f2000 WESTERHOF’s KOFFIE SERGE PANINE. irk Eene Arbeidsbeurs teSneek. bij ‘xXange f n f 150 HÏnTvX,f 75 f50 b~ f?5 z. MEUBELFABRIEK ..NEDERLAND” J./4. HU IZ INGA GRONINGEN ’tuerooN n? m No, 9. Zaterdag 31 October 1914. 31e Jaargang. 59 ;t. Officieel Orgaan der Gemeente Sneek. onderstaande RECLAME KOLOM. land 0 ct Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH Ged. Poortezijlen, - Hoek KleiflZand - Sneek. TELEFOON No. 150. Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds. De Abonnees op dit blad worden op aanvraag Gratis verzekerd tegen de gevolgen van Ongelukken voor bedragen. (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.) >1. Feuilleton. bij O v e r 1 ij d e n. bij verlies van een Duim. bij verlies van elke andere V ing e r. A8HEX SNEEKER COURANT(67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14<iejaargang) Invaliditeit. 1 «VU Overlijden, j UW of O o g. (J van een Duim, j JV Wijsvinger. Nadruk verboden. allen te en (Wordt vervolgd') van 50 cent het pond is werkelijk zeer goed. en or zijnp be- NIEUWE SNEEKER COURANT --- en Donderdags- Vrijdags- Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tct Maandags avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en morgens 10 uur. Daar komt nog iets bij. Zoo even werd gesproken over de behandeling van een geval, waarin armoede zich vertoont. Gaat men als armenverzorger er toe over om zich voor iemand te interesseeren, dan wijst de ervaring uit, dat niet ieder werkelooze met het verrichten van eiken arbeid is ge holpen, doch dat die arbeid, welke wordt toe beschikt, moet aansluiten bij de persoon lijke geschiktheid, bij den aard en deu aan leg van dengene, die werkeloos is. Eerst als aan die voorwaarden wordt voldaan, heeft voor den betrokken werkman de arbeid de vereischte opvoedkundige waarde. Juist daarom is er in de werkverschaf fing hoe goed misschien ook bedoeld, dik wijls iets vernederends. Een timmerman of schrijnwerker voelt niets voor het zagen van talhoutjes of voor het maken van vuur- aanzettersals hij het doet, dan verricht hij dergelijken arbeid met een gevoel van berusting, maar van den arbeid alszooda- nig gaat voor hem geene bekoring uit. En dan biedt de arbeidsbeurs nog dit groote voordeel, dat degenen, die voor de naaste toekomst met werkeloosheid worden bedreigd, in die instelling een middel ont moeten om zich zelven te helpen, waardoor dat benauwende gevoel, dat men andermans hulp van noode heeft, wordt uitgeschakeld. Daarom heeft de arbeidsbeurs, welke plaatselijk goed is ingericht, onder bekwame leiding staat en overigens met arbeidsbeur zen van andere plaatsen in verbinding staat, de strekking om werkeloosheid en armoede te voorkomen en sluit deze strekking zich geheel aan bij het gezegde „dat het beter is ziekte te voorkomen dan te genezen.” En vooral in onze dagen van bezorgd heid en druk in zoo menig werkmansgezin, zou een bestaande arbeidsbeurs uitstekende diensten kunnen bewijzen, want ieder lid van het Steuncomité zou niets liever wil len dan arbeid zoeken* voor hen, die wil len en kunnen werken, of zeker ook mede werken tot de oprichting van eene nuttige stedelijke instelling, welke werkgever en werkgever zoo gemakkelijk tot elkander kan brengen tot het verrichten van arbeid aan eene en dezelfde taak. ook elders een antwoord op die vraag gegeven, door de oprichting van eene ar beidsbeurs, juist het onderwerp, waarvoor in dit .artikel de aandacht wordt gevorderd. Wat is eene arbeidsbeurs In beeldspraak uitgedrukt is eene ar beidsbeurs de regulateur tusschen aanbod van- en vraag naar arbeidskracht. Het is als het ware de arbeidsmarkt, waar werkgever én werknemer elkander dat de gelegenheid voor den veel gemakkelijker wordt ge maakt