Kwaliteit Koffie
50
bij WESTERHOF.
V1
SNEEKER COURANT (67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang)
Uit onze Raadzaal.
‘I
No, 40.
ut.
w
Woensdag 17 Februari 1915.
RECLAMEKOLOM.
I
'I
PRIMA
31e Jaargang.
et.
•t.
rs-
tis
i
I
«t.
I
et.
'1
en
m,
.10
|.6O
.35
.20
nd.
at.
4-1
r
n
AIHEX
tot wijziging der be-
Culem-
Voorstel tot betaling van gele-
W.
ken:
goede
krijgt het woord
toe-
voor
om eervol ont-
I
ie..
425
175
de verordening op het school
de B. A. S.
H
(Vergadering van Maandag 15 Februari ’15,
’s avonds 7 uur.)
voor kennisgeving aangenomen.
om vrijstelling
betaling
f945.35
voor gezinsverpleging.
Hoe goed het in het weeshuis ook moge
"l er altijd iets kazerne-
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, Burge
meester.
Aanwezig 13 leden. Afwezig de hh. Westra
en Zelvelder.
Punt I. Installatie van den benoemden Ge
meente-Secretaris.
De V o o r z. verzoekt den heer H u g e s de
benoemde binnen te leiden, aan welk verzoek
genoemde heer voldoet.
De heer P. S i k k e s, de nieuwe secretaris
legt in handen van den Voorz. de bij de wet
voorgeschreven eeden af, waarna hij door den
Voorz. ongeveer als volgt wordt toegespro-
f23.37
- 32.48
f55.85
Z. h. st. overeenkomstig het advies der com
missie besloten.
Punt VU. Wijziging begroeting Old Bur
ger Weeshuis 1914.
Deze wijziging wordt op advies der finan-
tieele commissie z. h. st. goedgekeurd.
De begrooting 1914 v. h. O. B. W. zal na
deze wijziging vermoedelijk een batig saldo
laten van f4395.
Punt VIII. Vaststelling rooilijn Verlengde
Gedempte Haven.
In verband met het plan van H. Huisman
om zijn perceel, op bedoelde plaats staande, te
verbouwen stellen B. en W. voor de rooilijn,
als door hen voorgesteld, vast te stellen.
De heer de Wolf verzet zich hier tegen.
De eigenaar moet zijn perceel wel 6 M. ach-
I
en W.
NIEUWE SNEEKER COURANT
een
van
fout door deze in
De commissie vestigt de aandacht op het
groot aantal gevallen op school III. Ofschoon
het iets lager is dan in 1913 (53 gevallen) en
wel groot zal blijven in verhouding tot andere
scholen, ook in verband met de huishoudelijke
omstandigheden der kinderen van school III
gelooft de commissie dat door het ingrijpen
der politie veel kan worden verbeterd. De
politie n.l. kan krachtig medewerken tot hand
having der leerplichtwet door er voor te waken
dat geen leerplichtige kinderen werken bij
karrijders, op de veemarkt werkzaamheden
verrichten of ronddrentelen. B. en W. hebben
bereids de aandacht van de Com. van Pol.
op deze zaak gevestigd.
k een schrijven van B. en W. van
borg om adhaesie aan een adres betreffende
finantieële steun aan werkloosheidfondsen.
Deze adhaesiebetuiging wordt z.h.st. op voor
stel van B. en W. verleend.
I een schrijven van Regenten O.B.W. ver
zoekende een beslissing betreffende ruiling van
grond met Firma H. Lampe bij het tegen
woordige Weeshuisgebouw.
Z.h.st. wordt op dit verzoek een gunstige
beslissing genomen.
m Res. Ged. St. geleidende het voorstel
hunnerzijds volgens hetwelk het stoomgemaal
bij Tacozijl niet kan worden dienstbaar ge
maakt aan het leveren van stroom voor licht
en kracht.
