f200 f2000 f50 f25 Het geheim van een naam. NESTLÉ (KINDERMEEL) SNEEKER COURANT (67ste Jaargang)WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang) FARINE> LACTÉE Woensdag 30 Juni 1915. No, 78. Officieel Orgaan der Gemeente Sneek. De Abonne’s op dit blad worden op aanvraag Gratis verxekerd tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande "*90 Ingezonden mededeelingen. Yn 't eine-pike-lan. Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH Ged. Poortezijlen, - Hoek KleiflZand - Sneek. bedragen. (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.) f 150 rA VerUeS Nieuwstijdingen. Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds. 31e Jaargang. Feuilleton. ct. bij levenslange geheele Invaliditeit. bij verlies van een Duim. bij verlies van elke andere Vinger. bij O v e r 1 ij d e n. I van een W ij s v i n g e r. ABONNEMENTS-PRIJS Per jaar fl.50, franco per post f2.buitenland f5.-— Afzonderlijke nummers 3 cent, ADVERTENT1H-PRIJS 1 5 regels 35 cent, elke regel meer 6 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Ingezonden Mededeelingen 10 cent per regel. AH HEX - 15) w •n Ti w zijn bevende kunt blijven! Vaarwel!” (Wordt vervolgd] TELEFOON No. 150. het beste l Voedingsmiddel Voor Kinderen Spaarzaam en zuinig In het gebruik Naar „The Pupil of Golden Gate.” VAN BRET HARTE. teruggebracht moet worden en vooral tot het water, wat ouds ons vertrouwdste ele- en waaraan wij, Nederlan- In Iedere Apotheek of drogisterij voorhanden Bond voor Staatspenslonneerlng. SNEEK. In eene jl. Vrijdagavond gehouden bestuursvergadering van de Afd. Sneek van den Bond voor Staatspension- neering is door vertrek van den heer A. Schöttekdreier, het bestuur als volgt sa mengesteld de hh.Dr. H. T. de Graaf, voorzitter, H. de Jong, vice-voorzitter, W. Deinum, secretaris, C. Ras, vice-secretaris, J. D. Riemersma, penningmeester. Al te edelmoedig. Zaterdagmiddag viel in de Prinsengracht bjj de Looiersgracht te Amsterdam een schuitenvoerder van zjjn schuit. Een werk man van de stadsreiniging, die hem ziet vallen, neemt een kloek besluit en springt hem na, maar bedenkt zich te laat... dat hij niet zwemmen kan. Da schuitenvoerder, weer wat meer tot de natuur, nu eenmaal van ment is geweest, ders, immers grootendeels ons bestaan, onzen aard en onze welvaart te danken hebben. Daarom was hij nu naar Friesland overge komen, om het terrein te bekijken en de noo- dige maatregelen te nemen voor het kampe- ment van ’n honderd vijftig jongens boven de 15 jaar, met wie hij in de groote vacantie een twintig dagen wil gaan doorbrengen aan de grens van ’t prachtige Gaasterland, op de meren en stroomen. ’t Zal wezen voor hoo- gere burgerscholieren en gymnasiasten, maar vooral voor onze aanstaande scheepsofficieren: de jongens van de zeevaartscholen en uit alle deelen van het land zijn ze welkom De heer Tjebbes had nu een mooi kamp gehuurd aan de Luts, van Balk naar ’t heer lijke Slotermeer, waar tien groote tenten ge zet kunnen worden. En de belanghebbenden in Gaasterland toonden er zich mee ingeno men. ’t Schijnt dan ook een kostelijk plan, voor flinke jongens, dunkt mij zoo, om aan te smullen. Want er worden twintig vaartui gen gecharterd vier vijftigtons tjalken, vier Marker botters, en verder Lemmer aken, kof fertjes en sloepen, die de stoomvaartmaat schappij „Nederland" er voor heeft afgestaan. Den len Augustus steekt deze ilottilje, door ervaren schippers bestuurd en met de jon gens bemand, van