KRITE SWTS
BIJ
i
h
Christmas-Cake a 80 et,
A. J. BOOMGAARD, Banketbakker,
SUÜPMARKT 95 SNEEK.
De lekkerste Biscuits
L. R. VEEN,
Bütengewoane Gearkomste,
op Snjeun 25 Des. 1915, (le Krystdei)
yn „Amicitia.”
Toanielspyljen fen it Selskip „It Frysk Toaniel”
to Amsterdam.
en t 1,00,
Nieuwe Zutphensche Courant
(45ste jaargang)
-f
fen it Seiskip for Fryske Tael
Skriftenkennisse.
en
0
Gevulde Koeken
5 en 2y2 cent per stuk.
BOTE RKR ANS JES
AMANDELKRANSJES
VANILLEKRANSJES
BRUSSELSCHE KRANSJES
NOISETTINES
NOUGAT CROQUETS
AMANDELBROOD
WILHELMINA KRANSEN
Schuimkransjes
Chocolade Batons.
Vanille Croquets.
Vanille Sprits.
Brusselsche Kransjes.
Pain d’ Amande.
Sport-Sprits.
Kerstkransjes.
Jodekransen.
Telefoon Ulo. 133?
Kerstkransen 10 en 20 ct., hooger op bestel.
Prachtige soorten Kleingebak. Fijne punten Taart.
bij ’t gebruik van Chocolade en Cacao is mijn kleine
Anijsbesdiuit.
Licht op ’t gewicht maakt ze goedkoop.
Firma ROOSWINKEL.
Inschrijving voor de Militie.
60 ct per i/2 kilo.
T0
90
90
90
100
60
Banketbakker, Grootzand No. 29, Sneek.
N.B. Bestellingen op Kerstkransen worden gaarne vroegtijdig ingewacht.
Opfiering fen: „DER WIER RIS
Telefoon No. 133.
Kerstkransen vanaf 20 ct., verder in alle prijzen
rj
ADVERTENTIES.
j’
•n
•n
9
I
Wie voor ZUTPHEN, de VELUWE
en den GEDDERSCHEN ACHTERHOEK,
met succes wil adverteeren, kieze do
Annex BRUMMENSCHE COURANT.
Vraagt conditiën en proefnummers bij de
Uitgevers
Fa. J. H. A. WANSLEVEN en Zn.,
Oudewant 27, Teleph. 93,
ZUTPHEN.
DRAISI@1A •vatc
VALKENBURG’S
LEVERTRAAN-:
LEEUWARDENS
GROOTZAND, SNEEK.
W. HAANSTRA, Sneek.
De BURGEMEESTER der gemeente Sneek
herinnert de belanghebbenden, in het bij
zonder de jongelingen, geboren in het jaar
1897, en hun vader, moeder, voogd of cu
rator, aan de verplichting tot het doen van
aamifte ter inschrijving voor de militie.
Daarvoor zal ter secretarie zitting worden
gehouden op Donderdag 6 Januari a.s., voor-
middags tusschen 10 en 12 uur voor de per
sonen, wier geslachtsnamen beginnen met
een der letters A tot en met L en op Woens
dag 12 Januari a.s. voormiddags tusschen
10 en 12 uur voor de personen, wier ge
slachtsnamen beginnen met een der letters
M tot en met Z.
Verder kan eiken werkdag gedurende de
maand Januari van ’s voormiddags negen
tot ’s namiddags één uur aangifte worden
gedaan. Bij de aangifte ter inschrijving be
staat gelegenheid om op te geven de reden
van vrijstelling, die de in te schrijven per
soon vermoedelijk zal kunnen doen gelden.
De aandacht der belanghebbenden wordt
voorts gevestigd op de volgende bepalingen
der Militie wet.
Wie moeten worden ingeschreven.
Artikel 12.
