I
No, 97.
Woensdag 2 September 1914.
30e Jaargang.
in.
en
RECLAMEKOLOM.
Uit Den Haag.
Nieuwstijdingen.
Ons Oorlogsnummer.
Nederland en de Oorlog.
tIJ te
98.
1
1A)
aga
SN,
A. B.
f 142.275
en
AKN EX
SNEEKER COURANT(67ste Jaargang)W YMBR1TS ER AD EEL (14 j daar g ang)
chuit,
en
i
Za«
do
ild
i
ntrole
OOD,
deze
ie
nj
t;
m,
•kt
li
ne
en
it-
ne
if-
oeg
)A.
iek.
ijks
te-
oe-
QS-
hta
Ion
)e-
De
ion
de
en
ain
sen
in-
an.
m.
ie,
ed
n.
lij
de
f 159.245
- 16.97
R. H. te
r 1914
Opbrengst Kerkconcert.
Financieel resultaat van het Kerkconcert
op 27 Aug. gegeven door den heer Paul
Gaillard, met medewerking van mej. den
Hartog.
Ontvangsten
Uitgaven
Batig saldo
Hiervan krijgt ’t Roode Kruis f 80.
en het Steuncomité - 62.275
Morgen, Woensdag, en Donderdag
verschijnt weder ons oorlogsnummer,
bevattende o. a. de laatste oorlogs-
telegrammen.
Omstreeks VIJF UUR is het a 2
ct. verkrijgbaar aan ons Bureau en
bij de Agenten.
In dit nummer is nog gelegenheid
tot het plaatsen van enkele Adver-
tentiën, waarvoor speciale condities.
DE UITGEVERS.
De Bioscoop bij de Waag.
Voor het eerst na de groote schoonmaak,
welke bovengenoemd gebouw heeft ondergaan,
brachten we aldaar gisteravond weer eens een
bezoek, en we kunnen niet anders zeggen dan
van briefk.) tot
er brand in de
A. Zeegers te Asten (N. Br.) welke
winkelnering uitoefent. Daar allen
boven sliepen en de brand boven moet ontstaan
zijn, moesten de bewoners in nachtkleederen
vluchten Een der zoons is uit het zolderven
ster moeten springen, daar de uitgang en
trap reeds in vlam stonden.
De vrouw des huizes, welke beneden was
geweest, schijnt wederom in haar zorg voor
de kinderen en om nog wat geld uit het huis
te halen naar boven te zijn geloopen, waar
door zij den dood in de vlammen heeft ge
vonden. Daar men eerst van meening was,
dat zij uit was, doch maar niets vap haar zag,
begon men slechte vermoedens te krijgen en
vond later het grootendeels verkoolde lijk op
zolder bij het raam liggen.
Amnestie voor deserteur*.
De wenschelijkheid is gebleken om de bij
do wet van G Augustus jl. verleende amnestie
uit te breiden tot de deserteurs van het Ne-
derlandsch-Indische leger en van de land
macht in de koloniën in Suriname en Curasao,
die zich, hetzij bij de gemobiliseerde Neder-
landsche landmacht, hetzij bij het Indische
leger, hetzij bij een der genoemde landmach
ten hebben aangemeld of zich alsnog vóór l
November a.s. aanmelden.
De regeering acht het voorts billijk, dat
deserteurs, die behoord hebben tot de Neder -
landsche landmacht, in de gelegenheid worden
gesteld amnestie te erlangen door aanmelding
bij een der landmachten in de koloniën.
Een daartoe strekkend wetsontwerp is bij de
Tweede Kamer ingediend.
Veldprediker*.
Bij Kon. besluit zijn benoemd:
le. tot aalmoezenier bij het leger te velde
de heeren
F. J. H. Evers, lid van den Raad van De
fensie te Duivendrecht
F. A. R. Padberg te Arnhem
G. Buys te Ginneken
B. EL Som te Utrecht.
2e. tot veldprediker bij het leger te velde
de hoeren
Ds. J. C. H. Scholten, predikant der Ned.
Herv. gemeente te Rotterdam;
Dienstorders,
Uittreksel van de Hulppostkantoren.
218. Tot nader beschikking is in het bin-
nenlandsch verkeer vrijstelling van port ver
leend voor do verzending door en aan mili
tairen van
a brieven (met inbegrip
een gewicht van 20 gram
b drukwerken en nieuwsbladen tot een ge
wicht van 100 gram.
