f2000
f200
f 150
f 75
De Europeesche Oorlog.
A,
f
t.
SNEEKER COUR ANT (Ó7>., Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang)
ad-
:er
gd
.an-
1015
ER,
Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH
öed. Poortezijlen, - Hoek KleiflZand - Sneek.
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
Officieel Orgaan der Gemeente Sneek.
De Abonne s op Uit blad worden op aanvraag Gratis verzekerd tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande
bedragen. (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.)
bij levenslange ff a F' /X bij verlies van pay ge ff bij verlies ff
Woensdag 9 September 1914.
30e Jaargang.
18
iur
.S.
Gro-
ian-
09.
bij verlies
van een Duim.
uur.
Lch-
geheele
Invaliditeit.
bij
O v e r 1 ij d e n.
£RF,
Groote Advortontiën kunnen uiterlijk tet Maandags- en
avonds ingezonden werden, kleine tot Dinsdags
morgens 10 uur.
den vijand hebben kunnen ver-
Alice H.” heeft men
dat de „Houtdijk”
omgekeerd even-
Donderdags-
en Vrijdags-
N
H a n d, Voet,
of Oog.
Avontuur van een Duitsch vlieger.
Een Duitsch vlieger heeft het volgende
avontuur beleefd, hetwelk hij in een brief
aan zijn vader aldus beschrijft, naar Duit-
sche bladen meededen.
Waarde vader. Toen ik u mijn laatsten
brief schreef kon ik niet vermoeden, dat
ik gedurende de laatste dagen zooveel zou
ondervinden en slechts als door een wonder
het leven zou behouden. Ik vloog den
22sten Aug. ’s morgens bij nevelachtig
weer met luitenant J., een uitstekend vlie
ger, naar Sédan en kou waarnemen, dat
de vijandelijke troepen opmarcheerden naar
het Noorden. In de omstreken van Ber-
trix kwamen wij in zware regenwolken
terecht en moesten ongeveer 1000 meter
dalen. Op dat oogenblik hoorden wij ook
reeds het tokkelen van kogels tegen de
machine en het scheen, alsof beneden ons
een geheele Fransche divisie in stelling
was gvbracht. J. werd door een kogel ge
troffen, de motor bleef staan en de machine
daalde loodrecht op de vijandelijke troepen,
die een regen van kogels op ons deden
neerkomen. Op 800 meter hoogte begon
de machine te haperen; ik keek om en zag
J. met een kogelwonde in het voorhoofd ter
neer liggen. Nu greep ik over de leuning
van mijn zitplaats het stuur en zóó kon ik
den tweedekker weer in glijvlucht brengen.
Mijn doel was, het bosch, aan de andere
zijde der Franschen, te bereikende mi
nuten, gedurende welke ik op 200 meter
hoogte over den vijand heenvloog, schenen
mij een eeuwigheid toe. Voortdurend floot
mij een hagel van kogels om de ooren.
Plotseling voelde ik een hevigen slag te
gen het voorhoofd, het bloed liep mij over
beide oogen. Maar ik wilde volhouden. Ik
behield het bewustzijn en dacht er slechts
aan, de machine boven den vijand heen
veilig naar beneden te brengen. Toen kwam
een rukwind, die de machine omwierp, en
daar mijn gedoode vriend op het zijstuur
lag, kon ik niet anders dan midden tus-
schen de vijanden landen. De machine sloeg
daarbij over en liep tegen een omheining,
terwijl ik er in een grooten zwaai uitge
worpen werd. Van alle kanten liepen nu
de roodbroeken op mij af, al maar vu
rende. Ik trok mijn pistool en deed er
nog drie in het zand bijten.
Toen voelde ik een bajonet op de borst.
LONDEN, 7 Sept. (Hbld.) Aan de
„Daily Telegraph” wordt d.d. 4 Septem
ber uit Berlijn gemeld„Zóó zeker zijn
de Duitschers van de eindoverwinning, dat
zij beginnen met hunne troepen van het
westelijk naar het oostelijk oorlogstooneel
te verplaatsen.
Twee Duitscho legerkorpsen zijn per trein
uit België naar Oost-Pruisen vertrokken.
