f2000
f25
f 50
Westerhof s Koffie
Het geheim van een naam.
SNEEKER COURANT (67ste Jaargang) e» WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang)
TTit onze B.aadzaal.
..NEDERLAND'’’
Ged. Poortezijlen, - Hoek Kletand - Sneek.
MEUBELFABRIEK
No, 65.
31e Jaargang.
5.
I
Officieel Orgaan ter Ssmeants Snaak.
REGLAMEKOLOM.
Preanger
Java
Letter B
No. 1
Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGS.
r
■Sm m. I
TO et.
62
55
50
AEHGN
Zaterdag £5 Nlei 1615,
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
De Abonne’s op dit, blad worden' op aanvraag Gratis tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande
bedragen (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.)
f200 o.A,. f 150 f 75 1
it
6)
I
TELEFOON No. 150.
bij
O v e r 1 ij d e n.
bij verlies
van een Duim.
bij verlies van
elke andere
Vinger.
I
Naar „The Pupil of Golden Gate.”
van een
W ij s v i n g e r.
ANNEX
ABONNEMEAT8-PRIJS
Per jaar fL50, franco per post f2.buitenland f5.
Afzonderlijke nummers 3 cent.
ADVBKXENT1E-PRIJS
1 5 regels 35 cent, elke regel meor 6 cent.
Bij abonnement belangrijke korting
Ingezonden Mededeoiingen 10 cent por regel.
Groots Adverientiën kunnen uiterlijk tof Maandags- en Donderdags-
avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrijdags-
morgens 10 uur.
Feuilleton,
f 21461.33
- 10000.00
- 1151.75
- 8025.00
441.00
f 41079.08
Ml
A
IURANT
IJ-
I
5?
V)
f 103194.67
1
t
500.00
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, Burgi
;o-
jaar af-
hierover wilde ik je
pijn had hij zich op
zicht veranderde, voegde hij
van
en
zeide Pendleton
(Wordt vervolgd.)
treurigen blik op zijn
Aï
4
PER POND.
3.
r-
e
1
f24105.00
f 60099.80
Overschot f 2015.79
I
VAN
BRET HARTE.
De heer Blok zal over dc rekening van
het O.B.W. zelf niet het woord voeren daar
bekend is dat de Raad over de instelling niets
heeft te zeggen doch vestigt de aandacht op
een kleine informaliteit n.l. dat de heer Mr
Veilenga als lid der fin. raadscommissie ook
rapport uitbrengt over de rekening tot welker
samenstelling hij zelf als regent van het O.B.W.
heeft medegewerkt.
De heer Mr. Veilenga had deze kwestie
zelf reeds in de flnancieele commissie het
derde lid, de heer Zelvelder was toen niet aan
wezig ter sprake gebracht doch het andere
lid, de heer Visser had er geen bezwaar tegen
dat Spr. rapport zou uitbrengen zoodat Spr.
zelf ook over zijne bezwaren is gestapt.
W. ter bestrijding van de
van dit besluit gemoeide
een crediet uit de gemeente
kas te verleenen van f2000.
Verhoaging HoofdelSjke Omslag.
B. en W. schrijven in hun praeadvies verder
Globaal berekend zullen de kosten, wc-lke
van het nemen van bovenstaand besluit het ge
volg zijn, ruim f 100 per week bedragen, zoo
dat, wordt de datum van ingang op 5 April
gesteld, reeds direct ruim f 500 zal moeten
worden betaald.
Blijkt het, als het crediet bijna verbruikt zal
zijn, noodig, den toeslag nog langer te ver-
l een nieuw crediet worden ver-
(Vergadering van Dinsdag 11 Mei ’.’5,
’s avonds 7| uur.)
'iUN r,? tji.
-■V
NIEUWE SNEEKER
ten inplaats van „gehuwden” in het voorstel te
lezen „gehuwden, weduwnaars en weduwen”.
