SNEEKER COURANT (67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaargang) r Het geheim van een naam. C' FARINE^ LACTÉE NESTLÉ (KINDERIDEE*-) V RECLAME KOLOM. Nieuwstijdingen. t. ct. k 31e Jaargang. mr. Feuilleton. st. I Delfzgl. J A»NEX N 1 I ct. 20) rn- er- I. (Wordt vervolgd.) te zgn kunnen worden uitgereikt. Binnenland. Brieven. het beste l Voedingsmiddel Voor Kinderen ie. ekt lalf Spaarzaam On zuinig In het gebruik J. R. Adema, Station Cambrinus, Mej. Coba, Julien de Kegser, Anne Kies, Altons de Klok, N. Renema Den Haag. Rotterdam. Seharnegoutum. Den Haag. Arnhem. Sneek. Oisterwgk. Lemmer. Warns. Terneuzen. Amsterdam. Terneuzen. Tilburg. Terneuzen. Naar „The Pupil of Golden Gate.” VAN BRET HARTE. alk Va m; waren vertegenwoordigd do van Haga, E. Priester, H. J. Lindeman, secretaris In Iedere Apotheek of drogisterij voorhanden i-NIEUWE SNEEKER COURANT VERGADERING van de KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN te Sneek op Dinsdag 20 Juli 1915. Aanwezig de heerenP. Reinouts van Haga, voorzitter, S. Henstra, W. Nieveen, E. Priester, H. Brenninkmeger, S. v. d. Meulen Szn., R. C. P. Pel, London. Joh. Walta, Dortmund. NOTA. Aan de afzenders wordt aanbe volen hun naam en adres op de brieven en briefkaarten te vermelden, opdat deze bjj onbestelbaarheid aan hen kunnen worden teruggegeven. Eindexamen H. B. S. Te Leeuwarden slaagde o. a. van de eerste ploeg voor het eindexamen H. B. S. de heer W. L. Meger van de H. B. S. alhier. Gemeenteraadsverkiezingen. BAARDERADEEL, 20 Juli. Bg de he den gehouden herstemming voor leden van den gemeenteraad zgn in de periodieke af treding uitgebracht 794 stemmen, vun on waarde 24, geldig 770. Daarvan verkreeg de heer T. R. Sellings (vrgz.) te Hglaard 312 en de heer B. Tamminga (a.-r.) te Jel- lum 458 stemmen. Gekozen de heer B. Tamminga. In de buitengewone vacature zgn uitge bracht 793 stemmen, van onwaarde 40, geldig 753. Daarvan verkreeg de heer A. J. de Boer (vrgz,) te Baard 314 en H. W. Krop (s.d.) te Weidum 439 stemmen. Ge kozen de heer H. W. Krop. WORKUM, 20 Juli. Uitslag der her stemming tusschen de heeren P. Gaastra (aftr.) en E. J. Tjeerde, beide candidaten van de vrijzinnige kiesvereeniging. Uitge bracht 289 stemmen. Gekozen de heer P. Gaastra met 263 stemmen. De heer Tjeerde had verzocht, geen stemmen op hem uit te brengen. Postkantoor Sneek. Ljjst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brieven en briefkaarten, gedurende de le helft der maand Juli welke wegens onbekendheid van de geadresseerden niet „Daar hebt gij gelijk in, mijnheer, volko men gelijk in,” zeide de kolonel trotsch, „of schoon,” voegde hij er ernstig bij, „ik heb uit goede bron vernomen dat de koning in buitengewone gevallen de een of andere per soon kan begiftigen met voorvaderen met voorvaderen zeg ik Paul keek zijn vriend verwonderd aan. „Ja, mijnheer, dat wil zeggen dat de koning van deze landen, wanneer een meisje van lage fkomst of lage geboorte, huwt met een edel- tan, haar vader en moeder, al zijn ze ook dood of zoo goed als dood, tot den adelstand kan verheffen.” „Ik geloof dat zulks iets verder gaat, dan de zeldzame gewoonte om te begiftigen met land, dat een erfelijken titel draagt,” zeide Paul met meer nadruk dan misschien op dat oogenblik noodig was. „Hoe ’t ook zij, mijnheer George weet er alles van,” zeide Pendleton. „Hij hoort het van de andere bedienden. Ik spreek de lands taal niet, maar hij wel. Hij leerde die binnen het jaar.” „Ik moet hem inderdaad een compliment maken over de vloeiende wijze waarop hij haar spreekt”, zeide Paul, zich tot George wendende. De oude knecht glimlachte, niet echter zon der zich zeer gevleid te voelen. „Ja, m’heer,” zeide hij, »ik zal niet tegen een geleerde als u bent zeggen, dat