n f2000 SERGE PANINE. I SNEEKER COURANT (67sic Jaargang) mWYMBRITSERADEEL (14* Jaargang) E'. f200 f 150 "-“’F f 75 f 50 w f 25 i MEUBELFABRIEK Officieel Orgaan der Gemeente Sneek. „NEDERLAND” 30e Jaargang. WEST-INDISCHE No. 84. Zaterdag 18 Juli 1914. De Abonne’s RECLAMEKOLOM. Sneeker Belangen. Nieuwstijdingen. 6° BEHflNGCRX Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds. Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH Ged. Poortezijlen, - Hoek Kleinzand - Sneek. op dit blad worden op aanvraag Gratis verzekerd tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande bedragen. (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.) 5° Feuilleton. bij O v e r 1 ij d e n. bij verlies van een Duim. 1° 2« 3o 4° bij verlies van elke andere Vinger. I «GRONINGEN». h^TELCFOON m - 11>- -4 ANN EX CHOCOLADE EN CACAO met natuurlijken CacaosmaaK ch. :h. EEN VOLKSBADHÜIS. Nadruk verboden. 1 T ka De Geschiedenis. Raadsvergadering van 1 Sep tember 1911. Ingekomen stukken m. adres van het Bestuur van het On derling Ziekenfonds „de Voorzorg” verzoe- van een Hoorn. Leeuwarden. Steenwgk. Coevorden. Arnhem. Amsterdam. Sneek. Harlingen. DOOR GEORGE OHNET. Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tct Maandags- en avonds ingezonden werden, kleine tot Dinsdags morgens 10 uur. Raadsvergadering 1 Nov. 1911. m. schrijven van het Bestuur der Vereen, voor Ziekenverpleging, waarin wordt mede gedeeld dat het de oprichting van een volks- badhuis zeer in het belang der volksge zondheid acht. Dit stuk wordt gevoegd bij de andere adressen ter zake ingekomen. Behandeling van de Gemeente-Be- grooting 1912, 6 Nov. 1911. Op voorstel van den heer IJtsma wordt zonder hoofdelijke stemming besloten aan adressanten te berichten, dat de Raad zich heeft uitgesproken, de tot standkoming van een volksbadhuis voor de Gemeente Sneek te willen bevorderen. Op de begrooting zal bij voorbaat geen artikel worden aangebracht, doch dit voor m en n in handen van B. ter voorbereiding. De Gezondheids-commissie zal worden gehoord. Het Heden. De warmte, waarmede we thans zoo mild bedeeld worden, verlost ons van de taak, hier verder het nut van een volks badhuis te betogen. Op voorstel van B. en W. worden sub en W. gesteld dat de gemeente de eerste stap doe om te komen tot oprichting van een volksbadhuis Donderdags- en Vrijdags- Raadsvergadering 4 Maart 1914. Ingekomen stukken „Schrijven van het Ziekenfonds „De Voorzorg” waarbij in herinnering wordt gebracht haar adres van 1914 inzake een Volksbadhuis.” De Voorzitter deelt mede dat op 7 Maart 1912 de raad naar aanleiding van het be doelde adres een Commissie van onderzoek benoemde, doch dat sedert van de Com missie niets is gehoord. De heer Dr. Bouma deelt mede dat de Comm. wel degelijk een rapport heeft uit gebracht, doch daar de raad ’t hiermee niet eens was, is toen de Comm. diligent ver klaard. Besloten wordt ’t schrijven thans in han den der Comm. te stellen, die dan eerlang wel van zich zal laten hooren. J. P. Both, L. H. Busman, B. Kuoroles Akke v. d. Veen, P. Veldheer, B. v. d. Wal Zonder adres. Buitenland (Briefkaarten.) Monchau, Köln a.d. Rh. Veen, Nauheim. P. Veltman, Duisburg. Toelating H. B. S. Na gehouden examen zgn toegelaten tot de H. B. 8. alhier: Tot klasse l onvoorwaardelgkS. P. v. d. W. Alberda, IJsbrechtum, R. Biystra, S. de Boer, J. Bosma, B. Brinksma allen te Sneek, H. Bax, Lutkewierum, J. Jansma, Sjjbran- daburen, J. Jongsma, Scharnegoutum, A. Koopman, IJsbrechtum. B. J. Dgkstra, Lang weer, J. J. Sieperda, Woudeend, J. Brouwer, Beetsterzwaag, A. Hiddema, E. E. Statema beiden te Bolsward. J. M. Postma, Woud eend, J. Boschma, Nijland, R. Heeg, Utens, P. J. v. Terwisscha v. Scheltinga, Rauwerd, B. Groeneveld, H. de Jong, Fokje Kugt, G. A. Nanninga, Annie Repko, S. G. Ruiter, Henny Rjjpma, W. Spaanstra, J. Tromp, J. Velleman, L. A. Vellenga, T. S. Velsing allen te Sneek, J. Hanje, Westermeer, J. Houwink, H. de Wolf, Theodora