De portvrij te verzenden stukken moeten,
voor zoover zij afkomstig zijn van militairen,
aan de adreszijde dragen het opschrift Mili
tair gewaarmerkt door de handteekening van
don afzender.
Stukken welke niet beantwoorden aan de
hierboven genoemde bepalingen behooren met
port te worden belast.
f43.000.
Het Haarlemsche Steuncomité heeft tot nu'
ruim 1'43.000 ingezameld.
Lichting 1915.
Volgens de groote bladen zal binnenkort,
nadat do thans onder de wapenen zijnde re-
cruten vrijwel afgericht zijn, ook de oproeping
van de lichting 1915 kunnen worden verwacht.
Gevorderde paarden.
Het ligt, naar de „Utr. Ct.” verneemt in de
NIEUWE SNEEKER COURANT
Nu Naatje van den Dam weg is, zou
het aanbeveling verdienen, dat de volks
geest van 1914 blijvend herdacht werd.
Doch dan vraag ik op dat te stichten mo
nument een plaquette voor den man, die
de mobilisatie geregeld heeft. Zooals die
in ons land gegaan is, werd het nergens
vertoond.
Prachtig en bewonderenswaardig is deze
krachtproef verloopen.
Als het de «meneuvels» geweest was,
zou het er intusschen wel anders hebben
uitgezien....
ren zeker een dertig Friesehe paarden
knechts of boeren, die hun hulp verleend
hadden bij het transport en nu wachtend
waren tot men hun iets anders te doen
zou geven.
Wat'? Zie, dat wisten zijniet. Wel, dat
er nog meer paarden moesten komen, nog
veel meer en dat zij voor hun diensten
goed betaald werden.
In afwachting zaten zij op vensterban
ken, op pakken hooi, telkens opspringend
als met getoeter een officiers-auto nader
schoof. Dan was weer de groote stal in
beweging. Een oogenblik, want dan wipte
de ritmeester of artillerie-kapitein weer te
rug in zijn motorcar en ging het weer
verder naar een van do tientallen andere
plaatsen, waarlegerpaarden zijnot waarleger-
paarden moeten worden gestald.
Gelijk van zelf spreekt ziet men allerlei
vreemde combinatie’s, batterijen waarvan
het eene stuk brouwerspaarden, het andere
carossiers tot bespanning heeft, escadrons
huzaren, waarvan de eene man een mooi
luxe beest, de ander een paard van den
groenboer berijdt. Maar, dit moet gezegd
worden op de ruiterkunst valt niets af te
dingen. Zij zitten te paard, de huzaren,
alsof zij nooit iets anders gedaan hebben.
Wat dit zoggen wil, zal elk ruiter be
grijpen, die ooit „in verband" gereden heeft
Bij de artillerie heeft men extra last,
omdat zeer veel paarden nooit aan een
staartriem gewend schijnen te zijn geweest
en dus elk oogenblik capriolen maken bij
dit vreemd gevoel. En auto’s dan
elk oogenblik als met herrie, stank en ge
toeter weer een auto passeert, staan er
paarden op de achterbeenen, moksen zich
uit schrik voor het onbekende.
Maar alles betert en zoo een vijand over
onze grens komt, zal hij zeker geen reden
hebben om zich te verheugen over de wijze
waarop de bereden wapens althans haar
zullen mededeelen, dat hij hier aan het
verkeerde adres is.
En d< piotjes dan zal een lezer vragen.
Die maken het uitstekend.... Zij verve
len zich ’n beetje. Wat niet te verwonde
ren is. Hun gedachten zijn thuis, bij de
vrouw, de zaak, de kinders. En niets leidt
hun gedachten af. Wat schildwacht staan,
patrouille loopen, eten, praten en slapen.
Bereden troepen zijn er beter aan toe, heb
ben het drukker, moeten niet alleen voor
zich zelf, doch ook voor hun dieren zor
gen. Hoe minder tijd men heeft om te
denken in deze dagen, hoe beter het eigen
lijk is. Vandaar dan ook, dat er niet al
leen speciale bibliotheken gevormd worden
voor de soldaten, doch dat tevens, naar me
wordt medegedeeld, verschillende bioscope
theaters hun deuren gratis zullen open
stellen voor militairen. Wat zien, wat hoo-
ren geeft aan de gedachten een andere
richting, maakt dat het doffe gepeins, het
gedenk aan wat de toekomst misschien
brengen zal, althans voor een paar oogen-
blikken eens weg gaat uit hun hoofden,
die, aan noest werk gewoon, zich slechts
noode schikken in de gedwongen absentie
van arbeid.