LONDEN, 7 Sept. (Hbld.) Uit Parijs
wordt gemeld, dat daar nog steeds alles
kalm is. Men berekent dat 400.000 per
sonen de Fransche hoofdstad verlaten heb
ben. Alle Duitschers en Oostenrijkers zijn
Vrijdag, tot groote voldoening der Parij
zenaars, de stad uitgezet. Deze laatsten
vinden het zeer vermakelijk, dat de Duit-
sche aeroplanes de Fransche vliegmachines,
schijnen te vreezen en verdwenen zijn
ook maken zij er zich vroolijk over dat
het Duitsche leger Parijs den rug toekeert.
De Matin” vraagt of de vijand soms be
vreesd is voor de fortificaties van Parijs,
die zich over 250 K.M. uitstrekken. Des
kundigen echter begrijpen wat het hoofd
doel der Duitschers is, n.l. om zoo moge
lijk het veldleger te verslaan, terwijl zij
het innemen van Parijs als van onderge
schikt strategisch belang beschouwen. De
zuidwaartsche beweging is daarom zeer
belangrijk en dreigend. De Fransche troe
pen tusschen Toul en Epinal werden hier
door gedwongen terug te trekken, waardoor
de Duitsche troepen in Lotharingen konden
avanceeren. Toch wordt de toestand niet
ongunstig beoordeeld voor een offensieve
beweging der geallieerden.
Gemeld wordt, dat de Duitschers het
Engelsche hoofdkwartier hardnekkig aan
vallen, waarbij zij hot vooral op Sir John
French gemunt hebben.
LONDEN, 7 Sept. De „Daily Express”
publiceert een gecensureerd telegram van
zijn correspondent te Gent, waarin gemeld
wordt, dat hij er in geslaagd is door de
Duitsche liniën te komen. Hij vond kleine
garnizoenen, gevormd door den landstorm,
ANNEX
TELEFOON No. 150.
gelijk een van de reddingbooten met allen,
die zich er in bevonden. Men had nog
opgemerkt, dat de vrouw van den len
machinist F. Verkammen het schip niet
zonder hadr man, die naar de machineka
mer was gesneld, wilde verlaten. Men
heeft hen niet weder gezien.
Uit de reddingboot, waarmede kapitein
Kuiken en elf anderen behouden van het
zinkende schip kwamen, is nog overboord
geslagen en verdronken de kok W. J. de
Korte. Twee uren heeft men nog ter
plaatse rondgeroeid, om zoo mogelijk hulp
te verleenen, maar men hoorde of zag
niets moer.
Daar wind en zeegang sterker werden,
heeft men, voor den wind zeilende, einde
lijk in den morgen van den 20en Augus
tus, om helf elf, de buitenhaven van het
eiland Dagö bereikt. Een van de beman
ning, die licht gekwetst werd, is sedert ge
heel hersteld.
Aan boord van de
niets van het onheil,
óverkwam, bemerkt, en
min.
te Enghien, Bergen en Soignies. De Duit
sche generale staf kwam Vrijdag te Binche
bij Bergen aan. In de dorpen Nimy, Je-
mappes, Quaregnon,Flenn, Frameries, Thulin
en Labouverie zijn meer dan 100 huizen
verbrand en 150 burgers doodgeschoten.
De correspondent maakt ook melding
van een gevecht tusschen Fransch-Engelsche
en Duitsche troepen, dat reeds van 31 Aug.
af duurt. De stad, in de nabijheid waar
van dit gevecht geleverd wordt, is door
den censor geschrapt.
LONDEN, 7 Sept. Duinkerken is vol
soldaten. Er komen talrijke vluchtelingen
aan uit Rijssel en Maubeuge. Het zijn
meest werklui en kleine boeren, met hun
gezinnen. Er heerst groote armoede. De
oogst rondom Duinkerken is zeer rijk ge
weest.
De militaire autoriteiten aldaar kregen
gisteren telefonisch bericht, dat een sterke
troep Duitsche infanterie en cavalerie Rij--
sel binnengerukt was. Patrouilles zijn ge
zonden naar Armentières en Baillend.
De treinen van Parijs naar Havre en
Dieppe nemen de route ten Zuiden van de
Seine via Drieux.