ik grammatisch juist spreek, m’heer, maar over ’t algemeen ben ik de taal meester. Wat m’heer Harry vertelt van het verheffen in den adelstand van voorouders, m’heer, ik vernam het uit de beste bron, na melijk van de heeren uit het gevolg van Zijne Hoogheid”. „Dat is voldoende, George”, zeide Pendle ton met vaderlijke strengheid. „Loop vooruit en zeg dien oberkellner, dat mijnheer Hatha way een mjjner vrienden is en dus diens- volgens moet soupeeren,” En, toen de neger Briefkaarten. C. Flier, (2 stuks) App. Karsten, J. Renema, Suze Renssen, Mej. B. Soekens, A. H. Toxepeus, H. v. d. Veen, G. Nildriks, H. C. Bakker, 3 stuks zonder adres. Buitenland: Brieven. „En zoo pas ik op haar, of liever, stel mij verantwoordelijk voor haar persoon, ofschoon zij natuurlijk nog andere vrienden heeft en personen, die over haar waken, en die meer van haar leeftgd en neigingen zijn.” „En ik twijfel er niet aan of zij is volko men gelukkig,”, zeide Paul op een toon vol overtuiging. „Tenminste dat veronderstel ik,” zeide de kolonel langzaam, „ofschoon mijnheer Hatha way, soms komt het mij voor dat het beter zou zgn geweest als zij de zorg eener vrouw had gekend de bescherming van een oudere vrouw van de wereld. Dat schijnt hier de mode te zgn men noemt het een chaperone. Milly Woods is zoo wat van haar leeftijd en Dona Anna is wel ouder, maar die is al een even groote coquette als de rest ik meen,” her stelde hij zich haastig, „dat het haar ontbreekt aan zelfbeheersching, zelfverloochening.” „Dus behoort Dona Anna nog steeds tot uw gezelschap vroeg Paul. „Ja, mijnheer, en ook haar broeder, Don Gesar. Ik oordeelde het raadzaam voor Yerba zooveel mogelijk de herinnering aan haar Spaanr sche afkomst te bewaren”. Ofschoon Pendleton gedurende het souper reeds iets ver trouwelijker werd, zinspeelde hij toch geen enkele maal op Yerba’s verwantschap of eenige vertrouwelijkheid, die zij hem kon betoond hebben. Oogenschijnlijk was de toestand nog als drie jaar te voren. Hij sprak van haar groote po pulariteit als een erfgename en schoone vrouw en van de beleefdheden, die men haar bewees. Hij twijfelde er niet aan of zij had reeds vele goede huwelijksaanzoeken van de hand gewe zen, al/ hield zij dat voor zich. Zij was vol komen in staat in deze zelve te oordeelen. Zij was geen meisje dat zich liet vleien of bedrie gen integendeel, nooit had hij een koeler en verstandiger vrouw ontmoet. Als zij den man ontmoette, die aan haar eer zucht en verstand kon voldoen, zou zij trou wen en eerder niet. Hij wist niet welke die eerzucht was: natuurlijk iets grootsch. Hij wist alleen te zeggen dat er het vorig jaar, toen zij de Italiaansche meren bezochten, een prins was mijnheer Hathaway zou wel be grijpen waarom hij geen naam noemde die niet alleen oplettend was voor haar, doch ook voor hem en die waarachtig ernstig was in zijn aanzoek. Dat was de eenige maal dat hij, de kolonel, ooit met haar over dergelijke zaken Gorter en J. Lindeman, secretaris. Punten van Behandeling: 1. Lezing en goedkeuring der notulen der vorige vergadering. De Sneeker Veemarkt. 2. Verslag van den secretaris der gehouden conferentie te Leeuwarden op Vrijdag 11 Juni j.l. met de commissie uit den Bond van Frie- sche Veehandelaren. Van de Kamer heeren P. Reinouts Brenninkmeijer en van de commissie de heeren N. Tanja, K. Steensma, J. Wiersma, F. de Boer, Turksma on de secretaris. De heer Tanja, door de commissie aange wezen deze conferentie te leiden deelde mede, dat de Friesche Bond van Veehandelaren in zijn vergadering van Maart 1915 heeft be handeld de veemarkt te Sneek. In het alge meen belang van den veehandel en in het bij zonder belang van Sneek werd over do wen- schelijkheid gesproken de Sneeker veemarkt een dag te