Lgl
ieel
f2000
SERGE PANINE.
:n
k
ek.
SNEEKER COURANT (67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang)
Meubelfabriek „Nederland
Van de Leeuwarder Rechtbank.
ur.
:s.
Officieel Orgaan der Gemeente Sneek.
onderstaande
De Abonne’s op dit blad worden op aanvraag Gratis verzekerd tegen de gevolgen van Ongelukken
RECLAMEKOLOML
bt.
Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH
Ged. Poortezijlen, - Hoek KleiflZafld - Sneek.
TELEFOON No. 150.
or-
>kt
ui(
Opruiming van 1-10 Febr.
P
zaak
A.
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
No. 37. Zaterdag 6 Februari 1915. 31e Jaargang.
l voor
bedragen. (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.)
b«“ge f 200 o f 150hLTv:“ f 75 f50 f25
Uit Mobilisatietijden.
ir
tra
Feuilleton.
bij verlies
van een Duim.
bij verlies van
elke andere
Vinger.
bij
O v e r 1 ij d e n.
J. A. HUIZINGA.
ANNEX
Invaliditeit. 1 4UV Overleden, j fJV of’Oog_ J J van een D u i m. f JV Wijsvinger. 1
n hei
m di
IR H
niet
pas
pas mot dat
zoo
m.
er.
Nadruk verboden.
>biel-
n,
hij raakte niet in
(Wor^t vervolgd.
ind<
epoe
■ente
lirec
luur
JHUIS
richte
Werk
iort- e
eringt
smietH
ÏEL
linen
Sneek
MEUBELEN, TAPIJTEN,
LINOLEUM, GORDIJNEN etc.
Groningen, Westersingel.
enheii
»r kin
re no(
r mid
weze;
gewichtig gezicht
i er aan-
m di
rordei
HES
en Donderdags-
Vrijdage-
Groote Advertentiën kunnen ui tor lijk tci Maandags
avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en
morgens 10 uur.
i d(
joedei
listret
verrichten denzelf-
ze hun verblijf in
ze een wacht
er dan toe om rekening met de omstandighe
den te houden. Waartoe zouden zij zulk een
opzien maken? Behoorden zij elkander nu ook
niet toe. Maar dan verweet de jonge vrouw
hem, dat hij haar minder lief had dan zij hem.
Was het hem niet onmogelijk te dulden, dat
zij de vrouw van Cayrol bleef Zij was het
veinzen moede, dat haar door de omstandig
heden opgelegd werd. Haar man was haar een
voorwerp van afkeer geworden en zij moest
hemjvoorliegen en zijne liefkozingen, die haar
tegenstonden, zich laten welgevallen. Serge
bracht haar zachtkens tot bedaren en over
reedde haar met een kus om zich te schikken.
Evenwel had zich een vrij ernstig geval
voorgedaan.
Pieter werd ongerust, toen hij vernam, dat
Serge door Herzog op het gevaarlijk terrein
van geldspeculaties meegesleept was. Hij had
zijne mijnen verlaten en was gekomen. De
brieven, die Micheline tot den vriend barer
kindsheid en den gedwongen vertrouwde van
haar leed richtte, waren kalm en gelaten.
De jonge vrouw was fier en hield voor Pie
ter zorgvuldig de vermeerdering harer kwel
lingen verborgen. Hij was de laatste, door wien
zij beklaagd wilde zijn, en in hare brieven
aan hem schetste zij Serge als berouw too-
nende en tot betere gevoelens gekomen.
Maréchal had uit dergelijke beweegredenen
zijn vriend in deze valsche gerustheid gelaten.
Hij vreesde de mogelijke tusschenkomst van
Pieter en hij wilde mevrouw Desvarennes de
grievende smart besparen om haar aangenomen
zoon den strijd op leven of dood met haar
schoonzoon te zien aangaan.
