E
o
L
I
a;
DE VRIES,
s s
I
a
I
33e Ja argang.
Zaterdag 3 Februari 1917.
Nieuwstijdingen.
FECLAMEKOLtM.
Uit de stilte.
VrcuwenregMiPtng
7
No. 37.
8
g J
s
o
II.
a
•d
E
Q
O
N
L
a
g
g
u
'■tf
r
r4
Optician - HEFFEL
.(nterc. Telefoon 215,
AIIEX
SNEEKER COURANT (67«e Jaargang)WYMBR1TSERADEEL (!4de Jaarflanfl)
H «f
■3
*9
ja m fl
sf 2
o o. 2
3
b
3
Dan moet u er een motie vai
I
Z
I*
Provinciale Staten van Friesland.
H.
riep hij Hartrop toe.
de
voorraadkamer!"
riep
LI.
er
Wordt vervolgd.
f
«'■u
Kleine geheimen.
De liefde die er tusschen man en vrouw
bestaat, is, zegt men, in omgekeerde reden
tot het aantal geheimen dat de een voor den
ander heeft. Dit is zeker waar en in het alge
meen kan men zeggen dat alle lieden die een
goed hart hebben, die liefhebben, niets voor
zich zelven willen houden wat anderen kan in-
teresseeren, gerust stellen en verlichten.
Aan dat gevoelen gehoorzamen zij, van wie
wij brieven met getuigschriften van genezing
door de Pink Pillen ontvangen. De schrijvers
dier brieven verzoeken ons dezen te publicee-
ren met de bedoeling aan hen die lijden zooals
zij zelven hebben geleden, een goeden raad te
geven. Met die bedoeling zond Mej. Mortelette.
127, rue de Beauvais, te Amiens (Frankrijk),
ons de volgende mededeeling:
„Ten gevolge van verdriet en tegenspoeden
was mijn gezondheid zeer slecht geworden en
had de bloedarmoede mij ondermijnd. Ik zag
er vervallen uit en at bijna niet meer. Niet al
leen had ik een afkeer van het eten, maar ook
era
c?
'MJ4—
ROMAN NAAR HET DU1TSOH
(Welbarregimeut)
va»
A. OSKAR KLAUSMANN.
(Geautoriseerde vertaling)
(Nadruk verbod»».)
Cfl
D
Pa
O
<x>
cz>
•0
nö
M-i
tv
'o
m
ce
K
W
i
a
u
5
„Wat kom jij hier doen?" vroeg Kersten.
„Ik hoor, dat er een ongeluk gebeurd is en
stel er natuurlijk belang in, hoe het afloopt".
„Je kunt ons nergens bij helpen”, zei Kersten
zeer ernstig. „Je aanwezigheid is hier geheel
overbodig. Je kunt heusch gerust thuis blijven
en daar telefonisch op de hoogte gehouden
worden".
„Ik blijf hier”, verklaarde Dora. „Ik heb
recht op, te ervaren wat hier gebeurt".
Ze was alleen gekomen. Tante Schottelius
was dien morgen afgereisd. Ze ging niet naar
Egypte, doch had er de voorkeur aan gegeven,
naar haar geboorteplaats terug te gaan. De
nieuwe gezelschapsdame had Dora thuis gela
ten: ze begreep niets van al die technische
zaken en was zoo onbekend met alle verhou
dingen. dat het volkomen doelloo; zou zijn ge
weest, haar mee te nemen.
„Ik kan me niet met je bezig houden”, had
Kersten tegen Dora gezegd en was weer weg
gegaan, naar den ingang van den hoofdschacht.
I
is ».s. Dinsdag 6 Fabr. in ’t Hotel
SCHRAM te Snkkk te spreken en te ont
bieden voo de levering van BRILLEK
van 9 tot 2 uur.
Den heer Groeneveld spijt dit.
or aas, dat do
moti» tegen den
De grondoorzaak van den tegen woor-
digen oorlog en van alle oorlogen.
De grondoorzaak van den oorlog in het
algemeen ligt in de menschelijke natuur.
Hebzucht, heerschzucht, onverdraagzaam
heid, enzoovoort, zijn dagelijks aanleiding
tot oorlog in kleinen kring. Wordt aan dit
onwelwillend samenleven niet dien naam
gegeven, in wezen verschilt het niet van
den oorlog die met kanonnen, en welke
andere wapenen ook, wordt gevoerd.