Ds. W. J. Meiners, predikant dei- Ned. Herv.
gemeente te Amersfoort
Ds. S. K. Bakker, predikant der Ned. Herv.
gemeente te Zwolle
Ds. A. L. Th. van der Ven, predikant der
Ned. Herv. gemeente te Moordrecht.
Verdediging wan Nederland
Koloniën.
Tot hare groote voldoening mag de regee
ring constateeren, dat het in de „Staatscou
rant” van 23/24 dezer door een vaderlands
lievend burger ontwikkelde plan in ruimer
kring bijval vindt. Zij acht daarom thans het
oogenblik gekomen, om eenigszins nader aan
te duiden, welke bestemming aan de ten be
hoeve van het fonds tot verdediging van het
vaderland en de koloniën te storten golden
eventueel zal zijn te geven.
De ontzettend zware lasten, welke de tegen
woordige toestand op de schatkist legt, kun
nen slechts zonder blijvende schade voor *s
lands economische welvaart en zijne weerbaar
heid gedragen worden, indien alle vermogende
ingezetenen de handen ineenslaan en op het
voorbeeld van detigene, die den stoot in deze
gaf, een min of meer belangrijk deel van hun
vermogen afstaan. Er zal dan een fonds ge
sticht kunnen worden, waardoor de oorlogs
lasten worden verlicht en zoo mogelijk ook
de toekomstige verdediging van moederland
en koloniën zal worden gesteund. De regee
ring stelt zich voor, zonder echter de vrijheid
der schenkers, om bepaalde voorwaarden te
bedingen, in het minst te beperken, bij de
vorming van dit fonds de volgende regelen in
acht te nemen
lo. Het maximum bedrag van zoodanig
fonds wordt op 100 millioen, het minimum op
50 millioen bepaald.
2o. Mocht het maximum worden overschre
den, dan worden de toegezegde bijdragen ponds
pondsgewijze verminderd.
3o. Voor hen, die een zeker deel van hun
vermogen willen opofferen, zal als basis voor
de berekening gelden de eerste aangifte voor
de vermogensbelasting, nadat de vrede tus-
schen Engeland, Frankrijk, Duitschland, Oos
tenrijk en Rusland is gesloten.
4o. De namen van hen, die bijdragen toe
zeggen, zullen, tenzij uitdrukkelijk het tegen
deel wordt verzocht, in de „Staatscourant”
bekend worden gemaakt.
De regeering richt tot alle vermogende in
gezetenen, die op den aangegeven voet hunne
medewerking willen verleenen, do uitnoodi-
ging, om zich bij den minister van Binnen-
landsche Zaken aan te melden.
Het vergaan van de
„Houtdijk” en Allee”.
De lijst van de personen omgekomen bij
het vergaan van de „Houtdijk” en de „Alice”
wordt thans gepubliceerd. Van de „Houtdijk”
zijn omgekomen Frederik Verkammen, le ma
chinist Johanna Verkammen, Frank van der
Velden, Lambertus Engels, Daniël Teesing,
student, passagierWilhelm de Korte, August
Severin, Jan de Vries, timmerman Jan Vink,
Nicolaas de Nooi, Nicolaas Meliste, Jamke
Zorgdrager, Lambertus van Diezen, Willem
Berwold. Van de „Alice” verdronken Jan Renze
Smit, kapitein en zjjne vrouw Jans Smit—
Pals, Arie van Heyningen, Jacob van der Sloot,
Adrianus Kortleven Willem de Graaf, Gerrit
van Hoften, Frank Foort, Willem Allessie en
Evert Foort.
Gered werden van de „Alice” de eerste offi
cier F. ter Wiel, 2e officier Ch. Currie, lo ma
chinist J. H. Kuipers. 3e machinist A. Lan
sen, kok H. Thorsen, hofmeester-bediende T.