Maar de aankondigingen van de inschrijving
bij het Algemeen Credietfonds hadden alom
haar weg gevonden en op een goeden dag zag
Pieter eenige aanplakbiljetten aan den muur
van zijn eigen woning gehecht, waarop de na
men der leden van den raad der nieuwe maat-
gerga is ontstaan, welk feit is gebeurd op
den 5 November ji., des avonds te onge
veer 6 uur.
Beklaagde bekende wat hem was ten laste
gelegd, maar voerde tot zgn verontschuldi
ging aan, dat hg door sommige omstan
digheden in de war was gebracht. Zgn
tram (no. 73) moest bg genoemde brug met
de uit Sneek komende tram no. 76 kruisen
en daartoe op krom spoor loopen. De tram
kwam echter, door een verzuim van den
brugwachter op recht spoor, wat beklaagde
in den waan bracht de vroeg invallende
duisternis droeg het zjjne daartoe bij dat
hjj, zooals wel meer gebeurt, tram no. 75
geleidde. Deze tram moest om 7.30 uur
in den avond te SneekSarriveeren en no.
73 om 6.25.
Door dien samenloop van omstandighe
den beklaagde werd ook nog verzocht
een lorrie mee te nemen, wat steeds op
recht spoor geschiedt heeft hjj aan den
reserve-machinist de Groot het sein tot ver
trek gegeven, waarna no. 73 in de rich
ting van Sneek vertrok. Even voorbjj de
halte Oppenhuizen hoorde beklaagde een
sein uit tegengestelde richting, dus van de
uit Sneek komende tram no. 76 en voor
hjj nog eenige waarschuwing kon geven of
maatregel nemen, remde de machinist reeds
en terstond had de botsing plaats,
De beide machines waren van voren in
gedrukt en beschadigd, evenals de balkons
van het voorste rjjtuig. Een der goederen
wagens was ontspoord en ook beschadigd.
De tram bestond uit twee passagiersrjjtui-
gen, eenige goederenwagens en de locomo
tief. Van de 15 passagiers had niemand
gelukkig eenig letsel bekomen.
Beklaagde erkent, dat de geheele tram
onder zjjne bevelen stond, maar z.i. treft
de machinist ook wel eenige schuld. De
maatschappij heeft hem (beklaagde) een ge
ringe straf opgelegd.
Da chef van tractie, W. Bakker, gaf
eenige inlichtingen aangaande het gebeurde
en verklaart, dat z.i. machinist en conduc
teur beiden verantwoordeljjk zjjn, maar
laatstgenoemde verreweg voor het grootste
deel.
Verder worden nog eenige getuigen ge
hoord, onder wie de machinist de Gróót,
die toegeeft, dat hjj niet had mogen ver-
die u bezwaarljjk valt? Verlangt gij geholpen
Ij worden Ik zal er met Herzog over
54)
Cayrol, die zijn hoofd vol had met de be
moeiingen, die door het mislukken der nieuwe
plannen van Herzog veroorzaakt werden, liet
zjjne vrouw geheel en al begaan. Tevens had
hjj niet de geringste achterdocht, want Jeanne
overlaadde op de innemenste wjjze, haar man met
oplettendheden, die in de oogen van den recht
schapen man als zoovele bewijzen van liefde
golden. De noodlottige hartstocht, die Serge
in het hart der jonge vrouw ontstoken had,
nam met groote snelheid toe. Het was haar
thans onmogelijk geweest om het eerlooze ge
luk, dat Panine haar had doen smaken, te
ontberen. Zij gevoelde zieh tot alles in staat
om haar minnaar te behouden.
Zjj kwamen met hun beiden in de spaar
zaam verlichte kamer van het kleine huis te
zamen en bleven uren in elkanders gezelschap.