1. Behoudens het bepaalde in art. 13
wordt voor de militie ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die op 1 Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin hij het 18de levens
jaar heeft volbracht, binnen het Rijk, in
het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
België woonplaats heeft, of wiens vader,
moeder of voogd op genoemd tijdstip in
een dier Rijken woonplaats heeft;
2o. ieder meerderjarig mannelijk Neder
lander, die op genoemd tijdstip in een der
genoemde Rijken woonplaats heeft;
3o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die
op genoemd tijdstip ingezetene van het
Rijk is.
2. Voor ingezetene in den zin dezer wet
wordt gehouden:
A. de minderjarige niet-Nederlander, die
binnen het Rijk woonplaats heeft
lo. indien zijn vader, moeder of voogd
binnen het Rijk woonplaats heeft en gedu
rende de voorafgaande achttien maanden in
het Rijk of in de koloniën of bezittingen
des Rijks m andere werelddeelen woonplaats
gehad heeft
2o. indien hij zelf gedurende de vooraf
gaande achttien maanden in het Rijk of in
de koloniën of bezittingen des Rijks in an
dere werelddeelen woonplaats gehad heeft,
tenzij hij in den zin dezer wet een vader
of moeder heeft en deze elders dan binnen
het Rijk woonplaats heeft;
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die
binnen het Rijk woonplaats heeft en gedu
rende de voorafgaande achttien maanden in
meente der woonplaats van vader, moeder
of voogd
b. zoo hij in den zin dezer wet geen va
der, moeder of voogd heeft of zoo zijn voogd
niet binnen het Rijk woonplaats heeft, in
de gemeente, waar hij zelf woonplaats heeft
B. van hem, bedoeld in art. 12. eerste
lid, onder 3o.indien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats
heeft.
2. De in het vorig lid als plaats van in
schrijving aangewezen gemeente is die, waar
de woonplaats gevestigd is of was op 1
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
de in te schrijven persoon het 18de levens
jaar volbracht. Ten aanzien van hem, wiens
inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam
moet geschieden wegens woonplaats onder
scheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk België, wordt de gemeente, waar
de inschrijving moet plaats hebben, bepaald
naar het Rijk, waar de woonplaats geves
tigd is of was op 1 Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin de in te schrijven
persoon het 18de levensjaar volbracht.
Art. 15.
1. Hij, die volgens art. 12 moet worden
ingeschreven, is verplicht zich daartoe aan te
geven bij den burgemeester der gemeente,
waar de inschrijving moet geschieden.
2. Indien hij ongesteld of afwezig is,
rust de verplichting tot het doen van de
aangifte
a. indien het een minderjarige betreft,
op zijn vader, moeder of voogd, mits de
vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in
het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België
woonplaats heeft, of indien de voogdij
is opgedragen aan eene rechtspersoonlijk
heid bezittende vereeniging, aan eene stich
ting of aan eene instelling van weldadigheid
op de bestuurders;
b indien het een meerderjarige betreft,
die onder curateele staat, op zijn curator.
3. De minderjarige, die in den zin dezer
wet geen vader, moeder of voogd heeft, of
wiens vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in hei
Koninkrijk België woonplaats heeft, is, be
houdens het bepaalde in het volgend lid,
steeds zelf tot het doen van de aangifte ver
plicht.
4. Hij, die is opgenomen in een der in
art. 16 vermelde gestichten en inrichtingen
of behoort tot de in het tweede lid van ge
noemd artikel bedoelde personen, dan wel
in dienst is bij de zeemacht, bij het leger
hier te lande of bij de koloniale troepen,
behoeft niet ter inschrijving te worden aan
gegeven.
5. De aangifte geschiedt in de maand
Januari van het jaar, volgende op dat
waarin de in te schrijven persoon het 18de
levensjaar volbracht.
Dagelijks Dineeren. Plat du Jour.
Abonnement gelegenheid, ook aan huis bezorgd.
6. Voor hem of haar, die tot het doen
van de aangifte verplicht is, kan de aan
gifte geschieden door een ander, daartoe
schriftelijk gemachtigd.
Art 16.
