4
1
f25
f2000
Jong Gehuwd
DE JONG'S
SNEEKER COURANT (67s,e Jaargang) WYMBR1TSERADEEL(14de Jaargang)
I
Westerhof‘s Koffie
K.
B
Java
AA Préaiiger 72
Kwaliteit No. I 48jcts. per pond.
54f„
62f„
No. 57.
Woensdag 15 April 1914.
30e Jaargang.
n.
Officieel Orgaan der Gemeente Sneek.
RECLAMEKOLOM.
Wolkom, foarjier!
Suiker- en Eiwitziekte.
Ziekte der Urinewegen.
RECLAME - CACAO
cie beste
voor» tiet geld
Nieuwstijdingen.
Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH
öed. Poortezijlen, - Hoek KleiflZand - Sneek.
TELEFOON No. 150.
Bij tand- en mondziekten
is het zeer aanbevelens-
waardig, in plaats van
gewone koffie, koffie
„HAG“, de caffeïnvrije
boonenkoffie, te gebrui
ken.
V,
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
De Abonne’s op dit blad worden op aanvraag Gratis verzekerd tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande
bedragen. (Risico gedekt door de JELollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.)
bii“ge f 200 f ISO HaXev™\,f 75 f 50 b~
Invaliditeit. £VV O v 1 u d e n. 1 1JU of’Oog. J van een D u 1 m. Wijsvinger.
ie
ee
I
Q
r
I
bij verlies van
elke andere
Vinger.
bij
O v é'r 1 ij d e n.
f
ANNEX
FeuilOeton.
f
I
onze
H
H
I
doel.
worden
(Wordt vervolgd.)
FrisiaBirmingham University F.C. 20.
Als naar gewoonte had „Frisia” te Leeu
warden op de Wilhelminabaan aldaar den
Zahnarzt ALBERT SCHULZ, Keulen.
(Zit. in „Die GUIdehkammer” Jrg.2 Heft 12.)
Uitslagen
den 12
Gerechtigheid Had zij niet de
Heeft het niet aan haar
Vermeulen.
Visser.
J. Bulder.
DOOR
E D W. R O O Z E,
1
i
Ziekte van de Nieren, Blaaa- en Baar
moeder, Jonge of Verouderde Vloei
ingen bij belden seksen, Geheime ziek
ten, Protatites, (ontsteking van den voor-
knobbel),Menigvuldige aandrang-moefe-
lijkheid of pijn bij het urlneeren (water-
loozen), aambeien enz. Volkomen en snelle ge
nezing door extracten (afkooksels) van planten.
Vraagt, onder bijvoeging eener beschrijving
uwer ziekte, de gratis brochure No. 32 aan
bij Docter DAMMAN, Rue du Trone 76, Brus
sel (Belgie) of bij A. vaa TÜIJLL, Paleisstraat
13 Amsterdam, en gij zult het middel ontvan
gen om u spoedig te genezen.
Vergeten en 1
het eerste is minder noodig
VOETBAL.
van voetbalwedstrijden gehou-
en 13 April j.l.
Zondag le Paaschdag:
Sneek IRoodgeel. 02
StanfriesL.S.C I 23
L.V.C. I—Friesland II. 3—0
Frisia IIIV.A.C. I. uitgesteld.
SneekRood-Geel 02.
Na het mooie succes van verleden week
op V.A.C. is dit zeker voor „Sneek” een
geduchte tegenslag. Doch dit had niet be
hoeven. Sneek was in meerderheid de sterkste,
en Donderdags-
Vrijdags-
Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tet Maandags
avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en
morgens 10 uur.
NIEUWE SNEEKER COURANT
Het F.V.B. Elftal speelde te Meppel tegen
het vertegenwoordigend Elftal van den
Noord-Centralen Voetbalbond met den uit
slag van 42 in het yoordeel van N.C.V.
Friesland speelde met 4 invallers.
van het boudoir te hooren misschien mijn
lieveling.Mevrouw staat op.... tuurt rond,
maar ziet niemand, die onbescheiden genoeg is,
het yertrouwelijk gesprek van de beide dames
af te luisteren.
Hepketna.
v.d. Meuleu.
