SERGE PANINE.
Westerhof’s Koffie
SNEEKERCOÜRANT(67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL(14deJaargang)
Java
Preanger
70
MEUBELFABRIEK
„NEDERLAND
J./l.HUIZINGA
GRONINGEN
TCLCFOON N? Ui
BEHANGGEX
Zaterdag 3 October 1914.
31e Jaargang.
No, I.
R EC L AMEKO LOM.
Nieuwstijdingen.
Nederland en de Oorlog.
60 ets. per pond.
a
Amsterdamsche Snufjes.
Amsterdamaohe typen.
N”
Feuilleton.
3
5
2
2
ANNEX
A
H
pakt
jden.
II.
B.
S. Hagtema,
genoegen
Nadruk verboden.
ging de bankier
van
I
kwam bij
n.
Noordwolde
K. Okkinga,
teit.
en.
Cayrol werden door eene aan-
sympathie tot elkander getrokken.
y y
Werkloozenka.sen.
Door den minister van Landbouw is aan
de besturen van gemeenten, met een ge
meentelijk werkloozenfonds of waar werk-
loozenkassen gevestigd zjjn, zoomede aan
vakbonden en vakvereenigingen, die een
werkloozenkas hebben, een circulaire gericht,
waarin enkele punten uit vroegere circulai
res nader worden toegelicht teneinde ver
schil van opvatting te voorkomen en eenheid
van toepassing te bevorderen.
SNEEK. Met goed gevolg is aan de
Amsterdamsche Universiteit het tweede na
tuurkundig examen aigelegd door onzen
vroegeren stadgenoot den heer Tj. Hal-
bertema.
Vanwege de Geref. Gemeente te
Utrecht is tot zendelingarts te Poerworedjo
(Ned.-Indiö) benoemd onze vroegere stadge
noot de heer Dr. J. C. Flach, geneesheer
op de stichting >Dennenoord< te Zuidlaren.
Dr. Flach hoopt het volgende voorjaar
naar Poerworedjo te vertrekken.
Benoemd tot ambtenaar ter secretarie
le klasse alhier de heer K. Brouwer, vo
lontair ter secretarie der gemeente Baarde-
radeel.
het Dagblad de Telegraaf in verband met
de publicatie van een oorlogsteekening van
den keer Louis Ramaeckers.
De S. S. en het Steuncomité.
De directeur-generaal van de maatschappij
tot Expl. van S. S. deelt mede dat het re
sultaat van den tot het personeel van de
8. 8. en de N. O. S. geuiten oproep om
steun aan het Kon. Nationaal Steuncomité,
is geweest dat f 37.859 is afgedragen
aan dat comité.
Een vergissing.
De regeering heeft o. a. in de provincie
Groningen de langs de Duitsche grenzen
gelegen gemeenten in staat van beleg ver
klaard, zoo schrjjft men aan de „N. R. 0.”
Het heeft intusschen de aandacht getrokken,
dat daarbjj ook genoemd wordt Kantens,
eene gemeente, die midden in de provincie
noch aan de grenzen, noch aan zee ligt.
Het is waarschijnlijk, dat men ook het
eiland Rottum in staat van beleg heeft
willen begrijpen, doch dit eiland behoort
tot de gemeente Warffum. In de gemeente
Kantens ligt een dorpje, dat ook Rot
tum heet; het ligt voor de hand, dat hier
eens naamverwisseling heeft plaats gehad,
en een aanduiding daarop is wel de om
standigheid, dat de regeering achter het
'■Voord Kantens tusschen haakjes»voor
zooveel betreft het onderdeel Rottum liet
volgen.
De «Staatscourante van eergisteren bevat
nu de volgende verbetering
Onder de provincie Groningen staat
Kantens) voor zooveel betreft het onderdeel
Rottum); lees: Warffum (voor zooveel be
treft het onderdeel Rottumeroog).
Onder de provincie Zeeland staat: Ril-
land-Bath (voor zooveel betreft het onder
deel Volcker Polder); lees: Rilland-Bath
(voor zooveel betreft het onderdeel Völcker-
polder).
Colleges van Zetters.
Door Ged. Staten dézer provincie zjjn,
ter voorziening in de met den 1 Januari
1915 door gewone aftreding in de colleges
van zetters voor 's rjjks directe belastingen
in de volgende gemeenten van Friesland
openvallende plaatsen, de navolgende per
sonen benoemd.