Amsterdam uit over de Zui derzee, natuurlijk alles bezeild. De „Kromhout” van de firma Goedkoop, een bekende zeewaar dige boot, zal de kleine vloot escorteeren, om mogelijke achterblijvers op te pikken. Zij va- in dien omgang te krijgen, ontbreekt. Daarom ren 's avonds uit, om onder Marken den nacht door te brengen, en dan bij ’t krieken van den dag door naar De Lemmer, wat in tien uur makkelijk kan gebeuren. Koud proviand gaat er mee. Denzelfden avond bereiken zij het kamp, slaan ze er de tenten op. En dan kan het lieve leven beginnen. Al deze vaartuigen big ven voor de jeugdige kolonisten beschikbaar. De jongens zullen er om beurten in overnachten, er slapen, wacht- loopen, op de lantaarns letten enz. Zooveel mo gelijk brengen ze hun fietsen mee, hun ca mera’s, muziekinstrumenten. Ze zullen veel aan sport doen speerwerpen, waterpolo, zwem men, enz. Dat zij kunnen zwemmen is een vereischte. En dan, om niet te vergeten, het zelf manoeuvreeren met de schepen en scheep jes, onder voortdurend toezicht van de ervaren menschen. Ik vermoed zoo, dat ’t aantal deelnemers inmiddels al wel vol zal zijn geworden. Want natuurlijk blijkt er veel lust voor te bestaan, en uit verschillende kringen, vooral van de groote reederijen, ondervindt de heer Tjeb- bes sympathie met zijn voornemen. De sub sidies kwamen aardig in de Maatschappij Nederland beloofde onder meer ook het noo- dige keukengerei van haar schepen, en zij zal een van haar ervaren koks meegeven voor den degeüjken pot. Maar de kampbewoners zelf moeten de aardappelen jassen, borden wasschen, enz. En dan zal er één groote dag wezen, een Zondag in de bekoorlijke badplaats Hindeloo- pen, een sportdemonstratie, met zwem-, zeil-, roei-, polo-, voetbal-, korfbalwedstrijden en weet ik al wat ’t programma nog meer aan verrassingen bieden mag, vooral voor de deelnemers „M’n bedoeling is natuurlijk" zei de direk- teur „om de jongens daar buiten handig en flink te maken. Om de watersport, die hier vóór alles weer nationaal moet worden, te po- pulariseeren, te veralgemeenen tot zijn oude reputatie van ons waterland. En vooral voor de zeevaartscholieren is dit een belang. De moderne scheepvaart niet ’t minst in dezen oorlogstijd bewijst herhaaldelijk de nood zakelijkheid van een goede bediening der sloe pen. Terwijl in de practijk van de opleiding nog te veel de oefengelegenheid, om routine -’"“J" ook is de prijs voor de jongens dezer scholen op de helft gesteld, op één gulden daags. De anderen dragen er twee bij per dag. Met behulp van de subsidies zullen de altijd vrij groote kosten dus wel worden gedekt. „En zoo stel ik mij dan voor om dit jaar de proef te nemen, dat we er op den duur een permanent kamp van maken voor de Friesche meren, misschien méér kampen nog elders in ons waterland, en dan voor de meeste jongens bereikbaar, tegen drie vijf tig in de week, wat ze met de vacantie thuis toch zéker óók kosten. Vooral in Amsterdam is de gedachte, die mij tot dit plan leidde, NIEUWE SNEEKER COURANT Den volgenden morgen om acht uur stond Paul met zijn valies op de veranda. „Maar dat is een plotseling vertrek, mijn heer Hathaway,” zeide mijnheer Woods. „Kunt gij onmogelgk tot den volgenden trein wach ten De meisjes zullen voor dien tijd beneden zijn en gij kunt dan nog op uw gemak ont bijten.” „Ik heb nog veel te doen te San Francisco voor ik naar Sacramento terugkeer,” zeide Paul haastig, smeer dan ik gedacht had. U moet mij bij haar en uw vrouw