vervroegen, opdat de kooplieden dan ook de Groninger of Purmerender vee markt konden bezoeken. Daar het Dag. Bestuur geen besluit kon nemen en er vóór- en tegenstanders waren, werd een commissie benoemd om de noodige inlichtingen omtrent deze zaak in te winnen. In deze commissie werden op verzoek van den voorzitter zoowel voor- als tegenstanders be noemd, om de zaak beter van alle kanten te bezien. Een der tegenstanders, de hoer De Vries van de Lemmer was verhinderd de vergade ring bij te wonen. Het deed den Voorzitter genoegen, dat de Kamer van Koophandel te Sneek het initiatief had genomen tot het hou- zult spreken”. Paul richtte den blik strak op den kolonel. „Ik had geen plan zoo iets te doen”, zeide hij na eenig stilzwijgen, „vtant ik dacht, dat de zaak door u reeds voor goed was geregeld. Maar begrijp ik u goed als ik veronderstel, dat zij er eenige bedenking tegen hadï Uit hetgeen gij mij daar even verteld hebt van haar plannen en eerzucht, kan ik mij niet voorstellen dat zij de werkelijke feiten niet bevroedt.” „Volstrekt niet,” viel do kolonel haastig in. „Maar ik heb uw belofte „Ik beloof u”, hernam Paul, „dat ik zelf niet over do zaak zal spreken, noch er op za] zinspelen en dat als zij er mij weder naar mocht vragen, wat bijna niet mogelijk is, ik niets zal vertellen zonder uw toestemming.” „Dank je,” zeide Pendleton, ofschoon zijn gelaat niet bewees dat hij volkomen was ge rust gesteld. „Morgen komt zij hier terug.” „Ik dacht dat zij eenige dagdh afwezig zou zijn,” zeide Paul. „Ja, maar zij komt Don a Anna begroeten, die hier ook komt met haar broeder- op hun door reis naar Parijs.” Paul herinnerde zich thans dat hij haar 't laatst had gezien in gezelschap der Briones. Dat was geen aangename gedachte. Toch be merkte hij eerst dat deze modedeeling hem had getroffen, toen hij opmerkte dat de kolo nel hem ernstig aankeek. „Ik geloof, dat ge dien broeder niet moogt lijden”, zeide Pendleton. Een oogenblik voelde Paul neiging om zijn verdenkingen betreffende Don Gesar te uiten, maar daar daarmede de geheelo zaak weder zou besproken worden, be dwong hij zich en zeide slechts „Ik herinner mij niet, dat ik eenige r.eden van antipathie jegens Don Gesar had ik zal daar beter over kunnen oordeelen, als ik hem terug zal zien.” En toen bracht hij het gesprek op iets anders. Eenige oogenblikken later liet de kolonel George komen en stond op, „Juffrouw Ar guello zal met haar kamenier en bediende hier haar vertrekken weder in gebruik nemen,” zeide hij, thans weder op zijn gewonen beve lenden toon. „George heeft daarvoor reeds de noodige bevelen gegeven. IA: zal op ’t oogen blik geen andere vertrekken nemen, doch na tuurlijk eiken dag aankomen. Goeden nacht had gesproken en wetende dat zij den man niet onverschillig was, die niet slecht was in zijn soort, had hij haar gevraagd waarom zij hem niet had aangemoedigd. Zij had lachend geantwoord, dat de prins haar niet kon trou wen, zonder dat hij afzag van zijn aanspraken op opvolging in een zeker regeerend huis en zonder dat wilde zij hem niet aannomen. Dit zeide zij en eenige dagen later vertrok de prins, zonder dat zij hem ooit weer terugzagen. Daar was een jong Engelsch lord, dien zij aan den Rijn ontmoetten en wiens eenvoud haar scheen te behagen. Zij 4waren dikke vrien den, maar hij wilde dat hg de kolonel haar zou overhalen een uitnoodiging aan te nemen om zgn moeder in Engeland te bezoe ken, opdat de families kennis met haar zou kunnen maken. Maar zij wees dat afZij wilde zich niét door zijn moeder laten bekij ken. Zij zeide, dat hij voor haar moeder dien de te verschijnen „Zeide zij dat viel Paul in, den kolonel strak aanziende. „Als zij er een had, mijnheer, als zij er gene had,” verbeterde de kolonel zich haastig, ,,’t