f25
f50
f75
f2000
s.
i
Huurcontracten 5 ct p. stuk
SNEEKER COURANT (67ste Jaargang) en WYMBRITSERADEEL (14de Jaa rg ang)
Dreamen en dieden.
MEUBELFABRIEK NEDERLAND
DE VRIES,
32e Jaargang.
ek.
Officie©! Orgaan der Oemeenta Sneek.
RECLAME KOLOM.
A,
D
Uitgevers: Firma H. BRANDENBURGH
Ged. Poortezijlen, - Hoek KleiflZand - Sneek.
TELEFOON No. ISO.
Firma H. Braedeebergh
De Abonne’s op dit blad worden op aanvraag Oratas verszeker'fS tegen de gevolgen van Ongelukken voor onderstaande ""99
bedragen. (Risico gedekt door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank te Schiedam.)
,"’‘=r f200...150
Ooggebreken. Oogzwakte.
HO 7|B Zaterdag 3 Juni 9916.
Verschijnt Dinsdags- en Vrijdagsavonds.
Nieuwstijdingen.
ve
D
wgze, die
11a-
eer
van
IN.
eau
m-
gel
J. A. HUIZINGA, Groningen.
bij
Overlijden.
bij verlies
van een D u i m.
-375—f 6Ó0.
-175—f250.
bij verlies
van een
W ij s v i n g e r.
bij verlies van
elke andere
Vinger.
rif-
an-
rje.
ct.
RS
au-
en-
ek-
ou-
SR,
bij verlies van
Hand, Voet,
of Oog.
-
Opticus - KEPPEL
EX
ABONNBMENTS-FRIJS
Per jaar fl.5O, franco per post f2.—, buitenland f 5.—
Afzonderlijke nummert? 3 cent
ADVBRTBNT1B-PRUS
1—5 regete 8S cent, elke regel meer 6 cent.
Bij abonnement belangrijke korting.
Ingezond» Mededeelingen 10 cent per regel.
T>
ite-
iek.
oor
Purple
D. KALMA.
blommen, de stjerren
FRANCO LEVERING.
Groote Advertentiën kunaen uiterlijk tot Maandags- en Donderdags-
avonde ingebonden worden, kleine tot Dinsdags- en Vrijdags-
morgens 10 uur.
v
y>
•n
51
lan
or-
het
en
Telefoon 118.
tuit
!K,
K.
)in-
Al* de ziekte tegen u is,
zullen de Pink Pillen voor u wijn.
Gij kunt voor u zelf, noch voor uwe kinde
ren een geneesmiddel vinden, dat u zooveel
voldoening geeft als de Pink Pillen. Er is
geen geneesmiddel dat zoovele waarborgen van
deugdelijkheid geeft en alleen reeds deze reden
moest voldoende zijn om ze bij voorkeur door
u te doen nemen want de voorkeur moet gaan
naar het middel dat bewijst te hebben genezen.
Zoodra de zieke de Pink Pillen neemt, onder
vindt hij een groote aandoening van welzijn,
hij gevoelt wel degelijk dat het middel werkt.
De behandeling met de Pink Pillen biedt ook
deze voordeelen dat zij het in acht nemen
van een afzonderlijken leefregel onnoodig
maakt, dat zij kan worden gevolgd door be
jaarde personen, zoowel als door jonge kin
deren. De Pink Pillen zijn een echt en doel
treffend huismiddel.
Wij zeggen dat de Pink Pillen een huismid
del zijn omdat zij geheel zijn aangewezen om
de gewone ongemakken te bestrijden die, he
laas, niet nalaten dén een of anderen dag.
het een of andere familielid te overvallen.
De vader of de moeder kunnen vermoeid of
overwerkt zijn, de Pink Pillen geven hen hunne
krachten weer. Lijden de grootouders aan een
moeielijke spijsvertering Niets versterkt zoo
zeer de maag als de Pink Pillen. De kinderen
eindelijk, die voortdurend zorgwekken, hebben
altijd wanneer zij op den huwbaren leeftijd
komen, oenige ongemakken gebrek aan eetlust,
bleeke kleur, slaaploosheid, schele hoofdpijn.
De groei brengt hen van streek, maar de Pink
Pillen zijn daar om hen te ondersteunen.