Ter inzage gelegd voor raadsleden.
n Res. v. Ged. St. houdende goedkeuring
der gemeentebegrooting 1915 en het raadsbe
sluit tot opheffing van het pensioenfonds.
o, p en q res. Ged. St. houdende goedkeu
ring van het raadsbesluit totverkoop van
boomen, onderhandsche verhuring van een wo
ning aan de Woudvaartsbrug en onderhandsche
verhuring van een stuk weiland
r res. Ged. geleidende het Kon. Besl. be
treffende het verlengen met 3 jaar van de con
cessie van tolheffing bij de Dille
s idem geleidende het Kon. Besl. houdende
goedkeuring van
geld heffen aan
Sub. n tot en met 8 worden voor kennis
geving aangenomen.
Punt IV. Benoeming van drie leden voor
de Commissie van Bijstand gasfabriek en wa
terleiding.
Tot le lid dezer commissie wordt benoemd
de heer Kiezebrink met 8 stemmen tegen
4 stemmen op den heer de Wolf, tot 2e lid de
heer Visser met 9 stemmen tegen 1 op den
heer de Wolf en tot 3e lid de heer de Wolf
met het lot tegen den heer Bakker.
De commissie bestaat dus uit de h.h. Kie
zebrink, Visser en de Wolf, als voorzitter zal
een der leden van het D. B. fungeeren.
Punt V. Rekening der begrafenisrechten
over 1914.
Bij monde van den heer Mr. Vellenga ad
viseert de finantieele commissie tot goedkeu
ring dezer rekening die een totaal aan ont
vangsten aanwijst van f 1571.50.
Z. h. st. aldus besloten.
Punt VI. Rekening van den Waagmeester
over 1914.
Dezelfde commissie stelt eveneens voor deze
rekening goed te keuren.
Zij wijst aan ontvangsten aan
Wik- en weeggelden
Marktgelden
adressen van eenige vakver. (Aquila,
Patrimonium, Helpt Elkander) om verlaging
van den cokesprijs.
Aan dit verlangen is reeds voldaan, zoodat
het adres voor kennisgeving wordt aangenomen.
De heer IJ t s m a verzoekt B. en W. een
onderzoek in te stellen naar den cokesvoor-
raad om, wanneer dit mogelijk is ook den druk
welke door de krisis op
den middenstand
gelegd wordt te verminderen. Spr. zou gaarne
zien dat het ook voor hen, die in den H. O.
zijn aangeslagen voor inkomens van flOOO
f1200 mogelijk wordt gemaakt goedkoop cokes
te verkrijgen.
De heer Brouwer vreest dat bij een der-
geljjke uitbreiding van deze bepaling de parti
culiere handelaren in de stad daarvan schade
zullen lijden, wat voorkomen dient te worden.
De hh. Bakker en IJtsma betoogen nog
dat het belang van den middenstand in het
algemeen gaat boven dat van enkele handelaren.
De Voorz. zegt toe een onderzoek te zul
len instellen of oen uitbreiding van de rege
ling als door den heer IJtsma is bedoeld mo
gelijk is.
g. adres van de Ver. Sneeker Ambachts
school om grond naast de school in koop te
mogen ontvangen.
Z. h. st. wordt gunstig op dit adres beschikt.
h. adres van P. Bos, aannemer om alsnog
vergoeding te mogen ontvangen voor schade
wegens stijging van de prijzen der materialen
geleden bij het uitvoeren van aangenomen werk
aan school III.
Het D. B. stelt voor op dit adres, waarop
in de vorige vergadering afwijzend werd be
schikt opnieuw
afwijzend te beschikken.
De h.h. Bakker en IJtsma wijzen er
op dat uit het thans ingediend adres blijkt
dat Bos bij het aannemen van het werk niet
zooals de vorige maal in het prae advies van
B. en W. is opgemerkt, bekend was met de.
prijsverhooging eenvoudig omdat die verhoo-
ging er toen nog niet was. Zij stellen dus voor
Bos schadevergoeding toe te kennen.
De heer d e W o 1 f er op wijzende dat hij
in de vorige vergadering reeds hetzelfde heeft
opgemerkt, vereenigt zich met deze beschou
wing.