Punt III. Rekening van het O. B. W.
over 1914.
Bij monde van den heer Mr. Veilenga ad
viseert de finantieele commissie tot goedkeuring
de^er rekening waartoe z. h. st. wordt besloten.
Deze rekening luidt als volgt
Ontvangsten en Uitgaven O. B. W.
Dienst 1914.
De ontvangsten hebben bedragen
Hieronder begrepen buitengewoon
Saldo rekening 1912
Gedeeltelijk saldo 1913
Door de kinderen ingebr.
Afbetaalde kapitalen
Toevallige baten
HOOFDSTUK III.
In een oogenblik was Paul dpn geheelen
toestand en de verhouding waarin hij daartoe
stond, duidelijk geworden. Daar was hij nu,
aan het begin zijner loopbaan, verantwoordelijk
voor het verspeelde fortuin van een door de
maatschappij verstootene en belast met de plicht
voor haai’ te zorgen
ThansTbegreep hij waarom kolonel Pendleton
hem had willen spreken en hij meende ook,
tot.- diens schande, te begrijpen waarom deze
de volmacht op zich had willen nemen Het
twijfelachtige dat er lag'in de geheele zaak,
zjjn eigen’ onachtzaamheid, voortgevloeid uit
zijn vertrouwen en de voogdij, welke Pendle
ton in hem had geprezen wat zou, wat kon
daaruit niet voor hem voortvloeien
Hij hoorde reeds de beschuldigingen
zijn oppositie-partij, en wat nog erger was,
de zwakke verontschuldigingen zijner vrienden;
al die gedachten waren te lezen op zijn bleek
gelaat en in zijn schitterende oogen, toen hij
die op den zieke richtte.
Kolonel Pendleton doorstond dien blik
keek den ander gestreng aan. Eindelijk veran
derde zijn gelaat, een blik van teleurstelling
werd daarop zichtbaar en een spottend glim
lachje vertoonde zich om zijn lippen.
„Maak je niet ongerust, mijn waarde,” zeide
enkel werpende, „en ik zou gaarne willen dat
ge haar spraakt, vóór wij over twee maanden
met den Mayor haar zaken afdoen. Ik heb
eenige stukken, die je haar kunt laten zien,
en reeds een aanbevelingsbrief voor je geschre
ven voor de Moeder van het klooster en voor
haar. Heb je haar ooit gezien
„Neen”, antwoordde Paul, „u natuurlijk
wel
„Niet meer sedert drie jaar.”
Paul keek zeker verwonderd over dit ant
woord, althans de kolonel voegde er bij„Ik
geloof Hathaway dat men mij aanziet als een
dwaas overblijfsel van een verleden, dat zon
der wetten en beschaving leefde, ik oordeelde
het daarom beter haar niet te compromiteeren
door mijn bijzijn. De Mayor gaat er heen
ter gelegenheid van examens, geloof ik, en dan
ontvangen zij hem met eenige plechtigheid
met een een déjeuner met limonade en
toespraken.”
„Ik had gedacht morgenavond naar Sacra
mento te vertrekken,” zeide Paul, den zieke
strak aanziende, „maar als u ’t wenscht zal ik
er heen gaan.”
„Gaarne, ’t zal het beste wezen.”
De kolonel legde daarop de beteekenis van
de verschillende stukken uit en reikte zijn
bezoeker daarop het pak papieren over. Paul
stond op. De kamer scheen hem ongezelliger
en verlatener toe, dan toen hij die binnen was
getreden en de mao, die daar lag scheen hem
eenzamer, hulpeloozer, verlatener dan straks.
Op sympathieken toon zeide hij
„Ik zou u hier liever niet alleen laten. Zijt
gij zeker u zelf zonder George te kunnen
helpen Kan ik een of ander voor u doen,
alvorens te vertrekken
„Ik ben er aan gewoon,”
kalm.