Met grooten tegenzin zagen zjj het uur van
scheiden naderen. Reeds had Jeanne deze
krasse woorden uitgesproken Ach, waren wij
maar vrjjEn zjj hadden plannen ge
maakt. Zjj zouden aan den oever van het meer
Lugano, eene villa die achter de koele scha
duw van het gebladerte verscholen was, be
trekken en zonder einde de vreugde smaken
van onafscheideljjk vereenigd te zijn. De vrouw
was meer genegen dan de man om zich ge
lukkige droombeelden voor te spiegelen. Zjj
zeide somtijds. Wie houdt ons terug Laat
ons te zamen weggaanMaar Serge, die be
dachtzaam en beraden was, zelfs in de meest
hartstochtelijke oogenblikken, bracht Jeanne
ABONNEMENTS-PBIJS
Per jaar fl.50, franco per post f2.buitenland f5.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
ADVBB.TBNT1E-PRIJS
j 5 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent.
By abonnement belangrijke korting.
Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel.
MWTSNËÈRËRWRANT
trekken, omdat hij niet in het bezit van
den daarvoor af te geven penning was. De
machinist van tram no. 76 uit Sneek deelt
o. m. mee, uit alle kracht te hebben ge
remd. Het uitzicht laat op dat punt wel
iets te wenschen over. Hg heeft ofschoon
op 800 meter afstand de andere tram ge
waar wordende, niet tg dig kunnen stoppen.
Na het hooren van deze getuigen komt
de substituut-officier van justitie aan het
woord. De wet laat deze ambtenaar niet
toe zich te stellen op het standpunt.dwa
len is menscheljjk”. Spr. meent dat het
ongeluk te wjjten is aan dengene, die de
hoofdleiding heeft, dus aan den conducteur.
Tegen hem eischt Spr. f30 boete of 15
dagen hechtenis.
Als verdediger trad op mr. J. A. Rosen-
felt uit Utrecht, die tegenover het stand
punt van den officier stelt het zjjne„alles
weten, is alles vergeven*.
Al het personeel, dat dien Novemberavond
op de bedoelde Ijjn dienst deed, had, voor
zoover voor de rechtbank verschenen, iets
vergeten, of niet goed opgemerkt en zoo
werd beklaagde door een samenloop van
omstandigheden in zjjn verkeerde meening
gestgfd. Wel is er bjj hem van eenige
nalatigheid sprake, maar strafbare nalatig
heid acht pleiter niet aanwezig. Zelfs de
N. T. M., die tengevolge van het ongeluk
vrjj wat schade leed, heeft slechts één gul
den boete opgelegd. Pleiter vraagt de recht
bank, welke reden het opleggen van een
zoo zware straf zou hebben, als heden ge-
ëischt is. Het gebeurde alleen zal veel
meer uitwerking hebben dan de straf.
Spr. vraagt vrgspraak, of, als de recht
bank strafbare schuld mocht aannemen, een
veel kleiner boete dan geëischt is.
Uitspraak Woensdag over 14 dagen.
VONNISSEN.
De zaak te Heeg.
In de zitting van 27 Januari hebben
o.a. terechtgestaan de 23-jarige Johannes
K., de 21-jarige Jelte K., Hendricus R. en
de 21-jarige Sjoerd S., de eerste drie zui-
velbewerker, de laatste smidsknecht, allen
te Heeg, wegens het openlgk met vereenig-
de krachten geweld plegen tegen een per
soon aldaar. Geëischt ieder 10 dagen ge
vangenisstraf en tot die straf veroordeeld,
wegens het misdrgf van mishandeling.
Voor de eerste maal weigerde hij den zin van
mevrouw Desvarennes te doen.
Hjj handelde met de vastberadenheid van
een scheepskapitein, die een deel der lading
over boord werpt om het overige der koop
waren en de manschappen te behouden, en
was doortastend te werk gegaan.
Het Europeesch Credietfonds was staande
gebleven. Wel was het een weinig naar bene
den gegaan, maar een gunstige verandering
openbaarde zich reeds. De naam van Cayrol
en zjjne plaats bovenaan in het fonds hadden
het publiek gerustgesteld en de aandeelhouders
hadden zich dicht om hem geschaard.
De bankier, die zieh geheel aan zjjne taak
wijdde, zocht thans Panine te redden, die bin
nen de wanden van het huis in de avenue
Maillot dezen goeden man zijn geluk en zjjne
eer te gelijk ontroofde.