Kooiman, matrozen G. Belshuizen en K. Hee-
res, lichtmatroos G. de Boer, donkeyman A.
v. d. Windt, olieman J. W. v. d. Horst,, sto
ker L. Ketting en tremmer W. van Biene
Van de „Houtdijk” werden gered de kapi
tein H. Kuiken, eerste officier C. Bos, tweede
officier T. A. de Boer, hofmeester J. de Leu,
lichtmatrozen H. Godhelpje en H. J. Corkee,
donkeyman L. Gijzen, stoker J. Noordegraaf,
tremmers W. H. Mulder en D. Gijssen en een
passagier Van den Toorn uit Scheveningen.
De overlevenden zijn thans op reis van Reval
naar Helsingfors en zullen van laatstgenoemde
plaats uit hun haardsteden weer trachten te
bereiken.
bedoeling van het legerbestuur, om bij de de
mobilisatie zooveel mogelijk de eigenaren der
gevorderde paarden in de gelegenheid te stel
len hun dieren terug te koopen tegen 5/6 van
den inkoopsprijs.
Bij vlce-admlraal Roëll.
De oud-minister van Marine, vice-admiraal
J. A. Roëll had de welwillendheid een redac
teur van het Persbureau M. S. Vas Dias te
Amsterdam te woord te staan in verband met
de militaire situatie van het oogenblik.
„Ik stel op den voorgrond” zei Z.Exc., dat
ik reeds sinds vrij geruimen tijd den actieven
dienst heb verlaten, zoodat hetgeen ik u zal
antwoorden op de vragen, die u mij wilt stel
len, eigenlijk slechts moet worden opgevat als
de meening van een particulier, wiens oordeel
men vraagt. Meer gezag wensch ik niet -toe
te kennen aan mijn woorden. Het inzicht dus
van iemand, die gedurende vele jaren het land
als marine-officier heeft gediend, en die op
het oogenblik de gebeurtenissen observeert
zonder direct betrokken te zijn bij den gang
van zaken”.
Vice-admiraal Roëll verklaarde volkomen
overtuigd te zijn, hoe wij er zeker van kun
nen wezen, dat het ón Duitschland’s èn Enge-
lands streven is om Nederland buiten het con
flict te houden.” „In hoever hier nu idealis
tische en altruïstische beweegredenen den toon
aangeven”, zoo de oud-minister, „wil ik daar
laten. Bij mij staat 't vast, dat waar 't
ons koloniaal bezit betreft, door u genoemd
zeer zeker door Engeland in Insulinde (eer
der) de Nederlandsche dan bijvoorbeeld een
Japansche heerschappij zou worden gewenscht.
Afgescheiden nog van de motieven, welke met
het oog op de houding der Vereenigde Staten
hier in het spel zijn en waarvan de beteekenis
zeker niet mag worden onderschatIk
durf met volle gerustheid zeggen, dat men ten
aanzien van ons Koloniaal bezit niet zeer on
gerust behoeft te zijn, voorzoover de loop der
gebeurtenissen thans te overzien valt”.
Jhr. Roëll gaf toe dat waar men ovei
^kritieke punten” wil spreken, de kwestie van
den toevoer van levensmiddelen zeer zeker bij
zonder en zeer ernstige aandacht verdient. De
Conventie van Londen kan aanleiding geven
tot allerlei „bisbilles” welke de diplomatie
handen vol arbeids kunnen verschaffen. Hier
stuit men inderdaad op een punt dat niet te
luchthartig mag worden beschouwd. Maar de
door sommigen in deze dagen geuite bewering,
dat het Engeland te doen zou zijn om Neder
land te „zoeken” om het zoo eens uit te
drukken die insinuatie acht de oud-minis
ter beslist ongegrond. Het feit, dat Engeland
niet naar Vlissingen is opgevaren tot dusver,
bewijst dat reeds voldoende.
Jhr. Roëll deelt niet de meening van hen,
die zeggen dat een aanval op Antwerpen nood
zakelijk zou moeten leiden tot schending van
onze neutraliteit door het overschrijden onzer
grenzen. Met al de consequentiën daarvan.
Waar de positieve wil bestaat zegt Z. Exc.
om de integriteit onzer grenzen te sparen,
daar kan men ongetwijfeld ook in dat geval
Nederland sparen.