1. De bestuurders van krankzinnigen-,
idioten-, doofstommen- en blindengestichten,
van gevangenissen, van rijkswerkinrichtin-
gen, van rijksopvoedingsgestichten en van
tuchtscholen zenden jaarlijks vóór 10 Januari
eene opgave, ingericht in den door Ons te
bepalen vorm, van de daarin opgenomen
mannelijke personen, die alsdan voor de
militie moeten worden ingeschreven, aan
Onzen commissaris in de provincie, binnen
welke de inschrijving moet plaats hebben.
2. Ten aanzien van de mannelijke per
sonen, die ingevolge art. 39 van het Wet
boek van Strafrecht ter beschikking van de
Regeering zijn gesteld en niet in een Rijks-
opvoedingsgesticht zijn opgenomen, geschiedt
gelijke opgave vanwege Onzen Minister van
Justitie.
3. De inschrijving van de in het eerste
en het tweede lid bedoelde personen, zoo
mede van die, welke in dienst zijn bij de
zeemacht, bij het leger hier te lande of
bij de koloniale troepen, geschiedt overeen
komstig door Ons te geven voorschriften.
Artikel 17.
1. Voor de militie wordt ook ingeschre
ven of wordt opnieuw ingeschreven;
lo. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die na 1 Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin hij het 18de levens
jaar volbracht, en vóór het intreden van
het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk België, gevestigd heeft en wiens
vader, moeder of voogd niet reeds in een
dier Rijken woonplaats had;
2o. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die niet in een der genoemde Rijken
woonplaats heeft, doch wiens vader, moeder
of voogd na 1 Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin de minderjarige het
18de levensjaar volbracht, en vóór het in
treden van diens 21ste levensjaar zijne of
hare woonplaats binnen een dier Rijken ge
vestigd heeft;
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na
1 Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en
vóór het intreden van het 21ste levensjaar
Nederlander of opnieuw Nederlander is ge
worden, zoo hij of zijn vader, moeder of
voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk
of in het Koninkrijk België woonplaats heeft;
4o. ieder meerderjarig mannelijk Neder
lander, die na 1 Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin hij het 18de levens
jaar volbracht, en vóór het intreden van het
21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink
rijk België gevestigd heeft;
5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na
1 Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en
vóór het' intreden van het 21ste levensjaar
Nederlander of opnieuw Nederlander is ge
worden, zoo hij binnen het Rijk, in het
Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België
woonplaats heeft;
6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die
na 1 Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en
vóór het intreden van het 21ste levensjaar
ingezetene of opnieuw ingezetene ie gewor
den in den zin van art. 12, tweede lid;
7o. hij, die vóór het intreden van het 21e
levensjaar ophoudt te verkeeren in een der
gevallen, bedoeld in art. 13, indien hij overi
gens, hetzij volgens art. 12, hetzij volgens
het hiervoren onder lo—6o bepaalde, inge
schreven zou moeten worden.
2. Met betrekking tot het bepaalde on
der lo—6o gelden art. 12, laatste lid en art.
13.
3. Ten aanzien van de gemeente, waai
de inschrijving of de inschrijving opnieuw
moet geschieden, geldt art. 14, eerste lid,
met dien verstande, dat de plaats van in
schrijving wordt bepaald naar de gemeente
of het Rijk, waar de woonplaats gevestigd
is of was op den dag, waarop de in te
schrijven persoon of zijn vader, moeder of
voogd is geraakt in een der in het eerste
lid van dit artikel omschreven gevallen.
4. Ten aanzien van de aangifte of op
gave ter inschrijving of ter inschrijving op
nieuw gelden de artt. 15 en 16, met dien
verstande, dat de aangifte geschiedt binnen
dertig en de opgave binnen tien dagen na
den dag, waarop de in te schrijven persoon
of zijn vader, moeder of voogd is geraakt
in een der in het eerste lid van dit artikel
omschreven gevallen.
Artikel 102.