Slim. Sprock.
aan-
en de goals welke Rood-Geel boekt zijn
door een misverstand door de Sneekers
zelf gemaakt.
’t Leek wel, dat de Leeuwarder goal was 2en Paaschdag ook nu weer een Engelsch
dichtgepleisterd, want de kansen die „Sneek”
heeft gehad waren niet gering en indien
ze gelukkiger waren geweest had de stand
minstens 50 ten voordeele van
stadgenooten kunnen zijn.
StanfriesL.S.C. 2—3.
Deze wedstrijd, waarvan Stanfries ont
vangende was, werd omreden te Leeuwar
den het Kanaal-terrein niet bespeelbaar was
op het L.S.C.-terrein alhier gespeeld.
L.S.C. heeft een welverdiende overwin
ning behaald. Haar spel was weer als
we dat vroeger van deze club te zien kregen,
(hoog-fiji) en van begin tot het einde is
het een spannende kamp geweest en heb
ben we volop genoten. Voorwaar een suc
ces voor L.S.C.
Als uitblinkers noemen weS. Schilstra,
Gebr. Velleman en P. Veenstra.
vergeven het laatste vooralzij wil het verloren rijk door liefde heroveren.”
en kon er nog wat D~~“v,:
uit te leeren zijn bij nader inzien,
—o
Is die ongelukkige vrouw schuldig... of heeft
zij mij dien vriend ontwetend ontnomen
Ontnemen Wie spreekt van ontnemen
Heeft zij niet vrijwillig van hem afstand ge
daan Heeft het haar niet dagen van strijd
gekost, om de beteekenisvolle woorden op het
papier te brengen, die voor immer een scheids
muur tusschen hem en haar hebben opgewor
pen En zal zij na al die opofferingen, dat
werk ongedaan maken?.... «Nooit!» zegt Jo
hanna luid.
Eensklaps blijft zij in haar opgewonden
stemming staan... „Is dat een begrip van gods
dienst, of is dat de vinger Gods zelf?..Is
zij misschien aangewezen om in dat jonge
huishouden vrede te stichten Zal zij zich
mogen wreken.... door man en vrouw nader
tot elkander te brengen?.... Ligt misschien
beider geluk in haar hand Nog een
oogenblik blijft zij peinzen.... zij twijfelt niet
meer. Eén woord van haar, kan misschien al
les herstellen. En buitendien.... mag zij de
smet op zich laten rusten, om.... om het voor
werp eener zondige liefde te schijnen, om voor
de intieme van een getrouwd man door te
gaan, en misschien vandaag of morgen door
een ieder in het aangezicht gespuwd te wor
den NeenWanneer zij haar medeminnaar
het verloren gewaande geluk en haar liefde
terug geeft, bevrijdt zij immers zich-zelf van
de smet, waarmeê het vooroordeel haar recht
matig bezoedelen zalDaarom aarzelt zjj niet
meer... zij ziet zich als het ware haar moei
lijke taak voorgeschreven. De herstelling van
hun echtelijk geluk is de herstelling van
haar eigen eer!Johanna heeft beslist!
Mevrouw had zich echter vergist. Er was
wel degelijk iemand, die de misdaad van luis
teren had begaan. Johanna zelf. Toen zij voor
de eerste maal onverwacht was binnengeko
men, had zij aanvankelijk niets gehoord, dan
Adèle’s geheimzinnige verklaring. Eerst hoorde
zij over August van Bergen het schuldige
uitspreken.... daarna over een betrekking....
Dat was voor haar genoeg geweest, om, het
kostte wat het wilde, elk woord van dat veel-
beteekenend onderhoud te vernemen. Een in
wendige stem beschuldigde haar persoonlijk.
Daarom verliet zij onmiddellijk het vertrek,
maar nauwelijks was zij den drempel over, of
het was, alsof zij verdere onthullingen hoorde.
Toen werd haar de verzoeking te machtig, zij
bleef als aan den grond genageld staan... Zij
moest... zij zou alles weten God wanneer
hier eens een misverstand heerschte.... wanneer
zij onwetend, het geluk van dat jonge huis
houden had verstoord
Daar hoorde zij haar naamelke twijfel
week. Toen vluchtte zij weer naar datzelfde
kamertje, binnen wier muren zij reeds zoo
dikwijls bare innigste ontboezemingen had
geslaakt.