was natuurlijk slechts bij wijze van spreken, want 't is algemeen bekend, dat zij een wees is.” Daar ontstond eenige oogenblikken een doo delijke stilte. De kolonel lag achterover geleund in zijn stoel en draaide aan zijn knevels. Paul wend de den blik af en scheen in gepeins verdiept. Eenige oogenblikken later kuchte de kolonel, schoof zijn glas op zjjde en over de tafel ge leund, zeide hij „Mijnheer Hathaway, ik heb u een gunst te vragen.” Daar was zulk een zonderlinge verandering in zijn stem, een zoo onverwachte o^ergang in een kunstmatige houding merkbaar, dat Paul er door getroffen werd en die plotselinge verandering aanzag als een gevolg van de zwak heid van den ouden dag. Inderdaad, hoewel nog recht van lijf en leden, scheen de kolonel verouderd. „Zeer gaarne zal ik u van dienst zijn, mijn waarde kolonel,” zeide Paul hartelijk. „Den tijd dat gij hier blijft kan het niet anders of gij zult juffrouw Arguello, misschien dikwgls ontmoeten. Het zou dwaas zijn als dit niet het geval was en ieder vreemd toe schijnen. Welnu, geef mij uw woord van eer, dat gij niet de minste toespeling zult maken op haar verleden nog over dit onderwerp den van eene conferentie, opdat zij in dezen inlichtingen zal geven, welke van overwegenden aard kunnen zgn. Spreker hoopte, dat deze conferentie eene aangename strekking mocht hebben en tot nut van ’t algemeen zou zijn, waarna hij de vergadering voor geopend ver klaarde. Hierop ontstond een zeer uitgebreide dis cussie, waaraan alle vertegenwoordigers meer dan eenmaal deelnamen. In het kort weerge geven als volgt: Door de leden van de Kainer van Koophan del werd ten volle geapprecieerd het streven van den Bond om den veehandel te Sneek vooruit te brengen. Ook de leden zelf heb ben daar steeds voor geijverd, doch tegenover het aangevoerde voordeel van een weekmarkt op Maandag staan onoverkomelijke bezwaren. De zich steeds uitbreidende handel, vooral de transitohandel zou hierdoor in groote moeie- Igkheden komen. Als er een Zondag aan den marktdag vooraf gaat is het onmogelijk ’s Maandags voor 12 uur de goederen te verwerken en de bestellingen af te doen. Dit geschiedt nu voor een groot deel op Maandag, waarop ook de Hollandsche boo ten lossen Bovendien is de Zuid-Westhoek overwegend A.-R. Maandagavonds komen al van heinde en verre de schepen aan en nog heeft men handen vol werk de ladingen Dins dags aan boord te krijgen. De geheele Z.-Westhoek komt, afgezien nog van de veemarkt, te Sneek om inkoopën te doen. Men is dit gewend op Dinsdag; het geen voor velen minder passend door de werk zaamheden zal zijn direct na een Zondag. Ook de aanvoer van het vee zal door de groote afstanden op Maandag ziine bezwarén mede brengen. Waar nu in de laatste 2 jaren de markt weder vooruitgaande is, begeeft men zich op o, zoo’n gevaarlijk terrein ter wille van een onderdeel de markt te verplaatsen. Sneek zou daardoor een veel grooter klap kunnen krijgen. Wel willen de leden met den Bond samenwerken den veehandel vooruit te bren gen als de Commissie daarop iets weet te vinden, zal de Kamer gaarne hare medewer king verleenen. Hierna werd er door do voorstanders in de commissie de h.h. de Boer, Steensma en Turk sma op gewezen, dat alle zaken twee kanten hebben en dus zeer zeker ook hun schaduw zijden, doch met het voorstel werd beoogd in de perste plaats het groote belang van den veehandel en tevens dat van Sneek. Waar men overal tegenwoordig de centralisatie op groote markten ziet, dienen kleinere plaatsen hierop bedacht te zgn en tijdig de bakens te verzetten. De Z.