f2000
SERGE PANINE.
SNEEKER COURANT (67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang)
bii“8ef20ftn K’ f 150 HbLTv™t,f 75 f50 f25
Meubelfabriek „Nederland
Van de Leeuwarder Rechtbank.
Zaterdag 30 Januari 1915.
No. 35.
Officieel Orgaan der Gemeente Srwek
RECLAMEKOLOM.
Nieuwstijdingen.
F
Uitgevers: Firma EL BRANDENBURGS
Ged. Poortezijlen, - Hoek Kleinzand Sneek.
TELEFOON No. 150.
Opruiming van 1-10 Febr,
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
31e Jaargang.
De Abonne’s op dit blad worden op aanvraag Gratis verxekerd tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande
bedragen. (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.)
r
-
gaf Jan ook
t.
tot die straf
Feuilleton.
(Wordt vervolgd.)
o
Het nieuwe reglement
op het O. B. W.
bij verlies
van een Duim.
bij verlies van
elke andere
Vinger.
bij
O v e r 1 ij d e n.
MEUBELEN, TAPIJTEN,
LINOLEUM, GORDIJNEN etc.
Groningen, Westersingel.
J. A. HUIZINGA.
ABONNEMENTS-PRIJS
Per jaar fl.5O, franco per post f2.buitenland f5.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
AJJVEHTENT1E-PRIJS
15 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent.
Bij abonnement belangrijke korting.
Ingezonden Madedeelingen 10 cent per regel.
sprong hem boven op de rug en gebruikte
Jan’s hoofd als aambeeld.
Maar dat vonden de aanvallers nog niet
mooi genoeg. Johannes noodigde Jan uit
met hem de dgk uit te gaan hetgeen
wil zeggen dat Johannes’ vechtlust nog
niet bevredigd was.
Begrjjpeljjkerwflze bedankte Jan voor de
bijzondere eer. Daarom nam Hendricus nu
zjjn kans nog eens waar en gaf Jan ook
een paar tikken.
Ziedaar hoe zich de zaak ongeveer heeft
toegedragen volgens de mishandelde.
De beklaagden beweren voor de recht
bank dat het lang zoo erg niet was, maar
voor den rechter-commissaris waren zg los-
lippiger. Wat zjj aan dien mynheer ver
teld hebben werd hun dan ook Woensdag
nog eens voorgelezen.
Uit alles bleek wel, dat de liefde voor de
Belgische schoone de oorzaak geweest is
van dezen strijd te Heeg.
Het meisje werd ook begeerd door een
der beklaagden.
Maar Jan was gelukkiger in de liefde en
won haar zjj het dan ten koste van dit
verschrikkelijk pak slaag.
Toch meende Jan, dat, al heeft hg de
Belgische schoone gewonnen, hem ook voor
de in den strijd geleden schade aan lichaam
en kleeding wel eenige vergoeding toekwam.
Hjj vraagt 20 gulden schadevergoeding.
De subs-officier acht het wettig en over
tuigend bewijs van het openlyk met ver-
eenigde krachten geweld plegen tegen een
persoon bewezen.
Eisch schuldigverklaring aan art. 141 van
het Wetboek van Strafr. en veroordeeling
ieder tot 10 dagen gevangenisstraf.
Aanstaande Woensdag 10 uur uitspraak.
VONNISSEN.
In de zitting van 20 Januari hebben
a. terechtgestaan
Arjaan D., 54-jarig arbeider te Leeu
warden, wegens diefstal aldaar. Geëischt
1 maand gevangenisstraf en
veroordeeld.
Herman E., 47-jarig los arbeider te Leeu
warden, wegens diefstal aldaar. Geëischt 7
dagen gevangenisstraf en tot 14 dagen ver
oordeeld.
Douwe O., 49-jarig werkman te Sneek,
ANN EX
Groote Advertentiën kunnen uiterlijk tet Maandags- en Donderdage-
avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrijdags-
morgens 10 uur
SNEEK. Woensdag 3 Februari a.s. her
denkt de heer H. Koetsier den dag, waarop
hg voor 25 jaar bij de Firma N. J. Wouda
alhier in dienst trad. Door zjjne gver en
bekwaamheid bereikte hg de eerste plaats
onder de bedienden der firma. Het moge
hem gegeven zgn, die plaats nog vele jaren
te bekleeden.
Het zal den jubilaris dien dag zeker niet
aan belangstelling ontbreken.