verontschul digen.” „Ik hoop,” zeide Woods, met een gemaakt lachje, dat gij geen verdere woorden hebt ge had met Don Cesar of hij met u „Neen,” antwoordde Paul mot een gerust stellend glimlachje, „dat verzeker ik u.” „Want weet ge, ge zgt een duivels kort aangebonden kerel,” hernam Woods, „even kort aangebonden als uw vriend Pendleton. A propos, Baker heeft wel spijt over hetgeen hij gezegd heeft. Hij kwam mij gisterenavond vragen of ik ook meende, dat iemand het als met opzet gezegd zou hebben beschouwd. Ik zeide hem, dat het verduiveld dom van hem was geweest, dat was alles. Ik denk”, ver volgde Woods, „dat zijn vrouw er hem op gewezen had. Ha 1 ha 1 Weet ge, hij herinnert zich die vroegere dagen, toen ieder over die zaken den mond vol had en die mevrouw Ho ward was er dan ook een. Ik heb gehoord, dat zij jaren geleden naar de Staten ging.” „Wel mogelijk,” zeide Paul onverschillig. Toen een oogenblik later het rijtuig voorkwam, zeide hij tot zijn gastheer, alvorens in te stappen: „Wat ik zeggen wilde, Woods, is hier een spook „Het huis is er oud genoeg voor. Maar, zij haar zwart kleed reeds had verwisseld achteloos zat zij op de sofa achterover geleund, met de handen om haar welgevormd achter hoofd saamge vouwen. „Ik wacht hier op Milly,” zeide zij met een glimlachje. Hij verbeeldde zich, dat haar lief gelaat, waarop het licht der maan viel, bleek was. „Zij is naar den anderen vleugel van het gebouw, om een der bedienden te bezoeken, die ziek is. Wij dachten, dat u op de veranda uw sigaar rookte en ik gezelschap in u zou krijgen, tot ik u op eens als een dwaas langs de heg zag loopen.” Paul voelde, dat hij zijn geestkracht verloor en in haar bijzijn zenuwachtig werd. „Ik dacht, dat gij het waart,” stamelde hij. „Ik in den tuin op dit uur, alleen en L" het licht der volle maan Wat denkt u wel van mij, mijnheer Hathaway Weet gij dan niets van de gebruiken van het klooster, of hebt gij dergelijke denkbeelden over de op voeding uwer pupil?’’ Hij verbeeldde zich, dat, trots haar glim lach, ook haar stem beefde. „Ik moet u spreken,” zeide hij, op eens moed vattende, „ik wilde u vragen met mg wat in den tuin te gaan wandelen.” „Waarom kunt gij hier niet met mij praten vroeg zij, op zijde schuivende en de plooien van haar kleed, die op de sofa lagen, naar zich toe trekkende, om hem plaats te maken naast haar. „Het is zoo laat nog niet en Milly zal wel gauw terugkomen.” Haar gelaat was nu in de schaduw, doch haar schoone oogen schitterden als glim wormpjes en schenen haar geheele gelaat te verlichten. Hij nam naast haar plaats op de sofa, niet langer als de schitterende en eer zuchtige politicus, maar naar het hem toe scheen, als een even droomerige en onervaren jongen als hij was, toen hij haar den naam gaf, den naam die nu al zijn gedachten in beslag nam en die opsteeg naar zijn bevende lippen. „Yerba zeide hij gen, „Ik hoor u dat woord gaarne uitspreken,” zeide zij haastig, als wilde zij voorkomen dat hij er nog gauw het „juffrouw” voor zou voe gen, dat hij tot heden gewoon was te gebrui ken, en voorover buigende, richtte ze haar Brusse vervolgt in de N. Rott. Crt. zijn artikelen over bovengenoemd onderwerp. Hij schrijft o.m. Er zijn ook verscheiden families die hier of daar in de eenzaamheid van zoo’n idyllisch walletje een woonschip neerleggen, ingericht naar hun verwende of meer eenvoudige be hoeften, woonschepen als drijvende villatjes, met een ruim terras, een prettige eetkamer, do