SNEEKER COURANT (67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang)
r
Het geheim van een naam.
C'
FARINE^
LACTÉE
NESTLÉ
(KINDERIDEE*-)
V
RECLAME KOLOM.
Nieuwstijdingen.
t.
ct.
k
31e Jaargang.
mr.
Feuilleton.
st.
I
Delfzgl.
J A»NEX
N
1
I ct.
20)
rn-
er-
I.
(Wordt vervolgd.)
te
zgn kunnen worden uitgereikt.
Binnenland.
Brieven.
het beste
l Voedingsmiddel
Voor Kinderen
ie.
ekt
lalf
Spaarzaam
On zuinig
In het
gebruik
J. R. Adema,
Station Cambrinus,
Mej. Coba,
Julien de Kegser,
Anne Kies,
Altons de Klok,
N. Renema
Den Haag.
Rotterdam.
Seharnegoutum.
Den Haag.
Arnhem.
Sneek.
Oisterwgk.
Lemmer.
Warns.
Terneuzen.
Amsterdam.
Terneuzen.
Tilburg.
Terneuzen.
Naar „The Pupil of Golden Gate.”
VAN
BRET HARTE.
alk
Va
m;
waren vertegenwoordigd do
van Haga, E. Priester, H.
J. Lindeman, secretaris
In Iedere
Apotheek of
drogisterij
voorhanden
i-NIEUWE SNEEKER COURANT
VERGADERING van de KAMER
van KOOPHANDEL en FABRIEKEN
te Sneek op Dinsdag 20 Juli 1915.
Aanwezig de heerenP. Reinouts van Haga,
voorzitter, S. Henstra, W. Nieveen, E. Priester,
H. Brenninkmeger, S. v. d. Meulen Szn., R.
C. P. Pel, London.
Joh. Walta, Dortmund.
NOTA. Aan de afzenders wordt aanbe
volen hun naam en adres op de brieven en
briefkaarten te vermelden, opdat deze bjj
onbestelbaarheid aan hen kunnen worden
teruggegeven.
Eindexamen H. B. S.
Te Leeuwarden slaagde o. a. van de
eerste ploeg voor het eindexamen H. B. S.
de heer W. L. Meger van de H. B. S.
alhier.
Gemeenteraadsverkiezingen.
BAARDERADEEL, 20 Juli. Bg de he
den gehouden herstemming voor leden van
den gemeenteraad zgn in de periodieke af
treding uitgebracht 794 stemmen, vun on
waarde 24, geldig 770. Daarvan verkreeg
de heer T. R. Sellings (vrgz.) te Hglaard
312 en de heer B. Tamminga (a.-r.) te Jel-
lum 458 stemmen. Gekozen de heer B.
Tamminga.
In de buitengewone vacature zgn uitge
bracht 793 stemmen, van onwaarde 40,
geldig 753. Daarvan verkreeg de heer A.
J. de Boer (vrgz,) te Baard 314 en H. W.
Krop (s.d.) te Weidum 439 stemmen. Ge
kozen de heer H. W. Krop.
WORKUM, 20 Juli. Uitslag der her
stemming tusschen de heeren P. Gaastra
(aftr.) en E. J. Tjeerde, beide candidaten
van de vrijzinnige kiesvereeniging. Uitge
bracht 289 stemmen. Gekozen de heer P.
Gaastra met 263 stemmen. De heer Tjeerde
had verzocht, geen stemmen op hem uit te
brengen.
Postkantoor Sneek.
Ljjst van de aan dit kantoor ter post
bezorgde brieven en briefkaarten, gedurende
de le helft der maand Juli welke wegens
onbekendheid van de geadresseerden niet
„Daar hebt gij gelijk in, mijnheer, volko
men gelijk in,” zeide de kolonel trotsch, „of
schoon,” voegde hij er ernstig bij, „ik heb
uit goede bron vernomen dat de koning in
buitengewone gevallen de een of andere per
soon kan begiftigen met voorvaderen met
voorvaderen zeg ik
Paul keek zijn vriend verwonderd aan.
