ID Het geheim van een naam. SNEEKERCOURANT (67stejaarganfl) en WMBRITSERADEEL 04de Jaargang) i fa j Woensdag 28 April 1915. No, 60. 31e Jaargang. Verhuizingen. nd WYMBRITSERADEEL Nieuwe Adres. Feuilleton. aan ons bureau ANNEX wij Ver hei prim. idem idem van het raadsbesluit tot wij de toeslag in eens te ver worden bij re- er van een ,Ja, mijnheer, gevraagd had wie haar meedeelde dat f 1050. f 1100. f1150. f 1200. f 600. f 700. f 800. f 900. Naar „The Pupil of Golden Gate.” VAN BRET HARTE. RAADSVERGADERING van op Zaterdag 24 April 1915 ’s voorm. 11 uur. Punt IX. Benoeming van leden der stem bureaux. Tot leden dezer stembureaux worden bij acclamatie dezelfde heeren benoemd die daarin vorige jaren zitting hadden. de aanbesteding van en W. een cre- Punt X. Benoeming van vier leden in de Schattingscommissie voor de Rijksinkomsten belasting. De inspecteur der dir. Bel te Sneek is ambtshalve voorz. der commissie, waarvan vier leden door den raad moeten worden benoemd. De vergadering wordt geschorst. Na heropening heeft stemming plaats. Benoemd worden de h.h. H. Oppedijk Hom- merts met 12 stemmen, de heer T. Jorritsma Oppenhuizen met 11 stemmen, de heer Th. Heeg, Woudsend met 11 en de heer S. G. Alberda IJsbrechtum met 10 stemmen. De h.h. Oppedijk en Jorritsma nemen hunne benoeming aan, terwijl aan de andere heeren de benoe ming aal worden medegedeeld. Behalve de benoemden verkregen, bij de verschillende stem- deed. Maar die zijn stom en zullen niets zeg gen. ’t Is waar ook Jack, jij waart er ook en woonde als de Mayor de oefeningen bij. Je moet haar opgemerkt hebben. Een kind van ongeveer negen jaar met weelderig haar, „Privé,” van opgave te doen van het OUDE zoowel als het NIEUWE SNEEKER COURANT Abonné’s die verhuizen, verzoeken beleefd zeventig duizend dollars en nu wil ik om voor dat geld en zien. In verband met ingediende adressen stellen B. en W. voor de salarissen als volgt te k adres van de Ver. Pro Juventute te Leeu warden om f50 subsidie. De Ver. meent dat haar opheffing in verband met finantieele moei lijkheden ook niet in het belang dezer gemeente kan zijn. B. en W. zullen praeadvies uitbrengen. I mededeeling van B. en W. dat aan 2 rijksveldwachters een gratificatie is verleend van f ‘20, aan 2 eene van f 12.50 en aan één eene van f10. Punt Ill. Aanbieding van het verslag W. door mei dit voorstel te komen, erkennen dat er een noodstand is. Spr. twijfelt er ech ter aan of, wanneer men zich op dit standpunt stelt, een hulp als door B. en W. wordt voor gesteld wel voldoende is. Noch met dit voor stel, noch met dat van den heer Rengers kan Spr. meegaan. De noodstand duurt nu al 8 maanden en wanneer men dan f10 toeslag in eens wil geven, dan zou Spr. als' hij gemeente ambtenaar was, dit beschouwen als een aal moes en haar weigeren aan te nemen. Een dergelijk voorstel is vernederend voor het corps. Naar Spr.’s oordeel moet men de zaak zoo beschouwen dat het salaris van deze gemeente ambtenaren thans niet toereikend is, zoodat zij tijdelijk een verhooging noodig hebben. Uit gaande van dit standpunt stelt Spr. voorde door B. en W. voorgestelde toeslag aan de bovengenoemde ambtenaren, benevens de arm- meesters en boekhouder van het armbestuur uit te keeren als hun toekomende toeslag over de thans verloopen acht maanden en vanaf 1 Mei a.s. aan deze ambtenaren f 1 per week toeslag te verleenen en 15 ct. per kind be neden de 13 jaar. De Voorz. wijst er op fiat hijzelf met een wegwerker heeft gesproken, die in dezen tijd zijn salaris wel wat schraal om rond te komen vond, maar die het ook moeilijk vond, de gemeente om toeslag te vragen, daar zij pas de loonen verhoogd heeft. Spr. vreest dat de heer Feenstra dit te veel uit het oog verliest. Overigens vestigt Spr. er de aandacht op, dat de veldwachters in de gemeente een salaris hebben dat, bij dat in andere gemeenten ver geleken, flink mag worden genoemd. De heer Rengers betoogt dat hij, juist omdat de toestand zoo onzeker is, B. en W. niet wenscht te binden aan een bepaald bedrag. Spr. is natuurlijk geenszins tegen geregelde wekelijksche of maandelijksche toelagen. De heer Wesselius geeft de voorkeur aan het voorstel van B. en W. en wijst er op dat er ook andere burgers, dan de gem.