f2000
bij WESTERHOF.
SERGE PANINE.
Preanger Koffie
70
SNEEKER COURANT (67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang)
1
Van de Leeuwarder Rechtbank.
MEUBELFHBRIEF
„NEDERLANDS
J.fl.HÜIZINCfl z-\
ClKCNINGEN v
'UrrocN ntiiï:.
Zaterdag 23 Januari 1915.
Officieel! Orgaan der Gemeente Sneek
RECLAMEKOLOM.
N ieuwstijdingen.
ZUIVERE
Uitgevers: Firma H. BRANDENBURG!!
Ged. Poortezijlen, - Hoek Kletafld - Sneek.
No, 33. Zaterdag 23 Januari 1915. 31e Jaargang.
Sneeker Belangen.
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
De Abonne’s op dit blad worden op aanvraag Gratis tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande
bedragen. (Risico gedekt door de HoUandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.)
f200f 150--"Ff 75-"-■■SS.f 50,S...f 25
BEHANGERy
1.1
Feuilleton.
Wordt vervolgd.)
bij verlies
van een Duim.
bij
O v e r 1 ij d e n.
bij verlies van
elke andere
Vinger.
ANNEX
ii.
1
Nadruk verboden.
u.
-S>
TELEFOON No. 150.
i de koetspoort
oor trof. Hij
Herzog, die op zijne ge-
Den heer Alt komt een woord van grooten
lof toe voor de behandeling van zijn stof.
Niet ton onrechte bracht hem de voorzitter, de
heer C. A. Zelvelder namens de aanwezigen
een hartelijk woord van dank.
In dien lof dient het bestuur van het Nut,
wiens iniatief ons dezen avond bezorgde, te
deelen.
NÏEUWESNEEKERCÖURANT
De heep Alt op het „Nut".
Hoe vaak hoorden wij niet den uitroep
„Van muziek heb ik geen verstand, ik begrijp
ze niet, en voel er daarom niets voor.”
Inderdaad staat die aangrijpende kunst de
meesten van ons verre, een vroolijk mopje,
daarvan houden wij bijna allen maar de
fijnere, de stemmingsvolle muziek gaat maar
al te vaak boven ons begrip.
Ons volk eene opvoeding in deze richting te
geven is nog niet vaak beproefd. Wij weten
slechts van een sporadische poging in enkele
steden.
Met bijzonder genoegen constateeren wij, dat
onze Sneeker afdeeling van het Nut van ’t
Algemeen zich niet heeft laten afschrikken
door de nieuwheid van het denkbeeld, en een
eersten stap heeft gezet op dezen weinig be
treden weg. Zij noodigde den bekenden musi
cus, den heer A. Alt van Bolsward uit, de
schoonheden van het muziek-drama van Richard
Wagner, Tannhauser, meerderen te helpen ont
dekken en voor meerderen toegankelijk te maken.
De heer Alt is daarin geslaagd door een me-
Provlnciale Staten.
In de Dinsdag gehouden zitting van Prov.
Staten van Friesland werd punt 11 (voor
stel omtrent aanwending van f80.000 voor
onderhoud van kanalen) zonder debat en
hoofde!ijke stemming aangenomen.
Na debat werd aangenomen punt 38,
voorstel om het vermogen van het water-
gemaal by Tacozyl yan 750 tot 900 W.P.K.
te verhoogen.
Eerstvolgende vergadering Dinsdag 26
Januari.
De doodslag op Ameland.
LEEUWARDEN. 21 Januari. Het ge
rechtshof heeft uitspraak gedaan in de reeds
vroeger vermelde zaak van Heinze v. d. H.
26-jarig arbeider te Houtigehage en zyn
broer Sjoerd v. d. H., 28-jarig arbeider te
Drachten, beschuldigd te zamen van deel
neming aan een vechtpartij te Ballum, eil.
Ameland, tengevolge waarvan B. Doetjes
is overleden de eerste bovendien wegens
mishandeling, de tweede bovendien aan
doodslag, door Doetjes met een spade op
het hoofd te slaan.
De rechtbank alhier heeft Heinze wegens
mishandeling veroordeeld tot 1 jaar en Sjoerd
wegens doodslag, tot 6 jaar gevangenisstraf,
met aftrek van de voorloopige hechtenis,
welk vonnis heden door het Hof met over
neming der gronden is bevestigd.
Staat van beleg.