BaarderadeelD. 8. Schoustra. Ooster-
wierum en G. D. van der Ploeg, Winsum.
Bolsward: B. F. Wartena en T. IJ. de
Boer, Bolsward.
DoniawerstalB. IJ. Agricola en A. K.
Jansma, St. Nicolaasga.
GaasterlandA. Hofstra,
M. van der Goot, Sondel.
Hemelumer Oldephaert en
A. A. Bajema, Warns, en
Koudum.
HennaarderadeelA. Gaastra, Oosterend,
en J. Osinga, Kubaard.
Hindeloopen8. Borneman en W. Bak
ker, Hindeloopen.
IdaarderadeelP. G. Halbertsma, Grouw,
en A. A. Jaarsma, Wartena.
Lemsterland E. Lourens, Echten, en W.
H. Visser, Lemmer.
Rauwerderhem J. van der Woude, Deer-
sum, en H. Kiestra, Poppingawier.
SlotenR. P. van Djjk en T. M. Hof
man, Sloten.
SneekJ. Huges, F. Blok en J. H. Bont,
Sneek,
.Stavoren: T. T. de Jong en IJ. J. Vis
ser, Stavoren.
Workum J. C. Nauta en
Workum.
WjjmbritseradeelH. D. Oppedgk, Hom-
merts J. Feenstra, Woudeend, en J. Koop-
mans, Goënga.
Ijlst: S. O. de Vries en R. S. Groenveld,
Ulst.
POPPINGAWIER, 30 Sept. Wegens
hare benoeming te IJtens heeft mej. A.
Heslinga zich teruggetrokken en is in hare
plaats op de voordracht voor onderwgzeres
te Poppingawier geplaatst mej. J. H. Hee-
ren te Vrouwenparochie.
OUDEMIRDUM. Door bemiddeling van
mevr. Posthumus MesjesStar Numan al
hier zal in het interneeringskamp door de
Balk, en
Hollandsche en Belgische militairen de mu
ziek beoefend worden. Bereids hebben zich
een 16-tal manschappen bjj het op te rich*
ten muziekkorps aangemeldals dirigent
zal optreden de heer J. Cannegieter te Balk.
De verschillende muziekinstrumenten zjjn
door genoemde mevrouw in bruikleen af
gestaan.
Mollen- en Kikvorechenwet.
Een wetsontwerp is ingediend, houdende
bepalingen tot bescherming van mollen en
kikvorschen.
Zooals reeds in de Memorie van Toel.,
welke het ontwerp der Nuttige Dierenwet
in 1914 vergezelde, is uiteengezet zjjn voor
het oogenblik bjj uitsluiting noodig, be
schermende voorschriften met betrekking
tot mollen en kikvorschen.
Met het oog op den voortdurend stijgen
den prjjs hunner huidjjs worden de mollen
in groote massa gevangen, in Nederland
zelfs meer dan in eenig ander Europeesch
land. Daardoor is de mollenstand in ver
schillende streken binnen een bMrekkeljjk
korten tjjd merkbaar achteruitgegaan. In
sommige streken van ons land worden de
mollen door de landbouwende bevolking
beschouwd als nuttig, in andere als scha
delik. Om deze redenen verdient het aan
beveling den gebruikers van gronden vrij
heid te laten, om naar hun persoonlek
inzicht mollen op hun land te dulden of
ze te vervolgen. Tegengegaan moeten slechts
worden de buitensporigheden, die een uit
vloeisel zjjn van den handel in mollenhui-
denpaal en perk moet worden gesteld
aan de driestheid, waarmede mollenvan-
gers van beroep zich op gronden van der
den begeven, om daar de mollen weg te
vangen. De artt. 1 en 3 van het ontwerp
beoogen hierin te voorzien.
Art. 2 heeft ten doel de vervolging, waar
aan de mollen zjjn blootgesteld, in den
wortel aan te tasten, door nameljjk den
handel in mollen en mollenhuiden te
verbieden, tenzjj met machtiging van den
Commissaris der Koningin. Ook deze mach
tiging moet slechts worden uitgereikt aan
personen, die te goeder naam en faam be
kend staan.
Naast die van de mollen heeft de ver
volging der kikvorschen in de laatste jaren
groote afmetingen aangenomen, in verband
met de steeds stjjgende vraag naar z.g.
kikkerbilletjes voor de Parjjsche restaurants.
