopziener en geniet eene Rjjks-
subsidie van f 250 per maand.
De jonge man, die in den nacht van 21
op 22 Augustus te Kockengen (Utr.) de
ouderlijke woning verliet, met medeneming
van een aanzienlek bedrag van effecten, is
weer terecht.
Een zijner kennissen deed aanwijzingen,
waarop Maandagavond zijne aanhouding te
Amsterdam volgde.
Zjjn oom bracht hem naar het ouderlijk huis
terug. Het grootste deel van de effecten had
hij nog bjj zich.
Al weer is een jachtopziener slachtoffer
van stroopers geworden. Thans werd op den
18.
misschien hier en daar nog aarzelen, doch
Hij, daarboven, zal mij sterken. Kom, Bruno,
wees geproost, nu weet gij alles!”
„Ja, alles 1”
Het kerkklokje galmde over de vlakte
men droeg thans de oude xrouw naar het
kerkhof; over de zee ruischte het en in de
twijgen werd het gefluisterd de geheele
wereld was in zoete overeenstemming en
de verloofden gevoelden zich in dit uur meer
dan ooit tot elkaar aangetrokken.
De heide slaapt, geen geluid, geen klank,
soms in de verte een kort honden gebas.
Hoe warm, hoe zoel de nacht, toen duizen
den en duizenden sterren aan den hemel
schitterden. Irmgard slaapt, het heidekruid
is haar peluw, een bremstruik haar kussen.
Geen vuurglans breekt het diamantgesohitter
der sterren. De wagen, waarnaast zich een
tweede en een derde heeft geplaatst, treedt
flauw uit den grauwen nacht tevoorschijn;
soms hoort men het langzaam ademen der
vermoeide slapers. De dauw parelt op Irm-
gards lichaam; van tijd tot tijd rilt ze. Be
hoedzaam nadert een gestalte, die luistert,
luistert en dan weer blijft staan. De groote,
reusaohtige gestalte, in een wijden mantel
gehuld, staart stom op Irmgards lichaam.
De jonge man maakt zijn mantel los, laat
hem vallen en spreidt hem uit over het
slapende meisje. Irmgard glimlacht, glim
lacht in zoeten droom. Wat zou zij droomen
De man buigt de knie, laat zich nevens
haar neder en houdt de wacht, geen oog
afwendende van haar, die naast hem rust.
Het maanlicht verbleekt door de purperen
zonnestralen; de nevel stijgt op, de heide
zal ontwaken. Ook Irmgard slaat de oogen
op en heft zich op.
„Vaarwel, Ignaz, laat mij vertrekkenheb
dank voor de goedheid, die ge mij hebt be
wezen en als het u goed gaat, denk dan
eens aan de roode, wilde Irmgard.” Zij reikte
hem de hand tot afscheid.
„Blijf bij ons, Irmgard,” sprak Ignaz, „zie,
gij zijt alleen, de wereld is zoo groot en zoo
slecht
„Ik zou blijven, Ignaz, doch gij spreekt
van liefde, daarom moet ik gaan.”
„Geen woord daarvan zal ooit weer over
mijn lippen komen, dat zweer ik u zoo
lang tot gij het mij zelf veroorlooft.”
„Goed, dan blijf ik; geef mij werk.”
„Werk? Wat wilt ge doen?”
„Wat gij mij leert I”
„Goed begin I” Hij nam een viool
en streek zacht de gespannen snaren
„Dans!” eerst langzaam, dan steeds snel
ler volgde de eene toon den anderedan
weer zacht, diep melancolisoh, aangroeiend
tot een dolle tarentella. Irmgard luisterde,
alles om zich vergetend. Als uit andere
sferen klonk haar die melodie tegemoet;
wiegelend verhief zij zich, danste, bleef weer
staan, de roode haren fladderden haar om
het hoofd, zij wierp zich neder, sprong weer
op. Kioewi 1 half smart, half vreugde
klonk uit den adelaarsroep, die zich aan
haar borst ontwrong en gillend over de
vlakte galmde.
Ignaz zweeg, met verbazing zag hij het
schoone meisje aan.