„Ja, mijnheer, dat wil zeggen dat de koning
van deze landen, wanneer een meisje van lage
fkomst of lage geboorte, huwt met een edel-
tan, haar vader en moeder, al zijn ze ook
dood of zoo goed als dood, tot den adelstand
kan verheffen.”
„Ik geloof dat zulks iets verder gaat, dan
de zeldzame gewoonte om te begiftigen met
land, dat een erfelijken titel draagt,” zeide
Paul met meer nadruk dan misschien op dat
oogenblik noodig was.
„Hoe ’t ook zij, mijnheer George weet
er alles van,” zeide Pendleton. „Hij hoort het
van de andere bedienden. Ik spreek de lands
taal niet, maar hij wel. Hij leerde die binnen
het jaar.”
„Ik moet hem inderdaad een compliment
maken over de vloeiende wijze waarop hij haar
spreekt”, zeide Paul, zich tot George wendende.
De oude knecht glimlachte, niet echter zon
der zich zeer gevleid te voelen. „Ja, m’heer,”
zeide hij, »ik zal niet tegen een geleerde als
u bent zeggen, dat ik grammatisch juist spreek,
m’heer, maar over ’t algemeen ben ik de taal
meester. Wat m’heer Harry vertelt van het
verheffen in den adelstand van voorouders,
m’heer, ik vernam het uit de beste bron, na
melijk van de heeren uit het gevolg van Zijne
Hoogheid”.
„Dat is voldoende, George”, zeide Pendle
ton met vaderlijke strengheid. „Loop vooruit
en zeg dien oberkellner, dat mijnheer Hatha
way een mjjner vrienden is en dus diens-
volgens moet soupeeren,” En, toen de neger
Briefkaarten.
C. Flier, (2 stuks)
App. Karsten,
J. Renema,
Suze Renssen,
Mej. B. Soekens,
A. H. Toxepeus,
H. v. d. Veen,
G. Nildriks,
H. C. Bakker,
3 stuks zonder adres.
Buitenland:
Brieven.
„En zoo pas ik op haar, of liever, stel mij
verantwoordelijk voor haar persoon, ofschoon
zij natuurlijk nog andere vrienden heeft en
personen, die over haar waken, en die meer
van haar leeftgd en neigingen zijn.”
„En ik twijfel er niet aan of zij is volko
men gelukkig,”, zeide Paul op een toon vol
overtuiging.
„Tenminste dat veronderstel ik,” zeide de
kolonel langzaam, „ofschoon mijnheer Hatha
way, soms komt het mij voor dat het beter
zou zgn geweest als zij de zorg eener vrouw
had gekend de bescherming van een oudere
vrouw van de wereld. Dat schijnt hier de
mode te zgn men noemt het een chaperone.
Milly Woods is zoo wat van haar leeftijd en
Dona Anna is wel ouder, maar die is al een even
groote coquette als de rest ik meen,” her
stelde hij zich haastig, „dat het haar ontbreekt
aan zelfbeheersching, zelfverloochening.”
„Dus behoort Dona Anna nog steeds tot uw
gezelschap vroeg Paul.
„Ja, mijnheer, en ook haar broeder, Don
Gesar. Ik oordeelde het raadzaam voor Yerba
zooveel mogelijk de herinnering aan haar Spaanr
sche afkomst te bewaren”.
Ofschoon Pendleton gedurende het souper
reeds iets ver trouwelijker werd, zinspeelde hij
toch geen enkele maal op Yerba’s verwantschap
of eenige vertrouwelijkheid, die zij hem kon
betoond hebben.
Oogenschijnlijk was de toestand nog als drie
jaar te voren. Hij sprak van haar groote po
pulariteit als een erfgename en schoone vrouw
en van de beleefdheden, die men haar bewees.