Bij Kon. besluit van den 19den dezer,
is bepaald, dat o.a. in staat van beleg
worden verklaard de navolgende gemeenten
in de provincie Friesland: Gaasterland,
Hemelumer Oldephaert en Noordwolde,
Lemsterland, Sloten en Stavoren.
Ook in andere provincies zyn tal van
gemeenten in staat van beleg verklaard.
De afkondiging van den staat van beleg
in de meeste der bovengenoemde gemeenten
is geschied, omdat in of in de nabijheid
van die gemeenten het interneeringsdepöt
gevestigd is en het thans mogeljjk zal we
zen, de gewenschte maatregelen van orde
beter te handhaven.
De afkondiging van den staat van beleg
in enkele Noordbrabantsche gemeenten is
geschied om den smokkelhandel te kunnen
tegengaan.
Eerlijk gezegd zyn ons de namen door
B. en W. voorgesteld voor de nieuwe stra
ten achter de Looxmagracht, niet onsym
pathiek.
Schoolstraat en Spoorstraat, in welke
stad treft men ze niet aan Het zijn een
voudige, maar practische namen, die in de
omgeving, waar de nieuwe straten liggen
wel passen, al moet aan de andere kant
toegegeven worden dat in namen als le,
2e, 3e en 4e School- of Spoordwarsstraat
het practische het gewonnen heeft van het
mooie.
Wij vermoeden dan ook dat de dwars
straten de meerderheid der raadsleden heb
ben „dwars gezeten” en dat daarom voor
al het voorstel is afgestemd.
Het kindje moet echter een naam heb
ben en er zal dus naar andere namen moe
ten worden gezocht.
Aan namen geen gebrek en daarom
is de keuze juist moeilijk.
Men kan de straten noemen naar be-
In uw
kende Friezen uit vroeger eeuwen, zeehel
den of wat zij ook waren.
Er zullen anderen zijn, die zich de on
af hankelijkheidsfeesten zullen herinneren en
die van oordeel zijn, dat de straten kun
nen worden genoemd naar de gebeurtenis
sen van 1814/15 en de personen, die daar
in een groote rol speelden.
Ook de naam van Waling Dijkstra, de
Friesche dichter, is nog niet gegeven aan
een der straten van onze stad. Wij heb
ben ook van iemand gehoord, wien een
Kapitein Thomson”-straat welkom zou zijn.
Kortom er zullen tal van namen kun
nen worden genoemd misschien zijn er
onder onze bevolking die lust voelen de
raadsleden te helpen bij hun keuze en hun
de namen, welke hun geschikt voorkomen,
willen toezenden.
Maar voor alles men blijve eenvoudig
en practisch in z’n keuze.
En wil men namen van personen of ge
beurtenissen, dan kieze men die, waarvan
de klank voor ons allen eenige beteekenis
heeft. G. O.
Van een paar schoenen en
een paar jassen.
Jan de Jager te Leeuwarden had twee
jassen, een duffelsche en een lakensehe.
Hy had ook een extra paar schoenen.
En ziet den 27sten November 1914
had Jan de Jager geen enkele jas meer
en droeg de 47-jarige losse werkman Her
man E. het extra paar schoenen.
Hoe dat kwam
Jan, die 70 jaar is, houdt te Leeuwarden
verblyf in een logement. Tot zyn mede
gasten behooren Herman E. en de 54-jarige
losse arbeider Arjaan D., beide van Leeu
warden.
Arjaan D. had voor Jan’s jassen een
voorliefde en kaapte ze.
Herman E. wilde ook wat van de buit
en trok Jan’s schoenen aan.
Arjaan heeft de jassen verkocht, Herman
heeft de schoenen behouden.
Beiden stonden Woensdag te Leeuwarden
terecht.
Voor een paar jassen werd tegen Arjaan
één maand geëischt, voor het paar schoe
nen tegen Herman 7 dagen.
De drank.
Douwe O., 49-jarig Werkman te Sneek,
was op St. Nieolaasavond beschonken.
In dien toestand verzette hy zich heftig
tegen de politie, die hem naar ’t bureau
wilde brengen.
Douwe heeft door een en ander zyn be
lofte, vroeger afgelegd, gebroken. Hy had
n.l. beloofd de sterke drank te laten staan
en zich daartoe in verbinding te zullen
stellen met ds. de Haas.
Herhaaldelyk is O. zich echter sedert
dien te buiten gegaan.