om arbeid te bekomen en wel dat soort werk, waarvoor hij het meest ge schikt is. En als de verschillende arbeids beurzen in eene provincie (of zelfs in eene naburige provincie) onderling goed zijn ge organiseerd, daar kan door uitwisseling van arbeidskracht desnoods de werkzoekende zich naar eeno andere plaats begeven, al waar juist zijne diensten beter op prijs werden gesteld. In het algemeen kan men zeggen, dat de arbeider voor het verrichten zijner dien sten ie veel is aangewezen op de plaats zijner inwoning, waardoor de mogelijkheid alles behalve is uitgesloten, dat ergens ek ders gedurende een zeker tijdsbestek zijne diensten wel worden begeerd, doch niet of misschien in geringer mate op de plaats zijner inwoning. Aldus wordt door de ar beidsbeurs het arbeidsveld veel ruimer voor den werkman en zijne kans om werk te krijgen veel grooter. waarde de arbeid UW een afkeer van pelijke verzorging der armen ten nauwste in elkander grijpen. Aleer men er toe over gaat om iemand met geld te steunen, dient men zich op de hoogte te stellen van de levensomstandig heden, waaronder de persoon in kwestie verkeert. Somtijds gebeurt het, dat men geldelijken steun zal moeten verleenen, welke eerst in de toekomst productief kan worden. In ge val b.v. een man als hoofd en verzorger van het huisgezin komt te overlijden met achterlating van zijne vrouw en eenige kleine kinderen, dan is geldelijke steun onver mijdelijk en veelal is het wenschelijk, dat men ook ee.i oog heeft voor de toekomst van het jonge volkje. Bij gewone begaafd heid zouden dozen veelal cr zeer mede ge baat zijn, dat zij de ambachtschool be zoeken. In Leeuwarden is dan ook eene vereeni- ging, welke zich dat ten doel steltde overlevende moeder krijgt jaarlijks eene som, die haar in staat stelt haren zoon het ambachtsonderwijs te laten volgen. Die som bedraagt het eerste jaarf30,het tweede f45.en het derde f60.Zulke „stu diebeurzen" zouden misschien ook wel van gemeentewege kunnen worden ingesteld. In ieder geval is de persoonlijke be kendheid met de levensomstandigheden van groot gewicht bij de verzorging der armen en eveneens bij de voorkoming van ar moede, die dikwijls met werkeloosheid hand in hand gaat. Daarom zij ook bij de middelen met de strekking om armoede en werkeloosheid ta voorkomen, de vraag gesteld hoe kan dat persoonlijk element tot zijn recht komen. En gelukkig, de praktijk van het maat- Het leven der menschen stelt als voor aan dien maatschappe- lijken arbeid wordt op verschillende wijzen i deelgenomen de een verricht handenarbeid en de andere diensten van intellectueelen aard. Onze opvoeding heeft ten doel, dat men in eigen onderhoud kan voorzien d.w.z. in het onderhoud van die personen, welke te zamen den intiemen familiekring vormen of te wel het huisgezin. Nu kan als regel worden aangenomen, dat men in staat is in zijn eigen onderhoud te voorzien, evenwel vertoonen zich zooveel uitzonderingen op dien gulden regel aan den maatschappelijken horizon, dat men ge durende de laatste jaren hoe langer zoo ek. meer aandacht aan die uitzonderingen meent te moeten schenken, welke als even zoo- vele ziekte-verschijnselen bekend zijn onder de benaming van „pauperisme*. Doch laat ons een Nederlandsch woord I gebruiken en spreken van armenzorg, dit immers is een onderwerp, dat aanspraak I op een steeds klimmende belangstelling kan I 'maken. En geen wonder de tegenstellin- gen van rijk en arm in al hunne nuan- ceeringen zijn ook te schril, dan dat wij ons daarbij zoo maar kalmpjes zouden kun- I nen neerleggen. ABONNEMENTS-PRIJS Per jaar fl.50, franco per post f2.buitenland f5. Afzonderlijke nummers 3 cent. ADVERTBNT1E-PRIJS 1 5 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent. By abonnement belangryke korting. Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel. Wie eenigszins met armenzorg bekend ie, kan bij ervaring weten, dat daarby ééne leidende gedachte op den voorgrond treedt en wel deze kan men ook op zoodanige wijze helpen, dat de persoon, welke armoe de lijdt, in staat worde gesteld om in eigen levensonderhoud te voorzien Wanneer men daarin slaagt, wordt de verzorging der ar men in de beste banen geleid en wel lo. omdat deze wyzo van armenzorg het voordeeligst is en ons in staat stelt een veel grooter aantal personen te helpen, dan wanneer men maar klakkeloos uitgeeft. 2o. omdat men op die manier het ab normale geval, dat iemand niet in staat is om te werken, herleidt tot het normale, hetgeen veel grooter beteekenis heeft dan het bloot geven eener gave, al moge deze ook eene milde gave zyn en worden gege ven met de edelste bedoelingen in den meest kieschen vorm. Een gave en een medicijn hebben dit met elkander gemeen, dat zij gedurende een zoo kort mogelijk tijdsbestek moeten worden gegeven en toegediend. Evenals ieder medicijn de neiging heeft om het men- scheiyk lichaam op den duur te onderma nen, zoo heeft ook een gift de strekking om energie te verzwakken. En dit laatste is de slechtste dienst, welken men iemand kan bewyzen. Armenzorg heeft twee zijden een per soonlijke (individueele) en een maatschap- pelyke de eerste kan worden aangemerkt als eene behandeling, evenals een dokter zyn patient behandelt en de andere herin nert ons aan maatregelen van hygienischen aard, welke de strekking hebben van zoo veel mogelyk de ziektegevallen te voor komen. Niet ten onrechte zelfs zeer juist luidt het schappelyk leven heeft bereids zij het dan ook in den volksmond Het is beter ziekten te voorkomen, dan ze te genezen* Zoo is het ook precies gesteld met armen zorg on daaraan knoopt zich de vraag vast, wat kan er worden gedaan om die verar ming van mannen en vrouwen te voorko men, welke noodzakelyk moet leiden tot ellende en verdriet Bij de beantwoording van die vraag blijkt ons, dat de persoonlyke en maatschap- mij dan toch tot iets wezenlijks nuttigs dienen. Stap in, als ’t u belieft.” Hij opende het portier voor mevrouw Des- varennes en deed haar in het groote rijtuig plaats nemen. Vervolgens was hij in één sprong op den hoogen bok, nam de teugels in han den en bracht met een sigaar in zijn mond, met de zekerheid van een oud koetsier, zijn vierspan in beweging, waarbij hij voor de oogen van het verblufte stalpersoneel een draai maakte, die juist een halven cirkel in het zand der binnenplaats beschreef. Het voorval werd ruchtbaar en zeer ten gunste van den prins uitgelegd. Men was het eons, dat hij als een echt gentleman gehandeld had. Micheline juichte er over en zag in deze daad van welwillendheid van haar man jegens hare moeder een bewijs van liefde tot haar. De patroon begreep, hoe deze vaardige en geestige wijze van handelen den prins ten goede kwam. En meteen gevoelde zij hoe groot de atstand was, die haar voortaan scheidde van de omgeving, waarin hare dochter zich bewoog. De onbeschaamdheid van dezen bediende deed bij haar een groot licht opgaan. Men min achtte haar. De koetsier van den prins wilde zich niet zoo ver vernederen om eene burger vrouw als zij weg te brengen. Te vergeefs betaalde zij met haar geld de loonen van dit bediendenvolkje. Haar niet- adelijke afkomst en het burgerlijke van den handelsstand waren eene onoverkomelijke hin derpaal. Men duldde haar, maar wilde niets met haar te doen hebben. Zij werd somber en gemelijk, ofschoon baar schoonzoon en hare dochter haar behandelden, zooals het behoorde, en kwam maar zelden meer te Cernay. Zij bemerkte, dat zij hinderde en gevoelde zich zelve