De Pink Pillen zuiveren en verrijken het
bloed en zijn de krachtigste versterker van het
zenuwstelsel. Door rijk en zuiver bloed en
sterke zenuwen te geven, onderhouden de
Pink Pillen u in een volmaakten toestand van
kracht en gezondheid on behoeden u tegen
den heimelijken aanval van epidemische ziekten
die, zooals men weet, alleen de zwakken
treffen.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar af 1.75 per
doos en f 9 per zes doozen bij het Hoofddopöt
der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amsterdam.-
Voor Sneek en Omstreken bij de Erven Joh.
W. Meijer en fa. B. Meindersma te Sneek en
bij alle goede Apotheken en Drogisterijen.
De prijzen dar sigaren.
Naar de Tel. verneemt, zullen de pre
zen der sigaren weer omhoog gaan. De
eerste stggiag blgkk slechts het begin van
een voortdurende stggiag, waarvan het ein
de vooraf niet te bepalen is. Als reden
dezer prgsstgging geldt de zeer dure tabak.
Bg de veilingen te Amsterdam en Rotter
dam werden de prgzeu enorm opgadreven,
doordat het grootste deel van den aanvoer
voor Duitschlaad werd opgekocht. De Duit-
sche agenten, die tegen eiken prgs kochten,
maakten de markt duur en schaarsch.
De aanstaande verhooging geldt natuur
lek weer in hoofdzaak de goedkoopere soor
ten beneden 10 cent.
O® watersnood.
Uit Anna Paulownapolder meldt men
De in den Westpolder aangelegde proef
velden op gronden, die ongeveer 20, 40 en
60 dagen onder water zgo geweest, hebben
uitkomsten opgeleverd, welke beneden de
verwachting gebleven zijn. Dit is weinig
bemoedigend voor den landbouw in den
Oostpolder, waar het zoutgehalte vau den
bodem nog aanzienlijk hooger is. Men maakt
hier dan ock weinig hsast met het bewer
ken van den grond. Op nog maar enkele
plaatsen worden de geteisterde boerderijen
hersteld, of ziet men een lichte bouwsehuur
verrjjzen, die vcorloopig als woonhuis wordt
ingericht.
is a.s. Dinsdag 6 JUNI in ’t Hotel
SCHRAM te Sneek: te spreken en te ont
bieden voor de levering van BRILLEN
voor alle ooggebreken.
misdaden, van kant te maken, hem door
haar (mevr. H.) was verstrekt. Waite had
haar ook verteld, dat zjjn eigen vrouw, in
verband met haar slechte gezondheid, nog
maar enkele maanden te leven bad. Ook,
dat hg de Peck’s had vermoord, had Waite
haar bekend. Hg had echter als zgn vaste
voornemen te kennen gegeven, >dat zg hem
nooit levend zouden vangene.
alle afdeelingen padvinders in Nederland
een vlag aangeboden. De prins heeft thans
benoemd zes Igf-pages, die hem moeten
volgen bg offieieeie aangelegenheden. Ook
de afdeeling Leeuwarden werd in de gele
genheid gesteld een Igf-page te benoemen
en heeft daarvoor Meine Meinesz aange
wezen.
Woensdagavond zgn de Leeuwarder pad
vinders aan het station bg hetz vertrek van
den Prins geweest.
rinez jr. en oefent in Bacs-Topolva het
eerzame ambt van varkenshandelaar uit.
Hg verklaarde gedurende den oorlog met
de varkens millioenen te hebben verdiend.
Reeds voor de derde leening had hg een
millioen kronen geteekend, en de jaarrente
van dit bedrag, 60.000 kronen, werd voor
het Roode Kruis bestemd.
De man verzekerde dat hg voor de vgfde
leening eveneens een millioen hoopte te
kunnen reserveeren. De varkens die hem
’t bedrag moesten leveren stonden reeds op
stal....
Een giftmenger.