Hij drukte werktuigelijk de hem toegestoken
band, terwijl in zijn oog weder die onderzoe
kende, twijfelachtige blik lag, die daarin was,
toen Paul de kamer was binnen gekomen. „Je
zult alleen de deur uit moeten komen,” voegde
hij er op eenigszins beschermenden toon bij.
„Laat mij weten hoe het je te Santa Clara
gegaan is wil je Vaarwel
een vraag betreffende het verstrekken van goed-
koope visch.
Bestrating Oosterdijk-WSjde Burg
straat.
Punt I. Advies van Burgemeester en Wet*
houders betreffende bestrating Oosterdijk- Wijde
Burgstraat.
Naar aanleiding van klachten door de Ka
mer van Koophandel over deze bestrating ge-
uit, stellen B. en W. voor aan de K. v. K.-te
berichten dat aan deze klachten tegemoet zal wor
den gekomen door bij de herbestrating van Poor
tezijlenGed. Pol, welke eerstdaags zal plaats
hebben deze bestrating beter bij die van Oos
terdijkWijde Burgstr. te doen aansluiten
waardoor de tonrondte al belangrijk zal worden
verminderd.
Z. h. st. aldus besloten.
Toeslag Gsmeeinitewerklieden.
Punt II. Adressen van Vereenigingen van
gemeente-werklieden over loontoeslag.
B. en W. stellen voor de volgende besluiten
te nemen
De Raad der Gemeente Sneek
Gelezen het adres van het Bestuur der af-
deeling Sneek van den Christelijken Bond van
Nederlandsche Gemeentewerklieden en van het
Bestuur der Gasbewerkersvereeniging alhier,
houdende verzoek aan de gemeentewerklieden
met het oog op de duurte der levensmiddelen
een toeslag te verleenen op hunne loonen
gehoord hef voorstel van B. en W.
Besluit
I. aan de personen, in dienst der gemeente,
een toeslag te verleenen op hunne loonen, vol
gens onderstaande regeling
lo. De toeslag wordt alleen verleend aan
de gehuwde personen, wier pensioensgrondslag
het bedrag van f760, niet overschrijdt, of,
voor zooveel de hierna te noemen personen
betreft, die in tijdelijken dienst der gemeente
zijn, wier belooning per jaar berekend, niet
hooger zou zijn dan f760
2o. de toeslag bedraagt f 1,per week,
benevens voor elk inwonend kind beneden den
leeftijd van 14 jaren, f0.20 per week;
3o. de toeslag wordt verstrekt aan de per-
voor de bank haar betalingen staakte. Doch
genoeg daarover, niet daarvoor vroeg ik je
hier te komen.”
Van doodsbleek was Paul van schaamte
vuurrood geworden. Hij begreep nu, dat deze
man, in plaats van zoo als hij eerst had ge
dacht, het hem toovertrouwde geld te verspe
len, zich zelf geruïneerd had om het te redden.
Hij stamelde verlegen dat hij niet over hot
beheer van het kapitaal had gesproken en ook
niet gevraagd had de verantwoordelijkheid aan
hem terug te geven.
,,’t Doet er niet toe,” zeide de kolonel on
geduldig, „je had er het recht toe zoo iets te
vragen en naar ik veronderstel,” voegde hij er
met iets verachtelijks in zijn stem bij, „was
het ook je plicht. Doch praten wij daar niet
over. Het geld is in goede handen, doch, mijn
heer Hathaway en
spreken ’t schijnt dat het geheim niet lan
ger veilig is
Met eenige moeite en
gericht om dichter naar Paul toe te schuiven
en keek hij hem streng aan.
Doch toen Paul’s gelaat in geen enkel op
zicht veranderde, voegde hij er haastig bij
„Begrijp je me, ik geloof dat er schurken
ik zeg schurken 1 zijn, die in staat zouden
wezen uit te bazuinen dat dat meisje te Santa
Clara de dochter van Kate Howard is.”