Den heer Kiezebrink is het gebleken
dat het werk is aanbesteed in Juli, en half
Augustus is gegund. Ten tijde van de gunning
heeft Bos zich wel degelijk er van vergewist
of de prijzen der materialen ook gestegen
waren. Dit was echter nog niet het geval,
zoodat de aannemer het werk aannam. Even
daarna trad echter de prijsstijging in, waarvan
Bos het slachtoffer werd. Spr. is op grond
van deze feiten van meening dat er wel aan
leiding is om den gemeentearchitect om een
nieuw advies te vragen.
De heer Brouwer is van meening dat
Bos recht heeft op vergoeding.
De heer D r. B o u m a erkennende dat er
inderdaad een kleine fout ten opzichte der
data begaan is in het praeadvies van B. en
W., dat gegrond was op het advies van den
gemeentearchitect, is het, waar de zaak du
bieus is, eens met den heer Kiezebrink dat
de gemeentearchitect om een nieuw advies
moet worden gevraagd.
De heer Dwarshuis is van oordeel
dat Bos het goede oogenblik toen de
prijzen nog niet gestegen waren, verzuimd
heeft om zijn voorraad in te slaan. Spr. deelt
een voorbeeld mede dat een aannemer na de
mobilisatie in een tijd van 5 dagen nog alle
benoodigde materiaal voor een nieuwe boere-
wel vóór dat de prijzen der
en wordt z. h. st.
schuldiging aan het adres van regenten. Ook
die trachten de weezen die daarvoor aanleg
hebben, door te laten leeren. Vier jaar gele
den werd dat geprobeerd met 3 jongelui, waar- k
van, na 2 jaar privaatlessen, 2 direct zakten
voor het toelatings-examen H. B. S. en van
de derde na een jaar bleek, dat hij de lessen
aan die school ook niet kon volgen. Men kan
de weezen toch geen hersens ingieten.
De h.h. Bakker en IJtsma vinden juist
in wat de heer Dwarshuis opmerkte een mooi
argument voor gezinsverpleging. In gegoede
gezinnen geeft men pogingen om de kinderen
te doen leeren niet zoo spoedig op. Daar kan
men meer aandacht aan de bijzondere gaven
van elk kind schenken, leiding geven bij de
studie en op deze wijze ze ten slotte brengen
tot een meer intellectueele ontwikkeling. Dat
alles kan lang zoo goed niet in een Weeshuis
geschieden en vermoedelijk juist mede daarom
faalden soms de pogingen van regenten om
enkele weezen te laten leeren.
De heer de Wolf noemt als voorbeeld een
jongen, die bij hem het timmervak leerde.
Niettegenstaande pogingen door Spr. aange
wend, wilden regenten den jongen geen tee-
kenles doen geven. Spr. heeft den jongen toen
aangeraden dienst te nemen en in twee jaren
heeft hij het daar gebracht tot opzichter bij
de fortificaties.
De heer Dwarshuis ontkent dat de zaak
zich zoo heeft toegedragen. De man kon het
in drie jaar niet verder dan tot korporaal
brengen en rijdt nu op een kar van de Gist
fabriek te Delft.
Over het amendement-Visser wordt alsnu
gestemd.
De stemmen staken, zoodat in de volgende
vergadering opnieuw gestemd zal moeten
worden.
Vóór het amendement stemden de h.h. Bak
ker, Brouwer, de Wolf, de Boer, Visser en
IJtsma, tegen de h.h. Dwarshuis, Mr. Vellenga,
Kiezebrink, Huges, Bont en Dr. Bouma.
Over „leer” en „geest”.
Bij Art. 4 is een amendement van de h.h.
Bakker en IJ t s m a aan de orde dat luidt
In art. 4, le lid, het laatste gedeelte te
schrappen
„in welke leer de betrokken weezen zullen
worden onderwezen” en daarvoor in de plaats
te lezen
„dat zij in de geest der overleden ouders
of naastbestaande familieleden zullen worden
opgevoed en onderwezen.”
B. en W. geven daarop het volgende prae
advies
„De bedoeling van dit voorstel is ons niet
recht duidelijk. De oude redactie slaat duidelijk
op kerkelijke gezindten. De voorgestelde wij
ziging komt ons voor veel verder te gaan en
zal door hare vaagheid tot onnoemelijk veel
onaangenaamheden aanleiding kunnen geven.