-Westhoek nu nog naar Sneek, zou bij betere vervoermiddelen, naar Leeuwarden ter markt kunnen gaan en met de veemarkt zal ook de weekmarkt achteruitgaan. Bolsward lijdt hier al sterk onder door zijn gebrekkige vervoermiddelen. Het vervroegen van het ver trek en het laden der schippers achtte men geen bezwaar, wanneer men dit eenmaal ge woon was. Ook te Gorinchem is op Maandag vluggere beschikbaarstelling van aangevraagde wagons. Adressant vestigt de aandacht er op, dat 29 Juni jl. 6 wagons waren aangevraagd en met heel veel moeite slechts 2 beschikbaar konden worden gesteld. De Commissie, in wier handen dit stuk ge steld is, deelt mede dat deze klacht ter kennis is gebracht van de H. S. M., die echter we gens het beschikbaar houden van zoovele wa gons door het Dep. v. Oorlog niet altijd hier in kan voorzien, zoodat het altijd dienstig blijft zoo tijdig mogelijk zijne aanvragen te richten. De Kamer ontving evenwel de belofte, dat aan deze klachten zooveel mogelijk zal worden tegemoet gekomen. Wordt'besloten adressante hiervan'mede- deeling te doen. c mededeeling van de Firma Kuyt en 7 andere firma’s hier ter stede, dat zij voortdu rend last en schade ondervinden, dat te dezer plaatse geen gelegenheid is goederen uit het buitenland komend, in te klaren, waarom zij de Kamer verzoeken krachtige pogingen aan te wenden bij den Minister en de Directie der H. 8. M., dat alhier een douanekantoor worde opgericht. Wordt besloten bij genoemde autoriteiten weder met kracht aan te dringen tot het ver krijgen van een dusdanig kantoor. cl schrijven van de Directie der Nederlandsche Tramweg Mij., dat tram 79 uit Heerenveen naar Sneek niet vervroegd kan worden, daar dan de aansluitingen zoowel van trein 5.50 S.S. laatste trein van Leeuwarden als van tram 52 uit Drachten zouden worden gemist, wat voor belanghebbenden bij de laatste tram in de richting naar Sneek in het algemeen een groot ongerief zou zgn. Voor kennisgeving aangenomen. 5. Voorstellen en besluiten. Wegens ingekomen klachten en verzoeken wordt besloten aan de H. S. M. te verzoeken, de trein, welke te 10.23 van Stavoren naar Sneek vertrekt, ook te Warns te doen stoppen, daar deze plaats, vooral met het oog op het interneeringskamp, een der voornaamste toe gangen tot Gaasterland is geworden en tusschen 6.20 en 12.03 's morgens geen gelegenheid tot vertrek aldaar bestaat. Hierna werd gesproken over de ligplaats van pleiziervaartuigen en de wensehelijkheid betoogd, dat deze schepen een rustige aanleg plaats konden verkrijgen, waardoor ook op marktdagen de handelsschepen hunne vrijheid van beweging behouden. De bespreking leidde echter niet tol het ne men van een besluit. Hierna sluit de Voorz. de Verg. wegging, zich wederom tot Paul wendende, hernam hij „Wat hij zegt is waarhij is de meest populaire persoon in geheel Strudle Bad men let meer op hem dan op zijn meester en hij komt overal waar ik niet komen kan. Prinsen en prinsessen blijven in de straten staan om met hem te pratenonlangs vroeg de Groothertog of hij hem bij de wedrennen in zgn rijtuig mocht hebben en waarachtig, mijnheer, hij geeft den toon aan bij de knechts in de stad!” „En naar ik opmerk, kleedt hij zich volgens de mode,” merkte Paul op. „Geheel zgn eigen denkbeeld geheel en al, en waarachtig, hij heeft gelijk. Men kan hier niets doe* zonder uniform en men zegt mij dat hij alles precies heeft zooals ’t moet, tot de wapens op de knoopen toe.” Zij wandelden eenige oogenblikken stilzwij gend verder. Pendleton bleef nog steeds terug getrokken en scheen zich met Paul niet erg op zijn gemak te gevoelen. Hathaway echter had geen haast om vertrouwelijkheid uit te lokken, hij begreep misschien wel dat die spoe dig genoeg zou volgen. Daarom bracht hij zoo onverschillig mogelijk het gesprek op zgn eigen persoon. Hij vertelde hoe de noodzakelijkheid zich eens te ontspannen, hem naar Europa had gebracht, van zgn reizen en eindelijk van den raad van zijn