Geruimen tgd geleden werd meldieg ge
maakt van een sensatiewekkande arrestatie
in de Vereen. Staten. Zekere dr. Arthur
Warren Waite, een New-Yorksch tandarts,
die echter meer bekend was door zgn bui
tengewone bekwaamheid als tennisspeler,
was in hechtenis genomen na een logeer-
bezoek, dat aan Waite gebracht was door
zgn zeer gefortuneerde schoonouders, het
echtpaar Peck, uit Grand Rapids in Michi
gan. Beiden waren, kort na elkaar, ten
huize van den schoonzoon overleden. Reeds
gedurende de instructie had Waite bekend,
schuldig te zgu aan den moor dop de beide lo
geergasten. Thans is de zaak in openbare
behandeling en ter terechtzitting heeft Waite
niet enkel zgn bekentenis bevestigd, maar
die nog uitgebreid met de mededeeling, dal
hg ook nog gepoogd had, zgn schoonzus
ter, juffrouw Beek, uit den weg te ruimen.
Niet zonder ziekelgken trots beschreef hg,
hoe hg zgn slachtoffers met iyphuskiemen
had besmet, en hoe hg den dood nog wat
had verhaast door toediening van chloro
form. Zelfs had hg nog arsenicum gebezigd.
Een getuige, mevr. Horton, verklaarde,
dat de beklaagde haar, na zgn inhechtenis
neming brieven had doen toekomen, waar
in hg zeide, voor den rechter krankzinnig
heid te zullen simuleeren. Deze mevrouw
Horton was een hoofdgetuige. Zjj deelde
nog mede, dat het gif, waarmee Waite ge
tracht had, zich, na de ontdekking van zgn
NIEUWE SNEEKER COURANT
Oorlogswinst.
Naar de »Arbeiter-Zsituhg< aan de Boe-
dapester bladen ontleent noodigen de of
ficieren van het infanterieregiment no. 86
dezer dagen hunne soldaten uit voor zoover
hunne omstandigheden dit toeliehn op de
vierde oorlogsieening in te schrgven. Een
soldaat meldt zich aan als inschrgver.
Hoeveel vraagt de kolonel.
>Anderhalf millioen kronen< luidt het
antwoord tot niet geringe verbazing
den chef.
De soldaat die zich een dergelgke in
schrijving kon veroorloven heet Josef Lö-
syn busdoek nimf oin syn noas to snuten ef
hja weagot it, yn hjar blank-glinsterjendo klean
in pear ünnoazele dounstrodtsjes to meitfjen,
den is da Ijeafde dea, hwent de forearing hat it
bistoarn.
Men mei dit oerdriuwing neame en hy dy’t
de eare hat syn lêzers hjir op dizze djippe
wizens •'to üntheljen, scil soks grif net ünt-
stride; mar men mei steande halde, det .de
jongfaem, dy ’t mei krekt deselde ynlike oan-
dwaning sjucht, ho ’t hjar Ijeaver mei in franje
fen it tafelsklaed om sit to tyspeljen, as ho’t
er, klaeid yn syn khaki, rint troch de strjit-
ten fen in stêd, dy ’t er faeks straks hawwe
scil to fordiginjen tsjin in oermachtich fijan-
lik leger, net Ijeaf hat, mar op in berneftige
en ünnoazele wizansje forljeave is< Dêrom is
de hillichste Ijeafde faken krekt net de ivige,
mar in tige tidelike, om ’t bja tear is en gjin
smoargens forneart op it wite klaed fon de
Ijeafste en hwa fen üs, dy ’t sunder ea to
koart to sjitten, bjir yn ininskelike Isa it ivige
seis wit to fortsjinwirdigen
Sa giet de minske troch it bannige libben,
mei foar syn eagen it byld fen hwet er fen
neden hat for de rest fen syn siele, yn syn
herte do winsk en de bea, ienris syn ideael
wezentlikheit to sjén, jimmeroan delknibbeljend
for hwet him taliket it ivige seis to wêzen,
den it byld wer fen syn foetstik keilend as it
forwaret en ünhuer wirdt, om in mennich
trêdden fierder wer krekt itselde to bigjinnen.
It is skoan to bigripen, det soks yen einlings
bigjint to fortretten en det men, alder wirden,
hwet makliker kontint is en gjin biswier sjucht,
de ynlikste forhalding mei immen oan to hal-
den, al wit men syn lek en brek tige klear
mar hjiroer kin ik net meiprate, hwent ik
bin noch net troud.
