ie. B, T e. Het geheim van een naam. SNEEKER COURANT (67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang) [farine\.| -- I LACTEEH NESTLÉ I ■i- MEUBELMBRItK ..NEDERLANDS' RECLAME KOLOM. I indrooging, door het zonlicht en in den I den, kunnen wij ons verheugen in het be- bij vroeger, door het geheele land sterk bjj den mulder Jansen, wethouder der ge- grond door filtreering. Maar ook, dat zij reikte en mogen wij in ’t bijzonder te Sneek toeneemt, is immers vooral te danken, meente. Zaterdag 10 Juli 8935. 31e Jaargang. Nieu "w stijdir gen i. k. I. Sneeker Belangen. r No. 81. den o in Feuilleton. o. t (Wordt vsrvolad.) De nieuwe ontsmetoven. Naar „The Pupil of Golden Gate.'" BRET HARTE. SNEEK. Geslaagd voor het Mercurius- diploma (Boekhouden) de heer J. Sevensma te Heerenveen, leerling van den heer L. de Groen, alhier. De 2e luitenant der Inf. van het O.-I. leger G. M. H. Dulfer, thans alhier, is nader igdeljjk ingedeeld bjj het 22e reg. infanterie. Geslaagd voor het Mercurius-diploma Fransehe Handelscorrespondentie, onze stad genoot de heer E. Folkertsma. HEEG. Door de kerkeraad der Gere formeerde Gemeente alhi.tr is uit gecollec teerde gelden o. a. een zilveren vischlepel geschonken aan Ds. F. W. Sluyter, vroeger predikant alhier, thans te Maassluis, ter herinnering aan zjjn 25 jarig ambtsjubileum. HEEG. Daar in een onlaags gehouden vergadering reeds door verschillende hesren ieder een bedrag van f 25 werd toegezegd voor een badgelegenheid aan de Heegerraeer is men thans begonnen aan de Oostkant (dus waar de zandplaten zjjo) een bad huisje te plaatsen. Het was dezer dagen een heele drukte in de gemeente Ossendrechthet betref een beslaglegging door het rjjk op een groote hoeveelheid bloem en graan in allerlei soort (men spreekt van 8000 K.G.) ook blij te merken, dat die knaap thans beter voor je gezorgd heeft dan den vorigen keer. Als ik geweten had van je komst, had ik ge tracht terug te zijn om met je te ontbijten. Maar je vrienden te Rosario zooals zij het geloof ik noemen, in mjjn tijd behoorde het aan kolonel Briones en die noemde die plaats „The Devil’s Little Canon hielden mij met een aantal beleefdheden aan de praat. Laat eens zien zijn naam is Woods niet waar Hij verkocht vroeger re Longwharf rum aan weggeloopen matrozen en nam er ladingen voor in ruil. Of was Baker dat soms Ik bedoel de rechter Baker hoe 'took zij, zij droegen mij op je hun groeten over te brengen.” bp den mulder Jansen, wethouder der ge- Ook bjj een ander raadslid is men tot de ontdekking gekomen, dat deze regeerings- bloem verkocht aan derden. Men schrjjft uit Brielle Van het begin der mobilisatie af lag aan het einde der Brielsche haven een stoom-, barkas van de Marine om toezicht te houden op uitgaande schepen. Woensdagnacht om 2 uur is deze barkas, bemand met een offi cier en zes matrozen, van hier vertrokken naar zee en tjjdens hevige rukwinden buiten da Brielsche Maas komende, vast geraakt op een zandbank, waar jaren geleden de >Groningen” is vergaan. Het was tegen 3 uur in den morgen toen de Brielsche vis- scher Vroombout, met zjjn platboomsvaar- tuig daar naar bot visschende, de barkas be merkte, en ziende het gevaar waarin deze verkeerde, begaf hjj zich met zjjn vaartuig daarheen, aan den officier vragende of hjj hulp verlangde. Deze, waarschjjnljjk het gevaar waarin hjj verkeerde niet inziende, riep terug dat hjj geen hulp noodig had, want dat hjj voor anker lag en wel spoedig zou loskomen. Vroombout, die met zjjn visch tjjdig te Brielle moest zjjn om ze naar Rotterdam te kunnen vervoeren, keerde daarom huiswaarts. Eenigen tjjd daarna gaf hjj aan zjjn zoontje nog zjjn spjjt te kennen, dat hjj niet bjj de barkas was gebleven, daar hjj