Op elk ander oogenblik zou Paul de ernst
van zulk een zaak gevoeld hebben, doch de
beteekenisvolle toon waarop de ander die
woorden gesproken had en een zekere eerbied,
die voor den kolonel bij hem was ontstaan,
maakten dat hij zoo kalm, als hij op dat oogen
blik wezen kon, slechts vroeg
„Waarom denkt u dat
„Dat zal ik je zeggen, Hathaway en tevens
hoe ik, en ik alleen er verantwoordelijk voor
ben. Toen de bank in moeilijkheden kwam en
ik mij voornam het kapitaal te dekken door
mijn eigen geld, wist ik dat er van die zaak
iets gezegd zou kunnen worden. Het was een
teedere quaestie op zulk een oogenblik eenig
zwak voor iets te toonen en ik nam daarom
een paar van mijn mede-directeuren, die ik
meende te kunnen vertrouwen in het geheim.
Ik vertelde hen de geschiedenis en hoe het
kapitaal heilig was. Ik deed daar dom aan,”
voegde kolonel Pendleton er sarcastisch aan
toe, „erg dom. Ik dacht er niet bij dat binnen
drie jaar, de moderne beschaving hier baan
zoude breken. Daar was een schurk een
gemeene Judas in mijn vertrouwen. Hij sprak
veel over begrippen van zedelijkheid. Hij
sprak van het loon der zonde dat vreeselijk
was en meende dat zulk zondegeld moest wor
den verbeurd verklaard. Ik maakte dat hij niet
verder kon babbelen. Weet je wat mijn enkel
scheelt Kijk eens
Hij zweeg en met moeite zijn kamerjapon
van zich afwerpende, stroopte hij zijn kous
af en toonde Paul een heele oude kogel wonde.
„Die wonde hinderde mij bijna een
grijselijk, maar zijn wonde, die hij van mij
kreeg heeft hem sedert bij haar ontving
niet meer gehinderd
„Ik geloof,” vervolgde de kolonel, weder in
zijn kussens vallende, „dat hij anderen van de
zaak verteld had al was het ook als een
gehe im onder eerlijke mannen verteld. Doch
zij zwegen liever nu dan later voor goed.
Zij weten dat ik gereed ben hen te staan.
Maar lang kan ik dat niet volhouden, eens
zullen zij toch kunnen klappen.”
Hij zweeg en toen zijn ernstigen toon latende
varen, vervolgde hij weder met iets pathetisch
in zijn stem„Hathaway, je bent jong en
Hammersley mocht je gaarne lijden wat
moet er gedaan worden? Ik dacht er over
mijn wapens aan je over te geven. Jij kunt
schieten en ik verneem dat je het al meer ge
daan hebt. Maar ’t eenig bezwaar is dat als
je een of twee van die kerels neerschoot en
men vroeg je waarom je dat deed, men zou
willen weten wat er achter stak, terwijl als ik
dat doe, iedereen zegt dat het mijn zaak is
Niet dat het publiek het je kwalijk zou nemen
als je zulke schurken naar de andere wereld
hielpt, maar ’t lastige is dat ze tot je partij
behooren en,” voegde hij er spottend bij „dat
zou je kwaad doen in je carrière.”
„Maar” zeide Paul op een toon, als merkte
hij het sarcastische der laatste woorden niet
op, „maakt u de zaak niet erger dan zij is
Het meisje is een erfgename, die een goede
opvoeding genoot. Wie zal zich bekommeren
om het verleden der moeder, die verdwenen
is, die zij nooit kende, en die wettelijk dood
voor haar is
„In mijn dagen kende niemand de geschie
denis,” viel de kolonel haastig in. „Maar wij
leven nu in een gezegend tijdperk van be
schavende welvoegelijkheid en ik geloof dat er
een groot aantal mannen en vrouwen zijn, die
denken, niet beter hun deugden te kunnen
toonen dan door te wijzen op de gebreken
meester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig 14 leden.