Duitschen geneesheer, om eenige weken te Strudle Bad te gaan door brengen, voor naar huis terug te keeren. Hij zag heel goed hoe de kolonel hem af en toe van ter zijde aankeek, doch deed alsof hij zulks niet opmerkte. „En gij,” zeide hij, na zijn verhaal te hebben geëindigd, „wanneer zijt gij van plan naar Californië terug te keeren De kolonel aarzelde met zijn antwoord. „Ik zal in Europa blijven tot juffrouw Arguello gevestigd is ik bedoel,” voegde hij er haastig bij, „tot zij hm tot haar op voeding, wat betreft vreemde gewoonten en gebruiken, zal voltooid zijn. Ge ziet, Hathaway, dat ik mij opgeworpen heb als haar bescher mer laat mij zeggen,, dat ik nog steeds haar voogd ben. Ik ben een oud man, zonder eenige bloedverwanten en een weinig te ouderwetsch voor de lui daarginds en hij wees bij die woorden naar het Westen, doch Paul begreep zeer goed, hoe dierbaar hem die landstreek nog altijd was. „Maar onder die kerels hier, wordt die ouderwetsch- heid niet opgemerkt,” vervolgde de kolonel. een bloeiende weekmarkt, terwijl ook aldaar de omwonende bevolking grootendeels van Christelijke beginselen is. Het groote voor deel van een weekmarkt op Maandag zou zgn, dat vele kooplieden, die de markt te Gronin gen en Purmerend niet willen missen, dan ook Sneek zouden kunnen bezoeken, terwijl de verplaatsing ook de exportslachi.erij te Harlin gen zou ten goede komen. Zal de markt weder bloeiend worden, dan zou ze op Maandag moeten worden gezet, daar men op Woensdag in botsing komt met Wolvega. Blijft ze echter op Dinsdag, dan verloopt ze en dit kan niet door het bouwen van stallen worden gekeerd. De heer Wiersma, een tegenstander van verplaatsing, kan zeer goed Je aangevoerde argumenten van de Kamer onderschrijven. De Bond heeft hiermee niet genoeg rekening ge houden. Vooral voor den Z.-W. hoek bestaan er groote bezwaren. De Voorz. zegt tot de overtuiging te zijn gekomen dat de plaatselijke belangen te Sneek zwaarder zullen wegen, dan het algemeen be lang van den veehandel. De Commissie zal verslag uitbrengen aan het Bestuur, waarna wel bekend zal worden, welke argumenten daarin het zwaarst zullen wegen. Na de leden van de Kamer te hebben be dankt voor de gehouden conferentie en de aan gename bespreking sluit hg de Verg. 3. Lecture van de uitgegane stukken a uitnoodiging van het Bestuur van het Dep. Sneek van de Mij Nijverheid tot het hou den van eene vergadering naar aanleiding van zijn missive betreffende de Vereeniging „Neder- landsch fabrikaat” b mededeeling aan de Commissie uit den Bond van Friesche Veehandelaren dat de Ka mer 11 Juni te Leeuwarden op de conferentie aanwezig zal zijn c mededeeling van den secretaris, dat door hem sedert de vorige Verg, twee certificaten van oorsprong zijn afgegeven. 4. Behandeling der volgende ingekomen stukken a verzoek om adhaesie-betuiging van de Zutfensche Handelsvereeniging aan haar adres tot de Tweede Kamer gericht, inzake opmer kingen in verband met het ontwerp van Wet tot instelling van een postcheque- en girodienst. De vereeniging betuigt haar ingenomenheid met het ontwerp, dat zal strekken om beta lingen te vergemakkelijken en vermijden het noodeloos heen en weer zenden van geldswaar den, doch wenscht de waarborgsom te verlagen op f25, de te vergoeden rente van 1’/2 op 21/2 °/o te brengen en de tarieven onder 3 voor stortingen, betalingen en overschrijving te brengen op 5 ct. Na gehouden discussie wordt met 5 tegen 2 stemmen besloten dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. b verzoek van den Directeur der Konink lijke Nederlandsche Mij van Kaas- en Room boterfabrieken te Sneek invloed aan te wenden bij de H. IJ. S. M. om te geraken tot een

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1915 | | pagina 1