Op de vraag of hot allernieuwste Krupp-
geschut van 42 c.M. de waarde van het bij
Vlissingen gebouwd wordend fort niet bedui
dend vermindert wenschte vice-admiraal Roëll
geen positief antwoord te doen volgen. In het
algemeen erken.t Z. Ex. dat tegenover mortieren
van 12 K M. draagwijdte ook het nu krach-
tigst-denkbare koepelfbrt zeer zeker niet be
stand is. Natuurlijk kan, in dit verband, de
vraag ook rijzen, wat dan de waarde onzer
Hollandsche waterlinie wordt. Maar de tech
nici wijzen hier bjjv. op den slappen bodem
in vele streken ten onzent, welke het ageeren
met geschut van dergelijk gewicht allicht niet
zou gedoogen, intusschen moet men de vraag,
welke evolutie in den fortenbouw door Krupp’s
allerjongste geschut van formidabele kracht
tengevolge zal hebben, overlaten aan hen, die
de beteekenis daarvan thans hebben na te gaan.
De oud-minister Roëll, die alzoo de vraag
betreffende -de kansen dat Nederland in het
wereldconflict zal worden gemengd optimisch-
tisch beziet sprak nog als zijn meening uit,
dat vooralsnog de waarschijnlijkheid van een
samentreffen der slagschepen van de Duitsche
en Engelsche zeemacht gering mag worden
geacht.
Het is waarschijnlijk, dat Engeland zijn vloot
zoo lang mogelijk intact zal houden, zei Z. Ec.
teneinde, gesteld, dat de zaken voor de met
Frankrijk geallieerden te land minder gunstig
zouden loopen, toch de macht te kunnen be
houden de Duitsche industrie te kunnen fnui
ken, vóórdat Engeland zijn einddoel in deze heeft
bereikt zal het niet licht tot den vrede zijn
te bewegen
In verband hiermee verklaarde jhr. Roëll
ervan overtuigd te zjjn, dat de nu-ontketende
oorlog lang zal duren. In de jongste
vijftien jaren heeft Engeland zijn vloot ge
bracht op voortreffelijke hoogte, in elk opzicht.
Ook Duitschland heeft aan zijn maritieme
kracht groote offers gebracht en men kan zeg
gen, dat de Engelschen haarslechts in nume
riek opzicht overtreft.
Dat deze groote catastrophe zal moeten lei
den tot gansch andere toestanden dan de „ge
wapende vrede”,|met zijn onduldbare lasten
de vice-admiraal geeft het toe. Waar eventueel
te scheppen vredesvoorwaarden zullen kunnen
vorderen het slechten van vestingen, daar moe
ten automatisch de oorlogslasten afnemen. Na
de groote en bloedige worsteling zijn dus ont
spanning en verlichting te verwachten. Nie
mand kan profeteeren, wat er geschieden zal
nadat de worsteling ganschen nieuwe machts-
dat bel er weer keurig netjes uitziet. Boven
dien zijn voor de zitplaatsen tochtdeur!jes aan
gebracht zoodat men aankomende winter niet
meer last zal hebben van koude beenen.
’t Programma dat er thans wordt afgewerkt
geeft voor „elk wat wils”.
Het hoofdnummer „De leeuwen in den nacht”
is een keurig drama in 3 afd. van Gaumont
en biedt dengenen die van een spannend drama
houden, veel genot.
„De nachtmerrie van Bob” doet de aanwe
zigen schateren van lachen, zoo ook „De flirt
van den Concierge” on „Arthème Tandarts”.
Is men liefhebber van een comedie-nummer,
welnu dan is „Zwanenzang” voor hen een
zeer mooi stuk.
Een prachtig natuur-nummer is zeker »De
walvischvangst te Durban».
Vergeten we niet te vermelden het extra
nummer „De opstand te Durazzo”, de hoofd
plaats van Albanië, een mooie actueele film.
Voor den dienst in Ned. Indië als rech
terlijk ambtenaar is bestemd onze vroegere stad
genoot de heer mr. 11. Idema thans te Laren.
Is benoemd tot onderwijzer aan de bij
zondere school te Joure de heer Kuiper alhier.
Tot onderwijzer van bijstand aan de
bijzóndere school te Wommels is benoemd de
heer Stellingwerf, volontair alhier.
Zijn benoemd tot lijdelijke onderwijze
ressen aan school no. 3 alhier de dames G.
Veen en J. H. Schotanus, en aan school no. 2
mej. A. A. Bont allen alhier.
Benoemd tot leerares aan de Handels-
cursus Mej. O. Jansen, leerares aan de
H.B.S. alhier.