Naar onze meening is de bestaande redactie
voldoende en ook dit amendement moeten wij
dus ontraden.”
De heer IJ t s m a vindt het woord „leer” voor
een kind iets verderfelijks. Volgens de thans
geldende bepaling zijn regenten verplicht kin
deren in zekere leer te doen opvoeden. Het
kon wel eens zijn, dat er weezen waren die
thuis niet in zekere leer waren opgevoed, ter
wijl regenten toch eigenlijk verplicht zouden
zijn ze in zekere leer te doen opvoeden. Om
dergelijke toestanden te voorkomen wil Spr. in
plaats van de voorgestelde bepaling hebben
de woorden„in de geest der overleden
ouders”, dat is ruimer. Spr. vreest anders
ook, dat regenten wel eens moeite zullen heb
ben een keus te doen uit de „leeren”, want
hoeveel er daarvan zijn, kan Spr. niet zeggen.
De heer d r. Bouma gelooft dat de heer
IJtsma moeite zou hebben te verklaren wat
„geest” eigenlijk beteekent. Spr. vindt de zaak
beter zoo geregeld, evenals de heer de Wolf,
terwijl de heer Dwarshuis protesteert teg en
het kleineerend spreken van den heer IJtsma
over „leer”.
Nadat de heer IJ t s ma nog het woord heeft
gevoerd wordt dit amendement verworpen met
7 tegen 4 stemmen (vóór stemden de hh. De
Boer, Visser, IJtsma en Bakker.) De heer De
Wolf was tijdelijk afwezig.
Ontslag van de weezen op 19- of
21-jarigen leeftijd.
Bij Art. 6 stellen de hh. Bakker en
IJ t s m a het volgende amendement voor
„In artikel 6 te veranderen in den 3den re
gel: 19den verjaardag in 21sten verjaardag”
en in den 4den regel: „19 jarenin 21 jaren”.
Voorts laatste lid: regenten enz. te schrappen
en daarvoor in de plaats te stellen
„Aan weezen wordt bij hun ontslag een be
hoorlijk uitzet verstrekt.”
B. en W. adviseeren het volgende:
„Wij willen den Raad bij het nemen eener
beslissing over het 1ste gedeelte van het amen
dement geheel vrijlaten. Mocht de Raad het
aannemen, dan zal het gewenscht zijn in dit
artikel „12 Mei” te schrappen, aangezien met
21 jaren de meerderjarigheid intreedt.
Echter voor men in deze tot een besluit
komt, meenen wij goed te doen het volgende
onder uwe aandacht te brengen”.
„Reeds vroeger is de leeftijd voor het ont
slag op 21 jaar gesteld geweest. Bij het in
werking treden der kinderwetten heeft men
het noodig geoordeeld de leeftijd op 19 jaren
te brengen en de ondervinding heeft geleerd,
dat dit voor de kinderen in het algemeen be
ter is. Het feit dat tot 21 a 22 jaren voor
hen werd gezorgd maakte hen zorgeloos. Het
ontslag op 19-jarigen leeftijd werkte gunstiger
terwjjl niet moet worden vergeten dat weezen
zoo noodig nog drie jaren na hun ontslag on-
De heer IJtsma verzoekt voorlezing, het
geen geschiedt. Uit dit verslag blijkt dat de
commissie in 1914 16 maal bijeen kwam. 57
verzorgers van kinderen werden opgeroepen
om voor de commissie te verschijnen. 1 ge
val betrof de openb. lagere school no. 1, 4
gevallen school 2,
49 gevallen school 3.
2 gevallen de St. Thomas v. Aquine school,
1 geval de Jan v. Nassau school.
plaats insloeg, en
materialen stegen.
De heer de Wolf noemt de opmerking
van den heer Dwarshuis een koekebakkers
praatje en ondeskundig, tegen welke uitdruk
king de heer Dwarshuis protesteert.