En sa ’t it minskdom siket yn syn Ijochte
dagen en\syn dröve nachten, sa ek de kin st
op hjar hichten en yn hjar ^bidelten. Sims
mient bja hjar doel foun to haw wen, en mei
faldeüe hilnnen knibbelt hja süntsjes del op
it sêfte moas foar in hillieb byld, wyt fen it
moanneljocht oerstriele, det troch de lüster-
- mar it byld swjjt en
it Ijocht, earst sa nij yn syn glans, bigjint
kostet it gjin de minste moeite mear, hjar
lichum to forknoeijen en den ek bjar geast sa
to forfoarnajen, det dy mei it sike lichum in
haechlik gehiel ütmakKet, en ek binne hja der
masters yn, hjar siele tsjinstber to meitsjen
oan it minderwaardige, seis sè,, det de ynfloe-
den dêrfen düdlik wirde op bjar uterlik. Mar
sadré bja war dogge, beide soun to haldon ef
to meitsjen, den üutstiet der troch de frjemde
ynrjuchting fen de hjoeddeiske mienskip,
dy ’t oan de siele ivich it nedige üntkeart en
faek ek it lichum sloopt, in striid, hwerfen it
ein net to bisjên is. En dochs is ’titiennich-
ste, det men jimmeroan bistreevje moat, it
soune lichum en de geve geast mei enoar to
biwarjen yn suvere harmonge-,as it bliken
docht, det de ynrjuchting fen üs minskelike
wrald dizze earetsjinst fen it ivige yn ’e wei
stiet, den fortsjinnet bja yet bjoed-de-dei yn
mankoar trapa to wirden, hwent den scoe de
mienskip hearskeresse wirden wêze en de minske
slaef.
De kinst fen it laitsjende en libbenskrêftige
Grikelan koe yn dizze tiden bjar werberte slim
bilibje yn in lan as Dütsklün, dot to materia-
listysk wier om de kinst to biiichtsjen en it
to drok hat mei it jitten fen syn kanonnen
en it drillen fen syn manljue om yet to tinken
om sok in ünnutte sikerij hwet ivige spi-
tich is, omdet dit lan, net hwet syn ynrjuch
ting, mar hwet syn minsken oanbilanget, sünder
syktme en rottens wier. Hja koe net üntstean
yn Ruslan, omdet dit ryk wier as sya earn-
stige en steatlike walden, fol fen gerüs en
swier fen gesueht, en om ’t bja alderearst fen
neden hat de kleare laits fen de twinkeljende
sinne hja hie gjin takomst yn Frankryk, om
det dit lan, hofolle men der ek fen hélde mei
en ho’t men it ek biwünderet om syn fleur
en swier, siik wier, oersljür om syn eigen
bidjer en as in tarring-pasjint mei opdreaune
wangen en to ütlittende wille. Hie hja yet
hwet takomst, it scoe wêze op de eilaunen yn
it West, dér ’t de ivige en lotterjende sé it
minne fen ófspielt, dêr ’t de séwyn strykt oer
de Jannen en dêr ’t de minsken, net to folie
fen soargen bihindere om ’t hja ryk binne,'
hjar geast jaen koenen oan de inerlike for.
doadsk to lykjen fen blekensden riist hja
wer oerein en swalket moedich de bjerstige
walden yn, twivel yn hjar krêftige siele. Skielk
rint hja mids leidige minskekloften troch de
wearzige droktme fen in plezier-strjitte, en hja
panderet de kroegen yn en fortiestyn ’e walm
fen ’e oaljekreammen, oant do fleur bjar forlit
en bja inkeld mear sjucht it lytse en minne
yn ’e minskelike wille fen sok in hetsige hei
belstil glüpt bja Wer wei en hja kriget
langstme nei de sé, lyk as dy eioleas weaget
ut nuvere fierten nei de skoeijing fen 'e grien-
jende dyk, en bja sjongt der hjar moaiste lie
ten oant de sang fen ’e sé hjar ienlüdich wirdt
en hja mei frjeonlik en from bitrouwen giet
nei de hillige en wgde stimming fan iu Roomske
tsjerke.