Een Britsch officier, die te Parijs van
het front aangekomen is, zegt, dat het aan
tal en de volharding der Duitsche spionnen
I verbazingwekkend is. Bij honderden gin-
gen zij aan het leger vooraf. De meesten
V zijn gevangen genomen, verscheidene zou
den anders ongetwijfeld belangrijke inlich-
Uit een brief van een Saarbrückor gees
telijke, die Luneville op den dag van den
intocht der Duitsche troepeil bezocht, aan
de „Köln Ztg.,’, ontleenen wij het vol
gende
Op Zondag 23 Augustus, ’s middags om
2 uur, rukten do Duitsche troepen Luné-
ville binnen. Per auto kwamen wij nog
denzelfden avond daar aan. In den aan
vang was het doodstil in de broede, vol
maakt donkere hoofdstraat, waar wij door
reden. Maar na een paar minuten verna
men wij plotseling jubelend gezang. Wij
gingen op het geluid af, en kwamen aldus
spoedig bij de Fransche dragonder-kazernc
aan. Alle vensters waren hel verlicht en
daar binnen zongen honderden stemmen in
het door den vijand ontruimde gebouw
„Deutschland, Deutschland über Alles!”
Ik begaf mij vervolgens naar het hotel,
waar ik tal van offïcieron in vroolijke, maar
volstrekt niet uitgelaten stemming aan de
groote eettafel vond. Zilveren candelabres
met zeven armen verlichtten dit tooneel,
dat mij herinnerde aan Adolf vpn Menzeis
doeken uit den tijd van den grooten Frie
drich.
Wij brachten den nacht in den auto
door, en de veimoeidheid, benevens de na
tuurlijke ontspanning na al de indrukken
van den vorigen dag bezorgden ons een
zij hei ook onrustigen slaap. Den volgen
den morgen vroeg reden wij Lunéville uit
en in het volgend oogenblik hadden wij
het geweldige slagveld voor ons, dat wij
den vorigen avond in het donker gepas
seerd waren. Wie vermag den ontzettenden
aanblik van dit lijkenveld te beschrijven
Daar lagen de vijanden met doorschoten
lichamen in de greppels langs den weg,
langs de hellingen en wegbermen, op ’t vrije
veld onder en naast hunne paarden. De
armen verstijfd in afwerende houding, de
vuisten in doodsstuip gebald, de gezichten
bedekt met bloed on stof, tot dikke kor
sten gestold, vertrokken van woede en
doodsangst. Munitiewagens, deels omge
vallen, mot gebroken wielen. Vuile en
stukgereten uniformen, wapens van allerlei
soort tot heuvels gestapeld.
Vreeselijk had de oorlogsfurie hier huis
gehouden. De ontzettende bloedreuk, die
uren in den omtrek de geheele streek ver
vulde, heeft zich hier met zweet- en ont-
bindingslucht tot een verstikkende atmos
feer verdicht. Maar geen enkel lijk van een
Duitschen soldaat zagen wij. Groote heu
vels, zorgvuldig gelijk gemaakt en afgestekt,
tingen aan
schaffen.
BORDEAUX, 7 Sept. Gedurende het
laatste gevecht maakten twee soldaten van
het 137e regiment infanterie zich meester
van het vaandel van het Duitsche 28e re
giment infanterie, waarvan de kolonel krijgs
gevangen werd gemaakt.
Als belooning voor dit schitterend wapen
feit ontving het vaandel van het 137e
regiment het kruis van het legioen van eer.
PARIJS, 5 Sept. (Tel.) Een commu
niqué van de militaire regeering, om 3 uur
uitgegeven, meldt dat de vijand zijn uit
gestrekte, omtrekkende beweging voortzet
en het versterkte kamp Parijs aan zijn
rechterhand latend, in Zuid-Oostelijke rich
ting oprukt.
De beteekenis van bovenstaand telegram
springt duidelijk in het oog. De legers, on
der bevel der generaals von Kluck en von
Billow, die kortgeleden nog bij Combles
stonden, hebben een groote zwenking in
Zuid-Oostelijke richting volbracht. Bij hun
opmarsch naar Parijs hadden de Duitschers
verwacht, in iede- geval op de Fransche
hoofdmacht te zullen stooten, teneinde na
vernietiging van het Fransche leger ’t be
leg om de hoofdstad te kunnen slaan. Deze
berekening is echter onjuist gebleken. Hoe
wel de weg naar Parijs thans voor do
Duitschers open ligt, is de Fransche hoofd
macht nog altijd intact.