Hij twijfelde er niet aan of zij had reeds vele
goede huwelijksaanzoeken van de hand gewe
zen, al/ hield zij dat voor zich. Zij was vol
komen in staat in deze zelve te oordeelen. Zij
was geen meisje dat zich liet vleien of bedrie
gen integendeel, nooit had hij een koeler en
verstandiger vrouw ontmoet.
Als zij den man ontmoette, die aan haar eer
zucht en verstand kon voldoen, zou zij trou
wen en eerder niet. Hij wist niet welke die
eerzucht was: natuurlijk iets grootsch.
Hij wist alleen te zeggen dat er het vorig jaar,
toen zij de Italiaansche meren bezochten, een
prins was mijnheer Hathaway zou wel be
grijpen waarom hij geen naam noemde die
niet alleen oplettend was voor haar, doch ook
voor hem en die waarachtig ernstig was in
zijn aanzoek. Dat was de eenige maal dat hij,
de kolonel, ooit met haar over dergelijke zaken
Gorter en J. Lindeman, secretaris.
Punten van Behandeling:
1. Lezing en goedkeuring der notulen der
vorige vergadering.
De Sneeker Veemarkt.
2. Verslag van den secretaris der gehouden
conferentie te Leeuwarden op Vrijdag 11 Juni
j.l. met de commissie uit den Bond van Frie-
sche Veehandelaren.
Van de Kamer
heeren P. Reinouts
Brenninkmeijer en
van de commissie de heeren N. Tanja, K.
Steensma, J. Wiersma, F. de Boer, Turksma
on de secretaris.
De heer Tanja, door de commissie aange
wezen deze conferentie te leiden deelde mede,
dat de Friesche Bond van Veehandelaren in
zijn vergadering van Maart 1915 heeft be
handeld de veemarkt te Sneek. In het alge
meen belang van den veehandel en in het bij
zonder belang van Sneek werd over do wen-
schelijkheid gesproken de Sneeker veemarkt
een dag te vervroegen, opdat de kooplieden
dan ook de Groninger of Purmerender vee
markt konden bezoeken.
Daar het Dag. Bestuur geen besluit kon
nemen en er vóór- en tegenstanders waren,
werd een commissie benoemd om de noodige
inlichtingen omtrent deze zaak in te winnen.
In deze commissie werden op verzoek van den
voorzitter zoowel voor- als tegenstanders be
noemd, om de zaak beter van alle kanten te
bezien.
Een der tegenstanders, de hoer De Vries
van de Lemmer was verhinderd de vergade
ring bij te wonen. Het deed den Voorzitter
genoegen, dat de Kamer van Koophandel te
Sneek het initiatief had genomen tot het hou-
zult spreken”.
Paul richtte den blik strak op den kolonel.
„Ik had geen plan zoo iets te doen”, zeide hij
na eenig stilzwijgen, „vtant ik dacht, dat de
zaak door u reeds voor goed was geregeld.
Maar begrijp ik u goed als ik veronderstel,
dat zij er eenige bedenking tegen hadï Uit
hetgeen gij mij daar even verteld hebt van
haar plannen en eerzucht, kan ik mij niet
voorstellen dat zij de werkelijke feiten niet
bevroedt.”
„Volstrekt niet,” viel do kolonel haastig in.
„Maar ik heb uw belofte
„Ik beloof u”, hernam Paul, „dat ik zelf
niet over do zaak zal spreken, noch er op za]
zinspelen en dat als zij er mij weder naar
mocht vragen, wat bijna niet mogelijk is, ik
niets zal vertellen zonder uw toestemming.”
„Dank je,” zeide Pendleton, ofschoon zijn
gelaat niet bewees dat hij volkomen was ge
rust gesteld. „Morgen komt zij hier terug.”
„Ik dacht dat zij eenige dagdh afwezig zou
zijn,” zeide Paul.
„Ja, maar zij komt Don a Anna begroeten, die
hier ook komt met haar broeder- op hun door
reis naar Parijs.”
Paul herinnerde zich thans dat hij haar 't
laatst had gezien in gezelschap der Briones.