Pieter, Cayrol en mevrouw Desvarennes wa
ren bijeen in het kantoor van Maréchal. Pieter
verklaarde, dat men een krassen maatregel
nemen en met den prins spreken moest. Het
was de plicht der patroon om Panine in te
lichten, die klaarbljjkelijk de dupe van Herzog
was.
Mevrouw Desvarennes schudde treurig het
hooid. Zjj vreesde, dat Serge geen dupe, maar
medeplichtige was. En wat kon zij hem daaren
boven zeggen. Dat hij zjjn ondergang bewerkte
Hjj zou het toch niet gelooven. Zjj wist, hoe
hjj raadgevingen ontving en vermaningen op
vatte.
Eene verklaring tusschen Serge en haar was
onmogeljjk. Haar tusschenkomst kon den prins
slechts te spoediger in den afgrond storten.
„Welnu, ik zal met hem spreken”, zeide
Pieter toen op vastbesloten toon.
„Neen”, sprak mevrouw Desvarennes, „gjj
niet. Maar één is er hier, die hem nadrukke-
Ijjk zeggen kan, wat hjj weten moetdat is
Cayrol. Laten wjj er van afzien. En vooral, I
geeft allen toch wèl acht op uwe woorden en
op de uitdrukking van uw gelaat. Micheline
mag niets merken 1”
Zoo was deze moeder, zelfs in de hache-
lijkste omstandigheden, als haar vermogen en
wellicht ook hare eer op het spel stonden, er
nog op uit om het gevoel harer dochter te
sparen.
Cayrol begaf zich naar Panine.
De prins was juist thuis gekomenhij was
in zjjne rookkamer en maakte zjjne brieven
open onder het rooken eener sigaret. Eene
deur ip het behangsel gaf toegang tot een
smalle trap, die tot op de binnenplaats voor
de bedienden uitliep. Langs deze trap bereikte
Cayrol het vertrek. Zoo doende kon hij zeker
zjjn Micheline niet te ontmoeten.
Toen Serge den man van Jeanne zag bin
nenkomen, stond hjj eenslaps op. Hjj was be
ducht, dat Cayrol alles ontdekt had en ging
werktuigeljjk een stap achteruit. De houding
van den bankier deed hem terstond zjjne ver
gissing inzien, want hjj zag er ernstig uit,
maar niet vertoornd. Ongetwijfeld kwam hjj
voor zaken.
„Wel, waarde Cayrol”, zeide Serge met een
glimlach, „wat is de gelukkige aanleiding van
uwe komst
„Er is wel eene aanleiding, maar volstrekt
geene, die gelukkig mag heeten”, antwoordde
de bankier nadrukkeljjk. „Ik wilde een on
derhoud met u hebben, prins, en ik zal u
dankbaar zjjn, indien gij mjj geduldig wilt
aanhooren.”
„Ha, ha,” zeide Serge, „wat zjjt gjj deftig,
mjjn waardeZit gjj met eene afrekening,
te worden
spreken.”
schappij zich in al hunne praal vertoonden.
En toen hij dien van Panine er op vond maar
dien van Cayrol er niet bjj zag, beefde Pieter.
De ongunstige indruk, dien hij vroeger ont
vangen had, toen Herzog bjj de familie Des
varennes geïntroduceerd werd, kwam hem we
der voor den geest. Hij schreef aan de patroon
om haar te vragen, wat er aan de hand was.
Toen hij geen antwoord ontving, bedacht hjj
zich niet lang en vertrok.
Hij trof mevrouw Desvarennes in de grootste
onrust aan. De aandeelen van het Algemeen
Credietfonds waren op de laatstgehouden Beurs
honderd twintig francs gedaald. Er was een
panische schrik op gevolgd. De zaak werd als
reddeloos verloren beschouwd en de aandeel
houders maakten haar nog erger door terstond
hun geld op te vragen.
Savinien kwam bjj de patroon van daan.