bloemen uit ’t veld op tafel, en mot min of meer weelderige hutten om te slapen Dat is dan hun thuis, en van daaruit maken zij met allerhande vaartuigen hun uitstapjes. Maar wie dat bescheidener willen doen vertelde men mij die huurt bijvoorbeeld gewoon een flinke tjalk, laat de ruimen des noods wat betimmeren, zet er wat huisraad in en de noodige ledikanten; en omdat zoo’n bohemiennigo wijze van leven als vanzelf tot een zekere soberheid leidt, komt een dergelijke zomervaeantie zéker niet duurder voor een gezin of een gezelschap van vrienden dan ’t verblgf in een behoorlijk pension kost. Huurt men zoo’n tjalk bemand, dat de schipper met vrouw en kinders achteruit blijft wonen, dan wordt ’t natuurlijk wat duurder, maar dan kan men met zoo’n primitieve houseboat ook aller- genoegelijkst uit zeilen gaan op de grooté waters. En wanneer ge in deze streken van Wartena bijvoorbeeld, en Grouw al die aardige woon schepen ziet liggen, zooals de visschers ze sim pelweg hebben ingerieht als hun woning voor zomer en winter, tot aan de meer luxueuse drijvende witte verblijven van welgestelde fami lies, dan krijg je den indruk dat daar wel haast „voor alle beurzen” gelegenheid bestaat om op een romantische manier, ver van allen stadschen rompslomp, weer eens eenvoudig-ont- vankelijke, kinderlijke menschen te zijn, zoo vrij als de visschen in ’t water, als de vogels in de geheimenis van ’t dichte riet. En dat daar veel te weinig gebruik van wordt ge maakt. Dat wij, waterlanders bij uitnemend heid, heelemaal vervreemd zijn van het genot op 't water waar de zóó veel aangenamer levende Engelschen bijvoorbeeld ai sedert jaren achter zijn. ’t Water is het overheerschende element in onze natuur. En wat profiteeren we ervan Zélfs om te ontkomen aan de steeds dichter ingebouwde benauwenis van de groote steden, in Amsterdam, in Rotterdam, waar juist im mers de waterwegen nog de mooiste gelegen heid bieden om er eens heelemaal uit te ko men hoe zeldzaam weinigen zoeken er voor hun ontspanning dit pure geluk En van de enkelen zijn ’t overwegend weer de welgestel- den met hun eigen jachten en motorbooten, met hun roeisport, die, naar de vereenigingen, hen dan zelfs weer indeelt in coterietjes en standen. Want het Hollandsche „volk” het zeevolk bij uitnemendheid, die nazaten van onze oude Geuzen en waterrotten, wanneer ziet ge onze arbeiders en hun jongens nog weer in een boot Alsof bij het genot van ’t varen, de zeilkunst en het roeien niet be- hooren tot de beste factoren voor de opvoe ding naar lichaam en geest En juist zat ik over deze dingen na te suffen, toen ik het visitekaartje ontving van den heer T. Tjebbes, directeur der Zeevaartschool in ’t Zeemanshuis te Amsterdam, die mij wilde ver tellen van zijn plannen. „Ja” zei de heer Tjebbes, als ware ’t de conclusie van mijn eigen gedachten „ik ben al lang van meening, dat ons jonge geslacht hoe zoo „Ik durf er op te zweren dat ik daar gis teravond bij dat boschje een gedaante zag bewegen toen ik er op af ging, was zij spoor- De laatste gast was vertrokken hij talmde nog op de veranda, na zijn gastheer en gast- j vrouw gevraagd te hebben zich niet om hem te bekommeren. De meisjes hadden zich in Milly’s boudoir teruggetrokken, doch daar zij hem nog geen goeden nacht hadden gewenscht, was er kans dat zij nog terug zouden keeren. Hij wachtte nog een half uur, en toen Yerba’s wegblgven opvattende als een stilzwijgende weigering om aan zijn verzoek te voldoen, keerde