De h.h. Kiezebrink en IJtsma be
strijden eveneens de opmerking van den heer
Dwarshuis, waarna besloten wordt de zaak aan
te houden opdat de gemeentearchitect een
nieuw advies kan uitbrengen, waarop B. en W.
een nieuw praeadvies kunnen baseeren.
i. adres van de Sneeker apothekersvereeni-
ging, waarin de wenschelijkheid wordt kenbaar
gemaakt steeds een zelfde deskundige voor
het onderzoek van het water der drinkwater
leiding te benoemen.
De heer Brouwer hoopt dat B. en W.
den heer Dokkum, die nu als deskundige be
dankt heeft, ook weder op de nieuwe voor
dracht zullen plaatsen.
De Voorz. wijst er op dat deze zaak
niet aan de orde is.
De heer IJ t s m a meent dat het D.B. moet
zorgen, dat in het wateronderzoek geen stag
natie komt. Hij verzoekt B. en W. zoo spoe
dig doenlijk de Raad in staat te stellen in de
zaak betreffende den nieuw te benoemen des
kundige te voorzien, hetgeen B.
zeggen.
Het adres wordt alsnu voor kennisgeving
aangenomen.
j verslag over 1914 van de commissie tot
wering van schoolverzuim. Dit verslag zal
ger Weeshuis.
Gexins- of gesfichtsverpleging.
Aan de orde is Art. 2 van dit reglement.
Een amendement hierop voorgesteld door
den heer Visser, na de le alinea te laten
volgen, luidt
„Gezinsverpleging geniet de voorkeur, vooral
dan, wanneer zulks door voogd en toeziende
voogd wenschelijk wordt geacht.”
B. en W. geven daarop het volgende prae
advies
„Aanneming van dit voorstel moeten wij
ontraden. O.i. moet - in de practijk de beoor-
deeling of gezinsverpleging buiten de inrich
ting al dan niet zal worden toegepast geheel
blij ven aan heeren regenten. Er zullen dikwijls
gevallen zich voordoen, dat het niet in het
belang der weezen zal zijn in deze aan de
wonschen van voogd of toeziende voogd gehoor
te geven, terwijl bij opneming van deze aan
vulling voogden zich ten allen tijde daarop
kunnen beroepen.
Voorts doen wij nog opmerken dat gezins
verpleging buiten de inrichting reeds nu plaats
vindt, voornamelijk waar het de verpleging
van oudere kinderen betreft, doch elk geval
wordt alsdan op zich zelve beoordeeld, waarbij
steeds aan voogd en toeziende voogd de ge
legenheid wordt gegeven hunne wenschen ken
baar te maken.
Ook in het gesticht zelve vindt zooveel mo
gelijk gezinsverpleging toepassing11.
De heer Visser is persoonlijk van oor
deel dat gezinsverpleging beter is dan ge-
stichtsverpleging. Bij de beoordeeling van den
toestand behoeft men niet te letten op de oogen-
blikkelijke die^uitstekend kan zijn, maar men
heeft ook wel een andere, minder goede toe
stand gehad.
De heer Dwarshuis wijst er op dat het
reeds usance is weezen van Katholieke ouders
in gezinnen te doen verplegen. Ook Spr. is
daarvan voorstander, ook voor kinderen van
andere gezindten dan over het geheel in het
Weeshuis worden opgenomen. Regenten hou
den steeds met die usance rekening. In het
reglement de wenscheljjkheid van gezins-ver-
pleging voor alle weezen neerleggen, daarvoor
voelt spr. weinig. Het is heel moeilijk ge
schikte gezinnen te vinden. De weezen heb
ben het thans onder de uitstekende leiding van
de weesvader en moeder best.
De heer Visser bestrijdt dit niet. Ook
heeft Spr. niet gerept van gezinsverpleging
als aanbevelenswaard uit godsdienstig oogpunt.