Tromp zooveel noodig door wijziging der begrooting worden gevonden. Raadsvergadering 7 Maart 1912. Punt XX. Adres van het Bestuur Zie kenfonds „de Voorzorg” inzake stichting van een Volksbadhuis. B. en W. hoewel overtuigd van het nut van een volksbadhuis ontraden dit van ge meentewege te stichten. Indien eene par ticuliere vereeniging het werk ter hand nemen wil zou eene aanvrage aan de ge meente om geldelijken steun in overweging worden genomen. Op voorstel van den heer Zelvelder wordt na discussie besloten eene raadscommissie dit vraagstuk te doen onderzoeken, waarbij deze commissie zich in verbinding kan stellen met de verschillende vereenigingen. De voorzitter wijst eene commissie aan bestaande uit de h.h. Dr. Bouma, Dwars- huis en Zelvelder. IS lino te zijn. Dadelijk na zijne aankomst echter, begon hij den spoed zijner reis te betreuren, zoo was hij met vrees vervuld. Hoe meer het oogenblik naderde, dat hem zijn lot zou be kend maken, des te minder haast had de jonk man om zich aan zijne verloofde te vertoonen. Hij had een voorgevoel, dat de ontvangst, die hem wachtte, treurig zou wezen. En hoorneer rechten hij kon doen gelden, des te meer ge voelde hij zich beklemd De gedachte, dat Mi- cheline hare belofte vergat, deed hem het bloed naar het hoofd stijgen. En toch ontnam de zoo korte en zakelijke brief van mevrouw Desvarennes hem alle illusie. Dat zijne verloofde voor hem verloren was, begreep hij, maar wilde het niet gelooven. Hoe was het mogelijk, dat Micheline hem vergeten had? Zijne geheele kindsheid trok aan zijne oogen voorbij. Hij herinnerde zich de zoete en naïeve bewijzen van toegenegen heid, die het meisje hem gegeven had. En toch had zij hem niet meer Hefhare moeder zei het immers zelve Hoe kon hij dan nog hopen Ten prooi aan deze hevige onrust kwam Pieter te Parijs aan. Toen hij zich tegenover Cayrol bevond, was de eerste opwelling van den jonkman, de bankier had het wel ge raden om hem te vragen„Hoe is het Is alles voor mij verloren Eene soort van angstigen schroom hield de woorden op zijn lippen terug. Hij wilde niet bekennen, dat hij twijfelde. En wat zou Cayrol hem ook kunnen zoggen, dan dat alles uit was, en hem niets ovorbleef dan rouw te dragen over zijne liefde. Daarom wendde hij zich van hem af en ging heen. Do drukte van Parijs overmande hem en maakte hem duizelig. Na een eenjarig verblijf in de vreedzame en doodsche stilte van Afrika, zich weder te midden van het geschreeuw der verkoopers, het geratel der rijtuigen, de on- ophoudelijke bedrijvigheid der groote stad te ABONNEMENTS-PRIJS Per jaar fl.50, franco per post f2.buitenland f 5. Afzonderlijke nummers 3 cent. ADVERTENT1E-PRUS 15 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel. gedachte zijne pogingen af: „gij zijt gestorven, want uwe verloofde gaat met een ander trou wen.” Hij dacht gek te worden. Een scherpe pijn woelde door zijn voorhoofd ter hoogte van den rechterwenkbrauw. Vroeger had hij dezelfde smart ondervonden, toen hjj zich over werkt had bij de voorbereiding tot zijn examen op de Polytechnische school. Met een bitteren glimlach vroeg hij zich af, of een der pijnlijk aangedane hersenvaten zou breken. Het plotseling stilhouden van het rijtuig onttrok hem aan deze marteling. Een bediende van het hotel opende het portier. Pieter steeg werktuigelijk uit. Hij volgde zonder een woord te zeggen een ander bediende, die hem eene kamer op de tweede verdieping aanwees. Toen hij alleen was, zette hij zich neder. Deze ka mer, met hare stoffeering van slecht onder houden meubelen, maakte hem griezelig. Hij zag er het beeld van zijn toekomstig leven in, dat eenzaam en verlaten zou zijn. Kwam hij te voren te Parijs, dan logeerde hij bij me vrouw Desvarennes. Hij vond in de straat Saint-Dominique eene woning, met de ver kwikkende atmosfeer van het familieleven. Daar glinsterden aller oogen van toegenegen heid, als men hem zag. Hier vond hij slechts welwillendheid op commando, beleefdheid tegen zooveel daags. Zou het voortaan zóó moeten zijn Deze smartelijke gewaarwording verdreef zijne weifelmoedigheid als met een tooverslag. Hij betreurde zóó bitter het liefelijk verleden, dat hij besloot te strijden om het in de toe komst te behouden. Hij kleedde zich spoedig, deed van zijn aangezicht de sporen zijner haas tige reis verdwijnen, sprong daarna vastbera den in een rijtuig en liet zich naar mevrouw Desvarennes brengen. Alle besluiteloosheid was uit zijn geest verdwenen. Wordt vervolgd.j NIEUWE SNEEKER C0UR1NT TELEFOON No. 150. 