Zitting van Woensdag 27 Januari,
Het was de liefde I
De liefde voor een Belgische vluchtelinge
nog wel, was het die Jan Aema te Heeg
een pak slaag bezorgde en Johannes K.,
23-jarig zuivelbewerker, Jelle K., 21-jarig
zuivelbewerker, Hendricus R., eveneens zui
velbewerker en Sjoerd S., 21-jarig smids
knecht, gallen te Heeg, voor den rechter te
Leeuwarden bracht.
Vol zaligheid wandelde Jan 11 Nov. jl.
met zgn Belgische schoone door het dorp
tot dat zjj de liefde kiest nu eenmaal
wel eens donkere paden bjj het kerkhof
kwamen, waar het niet alleen donker
maar zelfs zeer donker was.
Daar vond Johannes K. het paartje
hjj trad op Jan toe en gaf hem zulk een
vuistslag in het gezicht, dat Jan ter aarde
stortte.
Daar liggende zag Jan dat om hem heen,
in vjjandschap tegen hem vereenigd nog
stonden de twee andere zuivelbewerkers be
nevens o ramp nog een smidsknecht
met zjjn sterke vuisten.
Jan is door deze bondgenooten afgeran
seld. Johannes en Jelle grepen hem, toen
hjj zich oprichtte bjj de keel en Sjoerd
Invaliditeit. 1*VV Overlijden. J JJy of O o g. 4 J van een D u 1 m- 1 JU Wijsvinger. «J
orde
B. en W.
1.
O.
Nadruk verboden.
waarop ik
4
e
l!
4
wijzigen in dien zin „dat de voorgestelde uit
sluiting ook geldt voor heeren raadsleden.”
Doch deze kwestie is in den raad nog niet
besproken en komt in de volgende vergadering
aan de orde.
De heer Brouwer heeft, zooals reeds ge
meld werd, zijn beide voorgestelde artikelen
ingetrokken.
en uitgestrekte belangen, dat men hen niet
kan laten vallen zonder gevaar te loopen, dat
het algemeen belang te veel geschokt wordt.
De regeeringen zelve zijn gedwongen om hen
ter hulp te komen. Een van deze machtige
en blijvende ondernemingen aan het Euro-
peesch Crediet te verbinden, is mijn wensch.
Haar naam alleen, het Algemeen Crediet, is
een volledig programma. Haar doel is over
de gansche wereld een onmetelijk net uit te
spreiden, in welks mazen alle groote geld
speculaties verward geraken. Staatsleeningen,
concessiën van spoorwegen, kanalen, mijnen
en nijverheidsondernemingen moeten ons schat
plichtig worden. Wij zullen de machtige be
heerders van het Crediet zijn en van het eene
einde der wereld tot het andere zal men geen
daalder kunnen leenen zonder ons er het onze
van te geven. Tegen ons kan niemand op. Ik
kom aan het hoofd van de groote bankiers
huizen der gansche wereld. Ik vorm een ge-
duchten bond met het Crediet en niemand kan
zich aan mijne macht onttrekken. De gezichts
kring, dien ik u open, is ruim, niet waar
Welnu ik wensch mij dien nog ruimer Ik heb
nog andere plannen. Gij zult deze zich zien
ontwikkelen en er uw voordeel mede doen,
indien gij u aan mijne onderneming verbindt.
Gij zijt eerzuchtig, prins, zooals ik gegist heb,
maar tot hiertoe heeft uwe eerzucht zich met
weinig tevreden gesteld uit te munten door
pracht of te over winnen in liefdesavonturen.
Wat wil dit zeggen bij hetgeen ik u geven
kan De kring, waarin gij uwe meerderheid
toont, is engik zal haar zeer ruim maken.
Gij zult niet langer meester zijn over een
hoekje der maatschappij, maar gij zult eene
gansche wereld beheerschen en in het bezit
zijn van de voornaamste macht, die er bestaat
en waaraan menschen noch zaken weerstand
bieden de macht van het geld.”
Serge was meer getroffen dan hij wilde too-
Van verschillende zijden ontvingen wij het
verzoek naar aanleiding van de discussie in de
gemeenteraad over het concept-reglement op
het Old Burger Weeshuis, de door de ver
schillende raadsleden voorgestelde amendemen
ten op dit reglement, benevens het daarop
door B. en W. uitgebracht prae-advies in ex-
tenso op te nemen.
Wij zullen aan dit verzoek voldoen voor-
zoover bet betreft de in de vorige vergadering
behandelde of ingetrokken amendementen en
in het volgend raadsverslag de rest der amen
dementen opnemen.
De halve weezen.