hij zich verbolgen om. Maar toen hij, vóór het huis binnen te gaan, nog eens den tuin rondkeek, lette hij meer dan hij gedaan had op een witte plek bij de Clanthus-heg. Hij had dat witte voorwerp aan gezien voor een vergeten omslagdoek, doch op eenmaal scheen het hem toe dat het voorwerp van gedaante was veranderd. Het had hem eerst toegeschenen, dat het zich bevond bij het tuinhuis; thans leek het hem verder af te zijn. Zouden zij of zij alleen, het huis zgn uit geslopen en hem daar wachten In zich zelf mopperende over zijn domheid, liep hij haastig de veranda ever naar het voorwerp toe. Doch hij had nauwelijks eenige stappen in die rich ting gedaan of het was verdwenen. Hij kwam bij het prieel dit was ledighij volgde de heg niemand zag hij. Zij kon het niet ge weest zijn of zij zou gewacht hebben ten minste als hij niet het slachtoffer was van een grap. Teleurgesteld keerde hij naar het huis te rug, trad de salon door de glazen deur weder binnen en liep het schemerachtig verlichte vertrek door, toen hij in de schaduw van het raam oen zacht gedruisch hoorde. Hij keek haastig rond en zag Yerba, in een witte, los om de lenden hangende japon, voor welke Groote Advortentiën kunnen uiterlijk tot Maandags- en Donderdags- avonds ingezonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrgdags- morgens 10 uur. oogen op hem. „Men zou zeggen, dat gij dien naam gevonden had. Gij maakt bijna dat ik het betreur hem te moeten verliezen.” Hij voelde, dat die laatste zin hem had ge red. ,,’tls daarover dat ik u wilde spreken,” viel hij plotseling en bijna ruw in. „Zgt gij voldaan dat hij niets beteekent en niets kan beteekenen voor u Doet hij bij u geen her innering ontstaan wekt hij bij u niets op dat gij wenscht te weten Denk eens na 1 Ik bid, ik smeek u wees openhartig jegens mij 1” Verwonderd keek zg hem aan. „Ik heb u reeds verteld, dat mijn tegen woordige naam een dwaasheid moet zijn, of een, die mij werd gegeven om met opzet iets achter te verbergen. Maar waarom wilt gij dat bij nu weten vervolgde zij, glimlachende bij den nadruk, dien zij op dat nu legde. „Om u te helpen 1” antwoordde hjj haastig. „Alleen daaromOm alles te doen wat ik kan om u te helpen, als gij werkelijk gelooft en moet gelooven, dat gij een anderen naam hebtom u te vragen vertrouwen in mij te stellen om mij alles te vertellen wat u ver teld is, al wat gij weet, meent te weten, of noodig hebt te weten omtrent uw verwantschap tot de Arguellos of tot iemand anders En dan om mij geheel te wijden om te doen, wat gij zeggen zult dat uw verlangen is. Gij ziet, Yerba, dat ik openhartig tegenover u ben Ik vraag u alleen even openhartig te zijn jegens mij, mij uw twijfel mede te deelen, opdat ik u zal kunnen radenuw vrees te doen deelen, opdat ik u moed zal kunnen in spreken „En is dat alles wat u mij hadt te vertel len vroeg zij kalm. „Neen Yerba,” antwoordde hij vol vuur, haar hand in de zijne nemende, zonder dat zij die terug trok, „dat is niet alles, maar alles wat ik moest zeggbn, dat ik recht heb te zeggen, alles wat gij, Yerba, mij nu zoudt toestaan te zeggen. Laat mij hopen, dat de dag niet ver meer is, dat ik u alles kan zeg- wanneer gij zult begrijpen dat dit stil zwijgen de grootste opoffering is voor den man, die thans tot u spreekt.” „En toch een naam makend politicus niet onwaardig,” voegde zij er bij, terwijl zij haas tig haar hand terug trok. „Ik stem toe,” ver- gelukkig weer meer aan de orde. Er is bij