IJMUIDER VISCHHANDEL.
i
GROOTE OPRUIMING
f
R. S. VISSER’s ZONEN.
Wed. Joustra Zoon.
Het geheim van een naam.
Bankbiljetten,
Bond
J. IJTSMA - SNEEK.
I
FIRMA H. BRANDENBURG» SNEEK Tel. 150.
Thee:
ALGEMEENE FRIESCHE HYPOTHEEKBANK
LEEUWARDEN.
Koffie
v,z,
R. V.
k
e
O brieven,
groot f 1000, f500, f 100 en f 50
verkrijgbaar ten kantore der Bank
en bij hare Agenten en Corres
pondenten
Vraagt WOUTERLOOD’s
1/1 Blik,
f 2.55
Zwolle.
Wegens gevorderd Seizoen
IN
D
uur
No.
No. 2
29
27
26
Zeer fijne Advocaat
Madera, Port Port
Zoete Roode en Witte Wijn
Limonades.
No. 3
No. 4
DE WINICELS &ijn vanaf I Juni des avonds 9
GESLOTEN. -»B
35
32
Insulaire
Hypotheekbank
te ZIERIKZEE.
Gelijk het watermerk in uwe
Gelijk de keurstempel in uw
biedt nevenstaand merk op uw Rijwiel
alle waarborgen van echtheid
Alleen-vertegenwoordiger
IJmuiden, Leeuwarden, Groningen
Bijzonder voordeelige aanbieding.
Vraagt inlichtingen bij
4% Pandbrieven a f 1000»
I 375 ct.
4% Pandbrieven a f 500.
4% Pandbrieven a f 100.
WOUTERLOOD, Leiden.
H» GLASTRA, SNEEK, Grootzand, Telef. 198.
99
99
99
99
99
Feuilleton.
I
10)
i
Serie A, Nos. 11, 48, 63, 218, 374, 442, 483, 613, 685, 693.
Serie B, Nos.
y2 Buk.
De Directie
N. T. ALBARDA.
Mr. J. G. DE HOOP SCHEFFER.
Aanbevelend,
Naar „The Pupil of Golden Gate.”
BRET HARTE.
Serie E, Nos.
s’
30 ct.
26
28
25
22
20
18
18
16
De Directie maakt bekend, dat op heden de navolgende 4% Pandbrieven ter om
wisseling uitgeloot zijn:
Uitsluitend verpakt.
Verkrijgbaar te GROUW bij A. J. van
STRALEN.
PANDBRIEVEN in omloop op
31 Dec. 1905 f 313550
31 Dec. 1908 - 1.706250
31 Dec. 1911 - 3.306500
31 Dec 1914 - 4.313450
2163, 2172, 2414, 2421, 2619, 2617, 2691, 2805, 2827, 2867,
2900, 2949, 2953, 2978.
5592, 5593, 5708, 5710, 5743, 5797, 5890, 5929, 5943, 6253,
6378, 6416, 6439, 6608, 6809, 6831, 6874.
Bovenstaande gelote 4 pCt. Pandbrieven zijn uitsluitend in de maand Juli 1915
omwisselbaar tegen 41/2°/0 Pandbrieven.
De omwisseling geschiedt met verrekening der rente, maar zonder bijbetaling van
kosten.
De nummers van gelote 4% Pandbrieven, welke niet ter omwisseling zijn aange
boden deelen bij de volgende loting wederom in de trekkingskans.
LEEUWARDEN, 20 Mei 1915.
1045, 1078, 1136, 1198, 1229, 1245, 1310, 1336, 1536, 1644,
1750, 1772, 1785, 1861, 1869, 1899.
Serie C, Nos.3483, 3507, 3530, 3560, 3929, 3930.
Serie D, Nos.4387, 4502, 4917, 4919, 4996, 5032, 5060, 5124.
Serie E, Nos.7529, 7553, 7567, 7600, 7659, 7885, 7935, 7967.
Serie A, Nos.894b, 896a.
Serie B, Nos.1959a, 1998a.
Serie C, Nos.3180, 3220, 3257, 3314, 3343, 3376.