Het nut van de kikvorschen voor den land
bouw is minder betwist dan dat van de
mollen.
Ook voor de veehouderjj is de kikvorsch
door het zuiveren van slooten een nuttig
dier. Ongetwjjfeld staat daartegenover
schade. De kikvorsch eet vischbroed, doch
dit nadeel vermag het nut, dat het dier
sticht, niet uit te wisschen.
Daar de kikvorschen slechts in bepaalde
gedeelten van het land aan vervolging zjjn
blootgesteld, zoo voor het eogenblik in het
bjjzonder in Zeeuwsch-Vlaanderen en West-
Friesland, is het niet noodig, evenals met
betrekking tot de mollen, voorschriften tot
bescherming van kikvorschen, geldend voor
het geheele rjjk vast te stellen.
Volgens artikel 4 zullen bepaalde ge
deelten van het rjjk kunnen worden aan-
ct.
5
3
0
3
NIEUWE SNEEKER COURANT
gewezen, waar de kikvorschen wetteljjke
bescherming zullen genieten. In die gedeel
ten zal hat verboden zjjn kikvorschen té
verhandelen, alsmede om kikvorschen ten
getale van meer dan tien of deelen van kik
vorschen te vervoeren, behoudens de moge
lijkheid van ontheffing door den commissa
ris der Koningin.
Vrjjgelaten is het vervoeren van een ge
ring aantal kikvorschen, ten einde in de
aangewezen gedeelten van het rjjk niet de
liefhebberij onmogeljjk te maken van het
aanleggen en onderhouden van zoogenaamde
terraria en aquaria.
Het Chineesche vrouwtje.
(Van een onzer Amsterdamsche waarnemers.)
Ja, wjj mogen haar met recht onder de
Amsterdamsche typen rekenen, al aan
schouwde ze niet aan onze lage kusten het
levenslicht. In het Hemelsche Rjjk is ze
trouwens evenmin geboren. Java is haar
Heimat, en het is haar ideaal, te avond of
morgen weer naar Tropisch Nederland te
rug te keeren. Maar dan moet ze eerst
geld verdiend hebben, een zak vol geld,
want dat vloeit hier sneller dan op Java.
Zeven jaat trekt ze nu al met haar drie
kinderen langs de straten, bjj voorkeur krui
sende door de oude stad, waar ieder haar
kent, haar geschiedenis weet. Ze ziet er
eenvoudig en degeljjk uit. Haar zwarte
haar is keurig opgemaakt, en het toetje van
achteren zit altjjd precies in het midden.
Ze doet aan de nieuwe mode mee, en draagt
geen hoed.
Een oliejas, die ze waarschjjnljjk van een
goedhartigen stuurmansleerling heeft cadeau
gekregen, beschut haar tegen regen en
wind. Want er uit gaat zjj, weer of geen
weer. Hoe zou ze anders het geld ooit bjj
elkaar krjjgen
Alsmoderne, zelfstandige vrouw, de Vrouw
1914, heeft ze den broek aan. Geen mon
daine of demi-mondaine haremrok, zooals
Gerzon en Hirsch die hebben trachten te
lanceeren. Haar broek is weer van het
zelfde degel jjke oliegoed, en onder de lange
jas valt bjj nauweljjks op.
En zoo loopt ze daar dan, het Java-Chi-
neesje, langzaam slenterend van Centraal
station naar Dam en van Dam naar Munt,
eentonig mompelend, zoodat alleen de be
langstellenden het verstaan kunnen, in bjjna
Haarlemmerdjjksch dialectVaif cente 1
Belangstellenden zjjn er altjjd, hoewel de
nieuwsgierigen het winnen, en het artikel,
waarvoor zjj den alleen-verkoop voor Ne
derland bezit bontgekleurde ballen van
papier, zooals ouderweteche mensshen ze
onder hun petroleumlamp hebben hangen,
om de petroleumdruppels op te vangen
die ballen kan ze in tal van vormen wrin
gen, ze maakt er waaiers van, rozen, va
zen, enz. en met haar teere vingertje de
ballen voortdurend veranderend, weet ze
voldoende belangstelling op zich te concen-
treeren krjjgt ze er ook best in. Ze
wordt steeds omringd door twintig tot veer
tig menschen, ja, meer dan eens heeft ze
in de Kalverstraat bjj het gebouw van de
Groote Club een volksoploop veroorzaakt.