Johanna wist niet of zij lachen, juichen of
schreien zouEindelijk was zij gewroken
Zij heeft geen laagheid begaan.... zij is haar
woord gestand gebleven, maar een werktuig
merkt mevrouw van
leiding genoot.
BALK. Op de voordracht voor onder-
wjjzer aan de O. L. 8. te Dronrgp komt
als no. 2 voor de heer S. van Tuinen alhier.
ABONNEMENTS-PRIJS
Per jaar fl.50, franco per post f2.buitenland f5.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
ADVERTENT1B-PRIJS
15 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent.
Bij abonnement belangrijke korting.
Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel.
Seriewedatrijden „Harlingen”.
Zondag j.l. hadden bovengenoemde serie-
wedstrijden voor 2e klas clubs, waaraan
o.a. „S. V. G.” en SneekII van hier
deel zouden nemen, te Harlingen plaats.
Daar Sneek II evenwel niet voltallig
op kon komen nam zij er niet aan
De uitslag is als volgt:
S.V.G.—F.CA. 3—2.
S.V.G.—Harlingen 1—0.
zoodat de eerste prijs een fraai Verg. Zilv.
Med. is gewonnen door onze stadgenooten,
terwijl Harlingen den 2en prijs ontving.
Maandag 2e Paaschdag
Vriendschappelijk: L.S.C.—Sneek 10.
Frisia IIIFriesland II. uitgesteld.
Friesland III—V.A.C. II. 0—10
L.V.C. II—V.V.G.0—5
Elftal op bezoek.
Ditmaal was het de „Birmingham Uni
versity F.C.” een Elflal dat men wel tot
iet sterkste kan rekenen van de elftallen
die hier op hun tourné de Paschen door
brachten.
Voor Frisia speelden:
Kamstra.
Pinto
E. J. Bulder Jeekel.
Te ruim 2.30 neemt het spel een
vang. Frisia trapt af en direct ontwikkelt
zich een vlug en snel verplaatsend spel.
De Engelschen weren zich uitstekend en
vertoonen fraai „kopwerk” en zitten telkens
op het Leeuwarderdoel. Een schrimage
in het strafschopgebied is de oorzaak dat
een der Engelschen unfair wordt omge’oo-
pen, waarvoor de scheidsrechter aan Enge
land een vrije schop toekent. Zoowel spelers
als publiek, allen zijn in spanning hoe dit
af zal loopen en velen denken dat Enge
land hierdoor de leiding zal nemen. Doch
doelman Kamstra (voor ons een bekende
uit „Friesland” I, welke goal hij meer
malen met eer verdedigde) denkt er anders
over, hij weet de fraai genomen schop nog
keurig te stoppen.
Dan gaan de Frisianen er van door en
lossen keiharde schoten op het Engelsche
doel die meesterlijk worden uitgehouden.
Een voorzet van de rechtsbuiten wordt in
een voor den Engelschen doelman onhoud
baar schot omgezet en Frisia heeft de leiding
1-0.
Frisia hierdoor aangemoedigd komt al
meer en meer uit den hoek en vertoont een
mooi spelallen combineeren uitstekend en
brengen keer op keer het Engelsche doel
in gevaar.
Daar een der Engelsche spelers de bal
„hands” maakt wordt Frisia een vrije schop
gegeven die in een -doelpunt wordt om
gezet en de stand vergroot tot 20 en
met deze stand breekt rust aan.
Na de thee wordt er van beide zijden
weer flink aangepakt. Frisia tracht haar
score te vergrooten, terwijl Engeland haar
achterstand wil inhalen. Doch wonder boven
wonder, weet Kamstra alles te stoppen, en
de achterhoede van Engeland weet op haar
beurt alles weg te werken en zoo blijven
verdere doelpunten uit. en als het einde
daar is heeft Frisia welverdiend met 20
gewonnen.
Een woord van lof voor keurig spel aan
Kamstra en Mr. Hepkema.
Bij de Engelschen blonken beide backs
en spil uit. De voorhoede was voor het doel
te talmend.
It toarjier, det -sa hearlik blinkt
En a'les wer yn ’t libben winkt,
Jowt’yn myn hert wer nije gloed.