11) Het zou te lang duren om u al de bedrijven op te noemen, die ik bij de hand gehad heb. Weinige bi’achten genoeg op om te leven. En ik dacht er zeer over om een einde aan mijn treurig bestaan te maken, toen ik Pieter ont moette. Wij waren samen op school geweest. Ik ging naar hem toehet was op een kade ik waagde het hem staande te hou den. Eerst herkende hij mij niet. Ik zag er zoo ontdaan, zoo ellendig uit. Maar toen ik sprak, noemde hij mijn naam, en zonder zich voor mijne slechte kleeding te schamen, vloog hij mij om den hals. Toen wij aan de maga zijnen van la Belle jardinière kwamen, wilde hij mjj volstrekt kleeren koopen. En ik, het is mij bjjgebleven alsof het gisteren ge beurd was, zei tot hem „neen, dat niet, maar geef mij werk „Werk, ongelukkige,” antwoordde hij mij, „maar zie eens naar u zelven, wie zal u ge- hoeg vertrouwen om u dat te geven Gij ziet er uit als een landlooper. Toen gij mij daar even aanspraakt, dacht ik, dat gij mogelijk van plan waart mjjn horloge te stelen 1 En hij lachte vroolijk, blijde, dat hij mij ge vonden had, en meende mij van dienst te kun nen zijn. Toen hij zag, dat ik het kleerenma- gazijn niet wilde binnengaan, ontdeed hij zich van zijn overjas en dwong mij dien aan te trekken, opdat men mijne versleten plunje niet zien zou. Toen bracht hij mij op staanden voet bij mevrouw Desvarennes. Twee dagen later trad ik hier in betrekking. Gij ziet, dat ik het weinige, dat ik ben, aan Pieter heb te danken. Hij is meer dan een vriend, hij is een broeder voor mij geweest. Welnu, wat zoudt gij, nu ge dit gehoord hebt, van mij denken, als ik deed, wat ge mij daareven aanraaddet?” Cayrol was zeer bedremmeld en woelde met zijn hand door zijn groven baard. „Waarlijk, ik wil niet zeggen, dat uwe be denkingen niet van zeer kieschen aard zijn, maar, onder ons gezegd, wat men ook tegen den prins doe, het zal tot niets leiden. Hij zal met juffrouw Desvarennes trouwen.” „Het is wel mogelijk. Dan zal ik op mijn post zijn, om Pieter te beklagen en te troosten.” „Zult gij intusschen alles, wat gij kunt, ten zijne gunste doen „Ik had reeds de eer u te zeggen dat ik niets kan” „Goed, goed, men weet wat dit zeggen wil en gij zult mijn denkbeeld dat ik mij van uw invloed gevormd heb, niet veranderen. Gij kiest partij voor den zwakstehet is prachtig „Het is niet meer dan betamelijk,” zei Maréchal. „Evenwel wordt dit zeer zeldzaam Cayrol draaide op zijne hielen. Hij deed een paar stappen naar de deur, keerde toen terug naar Maréchal, stak hem de hand toe en zei „Daarom toch geen kwade vrienden?” De secretaris liet zich, zonder antwoord te geven, de hand schudden en de bankier ver trok, terwijl hij bij zich zelven sprak. „Geen geld en toch vooroordeelenHij is iemand, die volstrekt geen toekomst heeft.” Bij zijne aankomst te Parijs maakte een zonderling gevoel zich van Pieter meester. Se dert den dag, waarop hij mevrouw Desva rennes’ brief ontving, had slechts één denkbeeld hem bezield, namelijk dat van terugkeeren. In den koortsachtigen haast, die hem verteerde, had hij aan de electriciteit hare bliksemsnel heid willen ontleenen, om spoediger bij Miche- bevinden, was eene te plotselinge verandering voor hem. Eene zeer groote afgematheid van lichaam maakte zich van Pieter meester. Zijn hoofd werd hem te zwaar. Zeer terneergeslagen nam hij plaats in een rijtuig, dat hem naar het hotel du Louvre