Zooals uit ons raadverslag in het vorig num
mer bleek stelde de heer Visser voor in
art. 1 van het reglement in te lasschen
„Het O. B. W. is bestemd voor zoover de
middelen der instelling zulks toelaten, tot de
opneming van arme en minvermogende weezen
en tot ondersteuning van halve weezen, hetzij
wettige, hetzij natuurlijke enz,”
terwijl de heer Visser in verband met dit
voorstel een nieuw art. 8 wilde inlasschen,
luidende
„Halve weezen worden ondersteund volgens
het oordeel van regenten, het toezicht op deze
ondersteunde gezinnen geschiedt door of van
wege de regenten.”
Het prae-advies van B. en W. op deze amen
dementen luidde als volgt
De toevoeging van een imperatief voorschrift
tot ondersteuning van halve weezen is in strijd
met den stichtingsbrief en daaröm reeds on
aannemelijk.
Echter zij opgemerkt, dat ondersteuning van
halve weezen in werkelijkheid reeds geschiedt,
doch alleen met goedkeuring van heeren Ged.
Staten, die blijkens hunne genomen beslissin-
„Uwe relaties zullen mij van dienst zijn, ik
doe er' mijn voordeel mede,” hernam Herzog
„Uwe schoonmoeder kan niet verhinderen, dat
gij de^ echtgenoot harer dochter zijt en als
zoodanig zijt gij uw gewicht in goud waard.
En wat uw naam aangaat, juist omdat hij op
edele wijze gedragen is, heeft hij waarde.
Dank dus uwe voorouders en doe winst met
het eenige erfdeel, dat zij u nagelaten hebben.
Indien wij verder de zaken van nabij willen
beschouwen, zullen uwe vaderen geene reden
hebben om in hun graf te zuchten. Want wat
deden zij vroeger eigenlijk anders dan hunne
leenmannen lasten opleggen en de overwon
nenen brandschatten Wij geldmannen doen
hetzelfde. Onze overwonnenen zijn de specu
lanten en onze leenmannen zijn de aandeel
houders. En welk eene vooruitgang in onze
wijze van handelenWij gebruiken geen ge
weld. Wij overreden, wij betooveren, en het
geld stroomt ons van zelf toe. Wat zeg ik
Men vraagt ons vriendelijk om het aan te
nemen. Wij heerschen onbetwist. Wij zijn ook
vorsten, vorsten van de financiën. Wij hebben
een aiistocratie in het leven geroepen, die even
fier en veel maebtiger is dan de oude. Het
leenrecht van den adel bestaat niet meer.
Leve het leenrecht van het geld 1”
Serge begon te lachen. Hij begreep nu,
waar Herzog naar toe wilde en zeide
„Van tijd tot tijd worden eenige van die
groote baronnen van het geldwezen ter dood
gebracht.”
„Heeft men ook andere edelen niet ter dood
gebracht antwoordde Herzog terstond op
spottenden toon.
„Dat was op een schavot.”
„Welnu, het schavot van den speculant zijn
de trappen der beurs. Maar alleen de kleine
knoeiers met geld gaan te gronde. Wie groote za
ken doen, zijn veilig voor het gevaar. Zij verwik
kelen in hunne ondernemingen zulke talrijke
NIEUWE SNEEKER COURANT
Van de Liefde vcor een Belgische.
Serge aarzelde even, maar antwoordde met
een hoofdknikje„ja.”
Herzog trok aan het koord, dat het teeken
tot stilhouden aan den koetsier moest geven en
zeide tot Panine, terwijl hij vlug uit het rijtuig
sprong
„Tot later.”
Hij stapte in zijn eigen rijtuig,’t welk steeds
dat van den prins gevolgd was, en verwijderde
zich.
Van dien dag af had zelfs Jeanne een me
dedingster. De speculatiekoorts bad den prins
aangegrepen. Hij had zijne pink tusschen het
raderwerk gestoken en alles moest volgen
zijn lichaam, zijn naam, zgn persoon. De aan
trekkingskracht, die dit nieuwe spel op Serge
uitoefende was ongelooflijk sterk.
Dat was nog iets anders dan het onnoozel
partijtje in de speelzaal, met dezelfde uitdruk
kingen die in hunne alledaagschbeid afkeer
inboezemden. Op de beurs was alles nieuw,
onvoorzien, onverwacht en verbazend groot.
De kracht der ontroering, die men gevoelde
werd honderd malen grooter door de belang
rijkheid van het verhandelde bedrag.
Het leverde dan ook inderdaad een schoon
schouwsjpel op, Herzog zaken zien te behan
delen en met verwonderlijke gevatheid, naar
de omstandigheden de vereischte millioenen
in omloop te brengen. Daarenboven was het
veld zijner bemoeiingen waarlijk uitgestrekt.