Spr. wees alleen op het maatschappelijke van
3 i-en dan vindt hij gezinsverpleging
Mijnheer Sikkes
„De aard van onze betrekkingen brengt
„mee dat wij elkaar dagelijks zullen ont-
„moeten en dagelijks dezelfde belangen zul-
„len hebben te behartigen. Wij zijn elkaar
„niet geheel onbekend en ik vertrouw dat
„onze verstandhouding van dien aard zal
„zijn dat wjj met genoegen zullen samen-
„werken bij het behartigen van de belangen
„der gemeente Sneek. Verder wensch ik u
„toe dat u het vertrouwen van den Raad van
„Sneek deelachtig moge worden, want dat
„vertrouwen is het kenmerk van de waar-
„deering van den arbeid, die geen ambte
naar kan missen om met lust en ijver zijn
„plicht te vervullen. Met die wensch verzoek
„ik u uw zetel in te nemen”.
De Voorz. zich daarna tot den Raad rich
tende zegt ongeveer het volgende
„Ik meen ook uit naam van u te kunnen
„spreken wanneer ik hier een woord van
„dank breng aan onzen loco-secretaris voor
„de wijze waarop hij zijn moeilpke taak, on-
»der ik mag wel zeggen moeilijke omstan-
«digheden heeft vervuld. Men vergete niet
„dat toen de vorige secretaris wegens ziekte
„zijn ontslag nam, 2 ambtenaren hier ont-
„slag hadden aangevraagd en een derde we-
„gens ziekte zijn taak niet kon waarnemen
„terwjjl de mobilisatie ons nog een deel der
»krachten ontnam waarover wij beschikten.
„Het doet mij genoegen te kunnen consta-
„teeren dat de ambtenaren die bleven, met
„al hun krachten hebben getracht de zaak
„rollende te houden.
„Ook aan hen breng ik ook namens u,
„dank.
„Onder de nieuwe leiding gaan wij met
„nieuwe hoop de toekomst in. Dat de ver
standhouding ter secretarie van dien aard
„moge worden dat wij allen met lust en
„ijver de op ons genomen taak zullen ver
hullen. (Applaus.)
De heer Sikkes, secretaris, vraagt en ver-
1 en zegt ongeveer het vol
gende
«Deze eenige keer dat ik in openbare
„raadsvergadering het woord zal voeren wil
Feikema.
Punt X. Voorstel tot betaling uit onvoor
ziene uitgaven dienst 1914.
Op verzoek van den heer Visser deelt de
Voorz. mee dat een uitgaaf van f700 moet
worden gedaan als bijdrage in het bedrag door
de H. IJ. S. M. besteed aan het in kaart bren
gen van een eventueele lijn door den Zuid
westhoek naar Sneek. Hoe ver men met die
plannen is, is officieel niet bekend.
Z. h. st. wordt de voorgestelde wijziging
goedgekeurd.
Punt XI. Voorstel
grooting dienst 1915.
Heeft ter visie gelegen
goedgekeurd.
Punt XII. T’
verde rioolbuizen.
Het betreft een betaling aan een
Betonfabriek van f945.35 in verband
met een fout door deze in een berekening
gemaakt.
De heer De Wolf gelooft wel niet dat het
hem veel helpen zal, doch hij wil toch deze
vraag stellen: „Welkverschil is er wanneer
iemand zich vergist in een berekening of wan
neer iemand zich vergist in de gevolgen der
tijdsomstandigheden”
Z. h. st. wordt het voorstel van B. en
aangenomen.
In de notulen zal worden aangeteekend dat
de heer de Wolf zich er tegen verklaart.
Punt XIII. Vaststelling reglement Old Bur-
teruit brengen door de voorgestelde rooilijn.
Op deze wijze ontneemt men de particulieren de
beschikking over eigen grond.
De Voorz. zet uiteen, dat men door de
rooilijn als voorgesteld te aanvaarden, een re
gelmatige bouw krijgt.
De heer IJ t s m a juicht het voorstel van B.
en W. toe, waardoor een ordelijke toestand
wordt geschapen.
De heer D r. Bouma wijst er op dat het
systeem dat B. en W. thans toepassen ook
reeds toegepast is in bet Zuidend. De thans
voorgestelde rooilijn is zoo rationeel mogelijk
en het pand vaït er, zooals de eigenaar het
wil bouwen geheel in. Wilde de heer de Wolf
een andere toestand, dan had hij die eerst wel
eens in teekening kunnen doen brengen, thans
kunnen de raadsleden niet oordeelen over zijn
denkbeeld.