Serie D, Nos.5197, 5241, 5298, 5323.
Serie E, Nos.: 7123, 7250.
Serie A, Nos.957a. 970b, 974g, 989g.
Serie C, Nos.
r
KALFSGEHAKT GETRUFFEERD
GALANTINE DE VEAU
GALANTINE DE VOLAILLE
TÊTE DE VEAU EN TORTUE
TÈTE DE VEAU HOLLANDAISE
De INSULAIRE geeft uit, a 89%
Pand-
Te Sneek bij het Bankiers-kantoor
van EGBERT VEEN Co.
Aanbevelend,
s
I
k\
VISSER's
(Spc
n
•n
feft»
Er ging
Word* venalgd.')
it
UNION
VROOM DREESMANN
Vs Blik.
0.50
- 0.55
- 0.45
- 0.45
- 0 55
f 1.65
- 1.80
- 1.25
- 1.35
- 1.85
- 1.85
1/4 Blik.
f 0.90
- 1.00
- 0.75
- 0.80
- 1.00
VAN
V
mee
Si
A
A
sma
P
a
tij
won
gest
Schi
Voo
lang
wor
D
over
hij
nen
ring
de c
H
nom
b
lang
van
c
waai
betu
d
Bak]
van
tot
dien-
Si
hanc
I
e
verzi
te r
de I
Di
van
bests
D<
dan
D<
maal
ren
Di
nn
wens
Di
niet
geste
van
Di
makt
Watt
Di
5°
houden zijn door dit zeventienjarige meisje,
wier oogen op hem gericht waren. Of zij in
hem een medewerker in haar plan of een me
deplichtige zocht, wist hij niet te zeggen.
Dames- en Hinderhoeden.
GEBRUIKTE SCHRIJFMACHINES
London Import Finest
London Import A.K.A
Flowery Pecco
Goenoeng Rosa
Pecco Kentuck
Pecco Assam
Pecco
Broken Oranje Pecco
Broken Pecco
AIex Heijefs Dice
a 16, 18, 20, 25, 30 cent per ons.
I
I
- 3.10
- 2.20
- 2.30
- 3.60
- 3.60
KALFSGEHAKT
„Maar dien bevalt u wel,” zeido Paul, ge
troffen door de muzikale klank, die, uit dien
naam klonk, nu zij hem zelve uitsprak, „ten
minste ge moet er van houden, als gij hem
door u zelve hoort uitspreken.” Hij herinnerde
zich nu op eens met een gevoel van genot,
dat hij zelf haar dien naam had gegeven. Het
was hem alsof hij een muzikaal instrument
gemaakt had, waaraan zij toon had gegeven.
En in zijn geestdrift had hij plaats genomen
naast haar op de bank, in een houding, die,
naar ik vrees, niet waardig was aan de ern
stige betrekking, die hij bekleedde.
„Maar u gelooft niet, dat het mijn eigenlijke
naam is,” zeide het meisje haastig.
„Ik begrijp niet wat u meent,” zeide Paul
aarzelend.
„U zult toch niet zoo dwaa$ zijn te gelooven
dat iemand mij genoemd kan hebben naar een
wijnsoort een plant vervolgde zij dartel.
„Wat blief?” stamelde Paul.
„Een naam, die zoo gemakkelijk kan ver
taald worden,” vervolgde zij ietwat verachte
lijk, „en die, eenmaal vertaald, voor niemand
een titel zou kunnen zijn Verbeeld u eens
juffrouw Goed kruid I 't Is bespottelijk
Paul bezat in den regel genoeg zelfbeheer-
sching om zich uit eene, zich plotseling voor
doende moeilijkheid te redden en was meestal
bedreven genoeg een aanval af te weren, maar
hij was ditmaal zóó overtuigd van de waarheid
van de beschuldiging, door dit meisje ingé
bracht en herinnerde zich thans zóó duidelijk
zijn eigen schrik, toen hij voor ’t eerst van
Pendleton het gevolg van zijn jeugdige, ro
mantische naamgeving had vernomen, dat hij
niet wist wat op haar woorden te antwoorden.
