Doe thans uwe inkoopen in de en aanverwante Artikelen bij Oosterdijk, SNEER. exfr*a Baag geprijsd. Wed. Joustra Zoon. Flesschenmelk, Karnemelk, Room, Slagroom enz. Gepasteuriseerde Roomboter. FIJNE VLEESCHWABEN. Chocolade en Dessertwerken. Het geheim van een naam. R KASEMIER Suupmarkt 15 SNEEK. I GROOTE PARTIJ LAPPEN R. S. VISSER’s ZONEN. J JOH. DE HEER, van Magazijn van Comestibles als: Likdoor nzalfZ Kamporkraal k Cora h 20 et. per doos met gebruiksaanwijzing verkrijgbaar bij alle drogisten in Nederland of bij den fabrikant WILLEM KRAAL te KAMPEN. 27 26 Zeer fijne Advocaat Madera, Port ft Port Zoete Roode en Witte Wijn Limonades. beste NAAIMACHINES S. NOORDHOFF, Kruizcbrocderstraat 43 Sneek. Riparatkur. Het oudste en beste adres van PRIMA KAASSOORTEN. Blikken Zalm, Sardines, Kreeft, Lunchtong, Getruffeerd Gehakt. Prachtige Beenham, Rookvieesch, Saucisse de Boulogne, Blaasham, Ontbijtspek enz. Prima Rollade. I No. I-375ct. No. 2 35 No. 3 --32 No. 4 SE/ 29 R. V. I 9 Goedkoope aanbieding van Orgels. 99 99 99 99 in Feuilleton. (IForrft vervolgd.) w va tin str 11 Aanbevelend. Telefoon No. 151. Hoofdkantoor en Fabriek Oostzeedijk 330 te Rotterdam. Noord Molenstraat 71. Amsterdam, Korte ’s Gravenhage, Paul Kruger- Nieuwe Stad G 74. Utrecht, Oude Gracht 30 ct. 26 28 25 22 20 20 20 18 i R Ongeveer 80 instrumenten, die hetzij in huur geweest, ingeruild of door tijdsomstandigheden teruggegeven zijn; sommige slechts enkele weken bespeeld, worden geheel als nieuw gerestaureerd en met volle garantie tegen zeer verminderde prijzen opgeruimd. Prijzen vanaf f 45.» Uitvoerige lijsten op aanvrage franco te bekomen, zonder eenige verbinding bij FilialenRotterdam, Nieuwendijk 8. Arnhem, Steenstraat 64. laan 2 8. Leeuwarden, W. Z. bij de Viebrug 96. 9 I GROOTE OPBIHIIXG MANUFACTUREN be: aa: H w II Adres voor 22) bei London Import Finest London Import A.K.A Flowery Pecco Goenoeng Rosa Pecco Kentuck Pecco Assam Pecco Broken Oranje Pecco Broken Pecco en vei hei hei lat mi Vi vei vai Ra Ki vel in tec eei toe en er als nei ar< we W, xin me Aanbevelend, We te mo r Wt tin 1 zal de ooi zig goi hh. wo zoo z. Wt sen wij No thi he ge. te va bii ho‘ de, dit kei 44 ad; dn lee nit vei (in aai 58^ de 5 dn aai 6, r aar We het Ko 1 dat har is i voi het 1 pei 1 teg ger Wt het tot Naar „The Pupil of Golden Gate.” VAN BRET HARTE. ba tec is on f bu een heg muren, verschansingen, terwijl hier en daar, als paddestoelen op een mesthoop, zich een groepje boomen verhief. „Deze ruïne werd niet gevormd door den tijd, maar door buskruit,” zeide Paul, over een stuk muur geleund, naar beneden turende. ,,’tZiet er niet erg romantisch uit, dat moet ik erkennen,” zeide Yerba. »Ik had deze plaats nooit anders gezien dan van den grooten weg. ’t Spijt mij geducht,” voegde zij er bij, „toch geloof ik dat hier iets gebeurd moet zijn.” „Er kan op dat oogenbiik niemand thuis geweest zijn,” zeide Paul ernstig, „de familie was misschien naar de baden.” Zij stonden vlak naast elkaar, zoodat hun ellebogen, rustende op den muur, elkaar bijna aanraakten. Over den afgrond en het boseh AN ERINGA, Als de kolonel u weer spreekt van mijn over winningen, zult gij weten dat voor ’t oogen biik mijn genegenheid zich geheel bepaalt tot de moeder des barons. Ik stem toe dat het een voornaam punt is in ieders leven, als men zijne of hare moederlijke afkomst kan aan- toonen. Hoe jammer, dat gij een wees zijt, evenals ik, mijnheer Hathaway 1 