Afwezig de heer Zelvelder.
Voor tot behandeling der agenda wordt over
gegaan, vraagt en verkrjjgt de heer IJ t s m a
vergunning om aan het einde der vergadering
een vraag tot B. en W. te richten over het
uitdiepen van de sloot bij het Ziekenhuis door
het waterschap „Goesekoesterhem,” terwijl de
heer Bakker eenzelfde verlof verkrijgt voor
leenen, dan kan
strekt.
Het eenige middel om de te maken kosten
te dekken, is gelegen in verhooging van den
H. O., welke tot het volgens de verordening
geoorloofde maximum, d. i. tot f 95000, zal
moeten worden opge/oerü.
Het bedrag van f 5000, dat op deze wijze
verkregen wordt, kan worden gevoegd bij den
post „Onvoorziene uitgaven” der begroeting.
Ook hiertoe doen B. en W. bij dezen het
voorstel.
Weliswaar is niet uit te maken of een be
drag van f 5000 benoodigd zal zijn, doch het
onzekere van den toestand, zoomede de invloed,
die andere posten van inkomst en uitgaaf on
dervinden van de huidige tijdsomstandigheden
maken het gewenscht de voorzichtigheid te be
trachten.”
Z. h. st. worden al deze voorstellen van B.
en W. aangenomen nadat op voorstel van de
hh. de Wolf en Mts ma nog wordt beslo-
Blijft gewoon f 62115.59
De uitgaven hebben bedragen f 84204.80
Hieronder begrepen buitengewoon
Belegd kapitaal f 23605.00
Kon. Nationaal
Steuncomité
De V o o r z. geeft toe dat het beter ware
geweest dat de heer Vellenga geen rapport
had uitgebracht over deze rekening de
schuld echter treft den geheelen raaddie de
finantieele commissie voor deze gelegenheid
niet heeft aangevuld. Een volgend jaar zal
op deze zaak worden gelet.
De heer W e s t r a merkt nog op dat de heer
Mr. Vellenga eerst 1 Jan. ’15 zijn ambt als
regent aanvaardde, zoodat hij in 1914 het
O.B.W. niet mede beheerde en dus wel rap
port over deze rekening kon uitbrengen.
De heer Blok wijst er daartegenover op
dat de rekening 1914 eerst in ’15 is vastgo-
steld zoodat de heer Vellenga wel degelijk
daartoe medewerkte.
Overigens bedoelde zijn opmerking slechts
dat in het vervolg op deze kwestie zal wor
den gelet.
Punt lila. Vaststelling Programma
1915-16 H. B S.
Z. h. st. wordt dit programma als aange
boden vastgesteld.
Punt IV. Benoeming 4 leden van de schat
ting scommissie voor de Inkomstenbelasting
Na vele stemmingen wordt deze commissie
samengesteld uit, de h.h. Huges, Bont, Blok
en de Wolf.
Sioot bij het Ziekenhuis.
De heor IJ t s m a krijgt alsnu gelegenheid
te spreken over het uitdiepen van dc sloot bij
het Ziekenhuis. Spr. wijst er op dat deze sloot
na het uitdiepen, wat op last van het water
schap Goesekoesterhem geschiedt, én gevaar
lijk blijft voor de volksgezondheid in verband
met de vuilophooping èn voor de veiligheid
van het verkeer, daar er een diep bassin
wordt gemaakt.
Spr. dringt er bij B. en W. op aan dat zij
deze zaak als urgent zullen beschouwen en
zich tot Ged. St. zullen wenden met het ver
zoek dat dit College hot Bestuur van Goese
koesterhem opdraagt ernstig te overwegen of
de sloot niet kan worden gedempt.