vreesde, dat het schip gevaarljjk zat. Toen hjj dan ook later een schot hoorde lossen vertelde hjj ons geloofde hjj wel, dat een ongeluk had plaats gehad. Het was echter te laat om terug te keeren. In den namiddag is een van de beman ning van de stoomsloep, de stoker Bolbjjl, hier aangekomen, en meldde dat de sloep was omgeslagen. Hjj had een redding- gordel aan toen hjj over boordsloeg, en is zoo drjjvende op de punt van Rozenburg aangekomen, van waar hij zich naar Brielle heeft begeven, waar hjj het ongeluk heeft medegedeeld. Het bleek dat de officier en 5 matrozen hierbjj het leven moeten heb ben verloren, daar hjj niets meer van hen bemerkt heeft. Per auto is hjj van hier gehaald om inlichtingen te verschaffen aan den stellingcommandant te Hellevoetsluis. Aan boord waren de buitengewone adel borst der marine-reserve P. van der Does, korporaal Boon, de matrozen Ten Holte, De Jong, Botbjjl en twee andere, wier na men nog niet bekend zjjn. Woensdagavond is aan het strand bjj de steenen baak het Ijjk van een der matrozen aangespoeld. i?. 4» H Ü‘j.Z I Wreed zijn de menschen. Ook de teer- hartigste dierenvriend, die elke muur zou willen beplakken met opschriften als „Spaart de vogels”, zal weinig bezwaar hebben tegen het „doodt de vliegen en muggen” en nog minder tegen het „ver nietigt de ziektekiemen.” Omdat alleen de dooden niet wederkeeren. Het stelselmatig verweer tegen ziekte kiemen is nog niet zoo oud. Louis Pasteur bewees het bestaan van deze uiterst kleine wezentjes en pas omstreeks 1880 kon Ro bert Koch ze voor het eerst waarnemen met zijn mikroskoop. Daarna begon het onderzoek naar haar handel eu wandel en naar de manieren om hen te kweeken en te vernietigen. Spoedig bleek, dat deze bacterieën in hare veelsoortigheid aan allerlei inwerkin gen geen weerstand kunnen bieden. En daarmee werd het stel middelen ter be strijding van besmettelijke ziekten uiter mate verrijkt. Men leerde inzien, hoe in de natuur tallooze kiemen omkomen door en omstreken het op prijs stellen, hier een ontsmetoven gekregen te hebben, die inder daad aan alle eischen voldoet, die men redelijkerwijze kan stellen. Ik zei boven reeds, dat stoom ziekte kiemen doodt en zoo kunnen goederen, die in een stoomoven voldoende lang verblijven, grondig ontsmet worden, mits deze stoom in alle poriën kan doordringen om zijn werking uit te oefenen. !)e lucht in die poriën moet er eerst uit en dit gaat zeer langzaam bij dichte stoffen, bij boeken. Het meest voor de hand bogende middel is, die lucht er eerst uit e zuigen door de oven luchtledig te make, met een stoom- luchtpomp. Men heeft dit gedaan en toen bleek tevens, dat de ingebi achte stoom niet meer, zooals onder de gewone luchtdruk, 100° Celsius, dus kookheet behoeft te zijn. Water kookt in het luchtledig reeds bij 50° en lager. Zoo kan men dus goederen uitstoomen bij 50° C. en bij die tempera tuur bederven geen pelzen, geen veeren, geen gummi, geen meubelen en vallen boeken niet uiteen. Het vraagstuk was daarmee echter niet opgelost, want stoom van 50° C. doodt niet alle ziektekiemen. Een tegenvaller. Maar ook deze is door prof. Rubner over wonnen met behulp van de formalinedamp. In de moderne ontsmetoven, zooals de firma Hoeksema alhier die heeft laten bouwen, de vacuum-formaline-oven, wordt eerst de lucht weggezogen (geëvacueerd) en daarna de stoom, vermengd met formalinedamp bij 45°60° C. toegelaten. De vereenigde werking van stoom en formaline doodt ook de kiemen, die het hardnekkigst weerstand bieden, binnen het uur. Het is zonder twijfel een voorrecht voor een stad een dergelijke ontsmetoven rijk te zijn. De ervaring leert, dat er veel meer ontsmet wordt, dan men de goe deren moet opzenden nar