Of er onder deze omstandigheden van
een beleg van Parijs door de Duitschers
sprake kan zijn, is een groote vraag. Waar
schijnlijker klinkt het en ook boven
staand telegram wijst er op dat de
Duitschers hun pogingen, om generaal
Joffre tot een eindslag te dwingen, zullen
voortzetten. Daar er voor de Franschen al
les aan gelegen is tijd te winnen en een
zoo groot mogelijke Duitsche troepenmacht
in Frankrijk vast te houden, zou het niet
te verwonderen zijn, zoo generaal Joffre
zijn tactiek van talmen en retireeren nog
langer voortzette.
Naar aanleiding van het besluit van ge
neraal Joffie om den tegen Parijs opruk-
kenden Duitschers geen tegenstand te bie
den, schrijft de „Corriere della Sera* dat
het centrum der nieuwe Fransche defensieve
stellingen het Morvant-gebergte, dat tus
schen Nevers en Dijon gelegen is, zijn zal.
Verleden week zijn te Rotterdam ujt
Hamburg aangekomen de geredden van de
stoomschepen „Alice H.” en „Houtdijk”,
die .in den nacht van den 20sten Augus
tus in de Finsche Golf op mijnen geloopen
en gezonken zijn.
Blijkens de scheepsverklftringen, door de
heeren T. Terwiel, Iste-officier van de
„Alico Hv”, en H. Kuiken, kapitein van
de „Houtdijk*, voor den Nederlandschen
consul te Reval afgelegd, heeft de ramp
zich als volgt toegedragen
Op den 18en Augustus, ’s morgens 8
uur verlieten beide stoomschepen Peters
burg, met orders voor Helsingborg. Zij
waren zeewaardig. Een uur later bereikte
men Kroonstadt, waar men een geleide
van het havenbestuur kreeg tot het pas-
seeren van het Russisch oorlogsschip. Te
'1 uur ’s middags verliet men Kroonstadt,
begeleid door een Russischen loods en met
een marine-officier aan boord, welke de
schepen tusschen de mijnen door zou bren
gen. Te 2 uur verliet de loods de sche
pen bij het eerste wachtschip en onder ge
leide van een loodsstoomschip werd de
vaart vervo’gd. Om halfzes namiddags ver
trok het loodsstoomschip en kon men zon
der gevaar verder stoemen.
Op den 19den Augustus, ’s morgens half
zes, werden de schepen door een Russische
gpuvernementsstoomboot aangehouden en
werd last gegeven onmiddelhjk de Papen-
wickbocht Binnen te loopen en daar ver
dere orders af te wachten, ’s Morgens om
acht uur ging men in die bocht voor an
ker en om elf uur heesch het gouverne-
mentsstoomschip de vlag en gaf het signaal
om te volgen. Om twaalf uur ’s middags
verlieten beide stoomschepen met nog 11
andere de Papenwickbocht, begeleid door
de gouvernementsstoomboot.
Om tien minuten voor zeven bracht deze
stoomboot alle schepen bij het eiland Nar-
göu en werd medegedeeld, dat men zich
nu buiten het mijnenrayon bevond en ieder
schip zonder gevaar do reis kon voort
zetten.
Tot zoover zijn de scheepsverklaringen
van de heeren Terwiel en Kuiken gelijk
luidend.
Die van den heer Terwiel ’(„Alice H.”)
luidt dan verder
Wij zetten koers op Helsingborg. Om 8
uur ’s avonds peilden wij Surop Zuid 70
gr. Oost en Packerort Zuid 5 gr. West.
Van daar stuurden wij West half Zuid 27
mijlen en dan nog West 18 mijlen.
Om een uur ’s nachts van den 2üsten
stiet het schip op een mijn en het geheele
voorschip werd uiteengeslagen. Het stoom
schip zonk niet. Wij stopten dadelijk en
lieten de booten halverwege neder, in af
wachting van wat verder gebeuren zou. Te
1 uur 25 minuten stiet het schip op een
tweede mijn, die onder de machinekamer
kwam en ontplofte. Nu begon het stoom
schip onmiddellijk te zinken. De geheele
bemanning ging in de booten en men
maakte, dat men weg kwam. Toen men in
de booten was ontplofte een derde mijn
onder het achterschip. Tegelijk met het
stoomschip zonk ook de stuurboordsred-
dingboot waarin zich de kapitein J. R.