-ambte- naren zijn in Wijmbritseradeel, die onder den druk der tijden lijden. Ook voor hen dient iets gedaan te worden en wil men dit dan is men ook met f 1000 niet geholpen. Spr. ves tigt de aandacht van B. en W. op de bekende circulairé van Min. Posthuma, betreffende goedkooper levensmiddelen en vraagt of het niet mogelijk is deze in toepassing te brengen, Zoodat een geheele klasse burgers daarvan zal kunnen profiteeren De Voorz. antwoordt dat deze kwestie een punt van bespreking heellr uit gemaakt in de laatste vergadering van B. en W. Een kleine proef is, mede op aandrang van de h.h. van het steuncomité aldaar, te Heeg genomen, waar 20 gezinnen de goedkoopere levensmiddelen ontvangen. De uitslag van die proef kan men eens afwachten. De heer Feenstra verklaart, wanneer er iets voor andere gemeentenaren dan de ambte naren kan worden gedaan, daarvan voorstan der te zijn. Vervolgens wordt gestemd. Het amendement Rengers gesteund door den heer Reitsma (f 1000 crediet voor B. en W. die daaruit zelf de toeslagen zullen bepalen) wordt aange nomen met 10 tegen 5 stemmen. Tegen de h.h Wesselius, Landman, de Boer, Jorritsma en Feenstra. b onderwijzers(essen) minder dan 5 dienstjaren 5-10 10-15 15 en meer Door dit voorstel worden de minimum jaar wedden van de hoofden te Woudsend en Heeg met f150 en de overige met f200 verhoogd, de maxima van die te Heeg en Woudsend met f50 en die van de overige hoofden met f100 verhoogd. De onderwijzers(essen) beginnen met f50 of f 100 boven het wettelijk minimum. De regeling vangt aan 1 Januari 1916. De heer Rengers bepleit een klein amen dement. Spr. vindt f 600 als aanvangssalaris laag, te meer waar de onderwijzers(essen) die meestal kostgeld moeten betalen, daarop 5 jaar blijven staan. Daarom stelt Spr. voor nog te bepalen dat onderwgzers(essen) met drie of minder dienstjaren f 600, en met 3 tot 5 dienst jaren f 650 zullen genieten. De Voorz. wijst er op, dat de voorgestelde regeling is overgenomen van Wonseradeel, welke regeling daar nogal werd toegejuicht. De heer Wesselius wil uitstel der be handeling tot het rapport der Staatscommissie voor de grondwetsherziening is verschenen. Hij vreest dat men de zaak met deze regeling vooruitloopt. Deze regeling werkt natuurlijk eenigszins aanstekelijk op de onderwijzers aan de bijzondere scholen. De Voorz. wijst er op, dat wel eens de klacht werd vernomen dat de onderwijzers der bijz. scholen beter gesalarieerd werden dan die der gemeentelijke. Dat heeft het voorstel ook bespoedigd. Spr. acht evenmin als de heer Rengers, die de raad ten sterkste aanraadt de zaak thans af te doen, uitstel noodig. Het voorstel-W e s s e 1 i u s (uitstel) gesteund door den heer M i e d e m a wordt verwor pen met 11 tegen 4 stemmen. Vóór do h.h. Wesselius, Hoekstra, Miedema en Oppedijk. Het amendementR e n g e r s (onderwij zeressen) met 3—5 dienstjaren f650) wordt aangenomen met alleen de stem van den heer de Boer tegen. Bij acclamatie wordt het aldus geamendeerde voorstel van B. en W. aangenomen. plan was De twee mannen keken haar een oogenblik aan. „Hoor eens, jongens,” hernam zij, ,,je be grijpt de zaak niet. Van den dag af dat het contract is geteekend, heb ik niets meer met het kind te maken. Zij gaat over van mijn handen in die van jeluizij wordt door jelui op school gedaan, groot gebracht jelai maakt een rijk meisje van haar en zij moet nooit weten wie, wat of waar ik ben. Zij weet dat nu ook niet, je begrijpt dat ik dat niet gezegd heb, de enkele keer dat ik