Ik stel mij voor dat uw moeder een zeer ontwikkelde vrouw moet zijn geweest; een groot deel van haar tact en geschiktheid is op u overgegaan. Alleen zou ’t aardiger geweest zijn als zij ze u had gegeven als zakgeld, in plaats ze u te laten als erfstuk gij hadt ze dan kunnen ge bruiken als de gelegenheid zich voordeed en met mij kunnen deelen.” ’t Is niet te zeggen in hoeverre die ondeu gende scherts een nadere betêekenis had, want toen Paul nog dichter naast haar kwam, zétte zij haar paard in flinken galop. Toen hij’ we der naast haar was gekomen zeide zij „Op weg naar huis moeten wij de ruïne nog be kijken. Zij ligt rechts van ons, maar als ge er heen wilt zullen wij moeten afstijgen aan den voet van de helling en er heen wandelen. Voor zoover ik weet is er geen verhaal of legende aan verbonden ik zocht er naar in do gids voor gij kwaamt maar vond niets. Gij kunt dus een verhaal verzinnen.” Zij stegen af bij eene helling, waar een oud wagenspoor, thans door gras bijna geheel over groeid, langzaam rees. Na hun paarden aan de struiken te hebben vastgebonden, klommen zij, als kinderen hand aan hand, langs dien weg naar boven. Daar was een stuk van een afgebrokkelde oude wenteltrap, een stuk over welfde gang de hemel daar boven en dat was allesToch niet alles, want voor hen lag in een open ruimte in ’t bosch, de geheele VIQ Q F R JaponstofBont, Mousseline, Flanel KAfJ? i tÜ Baai,Bever, Wit Katoen,Graslinnen Koffie: Thee: 1 konden zij de groene lanen van Strudle-Bad zien, en de top van een toren of de koepel eener kerk, schitterende in de zon. Uit den afgrond zelf steeg een koele lucht van mos en bladeren op, de geur van onzichtbare bloemen en om de wijnranken aan den muur gonsden de bijen. Men zag niemand op den boschweg, niemand werkzaam in de aangrenzende velden, ’t Was alsof er drie, vier eeuwen lagen tusschen hen en Strudle-Bad. „De legende van deze plaats,” zeide Paul, de oogen gericht op de lange, bruine oog wimpers en het gelaat, die zoo dicht waren bij het zijne, „is eenvoudig en toch treffend. Een wreed, hardvochtig, doch betooverend meisje werd eens bemind door een eenvoudigen herder. Hij had nooit zijn hopelooze liefde durven uiten of een als was ’t ook maar een eenlettergrepig antwoord durven vragen. Hij was haar gevolgd uit verre landen, haar steeds aanbiddende, in zijn domheid zich een hemel van geluk droomende, die zij door haar toovermacht altijd duidelijk in zijn blik kon lezen. Eens, toen zij hem diep in het woud had gelokt, leidde zij hem naar een kasteel, dat er fraai scheen uit te zien en noodigde hem uit mede binnen te gaan om hem de verwezenlijking van zijn droom te doen aan schouwen. Maar ziet, juist toen hij hef trot- sche portaal dacht in te gaan, scheen dit voor hem in ’t niet te verzinken en vertoonde zich voor hem een vreeselijke afgrond, waarin het geheele prachtige kasteel in ruïne lag het symbool van zijn, den bodem ingeslagen, hoop.” Zij verwijderde zich een klein eind van hem, doch steeds met haar gehandschoende hand geleund op den muur, en keek hem glimla chend, ondeugend aan. Hij legde haastig zijn hand op de hare, doch zij scheen dat niet op rnïne van het vroegere gebouw, met torens, te merken. „Dat is de geschiedenis niet,” zeide zij zacht. „De ware geschiedenis heet „de Legende van het ganzenhoedstertje van Strudle-Bad en de brutale gans.” Daar was eens een ganzen hoedster, die haar ganzen naar de markt wilde drijven, maar een dwaze en brutale, jonge gans houd op, mijnheer Hathaway ik bid u laat mij gaan 1” Hij had een arm om haar middel geslagen en hield met de ander haar hand vast. Half lachend trachtte zij zich los te worstelen, gaf toe dat zjjn lippen haar wangen raakten, en stiet hem toen van zich. „Zie zoozeide zij, „zoo is ’t genoegde geschiedenis was niet geïllustreerd.” 