bracht. Terwijl hij zijn brandend voorhoofd trachtte te verkoelen aan het glas van het portier, zag hij met ontroe ring de Julikolom, de Sint Paulus kerk, de puinhoopen van het stadhuis, do zuidzijde van het Louvre zijn oog voorbij trekken. Een onzinnig denkbeeld, dat hem niet losliet, vatte in zijn geest post. Hij herinnerde zich, dat hij tijdens de Commune, in de straat Saint Antoine bijna gedood was door de uitbarsting van eene bom, die de opstandelingen van de hoogte van Père-Lachaise wierpen. Hij dacht er over, dat Micheline hem zou beweend hebben, wanneer hij toen gestorven was. Daarna scheen het hem als in een benauwden droom toe, dat de on derstelling waarheid was geworden. Hij zag de kerk met rouwfloers bekleed. Hij hoorde duidelijk de lijkzangen. Een katafalk bevatte zijne lijkkist en zijne verloofde kwam langzaam met bevende hand wijwater sprenkelen op het kleed, dat zijne lijkkist bedekte, terwijl eene stem in zijn binnenste sprak „Gij zijt gestor ven, want Micheline gaat met een ander trouwen.” Hij deed moeite om dit akelige visioen te verdrijven, maar mocht er niet in slagen. Zijne gedachten dwaalden met eene onrustbarende snelheid door zijn hoofd. Het scheen hem toe, dat hij door eene zinsverbijstering bevangen was. En telkens keerde deze rouwplochtigheid terug, terwijl hij hetzelfde gezang en dezelfde woorden hoorde en dezelfde aangezichten voor zich zag. De huizen trokken eentonig voorbij zijne starende blikken. Om den benauwden droom, die hem bevangen had, te doen ophouden, be proefde hij de gaspitten te telleneen, twee, drie, vier, vijf.... maar altijd brak dezelfde Postkantoor Sneek. Lyst van de aan dit kantoor ter poet bezorgde brieven en briefkaarten, gedurende de le helft der maand Juli, welke wegens onbekendheid van de geadresseerden niet zgn kunnen worden uitgereikt. Binnenland (Brieven.) H. Boersma, Ph. v. d. Meulen, J. de Vos, Freerk Vroom, Briefkaarten. Dat nut blijkt in deze dagen van hitte een ieder. Waar overigens dergelijke vereenigingen als Ziekenzorg„Eendracht” en de Vereen, tot Ziekenverpleging zich er voor spannen, achten wij de waarde van een badhuis als factor van maatschappelijke gezondheid uit stekend verdedigd. Bovendien, uit de hierboven gegeven uit treksels uit raadsverslagen, blijkt zonneklaar dat dit nut ook door onzen Raad wordt erkend. Wij willen echter nog op een andere zijde van het vraagstuk wijzen. De bladen brengen weer tal van be richten als dit„te X is IJ bij het ba den verdronke n.” Wij dienen er voor to waken dat op zekeren dag voor die „X” niet zal worden gelezen „Sneek” en voor „IJ” de naam van een of ander stadgenoot. Menige niet-zwemmer gaat na een heeten werkdag in de vrij diepe vaarten rondom onze stad een bad nemen. Wij misgunnen hem dat genot niet. Wij gunnen het hem zelfs gaarne maar dan op veiliger plaats in een volksbadhuis. Van wie zal nu de stichting uitgaan Bescheidenlijk heeft onze vroedschap de ondernemingsgeest van den enkeling deftiger nog het particulier initiatief de voorrang willen laten. Er is immers al zooveel waarmede de gemeente zich moet bemoeien. Wie weet, misschien waren er onder de burgerij, die lust hadden zich te wagen aan eene oplossing van dit vraagstuk, de algemeene gezondheid betreffende. Als ’t noo dig was kon de gemeente dan een handje helpen. Zoo redeneerden de heeren. Hoe lang echter de gelegenheid ook heeft bestaan het particulier initiatief heeft zich niet geuit. Taal noch teeken is er vernomen. En daarom vragen wijIs het onder deze omstandigheden niet tijd, en hoog tijd, West-Indische Import Co Heeren.gr 455 Amsterdam kende over te gaan tot stichting Volksbadhuis; n. adhaesie-betuigingen aan bovenge noemd adres door Afd. Sneek v. d. Volksbond Chr. Ziekenfonds „de Eendracht” Mannen ver. „Getrouwe Vriendschap Neutrale Geheelonthouders Vereeni ging; Afd. Sneek Soc. Dem. Arbeiders partij Burgerlijk Armbestuur.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1