De president heeft dan ook geen ver
trouwen meer in hem en de officier eischt
14 dagen gevangenisstraf.
ABONNEMENTS-PRIJS
Per jaar fl.50, franco per post f2.buitenland f5.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS
15 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent.
Bij abonnement belangrijke korting.
Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel.
Serge was verbitterd, stampvoette en wilde
spreken, maar Herzog liet zich niet gemakke
lijk in de rede vallen. Daarbij had hij iets in
zijn blik, dat Panine hinderde. De geldman
scheen met zijne oogen tot diep in de zakken
van den prins te snuffelen en deze drukte on
willekeurig zijn arm tegen zijne borst aan om
Herzog niet te laten zien, dat zijne portefeuille
„Wat bedoelt gij zeide hij eindelijk met
een gedwongen glimlach.
„Wel, zaken, die voor u bijzonder belangrijk
zijn,” hernam Herzog familaar. «Kom, wees
openhartig. Heeft Cayrol u geld geweigerd
Het is een onnoozele bloed. Hoeveel hebt gij
noodig Is honderdduizend francs genoeg
De financier krabbelde eenige woorden in
een chèqueboekje en hield het reepje papier
den prins voor.
„Een man als gij moet om zulk eene klei
nigheid niet verlegen zijn,” zeide hij.
„Maar mijnheer,” bracht Serge verlegen uit,
terwijl hij de hand van Herzog wegduwde.
„Neem het toch aan. Denk niet, dat gij ver
plicht zijt mij daarvoor te bedanken dat is
de moeite niet waard. Het zoa eene dwaasheid
van u tegenover mij zijn.”
Herzog nam den prins bij den arm en trok
hem zachtkens mede.
„Gij zijt met een rijtuig Goed. Het mijne
kan volgen, wij moeten eens met elkander
spreken. De toestand, waarin gij u bevindt,
kan zoo niet blijven voortduren. Ik ben in staat
om dien te doen ophouden.”
En zonder Panines antwoord af te wachten,
nam de geldman naast hem in zijne victoria
plaats.
„Herinner u, wat ik u vroeger gezegd heb,”
ging Herzog voort, „dat ik u eenmaal van nut
zou kunnen zyn. Toen hebt gij eene hoog
hartige houding 'aangenomen en ik heb mij
niet opgedrongen. Evenwel is die dag gekomen,
zooals gij ziet. Mag ik ronduit tot u spreken
Dat is zoo mijne gewone manier en heeft zijne
goede zijde.”
„Ga uw gang,” antwoordde Serge nieuws
gierig.
„Prins, gij zit op dit oogenblik in het nauw,
zooals men platweg zegt. Uwe behoeften zijn
zeer groot en uwe inkomsten zijn geene.”
„Maar.. bracht Serge, er tegen in.
„Wel zoo, reeds nu begint gij op te stui
ven,” zeide de geldman lachenden ik ben
nog niet aan het eindeTerstond na uw
huwelijk hebt gij uw huis op een prachtigen
voet ingericht. Schitterende recepties, kostbare
equipages, onberispelijke livreien, stallen met
renpaarden, rijspan voor de jacht, in één
woord, den heelen nasleep van een groot heer
hebt gij u aangeschaft. Ongelukkig kost het
schatten gelds om zich op den eersten rang
van het voorname leven te handhaven, en daar
gij onnadenkend geld uitgeeft, hebt gij het
kapitaal met den interest verward, zoodat gij
nu voor drie vierdedeel geruïneerd zijt. Ik
geloof niet, dat gij plan hebt om uwe
levenswijze te veranderen, en, ten langen leste
uwe berekening makende, voortaan uwe uit
gaven in te richten naar het beetje interest,
dat gij nog hebt. Niet Welnu, dan moet gij
op den tegenwoordigen voet blijven leven, en
om dit te kunnen doen, moet gij jaarlijks een
groot millioen inkomen hebben, als gij op geene
buitensporige manier geld uitgeeft voor het
spel of de vrouwen.’
„Gij rekent gemakkelijk,” zeide Serge met
een gedwongen glimlach.
„Dat is mijn beroep,” antwoordde Herzog
koel. »Voor u bestaan twee middelen om dit
millioen te verkrijgen. Het eersteis umet uwe
schoonmoeder te verzoenen en te bewilligen in
financieel opzicht onder haar te staan. Ik ken
mevrouw Desvarenneszij zal met deze schik
king genoegen nemen.”
thode, voor hem inspannend, voor de toehoor
ders echter zeer bevattelijk.