hoofdsteden. De tuberculosevereeniging kan er blij mee zijn, zoowel als het St. Antoniusziekenhuis en het gemeentebestuur. In tijden van opidemie is haar waarde onschatbaar. De openbare leeszaal en de bibliotheken kun nen er boeken ontsmetten en de gemeente besturen en afdeelingen van het Groene Kruis in den omtrek zullen er hun voor deel mee kunnen doen. En ook de par ticulieren. Dat het aantal ontsmettingen, vergeleken AIM EX 6,(3611 kookhitte, seen stoom kunnen ver- en omstreken het od prijs stellen, hier een eenerziids aan de kennis van de begrippen Ook by een ander raa si is m geen kookhitte, geen stoom kunnen ver dragen, terwijl zij bij vriestemperatuur zich niet kunnen vermenigvuldigen. Verder bleek het, hoe tal van scheikun dige stoffen het eiwit aantasten, waaruit kiemen bestaan. De van ouds gebruikte zeep en de zwavel, maar ook het carbol, de creosoot en het sublimaat en, het sterkst van alle, de scherpe formaline. Men behoefde al deze middelen slechts toe te passen. Maar die toepassing bracht moeilijkheden. Men moest nagaan, waar de smetstof zich bevond, haar in alle schuil hoeken opsporen. Een oppervlakkige ont smetting geeft niets, omdat de verborgen kiemen blijven leven en te gelegener tijd weer bronnen van besmetting worden. In de tweede plaats wilde men bij de ontsmetting de goederen zelf, hetzij dan voedingsmiddelen of drinkwater, hetzij bed- degoed, lijfgoed, boeken of meubelen zoo veel mogelijk sparen. Natuurlijk, men kan alles verbranden, dan doodt men de kie men, maar ten koste van wat besmet is. Men kan scheepsruimten uitzwavelen, maar dan bederft veel van de lading. Meubels kunnen afgezeept worden, schoenen en tas- schen uitgestoomd evenals gummiwaren, veeren en boeken, maar die worden daar niet beter van. Gummi wordt gevulcani- seerd, leder wordt hard, pelzen bederven, boeken vallen uiteen, meubels krijgen vlekken. Deze moeilijkheden zijn thans overwon nen. Al weet men nog niet alles, al kan men nog niet overal de kiemen, klein en talrijk als zij zijn, bij slechte hygiënische toestanden en slordige menschen, vernieti gen, toch kan de wetenschap na een der tigtal jaren van onafgebroken studie en proeven zeggenwe zijn er. Als men de moeite wil nemen en het goed doet, dan kan ongeveer alles grondig en zonder schade van beteekenis ontsmet worden. Kon men dit ook maar zeggen van het kostbaarste en teerste van alles, van den mensch zelf en de dieren. Maar ook hierin zijn wij vooruitgegaan de veeartsen nog meer dan de artsen en behoeven wij ons niet meer te bepalen tot afzondering in barakken en sanatoria en tot de ver- hooging van het weerstandsvermogen van de levenskracht. Intusschen, wachtende op de dingen, die ook op dit terrein wel zullen gevonden wor- eenerzijds aan de kennis van de begrippen Smetstof en ontsmetting, die alom grooter wordt en doordringt, maar anderzijds ook hierdoor, dat de volledigheid en daarmee de doeltreffendheid van een ontsmetting zooveel grooter is, in Sneek te meer, om dat het Friesche Groene Kruis niet lang geleden een woningontsmetinrichting hier geplaatst heeft. Op de wenschelijkheid van een ontsmetting drukt de kernspreuk van Ibsen’s Brand Als gij niet alles hebt gedaan (lees: ontsmet) Zoo weet, dat gij hebt niets gedaan. Dat vooral heeft het ontsmetten steeds tegengehouden en deze tegenstand wordt nu geleidelijk overwonnen. K. b' opende de was. met het glas in de I vige overeenstemming, die nog vreeselijke: HOnfilnn/Rr cro+.ii i crd o -van dn •zwa.'lrh oid j f ia VAN „en king tot dezen Arguello kort van duur was en niet algemeen bekend, was duidelijk, door twijfel steeg hii de krakende de zitkamer ;e zag zitten. in een splin- ■uk, ;en. een gevoel van i trappen op. Maar die