Dat was geen aangename gedachte. Toch be
merkte hij eerst dat deze modedeeling hem
had getroffen, toen hij opmerkte dat de kolo
nel hem ernstig aankeek.
„Ik geloof, dat ge dien broeder niet moogt
lijden”, zeide Pendleton. Een oogenblik voelde
Paul neiging om zijn verdenkingen betreffende
Don Gesar te uiten, maar daar daarmede de
geheelo zaak weder zou besproken worden, be
dwong hij zich en zeide slechts „Ik herinner
mij niet, dat ik eenige r.eden van antipathie
jegens Don Gesar had ik zal daar beter over
kunnen oordeelen, als ik hem terug zal zien.”
En toen bracht hij het gesprek op iets anders.
Eenige oogenblikken later liet de kolonel
George komen en stond op, „Juffrouw Ar
guello zal met haar kamenier en bediende hier
haar vertrekken weder in gebruik nemen,”
zeide hij, thans weder op zijn gewonen beve
lenden toon. „George heeft daarvoor reeds de
noodige bevelen gegeven. IA: zal op ’t oogen
blik geen andere vertrekken nemen, doch na
tuurlijk eiken dag aankomen. Goeden nacht
had gesproken en wetende dat zij den man
niet onverschillig was, die niet slecht was in
zijn soort, had hij haar gevraagd waarom zij
hem niet had aangemoedigd. Zij had lachend
geantwoord, dat de prins haar niet kon trou
wen, zonder dat hij afzag van zijn aanspraken
op opvolging in een zeker regeerend huis en
zonder dat wilde zij hem niet aannomen. Dit
zeide zij en eenige dagen later vertrok de prins,
zonder dat zij hem ooit weer terugzagen.
Daar was een jong Engelsch lord, dien zij
aan den Rijn ontmoetten en wiens eenvoud
haar scheen te behagen. Zij 4waren dikke vrien
den, maar hij wilde dat hg de kolonel
haar zou overhalen een uitnoodiging aan te
nemen om zgn moeder in Engeland te bezoe
ken, opdat de families kennis met haar zou
kunnen maken. Maar zij wees dat afZij
wilde zich niét door zijn moeder laten bekij
ken. Zij zeide, dat hij voor haar moeder dien
de te verschijnen
„Zeide zij dat viel Paul in, den kolonel
strak aanziende.
„Als zij er een had, mijnheer, als zij er gene
had,” verbeterde de kolonel zich haastig, ,,’t
was natuurlijk slechts bij wijze van spreken,
want 't is algemeen bekend, dat zij een wees
is.”
Daar ontstond eenige oogenblikken een doo
delijke stilte.
De kolonel lag achterover geleund in zijn
stoel en draaide aan zijn knevels. Paul wend
de den blik af en scheen in gepeins verdiept.
Eenige oogenblikken later kuchte de kolonel,
schoof zijn glas op zjjde en over de tafel ge
leund, zeide hij „Mijnheer Hathaway, ik heb
u een gunst te vragen.”
Daar was zulk een zonderlinge verandering
in zijn stem, een zoo onverwachte o^ergang
in een kunstmatige houding merkbaar, dat
Paul er door getroffen werd en die plotselinge
verandering aanzag als een gevolg van de zwak
heid van den ouden dag. Inderdaad, hoewel
nog recht van lijf en leden, scheen de kolonel
verouderd.
„Zeer gaarne zal ik u van dienst zijn, mijn
waarde kolonel,” zeide Paul hartelijk.
„Den tijd dat gij hier blijft kan het niet
anders of gij zult juffrouw Arguello, misschien
dikwgls ontmoeten. Het zou dwaas zijn als
dit niet het geval was en ieder vreemd toe
schijnen. Welnu, geef mij uw woord van eer,
dat gij niet de minste toespeling zult maken
op haar verleden nog over dit onderwerp
den van eene conferentie, opdat zij in dezen
inlichtingen zal geven, welke van overwegenden
aard kunnen zgn. Spreker hoopte, dat deze
conferentie eene aangename strekking mocht
hebben en tot nut van ’t algemeen zou zijn,
waarna hij de vergadering voor geopend ver
klaarde.