Woensdag trad de heer Alt daarmede op in
Amicitia.
Een korte inleiding wijdde hij aan Wag
ner, de volgeling van Meyerbeer, later de
onvermoeide strever naar werkelijkheid, de
hervormer. Spr. zette uiteen welke plaats
Tannhauser in W’s oeuvre inneemt, en begon
daarna met behulp van zyn gaven als pianist
en violist en met behulp van lichtbeelden het
drama te behandelen.
De ridder-zanger Jdeinrich Tannhüuser, wordt
na een ridderzangersfeest op de Wartburg, door
Venus in de Venusberg gelokt, waar hij een
jaar lang een leven van enkel hartstocht en
zinnelijke lust leidt. Dit leven moe geworden,
keert hij in de wereld terug, niet dan na de ge
lofte te hebben afgelegd, altijd de lof van Venus
in zang en dicht te zullen verkondigen. Hij
komt weer op de Wartburg bij Elisabeth, de
nicht van den slotheer, voor wie hij liefde
koestert en die deze liefde beantwoordt. In den
zangerskamp daar gehouden, treedt Tann
hauser echter steeds driester op als kampioen
van Venus, als verdediger van de zinnelijke
liefde en tenslotte verraadt hij zijn verblijf in
de Venusberg. Zijn mede-ridders willen hem
dooden, doch op het smeeken van Elisabeth
wordt hem op zijn plicht gewezen zich te trach
ten te zuiveren van zijn zware schuld door
een pelgrimstocht naar Rome, om den
Paus vergeving van zonden af te smeeken.
Die vergeving wordt hem geweigerd.
Zoo min als aan ’s Pausen staf ooit weer
frisch gebladerte zal ontluiken, zoo min is
voor Tannhauser vergeving mogelijk.
Elizabeth verneemt dit enbiedt den Hemel
haar leven in ruil voor de verlossing van Tann
hauser.
Tannhauser, wanhopig van Rome terugge
keerd en opnieuw zijn troost in de Venusberg
willende zoeken, hoort van die opoffering en
van Elisabeth’s doodzij pleit nu in den
Hemel voor zijn verlossing.
Pelgrims brengen de mare dat in Rome een
wonder is geschied, dat plotseling aan ’s Pausen
staf frisch groen is ontloken en Tannhauser,
hoorend dat het wonder vervuld is, sterft in
de hoop op schuldvergeving.
Fragmenten van dit machtige muziekdrama
werden op talent volle wijze door den heer Alt
op de piano voorgespeeld enkele op de
viool, waarbij dan de heer U. Rijpma de
piano-begeleiding op zich nam.
De lichtbeelden, welke enkele gebeurtenis
sen uit het drama illustreeren, bewezen bij de
lezing goede diensten.
51)
Prins Panine begaf zich den volgenden dag
reeds naar Cayrol en moest voorbij af- en aan-
loopende bedienden, klerken en cliënten. Voor
de eerste maal gaf Serge zich de moeite om
den bankier te gaan spreken. Met het grootste
eerbetoon werd hij binnengeleid. De mach
tige naam van mevrouw Desvarennes gaf hem
in de oogen der bedienden een zeer groot
aanzien.
Cayrol ging hem wel een weinig onthutst,
maar toch vast besloten te gemoet. De prins
was zenuwachtig en zijne manier van doen wat
gedwongen. Hij vermoedde eene of andere
zwarigheid.
„Wel, mijn waarde,” zeide hij zonder te
gaan zitten, „wat hebt gij toch aan de hand
Ik wacht sedert gisteren op het geld, dat gij
mij beloofd hebt.”
Cayrol krabde zich het oor én was bedrem
meld. Deze rechtstreeksche uitval bracht hem
van zijn stuk.
„Het komt begon hij.
Serge fronste zijne wenkbrauwen.
„Hebt gij
uwe belofte vergeten
„Neen,” antwoordde Cayrol op gerekten
toon, »maar ik heb gisteren mevrouw Desva
rennes ontmoet.”
„In hoeverre heeft deze ontmoeting uw voor
nemen gewijzigd
„Drommels, geheel en al,” sprak Cayrol met
vuur. „Uwe schoonmoeder heeft mij een vree-
selijk standje gemaakt en mij verboden u lan
ger geld voor te schieten. Zooals gij begrijpen
Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tet Maandags- en Donderdags-
avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrijdags-
morgens 10 uur.
groote som in de speelzaal betalen en hij zag
er tegen op om zich tot de Parijsche woe
keraars te wenden.