er nog veel minder op haar gemak. De onderdanige en gemaakte beleefdheid der gelschman mevrouw Desvarennes de prachtige gebouwen, die zich op een afstand bevonden De wangen der patroon kregen eene hoogo kleur zij sloeg zulk een blik op den koetsier, dat deze twee passen achteruitging. Toen sprak mevrouw Desvarennes op koelen toon, terwijl zij op haar horloge keek „Ik heb maar een kwartier meer, vóór de trein vertrekt, maar die paarden kunnen zeker goed loopen. Klim op den bok, man, gij zult mij brengen.” De Engelschman schudde het hoofd „Deze paarden,” antwoordde hij, „dienen niet voor zulk werk, maar om wandelritten te maken. En ik, ik rijd den prins, ik wil de prinses rijden, maar ik ben hier niet om het u te doen, mevrouw.” Daarna zette hij zijn hoed op zijn hoofd en keerde met oen onbeschaamd gebaar aan de patroon den rug toe. Tegelijkertijd deed een flinke slag van een dunne rotting zijn hoed over het plaveisel rollen. En toen de Engelschman zich, rood van kwaadheid, omkeerde, bevond hij zich vlak tegenover den prins, die noch mevrouw Desvarennes noch hij hadden hooren aankomen. Serge wes in een elegant morgenkostuum en ging juist eens in den stal kgken toen het gerucht der woordenwisseling zijne aandacht trok. De onthutste Engelschman wilde een ver ontschuldiging maken. „Zwijg sprak de prins op barschen toon, „en wacht mijne bevelen af.” Toen wendde hij zich tot de patroon vervolgde met een innemenden glimlach „Daar die man weigert u te rijden, zal ik zelf het genoegen hebben u naar het station te brengen.” En toen mevrouw Desvarennes tegenwerpin gen maakte, voegde hij er bij „Wees niet bang, ik kan zeer goed met de vier rijden. Eens in mijn leven zal dit talent gasten van den prins ergerde haar vreeselijk. Deze lieden waren te beschaafd om jegens de schoonmoeder van Panine niet beleefd te we zen, maar zij gevoelde, dat zy het uit dwang waren. Die groote hoffelijkheid kon niet ver hinderen, dat men bespeurde, dat zij niet wel gemeend was. Toen begon zij krijgen. Serge deed te Cernay in alles zyn zin voelde zich er waarlijk gelukkig. Hij vond een onafgebroken genot in om aan geerte naar weelde te voldoen. Zijn hartstocht voor paarden werd telkens veeleischendt r. En hij gaf last om in het park op de prachtige weilanden, die de Oiso besproeide, eene model inrichting voor eene stoeterij te bouwen, voor welke hij met groote kosten hengsten en mer ries, die bij beroemde fokkers in Engeland gekocht waren, deed overkomen. Hij was van plan zich een stal met renpaarden aan te schaffen. Toen mevrouw Desvarennes eenfe te Cernay kwam, was zij niet weinig verrast, toen zij de grasperken langs den boschkant met witte ba kens afgeperkt zag. Nieuwsgierig vroeg zij, wat die in den grond geplaatste palen beduid den. Micheline antwoordde op lossen toon „Zoo hebt gij het gezien Dat is de baan voor de africhting der paarden. Wij hebben vandaag juffrouw de Cernay om het hardst laten loopen met Richemond en Vonk. Dat is een harddraver, waarop Serge vast rekent bij de aanstaande wedrennen-.” De patroon was een en al verbazing. Een kind, dat zij zoo eenvoudig opgevoed had, in weerwil van haar vele geld, een burgermeisje te hooren spreken van „harddravers” en van „weddenschappen.” kunnen ontmoeten om arbeidsovereenkom sten te sluiten. Hoe vaak gebeurt het niet, dat iemand wel zou willen werken en geen arbeid kan vinden, terwyl ook zijn zoeken naar arbeid neerkomt op verlies van arbeidskracht. En omgekeerd zal het ook meermalen gebeu ren, dat een werkgever voor zyne zaak eenige werklieden noodig heeft, doch geen hunner ter zyner beschikking heeft. Nu moet, het spreekt wel van zelf, iemand aan het hoofd van een dergelyke ar beidsbeurs staan, die de werknemers