Mar hja, de üöstjerlike Kinst, is wizer as
de tidelike minske. Hwent wylst de léste al-
meast him bistjüre lit fen ’e lumen fen it
amerij, en syn Ijeafsten farwol soit en wer
nije siket sünder faek to witten,' hwerom krekt
syn siikjen is, wit hja skoandere bést hwet
allinnich yn staet wéze scil de ienfaldige en
kleare winsken fen bjar siele to bifredigjen.
Wier hja net ienris yn Grikelan en foun hja
dêr net, ryklik twa tüzen jier lyn al, hwet
hja sochte: minsken mei rizige, feardige lea,
geef as it moarmer fen hjar timpels en mei
rêstige en dochs sa waerme en ynlike siele
klear as de blauwens fen bjar simmerske lof-
ten? It weldige réd fen ’e ieuwen is oanrölle
en de minsken fen it aide lan binne biïerdige
Sünt lang en bjar timpels tobroazelen en foelen
yn stikken under de skotten fen ’e kanonnen,
dy’t blaften as wier de helhoun loslitten
mar Horiieros syn striidsang en sya reisliet
oerlibbe de tiden en bja, de hpopjende sjöng-
ster, wol det moaije forline wer werom en
doarmet de walden roun, eft bja den soks
nearne mear biglimkje scil.
It geheim fen Grikelan leit net hjiryn, det
der harmonije bistie twisken uterlik en wêzen,
lichum en geasr, it ivige en it tidelike
hwent soks is ek it gefal by de teikenings
fen Pyt v. d. Hem en de Dutske kriichsdich-
ten mar yn dit stik, dat beide liif en siele
geef wiemen en soun. De minsken fen üs tiid
Gefingeerd® Inbraak.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
werd in perceel Middenweg 92 te Water
graafsmeer ingebrokenop een wgze, die
al dadelgk argwaan wekte. Zoo werd bv.
het hout rondom het slot in de achterdeur
uitgesneden, maar zóó als geen inbreker
van beroep dat poit doen zou. Verder werd
uit een kast een etui met zilveren lepels
ontvreemd, doch een tooneelkgker van
waarde liet men liggen.
Of hetgeen gisteren in dezelfde woning
voorgevallen is met de >inbraak< van Za
terdagnacht in verband staat, zal nader
moeten blgken. Terwgl de heer des huizes
afwezig was, en zgn echtgenoote een be
zoek aan het Schoolmuseum te Amsterdam
bracht, heeft de dienstbode het dochtertje
uit huis weten te krpgen door haar geld
te geven, waarvoor zg in Diemen chocolade
kon koopen. Het bewuste perceel ligt n.l.
dicht bg Diemen.
Toen de bewoners des middags thuis kwa
men vonden zg de dienstbode gebonden en
gekneveld. Na haar bevs-gd te hebben, ver
nam men dat de inbrekers wederom een
bezoek aan de woning gebracht hadden.
Een zeer scherp onderzoek van den in
specteur van politie bracht de dienstbode
tot de bekentenis, dat zg zelve de dievegge,
en het geheels verhaal van de inbraak een
verzinsel was. Een eikenhouten linnenkast
was met een -beitel opengebroken, en daar
uit een bedrag van circa f300 ontvreemd.
Zg wees echter de plaats aar, waar zg het
geld verborgen had. Zg werd onmiddellgk
m verzekerde bewaring genomen.
Brieven oan ’e Snltsers.