De heer Kiezebrink wijst er nog op
in het gemeenteverslag worden opgenomen. door de voorgestelde rooilijn zooveel mo-
n_ utt x--i_x -t-x gelijk ruimte gehouden wordt tusschen tram
lijn en huizenrij, wat ook zeer gewenscht is.
Het voorstel van den heer de Wolf om de
zaak aan te houden totdat hij een nieuwe tee
kening kan indienen wordt niet ondersteund.
Z. h. st. wordt het voorstel van B. en W.
alsnu aangenomen.
Punt IX Onderh. verhuring perceel weiland
Voor f 60 wordt bedoeld perceel voor den
tijd van 1 jaar z. h. st. verhuurd aan 0.
de kwestie
de ware.
Ook de heer Bakker breekt een lans
gezin sverpleging.
zijn, de opvoeding heeft
achtigs.
Hulde brengend aan de tegenwoordigen
weesvader en -moeder gelooft Spr. dat de
weezen eerst goed tot hun recht komen af
zonderlijk verpleegd is een gezin, waar men
als ouders weet wat kinderen toekomt.
De heer D r. Bouma acht het gevaar
lang niet denkbeeldig dat wanneer gezinsver
pleging regel wordt en men eens te doen heeft
met een niet hoogstaande voogd of toeziende
voogd, bij het onderbrengen der weezen in een
gezin financieele kwesties een rol zullen gaan
spelen. Het komt Spr. beter voor regenten
de vrije hand te laten.
De heer IJ t s m a is van oordeel dat een
kind, in het gezin opgevoed, beter rijp wordt
gemaakt voor de maatschappij dan in een
weeshuis, waar niet kan worden rekening ge
houden met bijzondere eigenschappen en aan
leg van het kind, doch de opvoeding altijd
iets uniforms heeft.
De heer de Wolf zal voor het amende
ment stemmen omdat hij meent, dat als de
weezen in het gezin zullen worden verpleegd,
de pleegouders ze zullen doen opvoeden naar
hun aanleg en niet zooals regenten thans doen
allen tot dienstmeisjes en timmerknechts.
De heer Dwarshuis bestrijdt deze be-
eenige keer dat ik in openbare
„ik u, mijnheer de voorzitter, danken voor
„de vriendelijke woorden tot mij gericht,
„terwijl ik den raad nog dank voor mijne be-
„noeming. Ik zal thans niet rojjaal zijn met
„beloften. Beloften immers hebben dan al-
„leen waarde wanneer zij door daden ge-
„volgd worden. En zijn die daden goed, dan
„kan men beloften ontberen.
„Ik roep de steun in van u mijnheer de
«Voorz., zoowel als van hh. Wethouders en
„hh. Raadsleden opdat onze samenwerking
„moge strekken tot den bloei der gemeente
„Sneek, welke nu ook mijn woonplaats is.”
(Applaus).
Aan de orde is
Punt 11. Vaststelling der Notulen.
De notulen der vorige Verg, worden onver
anderd goedgekeurd.
(De heer Blok verlaat de Verg.)
Punt III. Mededeeling van ingekomen stuk
ken, enz.
Ingekomen zijn
a. een schrijven van H. Schurink, waarin
hij zijne benoeming tot onderwijzer aan school I
aanneemt.
5. idem van G. N. Brouwer houdende aan
neming zijner benoeming tot onderwijzer her
halingsschool.
Beide stukken
c. adres van A. Veltman
van schoolgeld voor zijn kind.
In handen van B. en W. gesteld ter afdoe
ning.
d. adres van T. Hoekstra om eervol ont
slag als onderwijzer aan school III in verband
met zijne benoeming tot onderwijzer te Stiens
Dit eervol ontslag wordt z. h. st. met ingang
van 1 April verleend.
e. adres van H. Schurink om eervol ont
slag als onderwijzer aan school H.
Wordt z. h. st eervol verleend.