De fat had willen genieten bij den aanblik
van deze nederlaag van den prins, dien hjj
altijd een haat toegedragen had, daar hjj hem
als den overweldiger zjjner rechten op het erf
deel der Desvarennes beschouwde. Hjj had
willen jammeren, maar door zijne tante met
ongewone barschheid afgewezen, had hij zich
gerechtigd geacht om het «sterfhuis» te ver
laten, zooals hjj spottend zeide.
Cayrol, meer begaan met de belangen van
Panine, dan indien het zjjn eigen geld be
troffen had, ging heen en weer van de rue
Saint-Dominique naar de rue Taitbout. Hjj
was jjverig in de weer, aangedaan en bleek,
maar zjjn blik bleef juist en hjj raakte niet in
de war. Hjj had reeds het Europeesch Cre
dietfonds gered door het zes weken geleden
van het Algemeen Credietfonds af te scheiden,
ondanks de dringende verzoeken der patroon,
die de twee maatschappijen bijeen wilde hou
den in de hoop, dat de eene de andere staande
houden kon. Maar Cayrol met zjjn goed door
zicht en verstand was onverzettelijk gebleven.
lokaal gebouwd. Het ziet er netjes uit, en is
voor langdurig verblijf ingericht. De eene af-
deeling is ingericht voor slaapvertrek, de an
dere dient voor zitvertrek. Hier staat de ka
chel, waarom men zich zit te warmen. Het
Ijjken goeie kerels, die Duitschers. Onze sol
daten gaan vriendschappeljjk met hen om.
Laten we naar het wachtlokaal teruggaan.
Het is langzamerhand avond geworden. Het
lokaal is maar matig verlicht. De lamp brandt
flauw door de bedorven atmosfeer. Zoo nu en
dan verdwijnt een man. Hij gaat slapen in de
achterkamer. Daar kan men op het stroo uit
rusten. Een wollen deken, achter de klep van
den ransel meegebracht, behoedt voor de kou.
De meesten blijven echter bjj de kachel zitten
en vallen daar op een stoel in slaap. Daar in
dat stroo vertrouwen ze de zaak niet, ze heb
ben daar te veel last van ongewenschte gas
ten Weldra zitten er enkelen op stoelen in
gedut, één slaapt op het buffet, de korporaal
of de sergeant op het biljart.
Zoo gaat men de nacht in.
De schildwacht voor de deur staat in zijn
huisje wachtend op de aflossing.
De wacht waaktK.
(De heer K., een onzer thans onder de wa
penen zijnde lezers, zendt ons het bovenstaande
artikeltje met de belofte meerdere te zullen
laten volgen. Red.)
Zitting van Woensdag 3 Februari.
□e Trambotsing bij Westerbrugsloot.
De Justitie heeft zich bemoeid met de
trambotsing begin November 1914 bjj Uit-
wellingerga voorgekomen en waarbg wel
eenige schade werd geleden, doch geen per-
soonljjke ongelukken voorkwamen.
Auke K., 35-jarig conducteur der Nederl.
Tramwegmg, te Sneek, stond Woensdag in
verband met dit ongeluk terecht. Hem werd
ten laste gelegd het veroorzaken van ge
vaar voor het verkeer door stoomvermogen
over den spoorweg, door als conducteur de
tram no. 73 in de richting JoureSneek
geleidende, roekeloos het sein tot vertrek
van deze tram aan den op de locomotief
dienstdoenden machinist te geven, niette
genstaande hg kon en moest weten,
dat uit de tegenovergestelde richting op het
zelfde spoor een tram in aantocht was.
Een en ander had tot gevolg, dat er een
botsing tusschen beide trammen bij de brug
over de Westeibrugslcot onder Uitwellin-
een meisje in de arm zooiets wil ik heele-
maal niet op mijn wacht hebben, een wacht
moet wacht blijven en met Belgische meisjes
moeten ze zich heelemaal niet inlaten. Zeg me,
wie was die man.”