WORKUM, 29 Aug. De heer B. Jonk
mans, gedurende 28 jaren hoofd der vereenigde
burgerschool alhier, nam heden afscheid van
zijne leerlingen, om zich metterwoon te Leeu
warden te vestigen.
PARREGA. Het beroep naar de Ned. Herv.
Gemeente te Parrega c.a. is aangenomen door
ds. J. Peterse te Nes en Wicuwerd.
WORKUM. Benoemd tot tpdelijk .hoofd
der vereenigde burgerschool alhier de heer L.
de Wit en tot tijdelijk onderwijzer de heer
Hotze Zeijlstra.
SLOTEN. Op verzoek van het hoofdbe
stuur van het Hoefïjzerverbond hebben de da
mes IJ. Bonekamp, J. Mojjer en P. F. v. d
Wal alhier zich bereid verklaard giften in te
zamelen ten behoeve van het Roode Kruis.
TIRNS. De heer R. Wiarda, van Tirns,
onderwijzer te Nijehaske slaagde dezer dagen
voor de acte van hoofdonderwijzer.
Raad van Beroep.
In de zitting van den raad van beroep te
Leeuwarden werden o.a. verworpen de be
roepen inzake de invaliditeitswet van T de
J. wed. D. de V. te Molkwerum, R. .1. de B.
wed. J. de J. te St. Nicolaasga, H. W. wed.
H. v. d. S. te Heeg, K. L. vr. H. R. K. te
Lemmer, G. J. de J. wed. C. de V. te Sneek,
J. S. wed. L. R. te Rien.
De uitspraak op het beroep van
Sneek werd uitgesteld tot 8 Septemb
In de vlammen omgekomen.
De vorige week ontstond
woning van
herberg en
Niet alleen m’n dochter en m’n buur
meisje, die het in normale omstandigheden
toch doen, maar heel de stad droomt, denkt,
praat over soldaten.
Gewoonlijk zien wij hier zoo veel mili
tairen van allerlei gading, dat al wat we
doen, als tromgeroffel of hoorngetoeter ons
stoort in denkbezigheid, is met een vaart je
de vensters sluiten en brommen over dat
moordende straatlawaai, dat iemand belet
behoorlijk zijn werk te doen. Maat nu.
Nu is het heel wat anders. De „opvreters
van stad en land“ zijn nu de groote meneer.
En menschen, die anders de schouders op
halen over „die gekheid, die nonsens, die
nergens toe dient” loopen nu een straatje
extra ver, als zij hopen kans te hebben wat
mannekes tegen te komen of te zien, hoe
zij zich redden in hun tijdelijke kwartieren.
Den Haag is altijd een militairenstad
met het sterke uit bijna alle wapens be
staand garnizoen. Doch op het oogenblik
is het nog veel sterker dan anders.
In Scheveningen, waar alle badgasten als
bij tooverslag verdwenen, toen de mobili-
satiebevelen der verschillende landen elkaar
opvolgden, is nu een aantal „vreemden"
gelogeerd, dat alle hoteliers zou doen droo-
men van goud, als het inplaats van solda
ten plezierreizigers waren.
Reeksen van scholen zitten er vol van
en niettegenstaande de groote beschikbare
ruimte moeten nog veldtenten buitendien
in gebruik genomen worden. Het station
van de draadlooze telegrafie bij den in
gang der haven lijkt, evenals deze zelf,
wel een vesting.
Niemand behoeft te probeeren dien kant
uit te gaan, want om de tien meter duikt
een soldaat op om te beduiden, dat nie
mand passeeren mag en hij, die bewijzen
kan in die omgeving iets te maken te
hebben, moet een militair escorte meene
men tot zijn doel. De landweerman wacht
tot de boodschap verricht is en brengt den
bezoeker dan weer terug tot de plaats
waar geen leek meer kwaad kan doen en
geen militaire geheimen meer kan op
sporen.
In al de jaren dat ik in Den Haag woon
heb ik niet zooveel Friesch hooren spre
ken als de laatste week. Hoeveel Friezen,
militairen en anderen er momenteel hier
zijn, zou ik wel eens willen weten.
In een van de groote Scheveningsche
stallen, waar honderdvijftig gerequireerde
paarden voor de artillerie bestemd, waren
ondergebracht om te worden ingereden, wa-