Het zijn alleen de menschen van hooge
en bepaalde positie die den laatstgenoem
den oorlog onmiddellijk kunnen teweeg
brengen. Middellijk daarentegen staan niet
enkel deze personen schuldig, maar alle
menschen, al is dan de eene mensch naar
z ij n geaardheid en inzicht minder oorlog
zuchtig dan de andere.
Heeft dus de oorlog zijn eerste oorzaak
in de natuur der menschen, dan moet ook
daar, door zelfopvoeding, de bestrijding
ervan aanvangen.
Weer werd de deur opengerukt en opzichter
Oswald stortte naar binnen, gevolgd door twee
man.
„Het
es
van
eerste zou zijn, die de redding zou leiden en
dat hij geen gevaar zou schuwen.
Een tweede doorbraak, afgesneden door het
water! Graaf Klinter, de zich hals, over kop
Ze was zelf, door onrust gedreven, naar bui-
verkleed had, stormde van uit de kleedkamer
dwars door de zaal en riep Dora nog even een
groet toe. Zijn haast was beangstigend.
Hartrop kwam uit de kleedkamer en ging
op Dora af.
„Erg, heel erg", zei hij. „Een ongeluk komt
nooit alleen. Er zijn, geloof ik, mijngassen los
gekomen en de bergraad met zijn mannen ver*-
keert in het grootste gevaar. Met mijngas valt
niet te spotten. Ik zal toch eens even gaan zien,
of ik er niet wat meer van te weten kan ko
men".
Hartrop ging weg en Dora bleef weer geheel
alleen.
Wat beteekenden alle emoties van de laatste
weken bij hetgeen ze nu ondervond! Nauwe
lijks was de man, dien ze liefhad, aan den
dood ontsnapt, of hij scheen weer te moeten
ten onder gaan.
Hartrop bleef heel lang weg, tenminste heel
lang in Dora’s oogen. Toen hij eindelijk terug
kwam, had hij een bedrukt gezicht.
„God zij hun genadig”, riep hij uit. „De berg-
haad en de vijf mannen, die hij bij zich had,
zijn zonder twijfel verloren. Zij zullen door het
mijngas stikken en het is onmogelijk, hun hulp
te brengen, al wilde men ook nog zoo graag.
De arme bergraad! Hij was zoo’n goed en nobel
mensch, voor ons allen had hij altijd een vrien
delijk woord”.
Hartrop veegde met de leege linkermouw
van zijn jas langs zijn oogen.
Dora zag het en merkte er zelfs het komische
van op.
Ze schreeuwde het niet uit, ze huilde of
kreunde niet, ofschoon deze man, die blijk
baar goed ingelicht was, reeds den doode be
treurde. Het was alles koud en stil in haar
geworden, slechts in haar hoofd brandde het,
alsof daar een vonk gloeide, die steeds verder
in haar hersens vrat.
fl
v
- B
s 2
2
dezen of genen zijn de schuldigen ten op
zichte van den oorlog. Zij, die dit doen,
moeten bescheidener worden en beginnen
met zelfonderzoek om te komen tot zelf
kennis en zelfopvoeding. De loutering van
het eigen innerlijke moet samengaan met
het gezamenlijk en voordurend pogen om
dé maatschappij zoo te verbeteren, dat het
gevaar voor het ontstaan van oorlog
meer en meer afneemt, en eindelijk, naar
wij hopen, verdwijnt.
Dit is eene wijze van bestrijden waaraan
eik deel kan hebben. En die, wanneer zij
in vollen ernst wordt ondernomen, van
niet geringe beteekanis is.
Sn., Jan. ’17.
Rechtskundige en maatschappelijke voor- 1
lichting van den boerenstand.
Spr. begon met te constateeren dat een bree-
dere ontwikkeling van den boerenstand èn
voor dezen stand zelve èn voor de maatschap
pij in het algemeen gèwenscht moet worden
geacht.
Daarom bepleit Spr. het verbreken van de
samenkoppeling tusschen onderwijzersacte en
landbouwacte. Dan zal het mogelijk worden
dat bv. menschen met een andere en vaak be
ter bij den landbouw aanpassende opleiding
(bv. H. !3. S.) de landbouwacte halen.