Maar wanneer de politie haar tot doorloo-
Huisvesting van uitgeweken
vreemdelingen.
Omtrent de oprichting van het Provin
ciaal Comité voor huisvesting van buiten-
landsche vluchtelingen, afdeeling Friesland,
kan nog worden gemeld, dat dit Comité
bestaat uit de heeren J. Soutendam en G.
Hibma te Harlingen, M. J. Houwink en E.
Priester te Sneek, A. Eisma en D. Ter-
henne te Bolsward, J. Plet en L. Faber te
Heerenveen, en mr. D. van Welderen baron
Rengers, C. H. van Duysen en P. A. Bruin-
sma te Leeuwarden, allen bestuursleden van
de plaatseljjke Vereenigingen voor Vreem
delingenverkeer.
Vergoeding aan kostwinners.
De minister van oorlog heeft bepaald,
dat indien aan een militieplichtige, ter zake
van wiens verblijf in werkeljjken dienst
vergoeding wegens kostwinnerschap wordt
genoten, tjjdeljjk verlof wordt verleend voor
een tjjdvak van vier achtereenvolgende da
gen of minder, de vergoeding mag worden
uitbetaald ook over die verlofdagen. Wordt
het verlof echter verleend voor den tjjd van
vjjt of meer achtereenvolgende dagen, dan
mag uitkeering van vergoeding over den
verloftjjd niet plaats hebben.
Staatsmeelbedrijf.
De hoeveelheden tarwe en tarwemeel,
nog bjj de meelfabrikanten beschikbaar,
worden eerstdaags door de regeering opge
nomen.
Van regeeringswege zal tarwe beschik
baar worden gesteld aan die meelfabrikan
ten, die aan de te stellen voorwaarden
voldoen.
Binnenkort zullen in verband hiermede
de maximum-prjjzen voor tarwe, tarwemeel
en rogge worden herzien en zullen maxi-
mumprjjzen worden gesteld voor roggemeel
en voor verschillende broodsoorten.
De aanvoer van tarwe voor regeerings-
rekening zal geregeld worden voortgezet.
Onderweg naar Nederland is een door de
regeering in Amerika aangekochte belang-
rjjk? partjj meel.
Handhaving onzer neutraliteit.
De Amsterdamsche justiiie heeft in op
dracht der regeering procesverbaal opge
maakt tegen de uitgevers van de „Illustra
tion’*. In het nummer van 8 Augustus van
dat blad kwam het bekende kaartje voor,
waarop door middel van een pjjltje geheel
ten onrechte was aangegeven, alsof de
Duitschers bjj hun aanval op Luik, bjj
Eysden over Nederlandsch gebied zouden
zjjn getrokken.
Het nummer van 29 Augustus bevatte
een teekening van George Scott, voorstel
lende een Duitsch soldaat, met den voet
op het lichaam eener vrouw, brandende
huizen op den achtergrond, en het onder
schrift: „Leur fatzon de faire la guerre”
(„Hun manier van oorlogvoeren”).
Da beide nummers zjjn door de Amster
damsche justitie aan de politie toegezonden,
ten einde daarover de leden der firma Meu-
lenhoff Cie, te Amsterdam te hooren, welke
firma, zooals men weet tjjdeljjk de „Illu
stration” (ook de bewuste nummers) hier
te lande heeft laten nadrukken omdat uit
Frankr jjk geen exemplaren de firma bereikten.
Ook is proces-verbaal opgemaakt tegen
„Serge, het is nog niet laat”, zeide zij. „Als
wij eens naar het bal der werklieden gingen
kijken Ik heb het beloofd, en die goede men-
een gelukskind
u meegij zijt
eene bekoorlijke vrouw.” Gij ziet,
u is mijn geluk in aller oog
Jeanne fronste hare wenkbrauwen en gaf
geen antwoord, maar maakte met het hoofd
een beweging van minachting en trotschheid.
Cayrol ging voort zonder deze teekenen te
zien, die de voorboden van een storm waren.
„Men benijdt mij, en ik begrijp dat. Ik zou
met niemand ruilen. Zie, onze vriend prins
Panine is zeer gelukkig, hij trouwt eene rijke
vrouw, die hem liefheeft en die hij vergoodt.