IV. De Mienskip en de Wraldstriid.
De ynlikste forhalding, dy dor twisken twa
minsken üntstean kin en dy ’t men wend is
Ijeafde to neamen, is hillieh,' net om ’t it
hjjlik wêze scoe in fen God ynstelde en biféstige
forbining, mar om 't immen, dy ’t üs Ijeafde
hat, for üs wirdt as de Folmakkens seis, in
minske sa heech en sa glinsterjend op syn
strieljende hichte, det wy it hast net weagje
üs eagen op to slean, om ’t wy mar al to
goed witte, seis net sunder lek en brek to
wêzen. Hy allinnich, dy de Ijeafde field hat
mei hiel syn wêzen, dy det frjemde en gehei-
mige bilibbe, as waerd men wei yn it Ijocht,
det streamt üt ’e poarten fen in minskelike
siele, hy bigrypt it ald-Testamentyske wird,
as it hjit„God skoep de minske nei syn egen
byld”, hwent hwa ’t wy Ijeaf hawwe is for
üs de fortsjinwirdiger fen it Godlike op ierde
Hjirtroch is it to forklearjon, det ien inkeld
plat wird, ien inkelde minne die sa maklik in
ein meitsje kin oan in Ijeafde, dy.’t men seis
biskóge hie as ivich en ünforgankelikde bi-
tsjoening wirdt forbritsen, sadré der üt it striel
jende Ijocht fen ’e moarntiid in deistich minske
nei foaren komt,.klaeid yn reach fen fodden
en hingjend op houtene krukken, immen, like
earm oan ivige moaite en einleaze wierens as
wysels. Jimmeroan hat men ynsjoen, det fen
de Ijeafde de Forearing in üntsachlik elemint
ütmakketmar hwet men foaral, yn ’e dagen
fen it realisme, faken forgeat, is, det dizze
fórearing net jilde moat de persoanlikheid seis,
mar inkeld it godlike Ijocht, det dêr glanzget
yn syn eagen. De jongfeint, dy ’t Ijeaf hat,
heart in helt to wêzen, dy ’t yn it rüzige
jountiidswald it ünhjirmlike wylde djier for-
slacht, det him bihinderje wol to gean nei de
wente fen syn Ijeafste; en hja seis moat wêze
in yn wyt klaeide ingei, yn de tün fen hjar moanneljocht oerstriele,
himel rêstich kujjerjend twisken hjar strieljende jende blêdden siicht
blommen, de stjerren; mar as de jongkeardel ix
SNEEK, 31 Mei. Asn de heden alhier
gehouden Voorjaars-Paardenmarkt waren
in totaal aangevoerd 166 stuks n.l.
40 le soort paarden prgzen f600f975.
110 2e
15 3e
1 Veulen.
Handel gewild.
Lijf-page*.
Zooals men weet, is prins Hendrik be
schermheer van de Nederlandsche Padvin
ders vereeniging (N. P. V.) en heeft hg aan
Ijochting en hjar lichum oan ’e sport.
En it liket der nei, det bja dèrre wer
hoarskje scil. De tachtiger biweging, dy ’t ek
dêrro do learo fen ’e Friinske kinst ynhelje
woe en lyk as rounom, gjin rekkenskip haldde
mei hwet it eigen folk yn steat wier oan moais
en ivichs to jaen, waerd yn Ingeliin folslein
oerwoun, en do dichters dy’t de Franske bi-
gjinsels dêr hilde dienen, stoaren ringen, oan
selsmoard de ien, oan dranksjucht deoar, oant
hiel it lan wer fen hjar bifrijd wier. En ünder
it jongere laech wirdt Rupert Brooke foreare
as in prieljend foarbyld, hwaens liet wier as
de stille laits fen *e sinne, ]yk as dy eartiids
riisde oor it lilde Grikelan, en hwaens lea
wierne fen sok in suvere rikens, dot men net
wist hwet it moaste to Ijeavjen. St. Clair Tisdall
dy ’t faeks de geast fen syn frjeonen it
suverst oanjown hat mei syn kostlike rigels
And there I’ll walk long miles, and swim,
[and run,
And look for hours on the flowers that grow
Purple on the sea-croaned marshes in the
[sun,
And hope to change the worldit needs
[it so
by woun prizen yn it fornoamde kriich-
roeijon twisken Oxford en Cambridge, en
skreau fersen fen sok in sjongsume ienfald, det
se yen nea wer üt it ünthald geane as men
se ienris liesen det is it üntbjit for de ta
komst. It tiidrek fen de dichters mei de lange
hierren en de forwielen jaskes, mei de knyp-
bril en de sigaret, heart einlings oerwoun to
wirden.
En dêrom hawwe wy bitrou, det de geve
kinst fen it aide Grikelan jinsen yn it West
wer oplibbet. Nimmen scil üntstride, det ek
dêrre yet in heap minnichheit en lytsens is,
nimmen scil jubelje mejje om hwet yet op
gjin foetten en figmen nei forwezentlike is, mar
it üntbjit is dêr, en det is mear as earne oars.
Ik hoopje det men sa’n bytsje bigrypt,
hweroin wy de eilinnen yn it West forearje.