en werkgevers tot elkander kan brengen of met andere woorden er dient een kantoor te zijn, hetwelk voor allen toegankelyk is, die belang hebben bij het sluiten van ar beidsovereenkomsten Eene dergelyke instelling kan gevoegelijk van gemeentewege worden opgericht met aanstelling van een of meer personen, die voor het verrichten hunner diensten eene bezoldiging uit de kas der gemeente ont vangen, daar het een gemeentebelang van groote beteekenis betreft. Wat wordt nu intusschen met eene der- gelijko arbeidsbeurs bereikt Dit o.a. werkman was het een algemeen gemompel geweest van „Stil, daar is de oude Waarom komt zij toch iedereen vervelen Zij kan best op haar kan toor blijven om geld te verdienen, zij deugt voor niets anders 1” En alle dienstboden hadden iets te zeggen om haar te bespotten Deze minachting, die van de meesters op de knechts en meiden overging, was langzamer hand grooter geworden. Op een morgen bij negenen, toen mevrouw Desvarennes buiten kwam en met haar oogen het rijtuig zocht, dat haar naar het station moest brengen in den regel was de tweede koetsier met deze taak belast was het er niet. Denkende, dat de koetsier te laat zou zijn, begaf zij zich te voet naar het koetshuis. Daar zag zij in plaats van de victoria, die alle Maandagen dienst deed, een grooten reis wagen waarvoor twee palfreniers bezig waren de vier groote rosbruine paarden van den prins te spannen Als een gentleman gekleed, terwijl zijn breede das zijne ooren in ongelegenheid bracht, met een roos in hot knoopsgat, keek de eerste koetsier van den prins, een Engelschman, van den hertog de Royaumont afgetroggeld, met het deftig gezicht van een gewichtig man naar het inspannen zijner paarden. Mevrouw Desvarennes ging recht op hem toe. Hy zag ter sluiks haar komen, zonder van houding te veranderen. „Hoe komt het, dat het rijtuig niet klaar is om naar het spoor te rijden vroeg de patroon. „Ik weet het niet, mevrouw”, verwaardigde dit personage zich te antwoorden, zonder dat hij zyn hoofd ontblootte. „Maar waar is dan de koetsier, die mij ge woonlijk rijdt „Ik kan het u niet zeggen. Als mevrouw eens naar den stal wil gaan zien, of En met een achteloos gebaar wees de En- 35) Als zij des avonds in de salons bijeen waren, hunkerden al deze paren naar den dans en een wilde wals deed al die vrouwenkleeren rond dwarrelen en gaf lenigheid aan de hoeren, die door een marsch van zes. uren op het warmste van den dag, vermoeid waren. Mevrouw Desvarennes nam geen deel aan dit zorgelooze leven. Zij was te Parijs geble ven en ijverig bezig in hare zaken. Des Zater- dags zag men haar met den trein van vijven komen en geregeld vertrok zij Maandagmor gen. Hare tegenwoordigheid deed deze buiten- sporige vroolijkheid een weinig bedaren. Haar zwarte japon stak ongunstig af bij al diezyde I en dat satijn. En de stroeve gemoedsstemming van haar, die .moest betalen en het geld te spoedig zag opmaken, was als eene zwijgende 1 maar duidelijke afkeuring van deze woelige I vereeniging van leegloopers, die alleen op hun vermaak bedacht waren. Als de dienstboden zich in de keuken be- I vonden, staken zij den gek met haar. Toen de - kamerdienaar van den prins eens met de on- /II» i deugende bedaardheid van iemand, die zeker is iets geestigs te zeggen, bekend maakte dat moeder yzegrim gekomen was, barstte het gan- ^•’*1 sche personee] in eeu ]ach uit. De stalknecht had het uitgeschaterd en de kamenier dor I prinses, eene Parijsche, die door en door slecht was, maar zich in het bijzijn van hare mees- teres wist in te houden, had met een min- achtend gebaar verklaard, dat de moeder van mevrouw „geen ronddansje” kon velen. Daarop

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1914 | | pagina 1