De staatkunde en de groote belangen der vol
ken waren drijfveeren die aan zijne ingewik
kelde berekeningen tot hefboom dienden. Zgn
geldhandel verkreeg dan ook diplomatieken
luister en een groote uitgebreidheid. De rijk
dom van alle landen der wereld werd er in
betrokken. Er vertoonde zich als ’t ware een
vorstelijke macht en gezag in de handelingen
van deze beheerder der algemeene geldfondsen.
B. en W. bestreden dit amendement o.a.
omdat„de voorsteller waarschijnlijk vergeten
had dat met 21 jaren de meerderjarigheid be
gint en dus de macht van voogden geheel op
houdt.”
Tot zoover het citaat uit het prae-advies
van B. en W.
Wat het verstrekken van een uitzet aan de
weezen betreft, deze kwestie komt nog aan de
orde in de volgende raadsvergadering, daar
de h.h. IJ t s m a en Bakker een soortgelijk
amendement hebben ingediend bij art. 6.
Studie door de Weezen.
Bovendien had de heer Brouwer twee
nieuwe artikels voorgestel d, n.l.
„Indien het mocht blijken dat er onder de
Weezen eminente verstandelijke krachten schui
len, dan zullen deze op verlangen door Re-
gentêh in staat worden gesteld hunne studie
voort te zetten en te voltooien.”
Het prae-advies van B. en W. luidde
„Ook hierbij moet worden aangevoerd dat
beslissing omtrent ondersteuning behoort tot
de bevoegdheid van heeren Regenten. Opne
ming van dit artikel is dus niet gewenscht.
Wij kunnen aan het bovenstaande toevoe
gen dat in de practijk reeds in den geest van
het voorstel wordt gehandeld.”
Pressie op de pachters.
Voorts had de heer Brouwer voorgesteld
een nieuw artikel, luidend’"..
„Het is den Regenten verboden om op de
pachters van Boerenplaatsen eigen aan de
stichting of direct of zijdelings eenige pressie
uit te oefenen ten opzichte van de te leveren
melkproducten. Ook is aan Regenten verboden
of direct of indirect iets te leveren ten be
hoeve van de stichting.”
B. en W. brachten over dit artikel het vol
gend prae-advies uit
„Wat betreft het le gedeelte van dit amen
dement moeten wij opmerken dat voorschriften
voor de verpachtingen niet thuis hooren in
dit reglement. Bovendien is het opnemen van
dergelijke voorschriften in strijd met art. 24
der Armenwet, in welk artikel uitdrukkelijk
die daden van beheer worden genoemd, bij
welke de handelingen van heeren bestuurders
aan het toezicht van heeren Ged. St. zijn on
derworpen.
Voor het 2e gedeelte van bovengenoemd
amendement verwgzen wij naar de toelichting
bij het amendement- Visser art. 8 (oud) gegeven.”
Dit amendement-V i s s e r luidt
„Regenten mogen noch middellijk, noch on
middellijk deel nemen aan leveringen of aan
nemingen ten behoeve der inrichting.”
B. en W. stellen voor dit amendement te
52)
„Maar ik,” zeide Serge, „kom er niet in.”
„In dit geval blijft u niets anders over dan
u geheel alleen uit uwe ongelegenheid te
redden.”
„En op welke wijze vroeg de prins ver
wonderd.
Herzog zag den prins ernstig aan en sprak:
„Als gij den weg betreedt, dien ik uwijzen
wil en waarop ik uw gids zgn zal als gij
zaken doet.”
De prins keek Herzog op dezelfde wijze aan
en trachtte in de trekken van den geldman
te lezen. Hij kon er niets uit opmaken.
„Om zaken te doen,” zeide hij, „is onder
vinding noodig, en die heb ik niet.”
„De mijne is voldoende,” antwoordde Herzog.
„Of geld,” ging de prins voort, „en het mijne
is op.”
„Ik vraag u geen geld, maar bied het u
aan.”
„Wat zal dan mijn inleg, mgne storting
zijn
„Uwe relaties, het algemeene aanzien, waarin
de schoonzoon van mevrouw Desvarennes staat
en de tooverglans van uwen naam.”
De prins maakte een trotsch gebaar en sprak
„Mijne relaties zijn persoonlijk en ik twijfel,
of zij u van dienst kunnen zijn. Mijne schoon
moeder is mij vijandig gezind en zal niets voor
mg doen. Wat mijn naam betreft, hij behoort
mij niet toe, maar is het eigendom van allen,
die hem op waardige wijze vóór mij gedragen
hebben.”
gen vergunning tot deze ondersteuning alleen
voor bepaalde tijdvakken willen toestaan en
wel op grond, dat de hiervoor bestemde gelden
enkel uit de overschotten mogen worden be
streden, omdat het hier een daad betreft, ge
legen buiten het oorspronkelijk doel der stich
ting. Verder wenschen wij er op te wijzen,
dat een imperatief voorschrift als bovenbedoeld
de trek van arme of minvermogende weduw-
naren of weduwen naar onze gemeente zeer
zou bevorderen, wat noch in het belang van
de gemeente Sneek noch in het belang der
stichting kan worden genoemd.”
Tot zoover het prae-advies van
Zooals reeds is meegedeeld is het amende
ment op art. 1 door den heer Visser inge
trokken en is het amendement op art. 8
nadat het imperatief voorschrift tot opname
van halve weezen er uitgenomen was, door den
heer Zelvelder overgenomen en met 8
tegen 5 stemmen aangenomen.
Een hoogere instantie boven
regenten.
De amendementen Bakker-IJtsma welke door
deze heeren ter raadsvergadering zgn i n g e-
t r o k'k e n luidden aan art. 1 toe te voegen
„Bij weigering door Regenten hebben voogd
en toeziende voogd recht van beroep bij den
gemeenteraad die in hoogste instantie beslist.”
Dit amendement, alsmede de door dezelfde
h.h. voorgestelde wijzigingen in art. 5 en 7,
welke alle beoogden een hoogere instantie bo
ven regenten in te stellen, welke hoogere in
stantie de Raad zou zijn, zijn naar B. en W.
meedeelen in strijd met de art. 30 en 32 der
Armenwet „en moeten wij”, aldus B. en W.
„op grond daarvan adviseeren de wijzigingen
niet aan te nemen. Gemelde artikelen, hande
lende over beslissingen terzake ondersteuning
maken het volkomen duidelijk dat die beslis
singen geheel behooren tot de bevoegdheid
van het bestuur der instelling, in casu de re
genten van het O. B. W. met beroep op de
Kroon.”
Het toezicht op de Weezen.
De door den heer Brouwer voorgestelde
en ter raadsvergadering ingetrokken
amendementen luidden
Bij art. 6.
„Ge door de instelling ter verpleging opge
nomen weezen worden ontslagen op den 12
Mei, volgende op hun 19den verjaardag. Zij
die juist op den 12 Mei den leeftijd van 19
jaar bereiken, worden dienzelfden dag ontsla
gen, doch blijven tot aan hun 23e jaar onder
leiding en toezicht van Regenten. Aan de Wee
zen wordt bij hun ontslag een behoorlijk uit
zet verstrekt
nen en trachtte te schertsen:
„Dat is de voorrede van Faust, die gij mij
daar opdischt” zeide hij „waar is uw caba-
listisch schrift Wat moet ik teekenen
„Niets,” hernam Herzog.
„Uwe toestemming is mij voldoende Treed
toe tot de onderneming, gij zult die op uw
gemak bestudeeren en hare uitkomsten bere
kenen en, als het u bevalt, zult gij onvoor
waardelijk toetreden. Prins, ik wil, dat, al
wat gij u verbeelden kunt te boven gaat.”
De geldmm zweeg. Serge dacht in stilte
ernstig na. Herzog was in zijn schik. Hij ver
toonde zich aan heel Parijs in gezelschap van
den schoonzoon van mevrouw Desvarennes.
Hij had reeds een van zijne plannen verwe
zenlijkt. Hét rijtuig van den prins reed de
avenue des Champs-Élysées af. Het was prach
tig weder. In de verte kwamen de obélisk en
de gedenkteekenen op de place de la Concorde,
in een blauwachtigen nevel gehuld duidelijk
uit tegenover het dicht gebladerte van de
boomen der Tuileriën. Drommen ruiters draaf
den aan de lage zijde. Lange rijen rijtuigen
rolden snel voort en deden schitterende
lichtkleurige japonnen zien. Achter het por
tier van eene coupé vertoonde zich een
lief gezicht. Voetgangers begaven zich in me
nigte naar de Arc-de-Triomphe langs de dub
bele rij van prachtige huizen welker gevels fel
door de zon beschenen werden. De machtige
stad spreidde op dit uur van den dag al
den luister harer weelde ten toon. Een ge-
druisch deed zich hooren, als het ware de
ademhaling der bevolking, die in beweging
kwam. Men zag Parijs in al zijn glans, zijne
kracht en vroolijkheid.
Herzog strekte zijn hand uit en zeide, ter
wijl hij dit tafereel den prins aanwees
„Ziedaar uw gebied 1”
En verder, terwijl hij hem strak aanzag:
„Is dit afgesproken