Welnu, hij is niet gelukkiger dan ik!”
Jeanne stond eensklaps op en sprak toornig,
terwijl zjj haar man een flikkerenden blik toe
wierp „Mijnheer
„Vergeef mg,” hernam Cayrol nederig. „Ik
schijn u belachelijk toe, maar wat zal ik er
aan doen Ik kan mijne vreugde niet ver
bergen. En gij zult zien, dat ik dankbaar ben.
Mijn gansche leven zal ik trachten u aange
naam te zijn, en als begin bereid ik u eene
verrassing.”
„En dat zal wezen?” zeide Jeanne onver
schillig.
zich zelve te strijden, wilde zij dadelijk uit
Serge’s nabijheid gaan. Op onhandige wijze
verlamde Cayrol deze poging van kloek verzet.
Zij gaf er hem de schuld van. Zonder de re
denenen, waarom zijne vrouw zoo handelde,
te doorgronden, vermoedde hij, dat zij iets
had, ’t welk haar onaangenaam aandeed. Hij
wilde dien slechten indruk bestrijden en Jeanne
aan iets anders doen denken.
„Gij waart heden avond verrukkelijk mooi”,
zeide hij en kwam met een galant uiterlijk
nader. „Men heeft u zeer bewonderd en ik
was er trotsch op. Gij moest mijne vrienden
eens gehoord hebben Het regende gelukwen-
schen van alle kanten „Wat
zijt gij. Cayrol Alles loopt
rijk en hebt
Jeanne, door
volmaakt.'
Cayrol wi\ef zijne handen van g
hij genoot reeds vooruit de blijde verassing,
die bjj zijne vrouw ging bereiden.
„Gij meent, dat wij naar Parijs terugkeeren
om daar als burgerlui onze wittebroodsweken
door te brengen?”
Jeanne huiverde. Cayrol koos ongelukkige
woorden.
„Welnu, volstrekt niet,'
voort.
„Van morgen af kom ik niet op mijn kan
toor. Mijne kliénten kunnen praten wat ze
willenik bekommer mij niet meer om de
zaken en wij gaan op reis.”
Jeanne knikte als bewijs van tevredenheid.
Een straal van vreugde kwam op haar gelaat.
Op reis zjjn, ver weg gaan, dat zou haar rust
geven.
„En waar gaan wij naar toe
Dat is juist de verrassing. Gjj weet, dat de
prins en zijne vrouw ook op reis gaan
»Ja, maar zij wilden niet zeggen waarheen,”
viel Jeanne hem niet zonder een angstig voor
gevoel in de rede.
„Aan mij wel. Zij gaan naar Zwitserland.
Welnu, wij gaan ze daar opzoeken
Cayrol had bepaald geene goede ingeving.
Jeanne schrikte als een hinde, die in het kreu
pelhout een schot hoorde knallen.
„Ze daar opzoeken I” riep ze uit.
„Om de reis gezamentlijk voort te zetten.
Met zijn vieren, de twee jonggehuwde paren.
Oat zal heerlijk zijn Serge, met wien ik over
dit plan sprak, begon tegenwerpingen te ma
ken, maar de prinses kwam mg te hulp. En
toon hij zag, dat zijne vrouw en ik het eens
waren, begon hij te lachen en zei„Gij wilt
het Ik stem er in toe. Laat ons er niet lan
ger over sprekenOnder ons gezegd, hij
kwam er tegen op voor den vorm.
{Wordt vervolgd.)
28)
„Neen, mama niet, Jeanne niet en gij ook
niet”, hernam de jonge vrouw levendig, „noem
mij altijd Micheline. Dat is minder deftig,
maar het is hartelijker.”
Mevrouw Desvarennes kon de begeerte niet
weerstaan om hare dochter nog eens aan haar
hart te drukken.
„Dierbaar kind,” sprak zij aangedaan, „gij
hebt behoefte aan toegenegenheid, evenals de
bloemen behoefte hebben aan zonneschijn
Maar ik heb u lief!"
Na een poos zwijgens, hernam zij„Wij
hebben u lief!”
En zij reikte haar schoonzoon de hand.
Daarna namen hare gedachten een andere rich
ting en zij zeide
„Maar ik bedenk daar, Cayrol, dat gij, bij
uw terugkeer naar Parijs, eenige brieven voor
zaken moet meenemen, die ik ga gereed
maken.”
„Hoe zaken Zelfs op mijn trouwdag
hernam Micheline.
„Wel, dochter, er is meel noodig.” ant
woordde de patroon lachend. „Terwijl wij ons
vermaken, eet Parijs en daar heeft men
een zeer goeden eetlust
Micheline verliet hare moeder en
haar man.
hoorde hem toe. Dit joeg haar vrees aan. Zou
zijn naam altijd op hare lippen zweven en zijn
gelaat voor hare oogen staan Moest zij deze
kwelling des harten dulden
Goddank, zij was op het punt om heen te
gaan. De drukte, het zien van andere plaatsen
dan die, waar zij in Serge’s nabijheid geweest
was, zouden haar aan de kwelling, die zij on
derging, onttrekken. Haar man zou haar weg
leiden en haar beschermen dat was zijn plicht
en zij zou hem daarin krachtig bijstaan. Zij
dacht aan Cayrol met al haar wilskracht. Zij
hield zieh aan hem vast als een schipbreuke
ling aan een stuk drijfhout, krampachtig en
met al de kracht der wanhoop.
Jeanne en
doening van
Hij gevoelde zich door zijne vrouw geroepen
en kwam binnen.
„Eindelijk zeide zg.
Cayrol glimlachte, daar hij zich over dezen
uitroep Verwonderde.
Jeanne vervolgde zonder hem aan te zien
„Hoe is het, mijnheer, gaan wij weldra
heen
De verwondering van den bankier nam toe.
Maar het was hem lang niet onaangenaam en
hij verborg zijne bevreemding.
„Zoo aanstonds, dierbare Jeanne,” gaf hij tot
antwoord.
„Waarom dit oponthoud?” vroeg de jong
gehuwde vrouw zenuwachtig.
„Dat zal ik u uitleggen. Meer dan twintig
rijtuigen moeten eerst vóórkomen. Onze koetsier
komt langs de laan van het park en wij ver-,
trekken door de kleine deur der serre, zonder
dat men ons ziet.”
„Het zij zoo! Dan zullen wij wachten.”
Dit oponthoud verdroot Jeanne. In haar
ijver om het genomen besluit ten uitvoer te
brengen, in haar eerste geestdrift om tegen
schen zouden zoo gelukkig zijn.”
„Zooals gij wiltik ben tot uwe orders.
Wij moeten ons bij het volk bemind maken.”
Mevrouw Desvarennes was naar hare kamer
gegaan. Cayrol, die wat verlegen was, maakte
van dit oogenblik gebruik om zijn koetsier te
gaan zoggen, dat hij het park moest omrijden
en hem aan de deur der kleine serre komen
afhalen. Zoo zouden zijne vrouw en hij nie
mand ontmoeten en het onpleizierige afscheid-
nomen van de vrienden en de nieuwsgierige
blikken der onverschilligen ontgaan.
Micheline naderde Jeanne en sprak
„Nu gij in stilte vertrekt, zal ik u
avond niet meer zien. Vaarwel
En zij omhelsde haar met vroolijke opge
wektheid. Daarop nam zij den arm van haar
man en trok hem mede naar het park.
Jeanne bleef alleen en volgde met haar blik
den lichten en gevleugelden tred der gelieven.
Tot Micheline overgebogen, sprak Serge op
teederen toon met haar. Jeannes hart zwol
van bitterheid. Zij was alleen, zij, terwijl hij,
dien zij lief hadHaar gemoed kwam in
opstand. Ongelukkige Waarom dacht zij aan
dien man Had zij thans het recht daartoe
Zij was niet meer vrij. Een ander, die zich
even goed voor haar betoond had, als Serge
ondankbaar moest heeten, was haar man. Dezen
moest zij lief hebben. Dus dacht zij in volle
oprechtheid des harten. Zij wilde Cayrol lief
hebben. Die arme Jan Zij zou hem overladen
met voorkomendheden, oplettendheden en lief-
koozingen En Serge zou jaloersch zijn, want
hij had haar niet zoo spoedig kunnen vergeten,
haar, die hij vergoodde.
Door den loop, dien hare gedachten namen,
hield zij zich weer bezig met hem, dien zij
uit hare herinnering wilde verdrijven. Zij deed
wel haar best, maar het beeld van Serge stond
steeds voor haar. Hij beheerschte haar, zij be-