En dêrom sjong ik woltomoed
Mei ’t ljurkjs heech dêr yn ’e loft
In wolkomsang fen bliide noeht
Dy goudne tiid fen glanzich Ijocht
Het rounom wer sa ’n wille brocht.
It sintsje wekt wer spuit en blom
Ut w-ntersliep, ut dodde en slom....
Natuer biedt wer --yn jonkheid oan
O tiid, hwet dagest wünderskoan
It fiskje, det yn ’t wetter djoeit,
It lamke, det op d’ ikker stoeit,
De protter, dy ’t op ’t üleboerd
Mei tsjottei jen de moarn bigroet...
Is my in byld fen kreft sa wier
Ik fiel mei him my jong ya ’t spier
Forjit, foijit nou soarch en noed
It foarjier het ng libben stjürd
Untweitsje mei de miedeblom
Ut wintersliep, üt dodde en slom....
Forjit, forjit nou soarch en noed
It sintsje jowt wer nge gloed
It foarjier, det sa hearlik blinkt
En alles wer yn ’t libben wiekt,
Jowt yn myn hert wer nge gloed.
En dêrom sjong ik wol-tomoed
Mei ’t Jjurkje heech dêr yn ’e loft
In wolkomsang fen bliide nocht!
1914. Rintsje fen Heech.
gestaan, om zijn liefde te beloonen Al was zij
een burgerdochter, was zij dan geen vrouw?....
Al was zij een ondergeschikte, was zij daarom
minder vrouw Al had de maatschappij
tusschen hem en haar een grens opgericht....
was zij daarom niet evengoed vrouw?
Vrouw, dat wil zeggenhet toonbeeld van
liefde en toewijdingVrouw, dat ishet
wezen bij uitnemendheid om een levenspad
met bloemen te strooienHet was immers
de v r o u w... die een Dante tot den hemel
weesEn toch hebben plicht en zelfbewust
zijn, haar die bestemming ontzegd. Zij heeft
zich vrijwillig voor zijn geluk opgeofferd
Maar de vrouw, die hem thans toebehoort, die
aan zijn zijde, een bron van geluk mag zoeken,
is immers haar natuurlijke vijandin! Wat heeft
zij met die andere te maken O God, wanneer
zij ooit had kunnen bevroeden, hoe verschrik
kelijk het is, het voorwerp, den man zijner
liefde, zich in de armen van een andere te
zien werpen.... misschien zou zij alles... deugd
en eer, opgeofferd hebben, om hem aan die
andere te onthouden.
„Maar.... er is gerechtigheiderkent Jo
hanna. «Ziedaar hun geluk verwoest!.... Hoe
zoet is de wraak Andermaal is zij bestemd
om hun levensgeluk te verwoesten.... Ja, wan
neer die andere dagen en nachten om haar
verloren liefde jammert, wanneer h ij getuige
moet zijn van dat innig zielsverdriet... wanneer
bij eindelijk zich-zelf vloekt, omdat die vrouw
zijn liefde niet weet te beantwoorden, dan eerst,
zal hij aan een verleden denken, dan zal mis
schien nog eenmaal Johanna’s beeld voor zijne
oogen verrjjzen.dan....
„Tot zoo ver en niet verderroept Jo
hanna eensklaps zieb-zelf toeIs dat het
werk der liefde.?.-.... Is dat de voleindiging
van een werk, dat men eens begonnen is
„Prachtige theorie,
Dalen aan.
„Dat zeg ik ook... Al ben ik nog niet ge
trouwd, zooveel heb ik toch reeds van de we
reld gezien, om te weten, dat voor gestorven
liefde, nimmer een lente ontwaakt,” is Adèle’s
wijsgeerige levensopvatting.
„Die ellendelingzegt mevrouw in zich
zelf.
„O 't is een kniesoor, een huichelaar een...”
„St... St...” vermaant mevrouw van Dalen....
„wij mogen nog niet oordeelen Vertel mij
eens eerstwaar en hoe heeft zij dat verraad
van Van Bergen ontdekt?”