Hierop ontstond een zeer uitgebreide dis
cussie, waaraan alle vertegenwoordigers meer
dan eenmaal deelnamen. In het kort weerge
geven als volgt:
Door de leden van de Kainer van Koophan
del werd ten volle geapprecieerd het streven
van den Bond om den veehandel te Sneek
vooruit te brengen. Ook de leden zelf heb
ben daar steeds voor geijverd, doch tegenover
het aangevoerde voordeel van een weekmarkt
op Maandag staan onoverkomelijke bezwaren.
De zich steeds uitbreidende handel, vooral
de transitohandel zou hierdoor in groote moeie-
Igkheden komen.
Als er een Zondag aan den marktdag vooraf
gaat is het onmogelijk ’s Maandags voor 12 uur
de goederen te verwerken en de bestellingen af
te doen. Dit geschiedt nu voor een groot deel
op Maandag, waarop ook de Hollandsche boo
ten lossen Bovendien is de Zuid-Westhoek
overwegend A.-R. Maandagavonds komen al
van heinde en verre de schepen aan en nog
heeft men handen vol werk de ladingen Dins
dags aan boord te krijgen.
De geheele Z.-Westhoek komt, afgezien nog
van de veemarkt, te Sneek om inkoopën te
doen. Men is dit gewend op Dinsdag; het
geen voor velen minder passend door de werk
zaamheden zal zijn direct na een Zondag. Ook
de aanvoer van het vee zal door de groote
afstanden op Maandag ziine bezwarén mede
brengen. Waar nu in de laatste 2 jaren de
markt weder vooruitgaande is, begeeft men
zich op o, zoo’n gevaarlijk terrein ter wille van
een onderdeel de markt te verplaatsen. Sneek
zou daardoor een veel grooter klap kunnen
krijgen. Wel willen de leden met den Bond
samenwerken den veehandel vooruit te bren
gen als de Commissie daarop iets weet te
vinden, zal de Kamer gaarne hare medewer
king verleenen.
Hierna werd er door do voorstanders in de
commissie de h.h. de Boer, Steensma en Turk
sma op gewezen, dat alle zaken twee kanten
hebben en dus zeer zeker ook hun schaduw
zijden, doch met het voorstel werd beoogd in
de perste plaats het groote belang van den
veehandel en tevens dat van Sneek. Waar
men overal tegenwoordig de centralisatie op
groote markten ziet, dienen kleinere plaatsen
hierop bedacht te zgn en tijdig de bakens te
verzetten.
De Z.-Westhoek nu nog naar Sneek, zou
bij betere vervoermiddelen, naar Leeuwarden
ter markt kunnen gaan en met de veemarkt
zal ook de weekmarkt achteruitgaan. Bolsward
lijdt hier al sterk onder door zijn gebrekkige
vervoermiddelen. Het vervroegen van het ver
trek en het laden der schippers achtte men
geen bezwaar, wanneer men dit eenmaal ge
woon was. Ook te Gorinchem is op Maandag
vluggere beschikbaarstelling van aangevraagde
wagons. Adressant vestigt de aandacht er op,
dat 29 Juni jl. 6 wagons waren aangevraagd
en met heel veel moeite slechts 2 beschikbaar
konden worden gesteld.
De Commissie, in wier handen dit stuk ge
steld is, deelt mede dat deze klacht ter kennis
is gebracht van de H. S. M., die echter we
gens het beschikbaar houden van zoovele wa
gons door het Dep. v. Oorlog niet altijd hier
in kan voorzien, zoodat het altijd dienstig blijft
zoo tijdig mogelijk zijne aanvragen te richten.
De Kamer ontving evenwel de belofte, dat
aan deze klachten zooveel mogelijk zal worden
tegemoet gekomen.