1. Met hechtenis van ten hoogste veer
tien dagen of geldboete van ten hoogste
honderd vijftig gulden wordt gestraft:
lo. de in art. 15, eerste of tweede lid,
bedoelde persoon of diegene der in laatst
genoemd lid bedoelde bestuurders, dieniet
voldoet aan eene hem bij dat art. of bij art
17, vierde lid, opgelegde verplichting;
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste
twee maanden of geldboete van ten hoogste
zeshonderd gulden wordt gestraft hij, die op
zettelijk een der in het eerste lid bedoelde
feiten pleegt.
Sneek, 18 December 1915.
De Burgemeester voornoemd,
P. J. de HOOP.
het Rijk of in de koloniën of bezittingen
des Rijks in andere werelddeelen woonplaats
gehad heeft.
3. Voor de toepassing van het bepaalde
in het vorig lid wordt gehouden
voor minderjarig hij, die minderjarig is
in den zin der Nederlandsche wet
voor meerderjarig hij, die meerderjarig is
in den zin der Nederlandsche wet.
Artikel 13.
Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die
blijkt te behooren tot een Staat, waar de
Nederlanders niet aan den ‘verplichten
krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten
aanzien van den dienstplicht het beginsel
van wederkeerigheid is aangenomen
2o. hij, die blijkt in de koloniën of be
zittingen des Rijks in andere werelddeelen
woonplaats te hebben, mits dit niet zij ter
zake van krijgsdienst.
Artikel 14.
1. De inschrijving geschiedt:
lo. van hem, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder lo
a. zoo zijn vader, moeder, of voogd
binnen het Rijk woonplaats heeft, in de
gemeente der woonplaats van vader, moeder
of voogd
b. zoo hij binnen het Rijk woonplaats
heeft, in de gemeente zijner woonplaats,
tenzij hij in den zin dezer wet een vader,
moeder of voogd heeft en deze in een an
dere gemeente binnen het Rijk woonplaats
heeft
c. zoo zijn vader, moeder of voogd in
het Duitsche Rijk en hij niet binnen het
Rijk woonplaats heeft, in de gemeente Am
sterdam
d. zoo zijn vader, moeder of voogd in
het Koninkrijk België en hij niet binnen
het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente
Rotterdam
e. zoo hij in het Duitsche Rijk en zijn
vader, moeder of voogd niet binnen het
Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats
heeft, in de gemeente Amsterdam;
f. zoo hij in het Koninkrijk België en
zijn vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk of in het Duitsche Rijk woonplaats
heeft, in de gemeente Rotterdam;
2o. van hem, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder 2o:
a. zoo hij woonplaats heeft binnen het
Rijk, in de gemeente zijner woonplaats
b. zoo hij woonplaats heeft in het Duit
sche Rijk, in de gemeente Amsterdam
c. zoo hij woonplaats heeft in het Ko
ninkrijk België, in de gemeente Rotterdam;
3o. A. van hem, bedoeld in art. 12,
eerste lid, onder 3o., indien hij minderjarig is
a. zoo zijn vader, moeder of voogd bin.
nen het Rijk woonplaats heeft, in de ge.
Toanie 11 ieder de Hear R. W. CANNE.
Toanielspil yn fjouwer utkomsten fen R. W. C A N N E,
en Tramhalte „Eden.”
Blyspil yn ien ütkomste fen IJ. C. SCHUITMAKER.
Tagongspriis foarüt nommen f 1.De jouns oan ’e seale f 1.25.
BIGJIN 8 URE.
Plakbisprekken de selde deis fen 11 oant 12 ure.
Kaerten foarüt to krijen yn ’e segarewinkels „DE DRIE KISTJES”, Kruzebroere-
strjitte en R. JONGSMA t/o it aid Klokhus.
5?
Il
55
55
55
V)
T9
5»
,9
55
55
55
Aangifte of opgave ter inschrijving.
Wie later nog inschrijvingsplichtig
kunnen worden.
Strafbepalingen.
Wie niet inschrijvingsplichtig zijn.
Plaats van inschrijving.
T)
3 ct. per stuk.
VEEN
Voor de Kerstdagen: