f2000 MEIHDERSMfl. Westerhof’s Koffie Uit onze Raadzaal. SNEEKER COURANT (6 7ste Jaar flanfl) e„ W YMBRITSER ABEEL (14 Je Jaargang) DAALDERS Ziekenverpleging- Artikelen. A A Preanger 72 ets, per pond. Ho, 20. Zaterdag 6 December 1913. 30e Jaargang. Officieel Orgaan der Gemeente Sneek. RECL AM EKOLOM. u Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds. Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH Ged. Poortezijlen, - Hoek KleiflZand Sneek. De Abonne’s op dit blad worden op aanvraag Gratis verzekerd tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande bedragen. (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.) bÖX^n8e f 200oveXen f 1 50 -t, f 7f50 f?5 BUGHAN'S P1U.EN 1 nt- 10 Jg- k: W ij s v i n g e r. 3- d. I r r r 13 bij O v e r 1 ij d e n. bij verlies van een Duim. bij verlies van elke andere Vinger. >e- ar- •if- Bt- ,k. ABONNEMENTS-FRIJS Por jaar fl.50, franco per post f2.buitenland f5. Afzonderlijke nummers 3 cent. ADVERTENT1E-PRIJS 15 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel. Gummi Clysteer-spuiten. Neus-spuiten. Oor-spuiten. Glycerine-spuiten. Hard-Gummi en Glazen Canules. BIJ TELEFOON No. 150. Invaliditeit. *VV Overlijden, f UV of Oog. J van een Duim, j sJV wiisvin^er. 1 naar de bekende weg vraagt. Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tot Maandags- en Donderdags- avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrijdags- morgens 10 uur. ƒ1.50 1 Kilo 5 I V n 1 1 l in de doofpot. i r in- r. •is. (Vergadering van Dinsdag 2 December, ’s avonds 8 uur.) NIEUWE SNEEKER COURANT ANNEX D.B.) is tegen de geheele inkoop, niet om de geringe meerdere kosten maar om het begin sel, dat de gemeente met de vertrokken ambte naren heeft afgerekend. Dat de gemeenten het wederkeerig voor el kaar zullen doen, verwacht Spr. niet dan werd het z. i. een andere zaak. Thans wordt het alleen een douceurtje voor die vertrokken ambtenaren, door wier vertrek elke finantieele band met de gemeente is verbroken. De V o o r z. moet den heer B. opmerken, dat het Rijk wel degelijk het bestaan van dien band erkent, waar het de gemeenten verplicht in elk geval 5<y0 voor de vertrokkenen te be talen. De heer De Wolf is het met den heer Dr. Bouma eens en vindt dat, indien men con sequent zou willen zijn, men dan ook voor de weduwen van de vertrokkenen zou moeten betalen. Met 8 tegen 6 stemmen wordt hierna ver worpen het voorstel-Dr. Bouma om 3% op de vertrokken ambtenaren te verhalen en daarna het voorstel van de meerderheid van het D B. om de geheele inkoop te betalen, aangenomen. (Tegen stemden de h.h. Visser, Bakker, Blok, Kiezebrink, IJtsma, Zelvelder, Mr. Vellinga en Brouwer voor de h.h. Dr. Bouma, De Wolf, Bont, Dwarshuis, Huges en De Boer.) Punt II. Voorstel tot het aangaan van een geldleening groot f 20000. B. en W. stellen voor over te gaan tot het aangaan eener geldleening groot f 20.000, noodig om te voorzien in de kosten van aan koop van onroerende goederen. Het Old Burgerweeshuis is bereid dit be drag a 4 o/o te leenen de aflossing moet bin nen 25 jaar plaats hebben. Z. h. st. hiertoe besloten. Punt III. Voorstel tot wijziging der begroe ting, dienst 1913. Z. h. st. wordt tot deze administratieve wijziging besloten. Punt IV. Voorstel tot betaling uit Onvoor ziene Uitgaven, dienst 1913. Punt VIII. Verbouwing scholen no. 2 en 3. De voorgestelde verbeteringen worden bij de wet voorgeschreven n.l. verandering der ramen tot het verkrijgen van een betere ven tilatie het naar buiten opendraaiend maken der hoofd- en toegangsdeuren (zulks met het oog op brand)het stankvrij maken van de urinoirs enz. De heer Bont vindt het vreemd dat alleen wordt gesproken over het stankvrij maken der urinoirs, terwijl juist de privaten nog de meeste stank verspreiden. De V o o r z. antwoordt dat men daarvoor dan waterclosets met beerputten zou moeten hebben, wat aanmerkelijk duurder komt. De heer Bont gelooft dat de regenbakken toch zonder groot bezwaar tot beerputten kunnen worden ingericht. De h.h. Blok en IJtsma gevoelen er veel voor om indien zulks niet ontzettend veel duurder wordt, de scholen nu direct afdoende te verbeteren. Na eenige bespreking wordt besloten, het punt in de volgende Verg, opnieuw ter tafel zijn reeds meer dan zestig jaren het uieestg gebruikte huismiddel van de geheele wereld.' ®oo^o^o^^o®oo®oo®co®oc®oo®oo®oo®oo®o^ ze dit maar eigenmachtig kon doen, anders had men zich niet tot het D. B. gewend. Spr houdt vol dat alleen de raad die 3 leden be noemde, ook een vierde lid had moeten aan- steUen. De V o o r z. zegt dat de heer Blok niet kwam spreken over het aanstellen van een secreta ris maar over het verleenen van crediet en daarbij kwam het eerste ter sprake. De heer Blok begrijpt niet, hoe de Voorz. nu toch zoo tegen deze zaak ageert. Het is de bedoeling der commissie een ob jectief en nauwkeurig rapport uit te brengen; dacht zij er anders over dan had zij bv. de ontslagen secretarie-ambtenaar Jobs, de Jong vooi’ het schrijfwerk kunnen nemen, wat de objectiviteit van het onderzoek toch zeker niet zou hebben bevorderd. De Raad is echter vrij, de handelwijze der commissie af te keuren, dan geeft zij alles weer over aan den Raad en zal het wel bij het oude blijven. De heer Dwarshuis merkt nog op dat hij niets tegen de persoon in kwestie heeft. De heer Bakker vindt dat het D. B. spij kers op laag water zoekt. Men heeft thans iemand die geheel buiten de zaak staat en dus onbevangen het rapport opstelt. Waar men anders alleen aangewezen zou zijn op een der raadsleden, zou spr. willen daar nog tijd voor zou hebben. commissie De Voorz. kan het geen correcte handel wijze noemen van een commissie als deze, die zelf geroepen is orde op zaken te stellen en van wie men zulks dus allerminst zou ver wachten. De heer D r. Bouma heeft zich over dit optreden der commissie verbaasd, waar B. en W. voor kleinigheden door de raadsleden nog al eens op de vingers worden getikt. Spr. is van meening dat de Raad hierin gekend had moeten worden. De heer Mr. Vellinga zou twee dingen scherp willen onderscheiden nl. het verleenen van crediet en het optreden der commissie (dit laatste is z.i. niet aan de orde.) Spr. zou het crediet willen verleenen op voorwaarde dat de commissie aan den Raad rekening en verantwoording doet. Verder is ook Spr. van gevoelen dat de commissie buiten haar boekje is gegaan. Nog verklaart de heer Brouwer, dat het z.i. ridderlijker was geweest indien de Voorz. de commissie direct had gewaarschuwd toen hij bemerkte dat zij, onwetend, een verkeerde weg insloeg. De Voorz. antwoordt dat zulks niet lag op den weg van den Voorz. of het D. B. alleen de Raad had men erin moeten kennen. Z. h. st. wordt nu het gevraagde crediet verleend. De Voorz. zal in de volgende Verg, een uitspraak van den Raad uitlokken over deze handelwijze van de commissie. Op een vraag van den heer Kiezebrink of de commissie hierdoor niet in gevaar zou worden gebracht, antwoordt de Voorz.; „ik wil de wet handhaven, anders krijg ik van de hoogere autoriteiten op mijn kop en daar be dank ik voor.” Punt VI. Bedanken van den heer Blok als lid der commissie voor de gemeente-reini- ging en benoeming van een eventueelen op volger. Om den Raad gelegenheid te geven, een be drag van twee tot vijfduizend gulden te be zuinigen op de kosten voor de gemeenterei- niging, door den heer F. de Wolf te benoemen tot lid der commissie van beheer van dien tak van dienst, bedankt de heer F. Blok voor deze betrekking. De Voorz. zegt dat het reglement van orde voorschrijft, dat een raadslid slechts dan mag bedanken voor zijne benoeming in een der raadscommissiën, wanneer de Raad van oor deel is, dat hij hiervoor gegronde redenen had. De Voorz. antwoordt, dat hij niet in ’t minst de bedoeling heeft het onderzoek de kop in te drukken. De commissie heeft het D. B. op zij gedron gen en laat haren eigenmachtig door haar aan- gestelden secretaris, papier van de Secretarie halen. Alleen de Raad had zulk een 4e com missielid mogen aanstellen. De beer IJtsma merkt op, dat het feit, dat de Voorz. der commissie zich direct bij het D. B. vervoegde, al bewijst dat de commissie het D. B. niet op zij wilde dringen. Wat het van de Secretarie halen van papier betreft, had een der commissieleden dit zelf gedaan, dan had men er niets op kunnen aanmerken. Omdat het Spr. onmogelijk bleek al het schrijfwerk te verrichten, besloot de commissie tot het aanstellen van een betaalde hulp. Spr. is het met den heer Zelvelder eens, dat het alle schijn heeft, dat de Voorz. de zaak graag in de doofpot wil stoppen. De heer De Wolf zegt dat de commissie volgens de motie, door den Raad aangenomen, zich van deskundigen mocht voorzien. De eenvoudige zaak is deze dat zij zich nu een deskundige heeft toegevoegd voor het opstellen van zulk een rapport. De heer Dwarshuis moet opmerken, dat de commissie zelf toch ook niet zeker was of Volgens het reglement van orde kan een raadscommissie zich uit het Secretarieperso- neel van een hulp voor schrijfwerk voorzien. Waar in dit speciale geval zulks ongeschikt was, had de commissie zich tot den Raad moeten wenden. Het spijt Spr. dat hij in deze openbare Verg, zich thans zoo moet uitlaten over deze han delwijze van de commissie, welke geheel buiten de wet omgaat. De heer Blok, hoewel hij er niet voor zou zijn in dit stadium van het onderzoek, deze zaak te bespreken, voelt zich na de woorden van den Voorz. genoodzaakt het volgende mede te deelen Toen de commissie bemerkte, dat zij geld noodig zou hebben, begaf Spr. als voorz. der commissie zich naar B. en W. en verzocht of dat colloge voor de commissie een crediet bij den Raad wilde aanvragen. Er werd toen gevraagd, waarvoor het geld noodig was. Toen Spr. antwoorddevoor een hulp voor het schrijfwerk, heeft de heer Westra gezegddaar behoeft geen betaalde hulp voor te komen, dat kan de heer Zelvelder wel doen. Nu bevreemdt het Spr. ten zeerste dat de Voorz. toen heeft gezwegen, en niet direct de commissie er op heeft gewezen, dat zij zich op de verkeerde weg bevond, als ze zichzelf een secretaris wilde toevoegen, en n u de com missie zulks verwijt. Ook keurt Spr. het tenzeerste in den Voorz. vragen, wie naast zijn eigen werkzaamheden, af, dat deze er den hoofdcommies ter secre tarie in betrekt, die toch geheel onschuldig buiten deze zaak staat. Het is de bedoeling aer commissie aan den raad een goed en duidelijk rapport over het onderzoek uit te brengen. Voor het vele schrijf werk hieraan verbonden, heeft zij een hulp noodig geoordeeld. Wat de geheimhouding betreft, die is ook de commissieleden niet opgelegd, hoewel zij wel zich hiertoe verplicht achten. De Voorz. zegt dat, toen de heer Blok zich bij het D. B. vervoegde, de heer Westra heeft gezegd, dat B. en W. het schrijfwerk voor hunne commissievergaderingen zelf deden. Spr had deze commissie, die ondanks het afwijzend advies van den Voorz. door den Deze betaling betreft de volgende bedragen: Saadis benoemd, geen raad te geven. - a Spr. wlj gaarne van den Raad vernemen, of deze de handelwijze der commissie goedkeurt en haar machtigt op den ingeslagen weg voort te gaan. De heer Dwarshuis, die geen bezwaar heeft tegen het verleenen van het gevraagde crediet, moet verklaren dat de commissie eigenmachtig heeft gehandeld en buiten haar boekje is gegaan, door het buiten den raad om aanstellen van een hulp voor schrijfwerk. De heer Zelvelder zegt dat de commissie nadat de voorbereidende werkzaamheden wa ren afgeloopen, heeft besproken of zij zelf het schrijfwerk zou kunnen doen of niet. Een com missie als deze is niet te vergelijken met een gewone raadscommissie als de heer Westra bedoelde. Wil men bij zulk een onderzoek, van de verschillende verhooren enz. een vol ledig rapport uitbrengen, dan zou dat schrijf werk éèn der commissieleden geheel in beslag nemen en had men feitelijk nog maar een commissie van twee leden. Waar voor deze commissie iemand van het Secretariepersoneel zeer ongeschikt zou zijn, heeft men deze persoon, die zeker wel het volste vertrouwen kan genieten, benoemd. Spr. geloofd niet dat de commissie een blaam be hoeft te treffen, waar zij van het D. B. geen positief weigerend antwoord heeft ontvangen en daarom meende wel iemand te mogen aan stellen. Spr. kan in de houding van den Voorz. niet anders zien, dan dat deze de commissie graag heeft. Zoo zal dus de Raad thans hebben uit te maken of de heer Blok een gegronde reden opgeeft. De heer Zelvelder gelooft dat het tot verwarde toestanden aanleiding zou geven, wanneer men op het denkbeeld van den heer Blok inging. Ook zou de Raad niet vrij zijn in het benoemen van een opvolger, terwijl deze opvolger onder de in het schrijven ge stelde voorwaarde, zeker geen benoeming zou kunnen aannemen. Spr. hoopt dat de geheele Raad den heer Blok, die eenmaal in deze com missie is benoemd, zal stemmen. De heer Dwarshuis vraagt of er geen middenweg is, dat nl. de heer Blok van zijn voornemen terugkomt. De heer IJ t s m a is het met den heer Zel velder eens dat de Raad niet kan ingaan op dit voorstel, waarbij men vooraf gebonden is bij de keuze van een opvolger. De heer Blok vindt dat deze geringe zaak erg is opgeblazen. Spr. die geen deskundige een vepwijt wil maken van een verkeerd finantieel beheer, even op deze gunstige cijfers wijzen en erbij vermel den dat er in den laatsten tijd verschillende verbeteringen zijn ingevoerdsproeiwagen, closets, turfmolmmestbereiding enz., terwijl alles keurig in orde wordt gehouden. Hierna spreekt de Raad zich bij meerder heid van stemmen uit, tegen het bedanken van den heer Blok. (10 stemmen tegen, 1 voor van den heer Brouwer en 3 blanco van de hh. Dr. Bouma, De Wolf en Blok.) De heer Blok ziet zich dus genoodzaakt deel van de commissie te blijven uitmaken. Punt VII. Behandeling van de motie-Vis- ser. Deze motie, in de begrootingsvergadering ingediend, luidt als volgt „De Raad der gemeente Sneek, gehoord de gehouden discussie betreffende volgnummers 123 en 137, begrooting, dienst 1914, keurt af de autocratische handelwijze in dezen van den heer Westra, Wethouder en tevens Voorzitter der Raadscommissie voor straten en wallen, en gaat over tot de orde van den dag.’ De heer Mr. Vellinga vraagt of het ook gewenscht is om, met het oog op de afwezig heid van den heer Westra, de behandeling te verdagen. De heer Visser zegt dat zulks onnoodig zal blijken te zijn en vervolgt „Alle raadsleden zullen het met mij eens zijn, dat in de begrootingsverg. bij de behan deling van bovengenoemde posten de wethou der Westra een zeer onaangename houding heeft ingenomen. Wat het voor mij nog erger maakte, was de in zeer onparlementaire be woordingen uitgesproken verklaring van den heer W„ dat de andere commissieleden (stra ten en wallen) maar moesten weten wat ze wilden, maar dat hij er niet aan dacht nog eens te vergaderen. Dit alles lokte mijne motie uit. En hoewel ik daarover niet de minste spijt gevoel, trek ik haar thans in en wel om 3 redenenten eerste heeft men van verschillende kanten mij dit verzocht, ten tweede is mij bij de visie van stukken gebleken, dat de heer W. ondanks zijn bewering toch nog heeft ver gaderd en ten derde om te doen blijken, dat ik mij niet door politieke drijfveeren liet leiden. Hiermee is deze kwestie van de baan. op dit gebied is, zou werkelijk graag zulk een groot bedrag voor de gemeente willen besparen. Vooral het gezegde van den heer De Wolf dien Spr. als meer deskundige beschouwt„de Raad durft mij niet in zulk een commissie benoemen”, is voor Spr. de reden geweest tot bedanken. De heer De Wolf tart ieder, die durft be weren dat hij heeft gezegd dat hij als lid van de commissie zulk een bedrag kon bezuinigen. Spr. heeft gezegd deze tak van dienst kan wel veel goedkooper„als ik er maar eens de macht over had en men mij er de baas liet”. Dat is heel wat anders dan wat ervan is gemaakt. De Voorz. zegt dat de heer De Wolf dan zeker weer tot de oude toestand van verpach ting terug zou willen gaan. De heer D r. Bouma heeft in het gezegde van den heer De Wolf een aanval gezien op den Voorz. der Commissie voor de gemeente- reiniging. In verband hiermee wil Spr. eens eenige cijfers noemen De werkloonen bij deze tak van dienst zijn sedert 1901 gestegen van f 7.400 tot f15.425, terwijl het aantal werklieden van 20 tot 25 is uitgebreid. Toch is het nadeelig saldo, dat over 1910 f 12500 bedroeg, over 1912 gedaald tot f 9.284. Spr. wil den heer De Wolf wanneer deze de a. f 306,25 subsidie aan de commissie van be heer der gem. Ijsbaan, tot dekking van het nadeelig saldo barer rekeningb. voor kos ten van grensbepaling van eenige perceelen gem. land en registratiekosten f 18.24c. res titutie H. O. dienst 1912 f 8.49 d. taxatie van gebouwen eigen aan de bankiersfirma E. Veen Co. f26.50 en e. pensioen A. Brouwer f9.935. Z. h. st. wordt tot deze betaling besloten. Vooraf had de Voorz. den heer Blok toe gezegd te zullen letten op diens wenk, om voortaan op de begrooting een ontv.- en uitg.- post aan te brengen betreffende de exploitatie der ijsbaan. Doordat er het vorige jaar geen ijs is ge weest heeft men wel uitgaven, maar geen ont vangsten gehad. Bovendien heeft de gemeente dit jaar een en ander (de tent enz.) aange schaft. Punt V. Aanvraag een crediet. De raadscommissie, benoemd voor het in stellen van een onderzoek naar de toestanden ter gemeentesecretarie, verzoekt haar voor de daarop vallende kosten een crediet te willen verleenen van f 100. Het D. B. zou graag vooraf eenige inlich tingen van de commissie willen hebben, waar voor dit crediet zou moeten dienen. De heer Blok antwoordt dat uit dit cre diet de onkosten moeten worden betaald, ge maakt door personen die de commissie laat overkomen en ook voor zoover de commissie hulp noodig heeft. De Voorz.: „wat soort hulp bedoelt u”. De heer Blok antwoordthulp voor het schrijfwerk en voor zoover de commissie zulks voor haar onderzoek noodig zal hebben, ook voor de bijstand van een deskundige. Het verwondert den Voorz. dat men apart iemand voor schrijfwerk noodig heeft, waar toch de heer IJtsma secretaris der commissie is. De heer IJ t s m a merkt op dat de Voorz. Want zooals deze weet, heeft de commissie zich voorzien van een bezoldigde hulp voor het schrijfwerk. De V o o r z. antwoordt dat hem officieus wel zoo iets ter oore is gekomen, maar offi cieel weet hij van niets. Spr. kan dan ook niet nalaten om namens het D. B. er zijn ver wondering over uit te spreken, dat de com missie zich geheel buiten den raad om iemand heeft toegevoegd, die geheel buiten de ge meente administratie staat en die door geen eed gebonden is tot geheimhouding. Het lijkt Spr. geen goede gang van zaken, dat de hoofdcommies ter Secretarie, den secre taris dezer commissie, blanco vellen papier verschaft, zonder dat het D. B. zelfs weet dat men iemand voor het schrijfwerk heeft ge nomen. Raadscommissie om Voorzitter de heer P. J. de Hoop, Burge meester. Secretaris de heer Jac. v. d. Laan. Aanwezig 14 leden; afwezig de heer Westra, wegens familieomstandigheden. De agenda van de op Maandag 24 Nov. ver daagde Verg, wordt voortgezet Punt I. Aanbieding verordening inzake pensioensregeling „Pensioenwetten 1913.” In verband met de genomen raadsbesluiten inzake de pensioenwetten 1913, wordt door B. en W. eene verordening aangeboden, betref fende de betaling der inkoopsom en het ver haal op de gemeente-ambtenaren in verband met de invoering dier wetten. De Voorz. zegt dat het voornamelijk aan komt op art. 3, dat betrekking heeft op de ambtenaren die voor 1 October 1913 reeds in dienst van een andere gemeente zijn overge gaan. Het is de vraag of de Raad ook voor deze ambtenaren de geheele inkoop in het rijks- pensioen (8<>/0 van het totaal der in deze ge meente verdiende loonen) door de gemeente wil laten dragen of, zooals de wet toelaat, 3% op hen wil verhalen. Spr. is tot de volgende berekening geko men door ambtenaren als boven bedoeld is in totaal pl.m. f22.000 in deze gemeente ver diend betaalt de gemeente de volle 80/0 of f1760 dan bedraagt dit (verdeeld over 40 jaar) f 44 per jaar, terwijl 50/0 f 1100 dus f 27.50 per jaar zou zijn. Het voorstel van de meerderheid van het D. B. om de geheele inkoop te betalen zou de gemeente per jaar f 16.50 meer kosten, dan dat der minderheid die 3% op deze ambtena ren wil verhalen. Uit de besprekingen blijkt, dat de h.h. Zel velder, Blok en IJtsma van oordeel zijn, dat de billijkheid elscht deze ambtenaren gelijk te behandelen als de tegenwoordige en dus ook voor hen de ge heele inkoop te betalen. Bovendien vreest de heer Kiezebrink, dat de kosten van meerdere administratie hooger zullen komen, dan het kleine bedrag waarom het gaat. De heer D r. Bouma (minderheid van het

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1913 | | pagina 1