Wordt'besloten adressante hiervan'mede-
deeling te doen.
c mededeeling van de Firma Kuyt en 7
andere firma’s hier ter stede, dat zij voortdu
rend last en schade ondervinden, dat te dezer
plaatse geen gelegenheid is goederen uit het
buitenland komend, in te klaren, waarom zij
de Kamer verzoeken krachtige pogingen aan
te wenden bij den Minister en de Directie der
H. 8. M., dat alhier een douanekantoor worde
opgericht.
Wordt besloten bij genoemde autoriteiten
weder met kracht aan te dringen tot het ver
krijgen van een dusdanig kantoor.
cl schrijven van de Directie der Nederlandsche
Tramweg Mij., dat tram 79 uit Heerenveen
naar Sneek niet vervroegd kan worden, daar
dan de aansluitingen zoowel van trein 5.50 S.S.
laatste trein van Leeuwarden als van tram 52
uit Drachten zouden worden gemist, wat voor
belanghebbenden bij de laatste tram in de
richting naar Sneek in het algemeen een groot
ongerief zou zgn.
Voor kennisgeving aangenomen.
5. Voorstellen en besluiten.
Wegens ingekomen klachten en verzoeken
wordt besloten aan de H. S. M. te verzoeken,
de trein, welke te 10.23 van Stavoren naar
Sneek vertrekt, ook te Warns te doen stoppen,
daar deze plaats, vooral met het oog op het
interneeringskamp, een der voornaamste toe
gangen tot Gaasterland is geworden en tusschen
6.20 en 12.03 's morgens geen gelegenheid tot
vertrek aldaar bestaat.
Hierna werd gesproken over de ligplaats
van pleiziervaartuigen en de wensehelijkheid
betoogd, dat deze schepen een rustige aanleg
plaats konden verkrijgen, waardoor ook op
marktdagen de handelsschepen hunne vrijheid
van beweging behouden.
De bespreking leidde echter niet tol het ne
men van een besluit.
Hierna sluit de Voorz. de Verg.
wegging, zich wederom tot Paul wendende,
hernam hij „Wat hij zegt is waarhij is de
meest populaire persoon in geheel Strudle Bad
men let meer op hem dan op zijn meester
en hij komt overal waar ik niet komen kan.
Prinsen en prinsessen blijven in de straten
staan om met hem te pratenonlangs vroeg
de Groothertog of hij hem bij de wedrennen
in zgn rijtuig mocht hebben en waarachtig,
mijnheer, hij geeft den toon aan bij de knechts
in de stad!”
„En naar ik opmerk, kleedt hij zich volgens
de mode,” merkte Paul op.
„Geheel zgn eigen denkbeeld geheel en
al, en waarachtig, hij heeft gelijk. Men kan
hier niets doe* zonder uniform en men zegt
mij dat hij alles precies heeft zooals ’t moet,
tot de wapens op de knoopen toe.”
Zij wandelden eenige oogenblikken stilzwij
gend verder. Pendleton bleef nog steeds terug
getrokken en scheen zich met Paul niet erg
op zijn gemak te gevoelen. Hathaway echter
had geen haast om vertrouwelijkheid uit te
lokken, hij begreep misschien wel dat die spoe
dig genoeg zou volgen. Daarom bracht hij zoo
onverschillig mogelijk het gesprek op zgn eigen
persoon. Hij vertelde hoe de noodzakelijkheid
zich eens te ontspannen, hem naar Europa
had gebracht, van zgn reizen en eindelijk van
den raad van zijn Duitschen geneesheer, om
eenige weken te Strudle Bad te gaan door
brengen, voor naar huis terug te keeren. Hij
zag heel goed hoe de kolonel hem af en toe
van ter zijde aankeek, doch deed alsof hij
zulks niet opmerkte. „En gij,” zeide hij, na
zijn verhaal te hebben geëindigd, „wanneer
zijt gij van plan naar Californië terug te
keeren
De kolonel aarzelde met zijn antwoord. „Ik
zal in Europa blijven tot juffrouw Arguello
gevestigd is ik bedoel,” voegde hij er
haastig bij, „tot zij hm tot haar op
voeding, wat betreft vreemde gewoonten en
gebruiken, zal voltooid zijn. Ge ziet, Hathaway,
dat ik mij opgeworpen heb als haar bescher
mer laat mij zeggen,, dat ik nog steeds
haar voogd ben. Ik ben een oud man, zonder
eenige bloedverwanten en een weinig te
ouderwetsch voor de lui daarginds en
hij wees bij die woorden naar het Westen,
doch Paul begreep zeer goed, hoe dierbaar
hem die landstreek nog altijd was. „Maar
onder die kerels hier, wordt die ouderwetsch-
heid niet opgemerkt,” vervolgde de kolonel.
een bloeiende weekmarkt, terwijl ook aldaar
de omwonende bevolking grootendeels van
Christelijke beginselen is. Het groote voor
deel van een weekmarkt op Maandag zou zgn,
dat vele kooplieden, die de markt te Gronin
gen en Purmerend niet willen missen, dan
ook Sneek zouden kunnen bezoeken, terwijl de
verplaatsing ook de exportslachi.erij te Harlin
gen zou ten goede komen. Zal de markt weder
bloeiend worden, dan zou ze op Maandag
moeten worden gezet, daar men op Woensdag
in botsing komt met Wolvega. Blijft ze echter
op Dinsdag, dan verloopt ze en dit kan niet
door het bouwen van stallen worden gekeerd.
De heer Wiersma, een tegenstander van
verplaatsing, kan zeer goed Je aangevoerde
argumenten van de Kamer onderschrijven. De
Bond heeft hiermee niet genoeg rekening ge
houden.
Vooral voor den Z.-W. hoek bestaan er groote
bezwaren.
De Voorz. zegt tot de overtuiging te zijn
gekomen dat de plaatselijke belangen te Sneek
zwaarder zullen wegen, dan het algemeen be
lang van den veehandel.
De Commissie zal verslag uitbrengen aan het
Bestuur, waarna wel bekend zal worden, welke
argumenten daarin het zwaarst zullen wegen.
Na de leden van de Kamer te hebben be
dankt voor de gehouden conferentie en de aan
gename bespreking sluit hg de Verg.
3. Lecture van de uitgegane stukken
a uitnoodiging van het Bestuur van het
Dep. Sneek van de Mij Nijverheid tot het hou
den van eene vergadering naar aanleiding van
zijn missive betreffende de Vereeniging „Neder-
landsch fabrikaat”
b mededeeling aan de Commissie uit den
Bond van Friesche Veehandelaren dat de Ka
mer 11 Juni te Leeuwarden op de conferentie
aanwezig zal zijn
c mededeeling van den secretaris, dat door
hem sedert de vorige Verg, twee certificaten
van oorsprong zijn afgegeven.
4. Behandeling der volgende ingekomen
stukken
a verzoek om adhaesie-betuiging van de
Zutfensche Handelsvereeniging aan haar adres
tot de Tweede Kamer gericht, inzake opmer
kingen in verband met het ontwerp van Wet
tot instelling van een postcheque- en girodienst.
De vereeniging betuigt haar ingenomenheid
met het ontwerp, dat zal strekken om beta
lingen te vergemakkelijken en vermijden het
noodeloos heen en weer zenden van geldswaar
den, doch wenscht de waarborgsom te verlagen
op f25, de te vergoeden rente van 1’/2 op
21/2 °/o te brengen en de tarieven onder 3
voor stortingen, betalingen en overschrijving
te brengen op 5 ct.
Na gehouden discussie wordt met 5 tegen
2 stemmen besloten dit stuk voor kennisgeving
aan te nemen.
b verzoek van den Directeur der Konink
lijke Nederlandsche Mij van Kaas- en Room
boterfabrieken te Sneek invloed aan te wenden
bij de H. IJ. S. M. om te geraken tot een