Adèle is niet meer achterhoudend. Achter
eenvolgens weet zij mevrouw van Dalen alles
mede te deelen, tot zelfs de kleinste bijzon
derheden, die Emma haar heeft toevertrouwd.
Mevrouw luistert aandachtig, verdiept zich in
allerlei gissingen, poogt zich alles te herinne
ren, wat bij oom Adeldom heeft plaats ge
had.... doch alles wat Adèle haar vertelt, is
moeilijk in verband te brengen met plaats,
tijd en met de .personen op dien avond.
„Weet Emma wie haar medeminnaar is
vraagt mevrouw van Dalen eensklaps.
„Emma heeft maar eens een naam genoemd
en als ik mij wel herinner, noemde zij haar
Johanna.”
„Johanna?” herhaalt mevrouw van Dalen
met verheffing van stem„Toch niet mjjn
of onze Johanna? Neen, dat is bespottelijk.
Zoo iets kan niet; Johanna is een zedig, acht
baar meisje”.... en mevrouw verwerpt aanstonds
elk denkbeeld, dat haar Johanna in staat van
beschuldiging zou kunnen stellen.
„Is daar iemand roept mevrouw eensklaps, in de hand der wrekende gerechtigheid ge-
Geen antwoord. worden f
„Vreemd, ik meende iemand aan de deur oudste rechten
Gymnastiek.
Zondagavond gaf de Sneaker Gymnastiek-
Ver. voor eei goed gevulde zaal van Ami-
citia een uitvoering, met medewerking van
haar dames- en adspiranten afdeeling.
Een ruim voorzien programma werd uit
stekend afge verkt. Alles getuigde, bjj lust
en ijver van de leden, van de uitmuntende
wjjze, waarop de heer Wierstra de gymna
stiek hier ter stede weet aan te moedigen
en in de juiste banen te houden.
Da heeren gaven krachtig-uitgevoerde
vrjje oefeningen, flink werk aan paterre-
rek en brug, de dames kaats- en stokoefe-
ningen, die zeer in den smaak vielen.
Eu de adspiranten oogstten mede een
luid applaus bg hun werken aan brug en
paard. Daar schuilen verschillende goede
krachten in die jongeren
’t Slotnummer was een Rococo-dans door
de dames: deftig en fijn!
’t Geheeleen goedverzorgde uitvoering,
zooals we hier meermalen hebben meege
maakt.
Natuurljjk een druk bal na.
In de plaats van Mej. J. van der
Schaaf, die- wegens hare benoeming tot
hoofdverpleegster aan het gesticht Mausoord
bjj Rotterdam met Juni ontslag heeft ge
vraagd als wijkverpleegster der Ver. voor
Ziekenverpleging alhier, is als zoodanig
benoemd Mej. F. Slugs van ’s Gravenhage.
Mej. Slugs was eenigajaren als verpleegster
werkzaam in het Gemeente-Ziekenhuis te
’s Gravenhage, alwaar zjj mede hare op-
26)
„O, neen, Adèle,” gaat zij daarom aanstonds
voort, „wees gerust, zulk ontzettend geheim
vertel ik niet verder. Ik kan goed zwijgen,
maar ik dank je, dat je mij openhartig ver
telt, hoe de zaakjes staan, ’t Is toch treurig
Vier maanden getrouwd en nu reeds zijn
vrouwtje moede Hoe gelukkig ben ik met
van Dalen...Denk eensvan Dalen on
trouwverliefd op een ander Neen dan
is mijn oudje een ander beestje en ware de
heer van Dalen tegenwoordig geweest, onge
twijfeld zou zijn dierbare wederhelft hem, in
gezelschap van Adèle, gestreeld en geliefkoosd
hebben, als om haar te overtuigen, dat er toch
nog wél gelukkige huishoudens en deugdzame
mannen zijn.... maar van Dalen was, ongeluk
kig, op de sociëteit..
„En vertel mij nu eens alles, wat ge van
de geschiedenis weet. Ge weet... of misschien
weet ge 't niet... mijn zuster is gehuwd met
een commissaris van politiedie zou misschien
van dienst kunnen zijn, wanneer...”
„Om Gods wil, neen,”’zegt Adèle eensklaps,
mevrouw van Dalen in de rede vallende,
„Emma is een voorbeeld van lankmoedigheid...