haar in ’t klooster Santa-Clara, waar zij altijd gebleven is, op zocht. Zij heeft mij niet meer dan eens of twee maal gezien en kent mij niet meer. Ik was er onlangs en liep haar voorbij, toen zij mét de Zusters wandelde en toen herkende zij mij niet, ofschoon een der Zusters dat wel en goede voogden hebben voor haar to zorgen.” „Wie is haar vader vroeg de Mayor. ,‘,Wat doet dat er toe?” zeide zij driftig. oo-_ o „Heel veel hij is haar natuurlijke voogd.” bijna dezelfde kleur als ’t mijne en bruine „Veronderstel dat hij onbekend is Zeg dood, bij voorbeeld.” „Dood is goed,” zeide de Mayor ernstig en kolonel Pendleton herhaalde„Ja, dood is goed.” Na eenig stilzwijgen, gedurende het welk de beide mannen dien onbekenden bloed verwant schenen te hebben begraven, keek de Mayor de vrouw scherp aan. „Kate,” vroeg hij, weet je wel goed wat je doet „Ja.” De Mayor trok zijn voeten terug van den stoel waarop zijn vriend zat, en ging rechtop zitten. Ook kolonel Pendleton ging rechtop zitten en nam de sigaar uit den mond. „Ik denk toch, dat je er nog eens over denken zult?” voegde de laatste er bij. „Neen ’t moet nu gebeuren dadelijk in dit kantoor.” „Maar je weet, dat het dan onherroepelijk zal wezen „Dat is juist wat ik verlang er kon la ter iets gebeuren.” „Maar je laat niets over voor je zelf en als je alles op die dochter vastzet en een ander leven g<:at leiden, dan „Wie zeide, dat ik dat van oogen. Zij droeg een gordel van witte en gele kleuren en had een halsketting om van echte paarlen, dien zij van mij had. Ik kocht dien zelve, versta je, bij Tuckey en gaf er twee honderd dollars voor en dan had ze nog een grooten bouquet witte rozen en seringen, dien ik haar zond.” 4 „Ik herinner mij nu haar op de tribune gezien te hebben,” zeide de Mayor ernstig „Zoo, was, dat je kind.” „Ja, en geen lompe boerendeern zou ik mee nen. Doch daar hebben wij het nu niet over. De zaak is nu, dat jij en Harry op haar eigen dom zult letten en doen alsof ik niet bestond, zelfs alsof ik nooit geleefd had. Ik ben bij jelui gekomen omdat ik je voor flinke kerels aanzie en jelui mij niet zult afwijzen. Boven dien wil jk de zaak op nog degelijker grond slagen regelen. Je moet die voogdij op je ne men niet als Jack Hammersley, maar als de Mayor van San Francisco En als je soms de plaats ruimt voor een anderen Mayor, moet hij het ambt overnemen, begrijp je, zoodat er altijd een voogd zal zijn. Ik reken er op dat er altijd een San Francisco en altijd een Mayor zal zijn ten minste zóó lang tot het kind mondig is en zoodoende heeft zij van den be ginne af een vader en een flinke ook. Natuur lijk behoeft je opvolger niet het waarom en waartoe te weten. Het is voldoende voor hem die taak op zich te nemen naast zijn andere verplichtingen, zonder vragen te stellen. Hij behoeft slechts het geld te beheeren, uit te betalen wanneer het noodig is, en af en toe met Harry te overleggen.” De beide mannen keken elkaar beteekenis- vol aan. „Maar heb je wel aan een opvolger voor mij gedacht, als de een of ander mij in de ko mende tien jaar uit den weg mocht ruimen vroeg Pendleton ernstig. „Ik reken er op, dat jij als president van de Eldorado-Bank je plicht op je opvolgers zult overdragen.” Wordt vtrvulgd.) Het voorstel-F een str a wordt hierna ver worpen met alleen de stemmen van de h.h. Feenstra en Landman (die dit voorstel steunde) voor. Het met het amendement Rengers aan- gevulde voorstel van B. en W. wordt alsnu zonder stemming aangenomen. Brugpachters In Wijmbritseradeel. Punt VI. Adres van A. Atsma te Wolsum om gedeeltelijke kwijtschelding van pacht der tolinning bij de brug aldaar. Burgemeester en Wethouders hebben een onderzoek ingesteld en bevonden dat de door vaart van schepen gedurende de mobilisatietijd zeer gering is geweest en stellen daarom voor adressant, die f300 pacht per jaar betaalt, en die, nu de inkomsten zoo laag zijn, feitelijk alleen vrije woninggeniet, f 100 kwijt te schelden. De hh. Reitsma en de Boer verklaren zich beide voorstanders van dit voorstel. De scheepvaart is er werkelijk zeer gering. Den heer Wesselius komt het voorstel als zoodanig niet onbillijk voor. Hij weet ech ter dat ook de brugwachter te Heeg veel schade geleden heeft en stelt daarom voor het voor stel aan te houden opdat B. en W. met alle brugpachters in overleg kunnen treden om hun allen een deel der pacht kwijt te schelden. De heer Rengers is van oordeel dat de brugpachter te Wolsum een voorwerp van bijzondere zorg van den raad schijnt te zijn, een zorg die meestal niet ten voordeele der gemeentekas is. Herhaaldelijk heeft men hier met adressen van dezen man te doen. Spr. voelt wel voor het voorstel Wesselius. De Voorz. wijst er op dat B. en W. juist wel eens van oordeel waren dat de brugpach ter te Wolsum zeer bijzondere zorg voor de gemeentekas heeft, hij betaalt n.l. een zeer hooge pacht. De hh. Hoekstra en Jorritsma voe len we^ voor uitstel, waartoe z. h. st. wordt besloten. Punt VII. Adres van D. W. Cnossen e. a. te Heeg om perceeltjes aanwas van de gemeente in koop te mogen ontvangen. Op voorstel van B. en W. wordt z. h. st. besloten een stuk aanwas, groot 138 M2 voor f 6.90 aan D. W. Cnossen te verkoopen. Adressen van F. Reitsma en Wed. O. v. d. Pol te Heeg eveneens om aankoop van aan was, worden nog aangehouden in verband met opmerkingen van de h.h. Ages en Wesse lius die een nader onderzoek gewenscht achten. G. Brouwer had verzocht om aan was te mo gen koopen achter Hommerts (bij z.g. Luizen- burg). Op dit verzoek wordt afwijzend beschikt, doch besloten het perceel in huur af te staan voor 1 jaar tegen fl. Punt VIII. Voorstel om de jaarwedden regeling van het onderwijzend personeel te her- 1’unt lil. Aantneamg van net verslag van den toestand der gemeente over 1914 en dat 1 van hetgeen ingevolge de woningwet is verricht. Wordt ter inzage gelegd. Punt IV. Uitlating van 8 aandeden der geldleening primitief f 200000. Uitgeloot worden de volgende aandeelen ten name staande van dé volgende kassiersfirma’s No. 193 Julius Oppenheim. 2 Schortinghuis en Stikker. 58 A. Oppenheim. 80 83 25 Brunings en Ten Cate. 114 O. J. en A. Groeneveld. 87 A. Oppenheim. Punt V. Adres van het Bestuur der eeniging van Gemeenteveldwachters in Friesland om aan de veldwachters dezer gemeente een toeslag op hunne jaarwedden te willen verlee nen, zoolang de levensmiddelen niet belangrijk in prijs dalen. Toeslag voor gemeente-ambtenaren- B. en W. wijzen er op dat verschillende gemeenten reeds een toeslag aan haar perso neel verleenden en stellen in Verband met dit adres voor aan gemeenteveldwachters, pont- wachter te Uitwellingerga, wegwerkers, den brugwachter te Woudsend en den concierge van het gemeentehuis een leenen en wel van f10 voor een gezin zonder kinderen. f20 met 3 of minder kin deren beneden 15 jaar f25 voor een gezin met meer dan 3 kin deren beneden 15 jaar. Met dit voorstel is f450 gemoeid. De heer Rengers zou den raad slechts willen laten beslissen over de wenschelijkheid van een toeslag en aan B. en W. willen over laten hoe groot die toeslag moet zijn. Dit uit voerend college kan beter beoordeelen wat de gezinnen noodig hebben. Bovendien, niemand kan vooruit zien hoelang^de toestand van thans kan duren, zoodat B. en W. wellicht meer toeslag zullen moeten verstrekken dan zij thans voorstellen. Daarom stelt Spr. voor B. diet van f1000 te verleenen. De Voorz. zegt dat als men op het voor stel van den heer Rengers in gaat men na tuurlijk niet weet hoeveel deze toeslag de gemeente zal kosten. B. en W. hadden gedacht dat de raad misschien, wanneer zij met een dergelijk voorstel waren gekomen, aanmerking zouden hebben gemaakt, daarom kwam dit college met een voorstel van een bjjdrage in eens waarvan dé kosten te overzien waren Intusschen, Spr. waardeert het vertrouwen dat de heer Rengers in B. en W. stelt. De heer Feenstra wijst er op, dat B. en gelen a van de hoofden van scholen met minder dan 10 dienstjaren 10—15 15- 20 20 en meer HOOFDSTUK I. Tot groote verbazing van den landverhuizer uit het Oosten, die niet gedacht had hier iets dergelijks te zullen zien, had de regentijd te San-Francisco zijn intrede gedaan. Over dag zag men slechts af en toe de zon, omdat deze het grootste deel van den dag voor het oog onzichtbaar was door dikke regenwolken, die haar onophoudelijk voorbijdreven, en des nachts hoorde men bijkans niet anders dan het ge kletter van den regen op de slecht bestrate wegen, ot op de zinken daken der primitieve woningen. Onophoudelijk werden de duinen langs het strand gegeeseld door elkaar opvolgende stor men uit het zuid-oosten. die het zilte water van den stillen Oceaan zelfs voortzweepten tot de drukke Commercial- en Kearneystraten. De laag gelegen Mission-road was een poel, en trots palen en werven kwam de vloed tot Sansome-streetde met hout bevloerde Clay- en Montgomery-straten waren herschapen in op een moeras drijvende bruggen en Battery street, was in die eerste dagen van het be staan der stad de plaats waar blikken, kisten, huishoudelijke artikelen en zelfs de bemanning van vergane schepen aanspoelden. Er waren vele gevaarlijke en vaak onzicht bare gaten in Montgomery-street en op de Plaza, zoodat daarin de wielen van menig rij tuig vastraakten, die er dan met behulp van in hooge laarzen gestoken voorbijgangers wer den uitgelicht. Een rijtuig, op die wijze uit een poel in de straat gelicht, hield een oogenblik later stil voor een openbaar gebouw, bekend als het Stadhuis. Een dicht gesluierde vrouw stapte er uit en trad haastig her gebouw binnen. Enkele voorbijgangers keken haar nasom migen doordat zij verbaasd waren daar in dien Voorz. de heer H. M. Tromp, Burgemeester. Secr. de heer J. Poppinga. Aanwezig alle (15) leden. Punt I. Notulen van den 9 Maart 1915. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Punt II. Ingekomen stukken en mededee- lingen. Ingekomen zijn: a. schrijven van Ged. St. waarbij voor ken nisgeving wordt aangenomen de door den ge meenteraad vastgestelde verordening op het gewicht van brood; b id. houdende goedkeuring van kohier H. O. dienst 1915; c i - - - ziging der gemeentebegrooting d idem idem van C „Neen mijnheer.” „Heb je gezegd dat ik bezoek had „Ja, mijnheer, maar het scheen dat zij Sam er bij u was, want toen ik u iemand' bij u hadt, zeide zij, dat het in orde was, want dat zij kolonel Pendleton ook moest spreken.” De mannen keken elkaar vragend aan, toen nam kolonel Pendleton op eens het recht van den Mayor over en zeide tot den secretaris „Laat haar binnen komen,” waarna hij zich weder op zijn gemak in zijn stoel zette. Een oogenblik later trad de vreemdelinge binnen. Nadat zij de deur achter zich geslo ten had, lichtte zij haar sluier op en zag men het schoone gelaat eener vrouw, die de dertig jaar even voorbij was. ’t Is alleen nog noodig er bij te voegen, dat het een gelaat was, be kend aan de twee mannen en geheel San Francisco. „Zoo, Kate,” zeide de Mayor, op een stoel wijzende, maar zonder op te staan of van hou ding te veranderen, „hier ben ik en hier is kolonel Pendleton. Wat kunnen wij voor je doen Als hij haar met magistrale deftigheid, of zelfs beleefd had ontvangen, zou zij verlegen geweest zijn, ook al verrieden haar oogen een zekere stoutmoedigheid en een bewustzijn van kracht. Nu zette zij zich zijdelings op een stoel, zoodat haar rechterarm deels den leu ning omvatte en er anderdeels langs hing, zoodat zij geheel op haar gemak zat. „Dank u, Jack excuseer, mijnheer de Mayor en u ook, Harry. Ik kwam voor zaken. Ik kwam u beiden vragen als voogden op te treden over mijn dochtertje.” „Over je wat vroegen beide mannen ge lijktijdig. „Mijn dochter,” herhaalde zij met een lach, die echter dadelijk plaats maakte voor een ern stig gelaat. „Natuurlijk weet gij er niets van. „Welnu” voegde zij er haastig bij, als wilde zij een zwakheid, waarvan zij liever geen uit legging gaf, haastig vertellen, „de korte ge- S schiedenis is dat ik een dochtertje gekregen heb in het ziekenhuis van ’t klooster Santa- Clara. Ik heb goed op haar gepast heel goed hoor jongens. En nu wil ik voor haar toekomst zorgen, begrijp je Ik wil al mijn bezittingen aan haar laten ’t is zoowat vijf d idem idem nieuwe weg e idem idem van het raadsbesluit tot het verstrekken van een renteloos voorschot aan de Ver. tot woningstichting van f36216 en f403. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Een schrijven van Ged. St. waarin zij meedeelen niet te kunnen goedkeuren het uit trekken van f 50 op de begrooting voor een ambtenaar ter secretarie, die wegens de mo bilisatie buitengewone werkzaamheden heeft verricht. Ged. St. zijn van oordeel dat deze werkzaamheden, die alle verband houden met de mobilisatie, niet extra mogen worden be loond. Z. h. st. besloten de post van f 50 van de begrooting te schrappen. g schrijven van Kerkvoogden van de Ned. Herv. Gem. te Jutrijp, dat zij gaarne bereid zijn de brandspuit voor branden te Jutrijp en Hommerts beschikbaar te stellen tegen ver goeding van f25 per brand ten voordeele der Kerkvoogdij. Voor kennisgeving aangenomen. h procesverbaal van kasverificatie. Ter inzage van de leden gelegd. i rek. en verantw. van de gezondheidscom missie met den zetel Sneek. Deze rek. sluit in ontvang en uitgaaf met f 840 en wordt z. h. st. goedgekeurd. j jaarverslag der bovengenoemde commissie. Ter visie gelegd voor de leden. i tijd een vrouw te zien, anderen omdat die vrouw en dit was er een nog grooter zeld zaamheid welgevormd was en er als een dame uitzag. Toen zij de gang door ging en een ijzeren trap beklom, gingen haar enkele mannen voorbij, die werkzaam waren in de verschillende bu reaux. Een dier mannen bleef echter staan, als meende hij in haar een sprekende gelijkenis met iemand anders te zien hij keerde op zijn weg terug én volgde haar. Toen zij voor een deur bleef staan, waarop men las„Bureau van den Mayor” bleef ook hij staan. Hjj keek haar verbaasd aan en scheen, toen hij zich omkeerde, naar iemand te zoeken aan wien hij zijn verbazing zou kunnen mededeelen. De vrouw trad een groote wachtkamer bin nen en daar geen andere bezoekers aantreffende, riep zij den portier en vroeg hem iets, op bijna fluisterenden toon. In antwoord op die vraag ging de man een andere kamer binnen op de deur waarvan men las„Secretaris van den Mayor” ep keerde terug met een jongmensch van zeven tien of achttien jaar, met heldere oogen en jeugdige gelaatstrekken. Na de vrouw, ietwat bloo, ietwat met de linksheid van een kanT toorklerk, te hebben opgenomen, bood hij haar een stoel aan, zóó plechtig, alsof hij iets zeer gewichtigs deed en trad, na haar naamkaartje te hebben aangenomen, het kantoor weder bin nen. Toeloopende op een groene tochtdeur, waarop een bordje met het woord deed hij deze open en trad het vertrek den Mayor binnen. De magistraatspersoon van San Francisco, een flink gebouwd, krachtig man van middel baren leeftijd, zat in zijn bureaustoel, die ach terover geleund stond tegen den muur en door hem in balans gehouden werd, doordat zijn beenen rustten op de sporten van een anderen leunstoel, waarin ook een man gezeten was. Beiden rookten kalm hun sigaar. De Mayor nam het kaartje van den secre taris aan, las den naam en reikte het daarna met een „kijk eens”, aan den ander over, die hard op las „Kate Howard” en toen bedenke lijk floot. „Waar is zij?“ vroeg de Mayor. „In de zijkamer, mijnheer.” „Is er nog iemand anders

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1915 | | pagina 1