„Maar wat denkt gij dan dat het doel van
dien naam was zeide hjj eindelijk haperend.
»In de acte der voogdijschap stond zeker
„Yerba Buena”, althans dat veronderstel ik,”
voegde hij er haastig bij.
„Het was slechts een toevoeging,” zeide zij
kalm, .„want u weet, dat het niet bewezen kan
worden. Die acte werd nooit geregistreerd en
het eenige afschrift was onder de papieren
van mijnheer Hammersleigh niet te vinden.
Het was slechts een deel van den naam, waar
van het eerste deel is verloren gegaan.”
„Een deel van den naam hernam Paul,
niets op zijn gemak.
„Een deel er van. Het is een afkorting van
de la Yerba Buena van de Yerba Buena
en doelt op het eiland Yerba Buena in de
baai en niet op de plant. Dat eiland was een
deel van de eigendommen mijner familie
de Arguellos u zult het zoo aangegeven vin-,
den in de Spaansche Schenkingen. Mijn naam
is Arguello de la Yerba Buena.”
Het is onmogelijk de eenvoudige en toch
zegevierende overtuiging op het gelaat van
het meisje na die woorden te beschrijven.
Een oogenblik te voren zou het Paul onmo
gelijk voorgekomen zijn, zijn ernst en eerbied
voor dit meisje te behouden bij deze groot-
sprakige toespeling. Hij wist echter beiden te
bewaren, want hij gevoelde dat dit zaak was,
omdat hij op eens overtuigd was, dat zij de
waarheid bevroedde en deze brutale eigenaar
dige geschiedenis door haar verteld werd, om
zoo achter de waarheid te komen. Hij herin
nerde zich thans dat de Arguellos een oude
Spaansche familie was, welker leden do vroe
gere eigenaars waren van het eiland Yerba
Buena, doch sedert eenige jaren was dit ge
slacht uitgestorven.
Er ging een verhaal dat een der leden van
die familie er van door was gegaan met de
vrouw van een Amerikaansch scheepskapitein,
iets wat gebeurd heette te zijn te Monterey.
De legendarische geschiedenis van de oude
Spaansche nederzetting in California was vol
van dergelijke verhalen, welke door Spaansche
historieschrijvers waren verzonnen en gaarne
door hen door omkooperij of bedriegerij waren
samengesteld.
Dit alles ging hem bliksemsnel door het
hoofd en die zelfde redeneering moest ook ge-
Paul was thans voorbereid en doorstond
kalm den onderzoekenden blik van het meisje.
„Denkt gij”, vroeg hij kalm, „dat hij het
weet
„Natuurlijk,” antwoordde zij dadelijk. „Denkt
gij soms, dat hij al die moeite, waar over u
spraakt, op zich zou hebben genomen, als hij
het niet geweten had en misschien de gevol
gen vreesde?” voegde zij er bij, weder in haar
ernstigen toon vervallende.
Weder was Paul verlegen en verbitterd, al
wist hij niet waarom. Doch vroolijk antwoordde
hij „Ik verschil met u van meening. Ik ge
loof dat vrees nooit bij de berekeningen des
kolonels in ’t spel was. Ik geloof dat hij even
eens zou handelen jegens den hoogste en laag
ste, den machtigste en den zwakste in de we
reld.” En toen zij hem ondeugend aankeek,
voegde hij er bij„Ik geloof echter gaarne,
dat zijn kennis aan u de plicht aangenamer
voor hem maakte.”
Hij was weder geheel oprecht en die woor
den gingen vergezeld van dat onweerstaanbare
in toon en blik, dat hem zoo gevaarlijk maakte.
Want hij was getroffen door de lieftallige,
bevredigde genoegdoening, die leesbaar was
op haar gelaat, sinds hij had gesproken van
Pendleton’s geheele belangeloosheid. Het scheen
ook, alsof hetgeen hij had gehouden voor
hartstocht of uitgelatenheid in haar wijze van
doen, slechts was geweest een zich-verzetten
tegen een tegenstreven, dat steeds in haar
„Hebt gij dit alles zelf onderzocht?” vroeg
hij na eenig nadenken.
„Ja. Een mijner vriendinnen in het klooster
was Josita Castro: zij kende de geheele ge
schiedenis der Arguellos.”
Een oogenblik vroeg Paul zich af, of deze
twee schoolmeisjes soms dit verhaal op touw
konden hebben gezet, maar bij nader nadenken
was hij overtuigd, dat Yerba geen helpster in
haar plannen zou kunnen gezocht hebben on
der haar vriendinnen.
„Maar waarom hebt gij er niet eerder óver
gesproken/’ vroeg hij „tot kolonel Pendleton
„Hij wilde mij niets vertellen,” zeide Yerba
trotsch, „en ik hield de zaak liever geheim
tot^ik mondig zal zijn.”
„En dan zullen kolonel Pendleton en de an
dere voogden evenmin recht hebben iets te
vertellen, dacht Paul. Zij had hem blijkbaar
vertrouwd. En toch, getroffen als hij was door
haar stoutmoedigheid, wist hij niet, of hij
niet liever het meisje in haar idee zou sterken.
Zij brakzijn gedachtenloop af door te
vragen
„Wat denkt gij er van?”
„Het schijnt mjj een zoo natuurlijke,, zoo
eenvoudige uitlegging van het raadsel, dat het
mij verbaast, dat men daar niet eerder over
gedacht heeft,” zeide Paul, op een toon als
meende hij volkomen wat hij zeide.
„Ziet u hernam zij met neergeslagen
oogen en een lachje om den lieven mond, „ik
geloof dat u de waarheid spreekt als gij zegt,
niets van de zaak te weten.”
Eet geregeld Visch, als voedzamer en goedkooper dan Vleesch. Alle dagen aanvoer van versche ZEE VlS CH regelrecht uit de
hee!T ViSEcVsA’30NakBü”k\'Xhf’ Bekr°°nd G°UdeU MedaiUe: Visscherij-Tentoonstelling, Parijs 1912. - Zendingen overal
karakter lag. Naast hetgóen daar nog van over
was, vertoonde zich nu een verborgen adel van
ziel, die haar deed zien zooals zij werkelijk
was.
In dit oogenblik van afgetrokkenheid had
zij door de tralies van een der raampjes een
tak rozen getrokken en met het bevallig kopje,
eenigszins ter zijde gebogen, streelde zij met
een dier bloemen zacht langs de wang. In
derdaad zij was schoon. Van haar donker haar
tot de kleine schoentjes met rosetten, die eerst
in zenuwachtige beweging over de vloer had
den heen en weer geschoven, maar nu trotsch
den grond drukten en welgevormde voetjes
toonden, was zij een aangename verschijning
te noemen.
„Maar u heeft toch nog wel over iets anders
te denken, juffrouw Yerba,” zeide de jonge
man overtuigend. „Over een paar maanden
zult ge meerderjarig zijn en verlost van die
vreeselijke, domme voogden; met uw
Zij liet den tak los, die als een losgelaten
veer weer naar buiten vloog, en met een half
ernstige, half gemaakte beweging zeide zij
smeekend„Als 't u belieft, mijnheer Hatha
way, begint u nu ook niet 1 wildet zeggen
dat ik met mijn rijkdom, mijn kennis, mijn
schoonheid, mijn vrienden, niets meer te wen-
schen heb, wel Wat moet ik geven om een
geheim, dat aan al die zaken niets toe kan
voegen of er iets afnemen Ja, dat wilde u
zeggen Dat is het gewone praatje ieder
zegt hetzelfde. Ik had gedacht, dat „de jongste
Senator” nu eens wat anders zou gezegd heb
ben.”
„Ik erken gaarne, dat ik behebt ben met alle
menschelijke zwakheden,” zeide Paul, die be
gon te gevoelen dat hij zeer onrechtvaardig
was geweest tegenover haar onafhankelijk
heid.
„Ik vergeef het u, omdat gij vergeten hebt
te zeggen dat ik, als de naam Yerba Buena
mij niet bevalt, ik dien gemakkelijk kan ver
anderen.”
TT