Smit met zijn vrouw en een gedeelte van
de bemanning bevonden. Twee uren bleef
men nog in de omgeving van de plaats,
waar het stoomschip gezonken was en
slaagde men er in den 2en officier Ch.
Currie en den donkeyman A. van der
Windt, die op stukken hout ronddreven en
zich van zwemvesten voorzien hadden, te
redden. De heer Currie had bijna twee
uur in zee gelegen. Beiden hadden in de
stuurboordsreddingboot gezeten, die ver
moedelijk door de zuiging van het zinkende
stoomschip in de diepte verdwenen was.
Van de tien andere menschen uit deze red
dingboot is geen spoor meer gezien.
Om 4 uur in den morgen is men, zeilen
de van de plaats des onheils vertrokken,
koers zettende naar het eiland Dagö. Om
twaalf uur ’s middags landde men in de
buitenhaven van dit eiland.
Na het vertrek bij het eiland Nargön
luidt do scheepsverklaring van kapitein
Kuiken (Houtdijk) als volgt
Om acht uur passeerden wij Packerort
8^2 Engelsche mijl op koers west ZU*(I
magnetisch. Nadat wij 39 mijl afgelegd
hadden, stieten wij 20 Augustus 12 uur
50 minuten des nachts op een mijn, die
in het voorruim van het schip een groot
gat sloeg, zoodat dit langzaam begon te
zinken. Wij streken direct twee redding
booten, die bemand werden. Kapitein Kui
ken verliet het laatst het schip. Om 1
vuur 5 minuten is het stoomschip op een
tweede mijn gestooten, die onder het ke-
telruim ontplofte en het geheele schip stuk
sloeg dadelijk daarop ontplofte een derde
mijn onder de machinekamer.
Om 1 uur 7 minuten verdween de„Hout
dijk” in do golven en door de zuiging te-
ABONNEMENTS-PRIJS
Per jaar fl.5O, franco per post f2.—, buitenland f5.—
Afzonderlijke nummers 3 cent.
ADVERTBNT1B-PRIJB
15 regels 35 cent, elke regel moer 6 cent.
Bij abonnement belangrijke korting.
Ingezonden Mededeelingen 10 cent por rogol.
bij verlies van
elke andere
Vinger.
met houten kruizen beplant, wezen de ge
meenschappelijke graven aan, waarin onze
gevallen helden reeds zijn ter aarde besteld
door hun trouwe kameraden.
Onze weg voerde ons naar het veldla
zaret no. 7, te Einville, welk een plek van
namclooze ellende Ik heb er twee avon
den doorgebracht, on haar afgrijselijkheid
zal mij onvergefelijk zijn. Daar liggen de
stervenden, de zwaar verwonden in do
groote villa, die aan een Franschen notaris
heeft toebehoord. Ook onder den vrijen
hemel liggen er honderden, sommigen licht
verwond, anderen reeds stervend.
En ik heb daar den doode gevonden,
dien ik zoeken wilde om hem aan zijn
diep rampzalige weduwe terug te kunnen
geven, opdat hij in vaderlandschen grond
den laatsten slaap zou kunnen slapen. Hij
was een jong officier, dien ik een paar
dagen na de mobilisatie met zijn jong
vrouwtje in den echt verbond. En nu reeds,
weinige dagen na de Nottrauung ligt hij
dood voor mij Fransche inwoners van
Einville, arme daglooners, hielpen mij, den
doode op te zoeken onder den gruwelijken
oogst. Zij werkten in ’t zweet huns aan-
schijns voor mij, maar geld wilden zij in
geen geval aannemen, de braven. Ik heb
hun de hand gereikt, en hen diep getroffen
bedankt
van een f j
Wijsvinger.
r
1.
ia H.
I, H.
k en
>.-■
het
lijke
Dr
irmd
nd
dat
elk
loos-
d. I
dels-
oge-
r rei-
wor-
De toestand in Frankrijk.
ln het veroverde Luneville.
Het vergaan van de stoomschepen
„Alice H.” en „Houtdijk”.