99 nam haar gelaat een afgetrokken, peinzende uitdrukking aan. „Ik wenschte een man te zijn,” zeide zij eensklaps. Paul keek haar aan. Voor de eerste maal ontdekte hij in de klank barer stom iets van het hartstochtelijke, dat hij zich verbeeldde altijd in haar gelaat te hebben gezien. „Behalve dat het u meer macht over uw paard zou geven, zie ik niet in waarom,” zeide Paul, „ik geloof u ook niet als gij dit zegt.” „Waarom niet?” „Omdat geen vrouw werkelijk wenscht een man te zijn, tenzij zij zich bewust is als vrouw mislukt te wezen.” „En hoe weet ge dat dit met mij niet het geval is?” zeide zg, hem ernstig aanziende. Een plotseling gevoel dat zij op het punt was geweest eene bekentenis te doen, kwam bij hem op en dat gevoel vertoonde zich, onge lukkig voor hem, op zijn gelaat. „Spreek zoo niet en kijk zoo verwonderd niet,” zeide zij lachend. „Op uw opmerking had ik zeker een compliment moeten maken, zooals gewoonlijk meisjes op zoo iets geven, zeide zij vroolijk, met haar rijzweep door niet waar Laten wij liever bij uw persoon 1 J blijven waarom laat gij u met uw politieken invloed niet benoemen tot de een of andere diplomatieke betrekking, hier ergens in Eu ropa „Wij hebben dergelijke functies niet in ons land. Gij zoudt toch niet willen dat ik ver ward raakte in de een of andere dwaze so ciale betrekking, alleen om een voorwerp van afgunst en haat te worden van enkele rijke Republikeinen, gelijk uw vrienden, die zoo druk vreemde hoven bezoeken „Dat zijn geen vriendelijke woorden maar ik geloof dat ik ze' uitlokte. Verontschuldig u niet. Ik zie u lieier op die wijze uitbarsten dan complimenten afsteken. Toch geloof ik dat ge een diplomaat zijt.” „Gij deedt mij de eer eens te gelooven dat ik er een was, toen ik niets was dan de grootste ezel en knoeier,” zeide Paul bitter. Zij zweeg een oogenbiik en was blijkbaar ge heel bezig met haar paard. „Deed ik dat eens?” zeide zij zacht. Hij ging zoo dicht mogelijk naast haar rijden. „Hoe zeer verschilt hier de plantengroei van de onzezeide zij met zenuwachtige haast, zijn aandacht vestigende op het gras langs den weg, zonder dat zij de oogen op sloeg. „Ik bedoel niet hetgeen aangelegd is want ik geloof, dat er eeuwen noodig zijn, om de grasperken te maken, die men in Engeland heeft maar zelfs hier schijnen de gras- F Toen hij weder in zijn eigen kamer was, gevoelde hij een verlangen den kolo nel uit den weg te blijven tol na zijn uit stapje met Yerba. Hij zou in zoover woord houden, dat hij geen toespelingen zou maken op haar familie en verleden hij had zijn eigen moening daaromtrent. Maar het zou vreemd wezen als hij met zijn vroegere onder vinding, niet den een of anderen weg zou vin den om haar gedachten te kunnen bepalen of haar vertrouwen te winnen in die paar uur, dat zij samen zouden zijn. Hij zou haar voor waarden wel hoorenhad zij eenige nadere plannen met haar vriendelijkheid, hij zou dat wel ontdekken als zij maar eenige genegen heid voor hem gevoelde, zou zij niet lang een kunstmatige vriendschap kunnen volhouden. Maar daar moest hij thans niet over denken 1 Door het hotel te verlaten bleef hij Pendle ton uit den weg tot het afgesproken uur. Het deed hem goed Yerba te vinden in de eenvoudigste kleeding, als had zij reeds zijn smaak geraden en dat zij zelve alles gedaan had om geen onnoodige aandacht te trekken. Niettegenstaande kwamen haar bevallige vor men geheel tot hun recht en ofschoon Paul, gelijk alle werkelijke bewonderaars van het schoone geslacht, een vrouw op een paard geen schoon geheel kon vinden, moest hij haar toch bewonderen. Beiden zaten zij goed in den zadel en natuur lijk gevoelden de paarden beiden opgevoed in de Westersche school zulks en gehoor zaamden hen instinctmatig en hun gesprek, kon geleidelijk overgaan in een vertrouwelijk tête-a-iête. Ingevolge haar toespeling sprak Paul haar van zich zelf en zijn geluk, waarvan zij, naar ’t scheen, reeds iets wist. Zijn gezondheid had hem onlangs gedwongen zich uit de politiek en de bureaux terug te trekken hij was ge lukkig geweest in eenige speculaties en jongste deelgenoot geworden in een bank met buiten- landsche betrekkingen. Zij hoorde hem eenigen tjjd met belangstelling aan, maar eindelijk sprietjes dichter bij elkaar te dringen, als was onder hen overbevolking, als onder de bewo ners en dit bosch, dat altoos woest was en een jachtterrein, heeft iets blasé, als had het reeds genoeg van de onveranderde tradities en verveling om zich. Ik geloof, dat aan gene zijde van den Oceaan de natuur op ons werkt, invloed op ons heefthier oefent de mensch, naar het mij toeschijnt, invloed op de natuur uit.” „Ik geloof, dat een groot deel natuur voor dat doel van Amerika hierheen komt,” zeide hij droog. „En ik geloof dat ge uw belofte breekt bovendien zijt ge een domoorliet zij er da delijk scherp op volgen. Toch schenen zij om de een of andere verborgen reden, beiden door die geestigheden op hun gemak gebracht en draafden zij in de vriendelijkste stemming naast elkaar voort. Toen Paul de oogen tot haar opsloeg, zag hij er iets ondeugends in, als waren het de oogen eener zuster, waarin verwijt en toch tevens zusterlijke genegenheid lag. „Kijk”, ’een opening tusschen de boomen, wijzende op een lange blauwe heuvelrij in de verte, „ziet gij daar dat witte ding, dat als een sneeuwhoop op de heuvels ligt „Of gelijkt op de wasch, die op ligt” „Zooals ge ’t noemen wilt. Welnu, dat is de villa.” „En waart gij daar zeer gelukkig?” vroeg Paul, haar in het vroolijk gelaat kijkende. „Ja en daar gij geen onbescheiden vragen doet, zal ik u zeggen waarom. Daar woont een van de lieftalligste oude dames, die ik ooit ontmoette zij is het type van deii eenvoud der oude tijden en heeft al het moe derijke eener Duitsche vrouw. Zp was zeer goed voor mij en daar zij zelve geen dochter had, geloof ik dat zg mij behandelde als of ik er een was. Althans ik kan mij verbeelden wat een dochter voor haar zou 'gevoelen en wat een vrouw als zij van een meisje zou kunnen maken. Gij lacht, mijnheer Hathaway, omdat u het niet begrijpt maar u weet niet welk voordeel het voor een meisje zou wezen een moeder te hebben als zij, te weten op haar te kunnen vertrouwen. Zij is daar uitstekend voor berekend.” Paul kon slechts met moeite zijn angst ver bergen dat Yerba’s verhaal zou leiden tot een gesprek over het gevreesde onderworp. Zij schudde het. hoofd en zeide toen schert send: „U ziet, ik heb een bekentenis gedaan. ---- '-■'Z a.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1915 | | pagina 4