Hij ging toornig de trap af, zich afvragende,
wat hij doen zou om zich uit deze ongelegen
heid te redden. Naar mevrouw Desvarennes
gaan en zich voor haar vernederen, zooals
Cayrol hem aanried Dat nooitEen oogen
blik gevoelde hij spijt over de dwaasheden, ledig was.
die hem in zoo groote moeilijkheden gewikkeld
hadden. Met tweehonderdduizend francs rente
had hij schitterend kunnen leven, maar hij
had het geld met volle handen weggeworpen,
en de onuitputtelijke geldkist, waaruit hij
schatten haalde, was door een onverzettelijken
wil gesloten
Hij was in den doorgang van
toen eene bekende stem zijn i
keerde zich om en
heimzinnige manier lachte, stond voor hem.
Serge groette hem en wilde verder gaan. De
geldman legde de hand op zyn arm
„Ha prins, wat zijt gij haastigMen kan
zien, dat uwe portefeuille goed gevuld is. Zijt
.gij soms bang, dat men u berooven zal
En Herzog tikte met zijn vinger tegen het
zakboekje van Serge, dat met een zijner met
zilver gemonteerde hoeken uit den borstzak
van den jongen man te voorschyn kwam. Pa
nine kon niet nalaten een spijtig gebaar te
maken, dat den geldman deed glimlachen.
»Vergis ik mij hernam Herzog. „Zou vriend
Cayrol zoo onbetamelijk geweest zijn om aan
vw verzoek niet te voldoen O zoo,
laat eens zien. Zijt gij sedert gisteren niet in
onmin met mevrouw Desvarennes Wie drom
mel heeft mij dat verteld? Uwe schoonmoeder
heeft luide verklaard, dat zij u alle crediet
zou ontnemen, en naar uw bedrukt gelaat te
oordeelen, vermoed ik, dat die domme vlegel
van een Cayrol aan de ontvangen bevelen ge
hoorzaamd heeft.”
1
zult, waarde prins, is mijne verhouding tot
mevrouw Desvarennes van een zeer kieschen
aard. Ik heb geld van haar onder mij, een zeer
aanzienlijk bedrag. Zij heeft mij den voet in
den stijgbeugel gezet. Ik kan niet tegen haar
wil handelen, zonder ondankbaar te zijn. Stel
u in mijne plaats en beoordeel eens met bil
lijkheid den pijnlijken tweestrijd, waarin ik
verkeerof u onvriendelijk te bejegenen of
mijne weldoenster te wederstreven.”
„Maak toch niet zulk een misbaar, dat dient
nergens toe,” sprak Serge met een lach vol
minachting„ik neem deel in uw verdriet.
Gij kiest de zijde der geldzakken, dat is zoo
de gewoonte. Nu is het de vraag, wat het u.
zal opbrengen.”
„Prins, ik verzeker u bij alles, dat ik er
wanhopig over ben,” riep Cayrol uit, dien de
loop, door het gesprek genomen, pijnlijk aan
deed. „Luister toch, wees verstandig. Ik weet
niet, wat gij met uwe schoonmoeder gehad
hebt, maar zij is duchtig boos op T~
geval zou ik mij mevrouw Desvarennes niet
tot vijandin maken, maar haar liever wat toe
geven en het geschil bijleggen. Ziet gij, men
vangt geene vliegen met azijn.”
Serge mat Cayrol van het hoofd tot de voe
ten, zette zijn hoed met de grootste onbe
schaamdheid op en zeide
„Pardon, mijn waarde, als bankier zijt gij
uitstekend, wanneer gij geld hebt, maar als
zedenpreeker zijt gij de bespottelijkheid zelve.”
Zonder langer aan te dringen, draaide Serge
op zijne hielen rond, vertrok en liet den ban
kier, geheel ontdaan achter. Zwiepende met zyn
rotting, ging hij den gang door. Eene stille
woede, vermengd met eene onbestemde vrees,
maakte zich van hem meester.
Mevrouw Desvarennes had door een enkel
woord de bron, waaruit hij sedert drie maan
den op de beste wijze geld putte, doen op
drogen. Dienzelfden avond moest hij eene