De V o o r z. wijst er op dat demping van
de sloot bij het bestuur van het Waterschap
x
jc mui uugexusu, miju waarue, zeiae
hij haastig, als schudde hij bij die woorden
een onaangename gedachte van zich af, „neem
l een teug van dien whiskey; je ziet er bleek
uit. Kijk eens naar die muren je ziet daar
aan niets van dat geld verspild wel? Kijk
naar mij. Ik zie er dunkt me niet uit als
iemand, die eens anders’geld heeft verspeeld.
Wees gerust elke dollar van dat kapitaal, Ha
thaway, met al de renten en voordeelen ervan,
is veilig! Tot de laatste cent is het belegd
in Staatspapieren bij Rotschild’s agentschap.
Daar liggen de quitanties, afgegeven een week
sonen, in vasten dienst der gemeente, zoomede
aan die personen, in tijdelijken dienst, die
vastaangestelden vervangen uitgezonderd zijn
zij, die zich onder de wapenen bevinden en
zij, die, ofschoon in vasten dienst, niet ge
acht kunnen worden hunne hoofdbetrekking
in dienst der gemeente te vervullen, ter be-
oordeeling aan B. en W.;
II. te bepalen, dat deze regeling geacht
zal worden in werking te zijn getreden op
den 5den April 1915
III. aan B. en
met de uitvoering
kosten, voorloopig i
van anderen. Wij leven in een tijd van reac
tie. Ik verzeker je Hathaway, dat er geen
ongelukkiger tijd kan zijn voor een openbaar-
worden van ons geheim dan op dit oogenblik.”
„Maar zij zal spoedig mondig zijn.”
„Over twee maanden.”
„Zij zal bepaald trouwen.”
„Trouwen riej? Pendleton spottend, „wilde
jij haar soms trouwen
„Dat is een andere quaestie,” zeide de jonge
man ernstig, „en eene van persoonlijke smaak,
maar ik geloof dat zij gemakkelijk een even
goeden, zelfs een beter man zou kunnen vin
den dan ik ben.”
„Veronderstel eens dat zij er een vond vóór
het geheim uitkwam zou het hem dan ver
teld moeten worden
„Ja,” zeide Paul langzaam.
„En dat noem jij voldoen aan de belofte,
die je die vrouw deed vervolgde Pendleton,
met schitterende oogen en weder in zijn ern
stigen toon vervallende.
„Mijn waarde kolonel,” zeide Paul, glim
lachend, „gij hebt een romantisch en bijna
onmogelijk contract gemaakt met mevrouw
Howard, dat, u zult het zelf erkennen, de om
standigheden het u kunnen verbieden, volgens
de letter uit te voeren. U vergeet ook dat u
mij juist verteld hebt uwe belofte reeds te
hebben verbroken - ’t is waar onder omstan
digheden, die u tot eer strekken en dat
thans uw wanhopige pogingen om het geheim
tot het einde te bewaren, schipbreuk zullen
leiden. En nu zie ik er niets in dat gij aan
iemand, die het wel meent met het meisje,
niet zoudt mogen vertellen, wat u wel aan
haar vijand mededeeldet.”
Daar ontstond een doodelijke stilte. De man
op zijn legerstede bromde iets, al had hijpijn
en trok zijn been op, om van houding te ver
anderen. Eindelijk hernam hij „Ik ben het
niet met je eens, mijnheer Hathaway, doch
hierover genoeg voor dit oogenblik. Ik heb
wat anders te zeggen. Het zal noodzakelijk
zijn, dat een onzer dadelijk naar Santa Clara
vertrekt en juffrouw Yerba Buena bezoekt.”
„Goede Hemel riep Paul, „noemt ge haar
zoo
„Zeker, mijnheer. Jij gaf haar dien naam.
Zijt ge dat reeds vergeten
„Ik noemde toen maar iets,” antwoordde
Paul wanhopig, „doch ga verder.”
„Ik kan niet gaan zooals ge ziet,” ver
volgde Pendleton een treurigen blik op zijn
■ff: