E o L I a; DE VRIES, s s I a I 33e Ja argang. Zaterdag 3 Februari 1917. Nieuwstijdingen. FECLAMEKOLtM. Uit de stilte. VrcuwenregMiPtng 7 No. 37. 8 g J s o II. a •d E Q O N L a g g u '■tf r r4 Optician - HEFFEL .(nterc. Telefoon 215, AIIEX SNEEKER COURANT (67«e Jaargang)WYMBR1TSERADEEL (!4de Jaarflanfl) H «f ■3 *9 ja m fl sf 2 o o. 2 3 b 3 Dan moet u er een motie vai I Z I* Provinciale Staten van Friesland. H. riep hij Hartrop toe. de voorraadkamer!" riep LI. er Wordt vervolgd. f «'■u Kleine geheimen. De liefde die er tusschen man en vrouw bestaat, is, zegt men, in omgekeerde reden tot het aantal geheimen dat de een voor den ander heeft. Dit is zeker waar en in het alge meen kan men zeggen dat alle lieden die een goed hart hebben, die liefhebben, niets voor zich zelven willen houden wat anderen kan in- teresseeren, gerust stellen en verlichten. Aan dat gevoelen gehoorzamen zij, van wie wij brieven met getuigschriften van genezing door de Pink Pillen ontvangen. De schrijvers dier brieven verzoeken ons dezen te publicee- ren met de bedoeling aan hen die lijden zooals zij zelven hebben geleden, een goeden raad te geven. Met die bedoeling zond Mej. Mortelette. 127, rue de Beauvais, te Amiens (Frankrijk), ons de volgende mededeeling: „Ten gevolge van verdriet en tegenspoeden was mijn gezondheid zeer slecht geworden en had de bloedarmoede mij ondermijnd. Ik zag er vervallen uit en at bijna niet meer. Niet al leen had ik een afkeer van het eten, maar ook era c? 'MJ4— ROMAN NAAR HET DU1TSOH (Welbarregimeut) va» A. OSKAR KLAUSMANN. (Geautoriseerde vertaling) (Nadruk verbod»».) Cfl D Pa O <x> cz> •0 nö M-i tv 'o m ce K W i a u 5 „Wat kom jij hier doen?" vroeg Kersten. „Ik hoor, dat er een ongeluk gebeurd is en stel er natuurlijk belang in, hoe het afloopt". „Je kunt ons nergens bij helpen”, zei Kersten zeer ernstig. „Je aanwezigheid is hier geheel overbodig. Je kunt heusch gerust thuis blijven en daar telefonisch op de hoogte gehouden worden". „Ik blijf hier”, verklaarde Dora. „Ik heb recht op, te ervaren wat hier gebeurt". Ze was alleen gekomen. Tante Schottelius was dien morgen afgereisd. Ze ging niet naar Egypte, doch had er de voorkeur aan gegeven, naar haar geboorteplaats terug te gaan. De nieuwe gezelschapsdame had Dora thuis gela ten: ze begreep niets van al die technische zaken en was zoo onbekend met alle verhou dingen. dat het volkomen doelloo; zou zijn ge weest, haar mee te nemen. „Ik kan me niet met je bezig houden”, had Kersten tegen Dora gezegd en was weer weg gegaan, naar den ingang van den hoofdschacht. I is ».s. Dinsdag 6 Fabr. in ’t Hotel SCHRAM te Snkkk te spreken en te ont bieden voo de levering van BRILLEK van 9 tot 2 uur. Den heer Groeneveld spijt dit. or aas, dat do moti» tegen den De grondoorzaak van den tegen woor- digen oorlog en van alle oorlogen. De grondoorzaak van den oorlog in het algemeen ligt in de menschelijke natuur. Hebzucht, heerschzucht, onverdraagzaam heid, enzoovoort, zijn dagelijks aanleiding tot oorlog in kleinen kring. Wordt aan dit onwelwillend samenleven niet dien naam gegeven, in wezen verschilt het niet van den oorlog die met kanonnen, en welke andere wapenen ook, wordt gevoerd. Het zijn alleen de menschen van hooge en bepaalde positie die den laatstgenoem den oorlog onmiddellijk kunnen teweeg brengen. Middellijk daarentegen staan niet enkel deze personen schuldig, maar alle menschen, al is dan de eene mensch naar z ij n geaardheid en inzicht minder oorlog zuchtig dan de andere. Heeft dus de oorlog zijn eerste oorzaak in de natuur der menschen, dan moet ook daar, door zelfopvoeding, de bestrijding ervan aanvangen. Weer werd de deur opengerukt en opzichter Oswald stortte naar binnen, gevolgd door twee man. „Het es van eerste zou zijn, die de redding zou leiden en dat hij geen gevaar zou schuwen. Een tweede doorbraak, afgesneden door het water! Graaf Klinter, de zich hals, over kop Ze was zelf, door onrust gedreven, naar bui- verkleed had, stormde van uit de kleedkamer dwars door de zaal en riep Dora nog even een groet toe. Zijn haast was beangstigend. Hartrop kwam uit de kleedkamer en ging op Dora af. „Erg, heel erg", zei hij. „Een ongeluk komt nooit alleen. Er zijn, geloof ik, mijngassen los gekomen en de bergraad met zijn mannen ver*- keert in het grootste gevaar. Met mijngas valt niet te spotten. Ik zal toch eens even gaan zien, of ik er niet wat meer van te weten kan ko men". Hartrop ging weg en Dora bleef weer geheel alleen. Wat beteekenden alle emoties van de laatste weken bij hetgeen ze nu ondervond! Nauwe lijks was de man, dien ze liefhad, aan den dood ontsnapt, of hij scheen weer te moeten ten onder gaan. Hartrop bleef heel lang weg, tenminste heel lang in Dora’s oogen. Toen hij eindelijk terug kwam, had hij een bedrukt gezicht. „God zij hun genadig”, riep hij uit. „De berg- haad en de vijf mannen, die hij bij zich had, zijn zonder twijfel verloren. Zij zullen door het mijngas stikken en het is onmogelijk, hun hulp te brengen, al wilde men ook nog zoo graag. De arme bergraad! Hij was zoo’n goed en nobel mensch, voor ons allen had hij altijd een vrien delijk woord”. Hartrop veegde met de leege linkermouw van zijn jas langs zijn oogen. Dora zag het en merkte er zelfs het komische van op. Ze schreeuwde het niet uit, ze huilde of kreunde niet, ofschoon deze man, die blijk baar goed ingelicht was, reeds den doode be treurde. Het was alles koud en stil in haar geworden, slechts in haar hoofd brandde het, alsof daar een vonk gloeide, die steeds verder in haar hersens vrat. fl v - B s 2 2 dezen of genen zijn de schuldigen ten op zichte van den oorlog. Zij, die dit doen, moeten bescheidener worden en beginnen met zelfonderzoek om te komen tot zelf kennis en zelfopvoeding. De loutering van het eigen innerlijke moet samengaan met het gezamenlijk en voordurend pogen om dé maatschappij zoo te verbeteren, dat het gevaar voor het ontstaan van oorlog meer en meer afneemt, en eindelijk, naar wij hopen, verdwijnt. Dit is eene wijze van bestrijden waaraan eik deel kan hebben. En die, wanneer zij in vollen ernst wordt ondernomen, van niet geringe beteekanis is. Sn., Jan. ’17. Rechtskundige en maatschappelijke voor- 1 lichting van den boerenstand. Spr. begon met te constateeren dat een bree- dere ontwikkeling van den boerenstand èn voor dezen stand zelve èn voor de maatschap pij in het algemeen gèwenscht moet worden geacht. Daarom bepleit Spr. het verbreken van de samenkoppeling tusschen onderwijzersacte en landbouwacte. Dan zal het mogelijk worden dat bv. menschen met een andere en vaak be ter bij den landbouw aanpassende opleiding (bv. H. !3. S.) de landbouwacte halen. Toch zal deze maatregel alleen niet in staat zijn tot het vormen van een zoodanig intellec tueel contact tusschen boerenstand en maat schappij als in het belang van beide noodza kelijk is. Daarvoor is een betere voorlichting van dien stand op allerlei gebied noodza kelijk. Hoe noodzakelijk dat wel is wil Spr., jurist, bewijzen met een paar voorbeelden op juri- disch-economisch gebied. Spr. gaf daarna een interessant betoog over deze voorbeelden, nl. een bepaling uit het a r- beidscontract, over e i s c h e n van s o- 1 i d i t e i t te stellen aan een beleggingsfonds als bv. p a n d b r ie v e n. en trad daarna in een bestrijding van de hooge salarissen van notarissen bij openbare verkoop en verhuur. Spr. bepleitte o. a. dat de ver- kooper de kosten zal betalen, dat gespecifi- Niemand kan volstaan met te zeggen: ceerde notarisnota’s zullen worden overgelegd, terwijl Jiet stelsel, dat de notaris als staats ambtenaar ook door den Staat betaald wordt, de voorkeur nog zou verdienen. Na nog eene bestrijding te hebben gegeven van 't systeem van openbare verhuring en van het stelsel van s t r ijk- en verhoog- gelden kwam Spr. tot de conclusie, dat tn dit alles slechts verbetering kan worden ge bracht door een betere juridisch-economische voorlichting van den boerenstand. De wetgever kan niet overal ingrijpen en de wet is er, zooals de Romeinen zeiden, alleen voor hen die waken. Door een systeem van voorlichting nu, zoo als Spr. bedoelt, zullen de boeren wakend wor den gemaakt. Spr. bepleit de aanstelling van een jurist-econoom als ambtenaar bij de Frie- sche Mij. De boeren kunnen dezen ambtenaar dan advies vragen, hij kan zoi gen voor een archief enz. en kan worden betaald door de adviesvragers. Met den wensch dat deze voorlichting mede zal werken tot het vormen van een intellec tueel hoogstaanden, van idealen vervulden boe renstand. eindigde Spr. zijn gedachten wekken de en warm toegejuichte rede. De heer Groeneveld vraagt of hij dan bjj motie niet kan uitspreken wat in de verklaring staat. .De Voorz. maken. De heer Groeneveld ziet daar ten slotte van af, hij zal ’t er bjj laten. (Naar de L.C. ver neemt stond de verklaring, welke de rechtscha Statenclub wenschte af te leggen, in verband met het bezoek der Koningin op Zondag aan deze provincie.) Begrosting4917. Daarna worden zonder beraadslagin goed gekeurd de gewijzigde begroeting 1917, slui tende in ontvangst ei uitgave op f 3.106.280.34| en het voorstel tot heffing van 6 opcenten op de vermogens- en inkomstenbelasting over het belastingjaar 1917-1918. Hulde Peereboom. Alvorens de Winterzitting te sluiten bracht do Voorz. hulde aan dan heer Peereboom, het oudste lid van het crllege van Ged. St. die 18 jaren gedeputeerde was en thans den wensch te kennen heeft gegeven af te treden. rookmasker!” „Waar is het?” „Daarboven in Hartrop. Opzichter Oswald ging naar Dora en meldde haar officieel: „Graaf Klinter wil met het rookmasker aan in het mijnveld gaan, waar de mijngassen zijn, hoewel mijnheer Kersten het niet wil toestaan. Het is eenvoudig een zelfmoord van graaf Klin ter, want de bergraad en degenen die bij hem waren, zijn al lang dood. Maar graaf Klinter wil het niet opgeven”. Daar buiten werd het nacht. De electrische booglampen flitsten aan. De wolken rook, die nu langs het venster vlogen, waren zwart. Maar met de regelmatigheid van een uurwerk en niet tegen te houden, evenals het vreeselijk noodlot daar beneden, kwamen ze steeds weer voorbij. Waarom bleef Dora hier? Waarom zette ze zich niet in haar auto en reed heen? Ze wist het: ze was niet in staat, van haar plaats op te staan. Haar voeten waren als verlamd, en in haar hersens brandde het steeds heviger Een geschreeuw uit honderden kelen klonk plotseling van buiten: enkele hoera-kreten klonken er tusschen. De oude Hartrop zette zijn muts op, die naast hem op de bank lag en ging weer naar bui ten. Na korten tijd kwam hij terug. „Er is een telefonische verbinding met de afgesneden colonne. Ze konden eerst niet bij het toestel komen. Ze melden nu, dat er hon- derdtwintig man zijn en zich in goeden wel stand bevinden. Ze hebben voldoende lucht, en het is alleen erg koud. Ze zullen allen gered worden". Het schreeuwen daarbuiten hield aan. Zoo gaf de menigte aan haar opwinding en vreugde lucht. Onder in de mijn, niet ver van de lift, zat geheimraad Kersten op een blok steenkool en maag mil te zeer deed lijden door het verteren jnadenken geven, der weinige spijzen die ik gebruikte om mij te voeden. Ik was erg vermagerd en zóó zwak dat mijne beenen weigerden mij te dragen en ik ongeschikt was zelfs licht werk te doen. Ik heb vele middelen gebruikt zonder een verbe tering waar te nemen en besloot eindelijk de Pink Pillen te nemen, die mij van verscheidene zijde waren aangeraden door personen die ze met succes hadden genomen. Ik kan met zooveel veel lof getuigen over de behandeling met de Pink Pillen, dat ik toesta mijn getuigenis te publiceeren en zoo mijn genezing ten voor beeld te stellen aan de ongelukkige bloedarme vrouwen, die zich tot nu toe niet van hare ziekte hebben kunnen genezen.” Wij voegen hieraan toe dat de behandeling met de Pink Pillen niet kostbaar is, want zij geneest spoedig en is in het minst niet inge wikkeld, daar er geen enkele bijzondere leef regel bij noodig is. De Pink Pillen zijn onovertroffen tegen bloedarmoede, bleekzucht, algemeene zwakte, maagpijnen, schele hoofdpijnen, zenuwpijnen, neurasthenie. De Pink Pillen zij» verkrijgbaar a f 1.75 per doos en f9 per zes doozen bij het Hoofd depót der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amster dam. Voor Sneek en Omstreken bij de Erven Joh. W. Meijer en fa. B. Meindersma te Sneek en bij alle goede Apotheken en Drogisterijen. Gratie. De Koningin heeft gratie verleend aaa José Garcia Palmer, een Spanjaard, die door de Amsterdameche rechtbank wegens moord op den heer de Vries, van de firma Michel Bos- nak, te Amsterdam, werd veroordeeld tot Ij jaar gevangenisstraf, onder aftrek van de voor- joopig» hechtenis. Do gratie moet verleend zjja op grond van Palmer’s ongunstig.m gezondheidstoestand. Hjj had nog 8 maanden gevangenisstraf te goed en is nu op vrije voeten gesteld. gaf zijn bevelen. De krachten van den ouden man waren niet evenredig aan zijn wil; zijn beenen weigerden hun dienst door schrik, opwinding en lichamelijke inspanning. Graaf Klinter was sedert een half uur weg en sindsdien had hij geen teeken van leven meer van hem vernomen. Het was krankzinnig van hem, om het oude veld, waar het mijngas zich bevond, binnen te dringen; maar een braaf, dapper mensch was hij. „Ik ken het oude veld als mijn zak”, had hij gezegd. „Ik weet, waaraan het ligt, dat de gassen niet weg kunnen. De luchttoevoer is door een zware deur afgesloten en die moet geopend worden. Als mij dat gelukt, dringt de versche lucht van boven af in het veld en verdringt de gassen”. De werklieden hadden kleine, draagbare te- lefoonleidingen gelegd tot waar Kersten zat. Er was een verbinding tot aan de plaats, waar de dam gelegd was, die nu geheel gereed was en de pompmachines volkomen beschermde. De tweede geleiding ging tot de plek, waar gewerkt werd om de opgeslotenen te bevrijden en de derde verbinding liep tot in het oude mijnveld, voor zoover men zich daar zonder gevaar kon ophouden. Daar was opzichter Os wald met twee voormannen en een aantal mijnwerkers opgesteld en bewaakte de deur, die het verder dringen der gassen verhinderde en waarachter graaf Klinter verdwenen was, toen hij zijn vermetele reddingspoging begon. Hoe dikwijls reeds had Oswald in de laatste tien minuten met ingehouden adem aan die deur geluisterd. Doch men vernam niets dan het regelmatig getik van de druppels die van de zoldering omlaag vielen. ,,Hef is hem niet gelukt”, zei hij tot de beide werklui, die naast hem stonden, „de graaf is ook verloren. Jammer van hem! Maar het was toch ook roekeloos van hem, om daar in te gaan komen stuk van de zusterafdeeling in Heeren- veen, waarin adhaesie wordt gevraagd voor een adres aan het hoofdbestuur ter bestrijding van de hooge notariskosten, wordt besloten dat de afd. Sneek zelve zich met een gemoti veerd adres te dezen opzichte tot het hoofd bestuur zal wenden. Het bestuur zal de ver dere wenken van den heer Mr. Vellinga nader overwegen. Medegedeeld werd nog dat wegens ziekte van den heer Bijlsma als leider van den land- bouwwintercursus optreedt de heer W. v. d. Heide van Britswerd. In verband daarmede is het rijb^jpbsidie verhoogd. Aan den cursus voor bedrijfscontróle werd de heer Bijlsma vervangen door den heer Ha- zelhoff. Deze cursus is geëindigd. Er namen 15 leerlingen aan deel. NIEUWE SNEEKER COURANT Op voorstel van den heer Mr. Vellenga wordt eene commissie benoemd welke de mond- en klauwzeerkwestie in het oog zal blijven hou den. Hierna sluiting. H'.t openbaar slachthuis te Leeuwarden en de Sneeker Trekweg. B. en W. van Leeuwarden stellen aan den Raad voor, drie perceelen weiland aan den Sneeker trekweg, groot samen ruim 5J4 H.A., in 1913 door de egmeente aangekocht, te be stemmen voor openbaar slachthuis. Wel zijn de plannen voor den bouw van een abattoir nog niet gereed, maar 't Dag. Best, acht het van belang reeds nu dit besluit te nemen, omdat dan voortgegaan kan worden met de onteigening van den Sneeker trekweg ter plaatse. Naar men weet, is pas ten behoeve van de spoorweghaven een wegvak, lang 110 M„ onteigend, waarvoor f 687507 werd ge vraagd, en waarvoor slechts f 250 werd toege kend. Het stuk dat nu noodig is, is dubbel zoo groot als eerstgenoemd stuk. B. en W. willen voor tot een onteigeningsprocedure wordt overgegaan eerst nog eens bij het gemeentebe stuur van Sneek aankloppen om te zien of langs minnelijken weg geen overdracht van dit ge deelte weg kan plaats hebben. Zij berekenen de waarde van dit gedeelte op van f700 tot f800. Dora ging naar binnen en zette zich aan een tafel. Een oude arbeider, een invalide, die hier zijn bezigheden vond, was gedurende een uur haar eenig gezelschap. De oude, eenarmige man, Hartrop geheeten, scheen goed op de hoogte met den stand van zaken daarbuiten en van hem hoorde Dora eerst goed, wat er gebeurd was. ten gegaan, doch was spoedig terug gekeerd. Ze kwam zichzelf daar zoo overbodig voor. Er was niemand op de plaats, doch achter de groote poort, die nu gesloten was en door arbeiders werd bewaakt, stond een groote menschenmenigte, meest vrouwen en kinderen, die snikten en schreiden. Het waren de vervyanten van de mijnwer kers, die beneden waren afgesloten: moeders, vrouwen en kinderen. Het kon natuurlijk niet toegestaan worden dat al deze opgewonden menschen op de mijn plaats kwamen, waar ze alleen maar hinderlijk zouden geweest zijn. Maar ook zij allen werden verteerd door onrust en gaven dit lucht door huil schreien en klagen. Deze uitbarsting van smart van vele honderden menschen dreef Dora terug in huis. Daar bleef ze zitten en staarde naar het hooge venster, waar de witte stoomwolken, die de pompmachines uitstoot ten, voorbij vlogen. De deur werd opengerukt en haastig kwam Klinter binnen, terwijl hij Hartrop toeriep: „Gauw, gauw, ik moet afdalen, geef eens kleeren”. Toen éérst zag hij Dora en scheen zeer ver rast, haar hier te vinden. „Hoe staat het in de mijn?” vroeg Dora. „Niet goed”, antwoordde graaf Klinter, „hee- lemaal niet goed! Er schijnt een tweede door braak te zijn; de reddings-colonne onder aan voering van Spalding is afgesneden. We heb ben geen enkele verbinding meer met hen". Hartrop kwam terug met het gevraagde Klinter verdween snel, Dora sprakeloos schrik achterlatend. Ze had het wel vermoed, toen ze het be richt van den doorbraak kreeg, dat Werner de Afd. Sneek Friesche Mij. van Landbouw. Woensdag hield de afd. Sneek der Friesche Mij. van Landbouw eene buitengewone leden vergadering in de herberg van den heer G. Bokma. De voorzitter, de heer H. M. Tromp, opende de vergadering met een woord van welkom, waarna de secretaris, de heer IJ. Veldhuis, de notulen las der vorige vergadering, welke on veranderd werden vastgesteld. De heer mr. S. Vellinga hield hierna eene lezing over: ;s> 8 B p J4 - G»«ret«nag*ld. Wat men onder „gewetensgeld” heeft te ver staan, is met korte woorden te zeggen. Al» het geweten van sommige belastingbetalers be gint te spreken en zij lot de zelfbekentenis komer, dat het rijk bestelen ook diefstal is, zenden ?ij het nog verschuldigde anoniem of onder bg voeging van enkele letters bg het departement van Financiës in, en meenea daa hun geweten te hebben „ontlast”, Uit bevoegden mond deelt men aan het »Vad.“ mede, dat voornamelijk de advertentie van den minister van Financies, welke den 19en September in de bladen werd gepubli ceerd en waarin zjj, die onjuiste opgaven doen van de verschuldigde oorlogswinstbelasting, met hooge boeto of zware gevangenisstraf worden bedreigd, vele personen er toe heeft gebracht zoo spoedig mogelgk de niet betaalde belas ting te voldoen. Zoo deelde men voorts aan het Haagsehe blad mede, dat In het tijdperk van 19 Sep tember tot einde December een letaal van... 136.000 gulden door anonieme zenders het departement van Financiëa heeft bereikt. Daar onder bovoid zich p'jst van 60.000 gulden, hetgeen stellig van een oorlogs-winstmaker afkomstig moet zijnDe andere 76.000 gul den zgn verdeeld over kleinere sommen, die successievelijk zgn gestort en in de dagbladen werden vermeld. Sedert Januari is de stroom sterk toegeno men, de vorige week is juist een Ijst van f15000 gepubliceerd. Een gemobiliseerd sol daat in de provincie zond wekenlang telkens twee gulden, daaroa opsens vyf en-twiatig gul den, met de mededeeling, dat hjj nu „aange- zuiverd” is! 0 Zitting van Woensdag 31 Jan. Pensioen weduwe Gedeputeerde- Zonder hoofdeljjke stemming is goedgekeurd om asn mevr. L. BesugenLindeboom een weduwenpensioen van f 500 te vcrleenen. Het Bezoek ven HM, de Koningin. Na de pauze vraagt (zoo schrijft de L.C.) d<* neer Groeneveld het woord om namens de Rechlsche Statenclub een verklaring af te leggen in verband met het bezoek der Konin gin aan de Provincie Friesland. De Voorz. merkt op, dat het bezoek der koninklijke familie, dat een geheel particulier bezoek is geweest, geen onderwerp van dis cussie in deze vergadering kan zjjn. De hoer Croles herinnert Staten in 1914 toch ook een jorlog hadden behandeld. De Voorz. antwoordt, dat deze motie inder- gd als een punt, vraemd aan de orde van d»n lag, schrifteljjk was ingediend. De heer Croles zegt, dat de heer Groeneveld ht dan ook wel wil doen. De Voorzitter verwacht dan een schrifteljjk voorstel. L’e heer Groeneveld overhandigt den voor zitter de geschreven verklaring. Nadat de Voor- -iiter ze had gelezen, verklaarde hij dat de -aak nog niet in orde was. Inde eerste plaats liet het reglement van ordo niet toe, dat eoti voorstel of motie uifging van de Rechtsche Statenclub. L'ie kan hier geen voorstel doen, wel een lid of eenige leden beboerende tot ie rechterzijde. Daarenboven was het slu' niet onderteek end en was ’t ook geen voor stel. Nadat h t opnieuw bjj den hoc Groonovdd was geweest en deze ’t weer had teruggezon den, moest do Voorz. andeimaal onsta'eero? dat *t nog gesn voorstel was. Verk Inrit gen van leden korden op deze wgzo niet aan de orde worden jesteld. Onder dezen tjtel zullen wij nu en dan eenvoudige opstellen publiceeren, die, geschre ven van een Sneeker ziekbed, getuigen, hoe het niet altijd waar is, dat een gezonde geest slechts in een gezond lichaam kan wonen en een tegenzin, daaruit voortkomende, dat mijn Idle onze lezers allicht een oogenblik stof tot,^aar aanleiding van deze rede en een in- t 4-XX n o AU zl „*/-l zlzxzxv L, A*- z zxA 4* zl 1, All irOX'Sirl e 1 1 TT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1917 | | pagina 1