twijfel verdween dade lijk toen hij op den drempel van J des kolonels komende, daar Georgi De oude neger was gestoken ternieuw blauw pak en wit vest, waarnevens zulk een groote, geplooide witte das, dat het scheen alsof hij een groot kliergezwel had. Zijn wijze van doen was, naar het scheen, met die nieuwe kleeren nog deftiger geworden. Na haastig een stoel afgestoft te hebben, bood hij dien den bezoeker met een bevallige bui ging aan, terwijl hij met de andere hand op de leuning van een anderen stoel geleund stond. „U vindt ons nog hier, mijnheer Hathaway,” nel, m’heer. Zij is èen^millionaire, m’heer begon hij, gracieuselijk met een kolossalen zil- 1 veren horlogeketting spelende, „want de kolo nel beeft nog geen andere kamers naar zijn zin kunnen vinden en bouwen wil hij niet, want hij is er nog niet zeker van of hij niet op reis zal gaan. Deze zaak gaat naar den kelder, mijnheer, do monschen gaan achteruit en sedert wij hier kwamen, is hier allerlei gespuis onder dak gekomen. Maar wij zijn hier maar tijdelijk, mijnheer.” Het viel Paul op dat de nabijheid van ze keren barbierswinkel en de gevaarlijke her inneringen daaraan verbonden, iats uit te staan hadden met George’s geringschatting van deze omgeving en hij kon dan ook niet nalaten te omgeving zeggen „Dus je acht het niet langer noodig zoo dicht bij den barbierswinkel te zijn Dat doet mij genoegen, George.” Die woorden misten hun doel niet. De ongelukkige George, die eerst allerlei houdingen aannam, om kalm te blijven, zonk eindelijk op een stoel neder en met een blik, waarin angst en waardigheid, zeide hij, zonder echter een oogenblik zijn deftige beleefdheid of eigenaardige Engelsche taal te verliezen „U had mij daar te pakken, m’heerDat had u Maar ik erken, m’heer, de omstan digheden waren toen anders, ik kreeg flinke fooien en ik waagde niet veel. De man die de zaak hield was een kunstenaar in zijn vak en was knecht geweest bij kolonel Henderson van Tennessee en den man, dien ik afloste was een mijnheer Johnson. Maar de kolonel zou het zijn persoon bij anders opvatten, m’heer en als u wilt m’heer - „Ik heb er volstrekt geen plan op den ko lonel of iemand anders er over te spreken, George,” zeide Paul glimlachend, „en ik ben zeer blij te hooren, dat je toch nog eënig werk er bij kunt doen voor je zelf, behalve je plicht hier.” „Dank u, m’heer. Maar sta mij toe u thans ets aan te bieden, alles is in orde. De Glencoe In beslag genomen» Het viel Paul misschien ten onrechte op, dat de onverschilligheid en afdwaling van den kolonel eenigermate gemaakt waren en op eens vroeg hij „En hebt gij uw taak volvoerd „Ik droeg met den Mayor volgens de ver- eischte formaliteiten het eigendom aan juffrouw Arguello over.” „Aan juffrouw Arguello „Juister uitgedrukt aan Dona Maria Con cepcion de Arguello de la Yerba Buena”, zeide de kolonel langzaam. „George, breng dezen hoed naar dien kerel van een hoedenmaker hoe heet de vent ook weer en zeg hem uit mijn naam dat ik een „fatsoenlijken” rouw band om mijn hoed wil hebben en niet een veter van een kinderlaarsje. Misschien dat hij op die wijze in de rouw gaat over zjjn eigen ouders, maar ik geef hem het recht niet mij op zijn manier over de mijne te laten rouwen. Je kunt gaan Toen de deur achter George was dicht ge vallen, wendde zich Paul wederom tot den kolonel. „Dus als ik u goed begrepen heb, zijt gij op haar verhaal ingegaan?” vroeg hij. De kolonel nam de karaft op, schonk zich een glas whiskey in en hand, antwoordde hij „Mijn waarde Hathaway, laten wij elkaar goed begrijpen. Als een „gentleman” heb ik nooit in mijn leven naar den leeftijd, den naam of de familie gevraagd van dames van mijn kennis. Juffrouw Yerba Buena werd giste ren mondig en daar zij niet langer mijn pupil is, valt zij zekerlijk onder de termen, die ik daareven noemde, en als zij nu als naam het geheele Spaansche adresboek wilde aannemen, zou ik niet weten wat ik daarop tegen moest hebben.” 6 man verdronken. Den volgenden ochtend was Paul to San Francisco on had zijn intrek weder genomen in het hotel „Golden Gate”. Hij had vernomen dat bet vonnis van dat prachtige gebouw reeds geveld was, door het leggen van den eersten steen voor een nieuw gebouw van dien aard in de aangrenzende square, een gebouw dat het „Golden Gate” hotel geheel in de schaduw zou stellen hij verbeeldde zich zelfs dat het hotel zjjn frischheid reeds had verloren en de glans et van reeds was verdwenen. Na het ontbijt ging hij naar de ontvangkamer, waar op dat vroege uur gelukkig niemand Hier had hij haar voor ’t eerst gezien. Daar stond zij bij den spiegel, toen hun oogen el kaar ontmoetten voor de eerste maal en zij een plotselinge, instinctmatige sympathie voor elkaar gevoelden. Zij zelve had het zich her innerd en het bekend. Hij herinnerde zich de aangename, doch niettemin zelfbewuste meerderheid, waarop zij de vereering barer vriendinnen aanvaardde zelfs herinnerde hij zich thans Willy met haar gezien te hebben. Een uur later begaf hij zich op weg naar de kamers van kolonel Pendleton en hoopte dat hij het St. Charles Hotel eenigzins ver beterd zou vinden, maar het stond daar nog als vroeger in al zijn oudheid. Maar volgens de openbare meening was men zeker overtuigd dat niets dan een sloopen van de verweerde muren een verandering ten goede kon brengen en men wachtte dus slechts dat het zou ver dwijnen als zooveel andere kaartenhuizen, waarop het geleek. Paul vroeg zich af of het geen hopeloos denkbeeld was dat de bewoners van zulk een gebouw tot andere levensopvat tingen zouden kunnen gebracht worden eri met NIEUWE SNEEKER COURANT In het (KINDERMEEL) In Iedere Bk het beste Apotheek of Hk voedingsmiddel K I drogisterij voor Kinderen B voorhanden is er nu. De kolonel zal spoedig hier wezen, maar zou erg boos zijn, m’heer, a]s u niet iets gebruikt had voor zijn komst!” Bij deze woorden opende hij een welgevulde kast, die voor Paul het eerste bewijs was van de ver beterde omstandigheden des kolonels. Hij zou zich gaarne met de beschouwing van die pro visiekast tevreden hebben gesteld, maar om den ouden mau niet te ergeren stemde hij er in toe een klein glas drank aan te nemen. George werd onderwijl mededeelzamer. „De kolonel is naar Santa Clara, om een jong meisje te spreken, dat haar opvoeding vol tooid heeft de eenige pupil van den kolo- ---2112 ,1 en verwant aan den ouden Mexicaanschen adel. En ik geloof dat daar ginds veel drukte van de zaak wordt gemaakt, want de Mayor zelf kwam den kolonel halenMisschien dat er een optocht plaats heeft, m’heer. U weet niet of een- jong meisje ook een titel kan hebben, m’heer Ik weet niet zeker of zijn eerwaarde, de Mayor, en de kolonel niet zoo iets praatten van een „Dona.” „Wel mogelijk,” zeide Paul glimlachend. Dus ’t zat al in de luchtAl rekende hij die overdrijving van den ouden neger niet, er was zeker al tussschen den Mayor en den kolonel over een en ander gepraat, waarvan George iets had opgevangen. Hij kon reeds te laat zijn, misschien dat hij de zaak niet langer in handen had. Die ongerustheid nam een oogen blik later nog toe, toen Pendleton terugkwam. Hij was gekleed in een strak om het lichaam dicht geknoopte, gekleede jas, waardoor zijn lange, magere, militaire figuur nog meer uit kwam die jas .was van voren laag genoeg uitgesneden om een fraai overhemd te toonen en een groote katoenen das, terwijl hij in het knoopsgat een witte rozenknop had. Een bruin- kleurige pantalon, waarvan de pijpen nauw gesloten over patent-lederen laarzen en een hooge grijze hoed, waarom steeds de breede rouwband, ter nagedachtenis aan zijn moeder, die reeds stierf, toen hij nog een knaap was, voltooiden zijn toilet. Maar zijn flinke gestalte, zijn groote arendsneus en lange grijze knevels zetten aan die ouderwetsche mode eerbied voor j en deden elke spotachtige op merking over zijn toilet op iemands lippen verstommen. Zelfs het hinken, dat hij nog ietwat deed, gaf een’ zeker cachet aan den dikken stok met massief gouden knop, dien hij in de hand hield. Hij reikte George den stok en een militaire overjas, die hij over den linkerarm droeg, over en schudde Paul met warmte de hand. „Big je te zien, Hathaway,” zeide hij, Kosthouders mogen er hier op gewezen wor den, dat het onhygiënisch is, bedden, waarop hoes tende, mogelijk tuborcnleuse kostgangers geslapen hebben, zonder meer aan hunne opvolgers ten ge- bruike te geven. Do kostgangers zelf behooren ook daartegen bezwaar te maken. 17) Met een zucht was hij eindelijk weder aan den arbeid getogen en den stapel stukken, die Shear medegebracht had, naar zich toe trekkende, begon hij die door te kijken. Ook deze stukken hadden weder betrekking op zijn geheime onderzoekingen. In zijn functie van Voorzitter der Groote Verg, had hij gebruik ge maakt van de bevoegdheid om statistieken, au- thoriteiten en getuigen te raadplegen en op deze wijze was hij te weten gekomen dat „Kate Howard,” alias „Beverley,” alias „Durfree” reeds lang door de politie uit het oog was verloren en dat in de rapporten geen spoor of aanwijzing bestond omtrent haar kind. Hij bestudeerde deze onbetrouwbare rap porten van vroegere overtredingen met het oog van iemand, die in dergelijk werk vertrouwd is, van tijd tot tijd aanteekeningen makende, die hem in zijn officieele betrekking van dienst konden wezen en toch altijd hopende iets voor zijn privé-belang te zullen vinden, toen hij plotseling met kloppend hart zenuwachtig ver der las. In het verslag over een twist in een speel huis, had een der partijen een schuilplaats ge zocht in de kamers van Kate Howard die partij voor den magistraat gebracht was door gegaan voor haar beschermer: Juan de Arguello. De opgegeven datum van dit feit kwam overeen met die waarop de voogdij was begonnen, doch dat bewees nog niets. Maar die naam had die eenige beteekenis of was het een droe- hopeloozer getuigde van de zwakheid dier vrouw Hij doorsnuffelde weder het geheele rap port, maar nergens anders werd op haar naam gedoeld. Zelfs dit feit zou voor een minder scherpzienden en bekwamen blik als de zijne, onopgemerkt voorbij zijn gegaan. Hij legde de rapporten terzijde en nam de drukproef weder in de hand. Zou er eenig ander man in leven zijn, behalve Pendleton en hg, die deze twee zaken met elkaar in ver- 1 band zou kunnen brengen Dat haar betrek- dat Pendleton er zelfs niet van wist, maar Paul moest hem toch dadelijk weer spreken. Misschien had hij van Yerba iets naders ver nomen het jonge meisje kon hem het ver trouwen hebben geschonken, dat zij een jonger man had onthouden, en hij herinnerde zich nu en hij bloosde bij die gedachte dat hij gedeeltelijk daarom er bij Pendleton op had aangedrongen, haar Santa Clara te gaan. Hij stak de drukproef bij zich en deur der aangrenzende kamer. „Je behoeft dien brief aan Slate niet te schrijven, Tony,” riep hij zjjn secretaris toe, „ik ga van avond qog naar San Francisco.” „En moet er iets uit de rapporten worden overgeschreven, mijnheer Paul nam ze haastig van de tafel en sloot ze in een lade. „Nu niet, dank je ik zal later mijn aanteekeningen vervolgen.”

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1915 | | pagina 1