voorbeeld een beweging om voor de leerlingen van iedere middelbare school en misschien ook voor de hoogste klassen der lagere scholen, een sloep beschikbaar te stellen. Want ons jonge volk moet weer op ’t water worden ge bracht. En tal van invloedrijke menschen voe len dat wel mee. Weer is 't onze Koningin- Moeder geweest, die ook voor dit pogen aan stonds haar steun verleende door een subsidie te zenden en in een brief haar instemming te betuigen.” Wat blijft de belangstelling voor zóó veler lei wat ’t heil van ons volk betreft, toch on vermoeid frisch en levendig bij deze moeder lijke Vors'in „Want” zoo besloot de heer Tjebbes „hoe meer waterrotten, des te beter zeelui wij kweeken. En de kwaliteiten zitten er immers van den zondvloed af ingegroeid bij ons volk. En dan is ’t verkeer met die jongens van H. B. S. en gymnasia misschien óók nog wel ge schikt om eindelijk eens een eind te maken aan ’t altijd bestaande vooroordeel, dat een stuurman nog steeds een kerel zou wezen in ’t blauw baai, met een ringbaard en een pruim achter zijn kiezen volgde zij, naar de deur kijkende, zonder dat het nochtans scheen dat zij den blik van hem afwendde, „dat wij, zoodra ik „een tehuis en een naam” zal hebben, dit belangwekkend ge sprek hervatten. Tot zoo lang, zooals mijn vierde offïciëele voogd placht te zeggen als hij zijn veronderstellingen over dit ontwerp opperde hij was evenals u een rechtsge leerde, mijnheer Hathaway moet al wat vooraf ging, beschouwd worden, „zondereenig vooroordeel.” „Maar, Yerba begon Paul weder, met eenige bitterheid. Zij hief even de hand op als wilde zij hem door dat waarschuwend toeken het zwijgen opleggen. „Ja, lieve.” zeide zij eensklaps op haar ge wonen, vroolijken toon, Paul van ter zijde glimlachend aanziende, als wilde zij aanduiden dat zij het dwaze van een mogelijke verklaring van zijn kant begreep, „hier zijn wij. Wij wachten je 1” Zij had in de gang Miliy’s stap herkend en in ’t volgend oogenblik was dit jonge meisje in de deur verschenen en op den drempel blijven staan, met de uitdrukking op het gelaat, die aantoonde dat zij niet gedacht had hier een gesprek te zullen storen. „Wij hebben ons gesprek geëindigd,” zeide Yerba, »en mijnheer Hathaway heeft het zich zoo aangetrokken, dat ik geen eigenlijk naam had, dat hij mij alles beloofd heeft, behalve zijn eigen naam, om een passende te erlangen. Is ’t niet zoo, mijnheer Hathaway Zij stond langzaam op en op Milly toeloo- pende, sloeg zij baar arm om het middel barer vriendin en hield, daar staande bij de portiè- res, die voor de deur hingen, den blik op hem gevestigd. „Goede nacht,” zeide zij.,, Mijn eigen vriendin is vreeselgk geschokt door dit middernachtelijk onderhoud en komt mij halen. Verbeeld je eens, Milly, hij stelde mij voor met hem in den tuin te gaan wandelen Goeden nacht, of zoo als mijne voorouders zeiden vergeet mijn voorvaderen niet Buena noche tot morgenzij sprak die Spaansche woorden uit op den zelfden lis pelenden toon, waarop Dona Anna gewoon was haar moedertaal te spreken en met een glimlach voor hem, verdween zij met haar vriendin. ,Ik durf er op te zweren dat ik daar gis- bewegentoen ik loos verdwenen.” „Zeker een van Don Cecar’s bedienden. Een van hen, een Indiaan, zwalkt hier, naar mij verteld is, op elk uur van den dag. Ik zal er een eind aan maken. Dus, ge gaat werkelijk heen ’t Spijt me razend dat ge niet langer

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1915 | | pagina 1