„Meer meer!” riep Irmgard. „Zoo
danste ik met mijn geiten die arme die
ren, wie zal hen melken, wie voedsel voor
hen strooien die arme geitenZij sloeg
de handen voor ’t gelaat en vervolgde zuch
tend „Ach, ook hij, mijn Spitsje moest
Hoofdpijn bij een vrouw
sterven 1”
Kaarsrecht stond zij daarde zon fosfo-
roeeerde baar gouden harenin de wagens
ontstond leven en rumoer van kinderen en
groote menschen van iederen leeftijd.
„Ik blijf bij u, ik heet Irmgardriep zij
met luider stemme, niet bang, niet smee-
kend, neen, bevelend, als eene koningin
sprak zij deze woorden.
Friedrichshagen was ledighet strand, kort
geleden nog de speelplaats der jeugd, het
tooneel, waarop menig groot en klein hart-
tooneeltje was afgespeeld, lag verlaten. Naar
alle zijden waren de vreemdelingen vertrok
ken. Het badhotel was nog wel geopend,
doch had zich niet meer te verheugen in
een groot aantal bezoekers. En zij, die daar
thans nog kwamen, zagen er geheel anders
uit dan het gezelschap, dat het des zomers
bevolkte.
De bewoners van Friedrichshagen zelf
trachtten zich hier thans zoo goed mogelijk
te vermaken. De zomer was zoo goed ge
weest; thans mocht men aan vroolijkheid
denken.
Het levendige volkje leefde van de hand
in de tandheden verdiend morgen ver
teerd waren de verdiensten slecht, dan
hield het verteren van zelf op. Het waren
de gelukkigste dagen voor de bevolking van
Friedrichshagende vaders, de zoons en
broeders die den ganschen zomer op alle
zeeën der wereld rond hadden gezworven,
keerden terug om eenige weken te midden
der hunnen door te brengen.
(Wordt vervolgd.)
Lijst van de aan dit kantoor en de daar
onder behoorende hulpkantoren ter post
bezorgde brieven en briefkaarten, gedurende
de le helft der maand Sept. 1913, welke
wegens onbekendheid van de geadresseerden
niet zjjn kunnen worden uitgereikt.
Brieven.
ten, waar het voorhanden is, valt te prjjzen,
al gaat het dan ook geleideljjker, by stukjes
en hapjes, volgens het voorstel-Kolkman.
Groot zal ook de belangstelling wezen
van nagenoeg alle partyen, hoe men zich
de subsideering van het byzonder onderwijs
denkt in verband met dat woordje »waar-
borgen«.
Ziehier een paar losse aanteekeningen
naar aanleiding van de Troonrede. Natuur-
lyk is er wel veel meer over te zeggen,
doch dit thans te doen bjj al de ongewis
heid omtrent de definitieve vorm, waarin
de aangekondigde ontwerpen by de Kamer
zullen komen, heeft weinig of geen zin.
Voorloopig is en blyft afwachten de bood
schap. De groote lynen zjjn bekend, doch
van de uitwerking hangt alles af.
Zoowel voor de socialisten, die (misschiet)
zullen hebben te steunen, als voor de rech-
terpartyen, wier min of meerdere tegenstand
afhankelijk zal zyn van bewoordingen en
nadere strekking der voorstellen.
Dat het Kabinet-Cort een gemakkelyke
taak zal hebben, gelooft niemand.
Vanavond (ik schrjjf U dit onder den
kersverschen indruk van de Troonrede) gaat
reeds de heer Duys in een der vergader
zalen hier de redevoering bespreken, dat zal
wel zynuit elkaar rafelen en bjj de Pre-
sidentsbenoeming iu de Tweede Kamer, die
op morgen Woensdag is vastgesteld, zal
het ook wel danig spannen.
Voor het een dag verder is weten wy
meer, weten wy althans met eenige zeker
heid hoe de partyen in de Kamers tegen
over elkaar zullen staan en in hoeverre zjj
het veelomvattend regeeringsprogram zullen
trachten te verwezenlijken of tegen
te werken.
Het is niet pleizierig in deze dagen mi
nister te zyn 1
Maar de Hagenaars, nog altoos niet klaar
met feestvieren, zullen zich vanavond daar
over het hoofd nog niet breken.
Nog een avondfeest en dan begint het
werk weer. Want het Scheveningsche sei
zoen is afgeloopen en de tentoonstellingen
en optocht zyn geweest en de zomer-
1913 zal ons menschen nog lang in her
innering blijven, naar gelang men aan het
laadje zat of er alleen voor te zorgen had,
dat de noodige contanten er in stroom
den
ABONNEMENTS-PRIJS
Per jaar fl.50, franco per post f2.buitenland f5.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
ADVERTENT1E-PRIJS
15 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent.
Bij abonnement belangrijke korting.
Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel.
ANNEX
Uit den Haag.
Naar de Staten Generaal.
Zooals elk jaar'Jden derden Dinsdag van
September, heeft heel Den Haag en half
Zuid-Hollaud gegaapt naar de mooie man
nen, de rytuigen en de suldaten. Terwyl
de stoet voortging onder het kanongebulder
hingen caféhouders en sigarenwinkeliers de
Troonrede reeds op, die tien minuten later
zou worden uitgesproken en begonnen de
discussie’s reeds over de schoone beloften
van het nieuwe kabinet.
Elk jaar intusschen wordt de belang
stelling van het publiek minder, zoowel in
den stoet als in de beloften. Want de op
tocht zelf, die vroeger door Hoogstraat
en Buitenhof ging en dus een paar der
grootste café’s een buitenkansje bezorgde
en aan houders van andere zaken gelegen
heid gaf zitplaatsen in hun etalages te ver
huren, gaat sedert een paar jaar het Voor
hout langs, waar niets te verhuren is, al
ware het slechts, dat de weg te breed is
om van de huizen uit iets te zien.
De Kamerleden zelf, die »geopend« wor
den, zooals het geachte publiek het no-mt,
trekken zich van de plechtigheid ook niet
veel aan. Zy hebben voor zoover zjj
de plechtigheid bjjwonen althans hun
staatsiejas aan en de ridderorden, welke
zjj zich in ’s lands dienst verwierven.
De diplomaten, die nog veel verdienste-
lyker zjjn, geuren met kruizen en linten
tot hun jas er bjjna onzichtbaar door is.
Het is een merkwaardige studie om al dat
eer-metaal uit elkaar te houden en precies
te weten op welke plek dit kruis en op
welke het andere behoort te hangen. Vooral
omdat er sommigen bjj zyn, die niet op
de borst, maar op den buik worden gedra
gen, afhangend van de ceintuur, net als een
oud-zeeuwsch horlogeketting met ’n signet.
Welke ve;dienste op die wjjze beloond
wordt is mjj onbekendhet zou voor de
hand liggen hst deelnemen aan conferen
tie-diners als oorzaak aan te wjjzen, doch
daartegenover staat weer, dat op dit ter
rein de meeste heeren byzondere bekwaam
heden de hunne kunnen noemen, terwjjl
toch slechts een enkele buik met zulk een
onderscheiding pronkt.
Hoe dit zjj, al het moois kan weer wor
den opgeborgen voor een jaartje en het
werk gaat beginnen. Wat het zal ople-
p-eren is natuurljjk nog een raadsel.
De inhoud der Troonrede is u natuurlyk
reeds bekend en ik zou dan ook met een
paar kantteekeningetjes willen volstaan.
Dat de droogmaking der Zuiderzee, het
stokpaardje van den heer Lely, niet zou
ontbreken op de eerste Troonrede, was dui-
deljjk minder duidelyk is wat de bedoeling
kan zijn van de paragraaf, die spreekt over
het ouderdomspensioen. De mogeljjkheid
om dit deelachtig te worden wordt geopend
aan behoeftige zeventig-jarigen, die gedu
rende een vast te stellen termjjn geen onder
stand genoten van een instelling van wel
dadigheid.
Hoe de wetgever dit zal formuleeren,
weten wij natuurlijk nog niet en de para
graaf kan, tot de tekst van het wetsvoor
stel bekendis, eigenlijk alles beteekenen.
Zoowel een staatsuitkeering voor hen, die
gvén particuliere of half officieele uitkee-
ring kunnen erlangen, kan er uit worden
gelezen, als een onderstand, beperkt tot hen,
die zich zelf hebben weten te redden of
door hun familie worden geholpen.
Afwachten dus.
Dat het er met de geldmiddelen niet
rooskleurig voorstaat is bekend. Wel brengt
het Maandagavond gepubliceerde staatje we
derom een belangrijke toename, maar ze
blyft ver onder, wat er noodig is voor reeds
aangenomen en in het uitzicht gestelde uit
gaven. Dat men dit vindt in de brandkas
heer v. H. te Leende (N. Br.) geschoten,
waardoor hjj in bedenkeljjken toestand ver
keert..
Te Lichtenvoorde was 26 Augustus de
nieuwe Katholieke ke^-k ingewyd. Thans
prykt voor den ingang van het gebouw
een bord met het opschriftArt. 4G1
Verboden toegang.
Financieele geschillen moeten oorzaak
zyn geweest, dat de aannemer de kerk
heeft laten sluiten.
Toen men te Sprang (N. Br.) Dinsdag
avond het licht aan een eerepoort wilde
ontsteken, geraakte de htele poort in brand
en tastten de vlammen ook een daarbij
staande boerenwoning aan, die tot den
grond toe afbrandde.
Een jongmensch rookte in een winkel
in de Blaerdorpstraat te Rotterdam een pijp
tabak, waarin hy ook Spaansche peper
had gedaan. Door de dampen raakten de
winkelierster en eene bezoekster bedwelmd,
zoodat geneeskundige hulp moest worden
ingeroepen.
Woensdagmorgen kwamen een 300-tal
vrouwen bjjeen in de groote zaal De Twee
Steden.* Door de dames Drucker en Ver-
sluys was een onderhoud gevraagd en vsr-
kregen bjj minister Oort van der Linden.
Men klaagde over de kiesrechtparagraaf in
de Troonrede, maar de minister antwoordde,
dat de gewone wetgever het vrouwenkies
recht zal kunnen geven.
Op het verzoek om des middags te mo
gen betoogen op het Binnenhof, was door
den burgemeester afwyzend beschikt. In
groepen trokken toen de ongeveer 800 da
mes naar het Binnenhof. Groepjes kamer
leden zagen aan den ingang van het gebouw
en voor de vensters de dames voorbytrekken.
Voorts woonden een 40 dames op de
publieke tribune de vergadering der Tweede
Kamer bjj.
Gisterenmiddag is door een auto een ge
deelte der brugleuning aan den Amsteldjjk
stukgereden, terwyl een wielryder, die zich
tusschen de auto en de brugleuning be
vond, zich wist te redden door over de brug
te springen. Zyn rjjwiel werd echtei totaal
vernield.
Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tot Maandags- en Donderdags-
avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrijdags-
morgens 10 uur.
Christ. Klys
J. M. Mulder
P. v. d. Schaaf
Briefkaarten.
Een zonder adres.
M. Eier
A. R°yenga
A. Marku
A. Groeneveld
Jo Boersma
NOTA. Aan de afzenders wordt aanbe
volen hun naam en adres op de brieven en
briefkaarten te vermelden, opdat deze bjj
onbestelbaarheid aan hen kunnen worden
teruggegeven.
Te Utrecht slaagde voor het hoofd-
acte-examen de heer F. de Boer, onder-
wjjzer aan de Chr. school te Schiedam,
vroeger alhier.
GAUW.
1 Kilo
i'
LI
1
I
roman van
Weer terecht.
Een gevaarlijk baantje.
Mo®oo®oo®oogoo®oo®<x>®oo^o®oo®oc^oo®co®cc^c(g)
9? komt alleen door storingen, die alleen aan vrou-
wen eigen zijn. Zij komen door een eenvou-
g dige oorzaak, maar deze wordt spoedig verhol-
pen door
Postkantoor Sneek.
NIEUWE SNEEKER COURANT
Verboden toegang Art. 461.
Een eerepoort in brand.
Hij rookte een leelijke pijp.
Betooging voor Vrouwenkiesrecht.
Zich bijtijds gered.