De korporaal, die er liefst niemand inpraat,
begint te zoeken en zegt eindelijk op aarze
lenden en twijfelachtigen toon: „Als ik me
niet vergis, kon dat hem wel zjjn, luitent,”
meteen wijzende op een heel langen kerel, die
nog hijgde van het loopen, om in ’t geweer te
komen, en op dit gezegde glimlachte.
De dader, een jur. student uit Leiden, houdt
zich van den domme. De luitenant geeft hem
een flinke uitbrander en waarschuwt hem in
’t vervolg. (Den volgenden morgen had de lui
tenant hem op dezelfde daad kunnen betrappen.)
„Korporaal, laat de wacht maar inrukken.”
„Ingerukt marsch 1”
Daar stoof men heen, ieder zocht zjjn plaatsje
weer op en ging verder met zjjn bezigheden.
De korporaal moet nog even bjj den luite
nant blijven. „Als die man weer van die gekke
streken uithaalt, rapporteer je hem, hoor
„Ja, luitent, komt in orde.”
De luitenant stapt weer op de fiets, de kor
poraal salueert en gaat weer naar binnen.
Ja, die Belgische meisjes ze bezorgen
ons hier heel wat werk
Vaak komen ze naar het dorp om brood of
iets dergelijks te halen en trachten dan
meteen het een of ander over de grens te
smokken. Vooral petroleum. In België kost
die per L. 52 cent, zoodat daaraan we] wat
te verdienen valt. Waar ze de smokkelwaren
al niet verbergen, weet je zoo niet. Men kan
ook ieder niet visiteeren, dan zou de vrouw
die de dames hier aan de grenzen inspecteert
het veel te druk hebben.
In ’t wachtlokaal is het intusschen lekker
warm. Het duurt niet lang of het halve ver
trek is gevuld met tabaksrook.
Al spoedig klinkt het door het vertrek
„Aflossen”
Drie soldaten maken zich klaar om door
den korporaal op post gebracht te worden.
Hjj, de post, is tweehonderd meter van het
wachtlokaal op de grens.
Daar worden de magazjjnen gevuld en ge
laden. De soldaten staan daar om den land
weerman, die belast is met de controle op den
in- en uitvoer, bjj te staan.
Ieder, die do grens over wil, moet een pas
bezitten. Geen burger mag wapens bij zich
hebben.
De Duitschers, oude landweersoldaten, staan
hier bij onze soldaten en
den dienst. Eerst hadden
een tramwagen. Thans .hebben
I.
OP WACHT.
Het is in één onzer grensplaatsjes. In het
café, waar de wacht is ondergebracht, is het
recht gezellig, De een schrijft een brief, een
tweede leest een boek of ziet een of ander dag
blad in, een derde is met nog iemand bezig
een partjjtje te dammen en een vierde brengt
den tjjd door met het spelen op 't biljart. Het
is een oud, versleten ding, zeer geschikt om
het biljarten er op te leeren, want er kan niet
veel meer aan bedorven worden. Om een ta
feltje zit een clubje van vier man kaart te
spelen. De kaarten klappen op de tafel, afge
wisseld met het geroep van „schut”, „troef”, enz.
De sergeant gaat met een gSTrishti" '*1‘x
de schilderljjst na, om te zien, wie
stonds op post moeten.
Voor de wacht wandelt de schildwacht met
statige passen op en neer.
„In 't geweerrr klinkt het opeens. Rrrr...
de soldaten stuiven op, ieder grijpt een geweer
en treedt aan. De luitenant van piket komt
de wacht inspecteer en.
„Alles present, korporaal
„Allen present, luitent,” antwoordt deze.
„Ook iets bizonders
„Niks bizonders, luitent.”
„Waar is je broodzakband
„In de maak, luitent.”
„Schoenpoetsen hoor, ik wil je zoo
meer op wacht zien.”
„Ja, luitent”, antwoordt Hendriks.
„Korporaal?”
„Ja, luitent.”
„Wie was de man, die
meisje in de arm liep
De korporaal houdt zich, alsof hij van ’t
geheele geval niets weet.
„Wat bedoelt u, luitent?”
„Ja, zoo pas was er iemand, die liep met