Toch zal deze maatregel alleen niet in staat
zijn tot het vormen van een zoodanig intellec
tueel contact tusschen boerenstand en maat
schappij als in het belang van beide noodza
kelijk is. Daarvoor is een betere voorlichting
van dien stand op allerlei gebied noodza
kelijk.
Hoe noodzakelijk dat wel is wil Spr., jurist,
bewijzen met een paar voorbeelden op juri-
disch-economisch gebied.
Spr. gaf daarna een interessant betoog over
deze voorbeelden, nl. een bepaling uit het a r-
beidscontract, over e i s c h e n van s o-
1 i d i t e i t te stellen aan een beleggingsfonds
als bv. p a n d b r ie v e n. en trad daarna in een
bestrijding van de hooge salarissen van
notarissen bij openbare verkoop
en verhuur. Spr. bepleitte o. a. dat de ver-
kooper de kosten zal betalen, dat gespecifi-
Niemand kan volstaan met te zeggen: ceerde notarisnota’s zullen worden overgelegd,
terwijl Jiet stelsel, dat de notaris als staats
ambtenaar ook door den Staat betaald wordt,
de voorkeur nog zou verdienen.
Na nog eene bestrijding te hebben gegeven
van 't systeem van openbare verhuring
en van het stelsel van s t r ijk- en verhoog-
gelden kwam Spr. tot de conclusie, dat tn
dit alles slechts verbetering kan worden ge
bracht door een betere juridisch-economische
voorlichting van den boerenstand.
De wetgever kan niet overal ingrijpen en de
wet is er, zooals de Romeinen zeiden, alleen
voor hen die waken.
Door een systeem van voorlichting nu, zoo
als Spr. bedoelt, zullen de boeren wakend wor
den gemaakt. Spr. bepleit de aanstelling van
een jurist-econoom als ambtenaar bij de Frie-
sche Mij. De boeren kunnen dezen ambtenaar
dan advies vragen, hij kan zoi gen voor een
archief enz. en kan worden betaald door de
adviesvragers.
Met den wensch dat deze voorlichting mede
zal werken tot het vormen van een intellec
tueel hoogstaanden, van idealen vervulden boe
renstand. eindigde Spr. zijn gedachten wekken
de en warm toegejuichte rede.
De heer Groeneveld vraagt of hij dan bjj
motie niet kan uitspreken wat in de verklaring
staat.
.De Voorz.
maken.
De heer Groeneveld ziet daar ten slotte van
af, hij zal ’t er bjj laten. (Naar de L.C. ver
neemt stond de verklaring, welke de rechtscha
Statenclub wenschte af te leggen, in verband
met het bezoek der Koningin op Zondag aan
deze provincie.)
Begrosting4917.
Daarna worden zonder beraadslagin goed
gekeurd de gewijzigde begroeting 1917, slui
tende in ontvangst ei uitgave op f 3.106.280.34|
en het voorstel tot heffing van 6 opcenten op
de vermogens- en inkomstenbelasting over het
belastingjaar 1917-1918.
Hulde Peereboom.
Alvorens de Winterzitting te sluiten bracht
do Voorz. hulde aan dan heer Peereboom, het
oudste lid van het crllege van Ged. St. die
18 jaren gedeputeerde was en thans den wensch
te kennen heeft gegeven af te treden.
rookmasker!”
„Waar is het?”
„Daarboven in
Hartrop.
Opzichter Oswald ging naar Dora en meldde
haar officieel:
„Graaf Klinter wil met het rookmasker aan
in het mijnveld gaan, waar de mijngassen zijn,
hoewel mijnheer Kersten het niet wil toestaan.
Het is eenvoudig een zelfmoord van graaf Klin
ter, want de bergraad en degenen die bij hem
waren, zijn al lang dood. Maar graaf Klinter
wil het niet opgeven”.
Daar buiten werd het nacht. De electrische
booglampen flitsten aan. De wolken rook, die
nu langs het venster vlogen, waren zwart. Maar
met de regelmatigheid van een uurwerk en
niet tegen te houden, evenals het vreeselijk
noodlot daar beneden, kwamen ze steeds weer
voorbij.
Waarom bleef Dora hier? Waarom zette ze
zich niet in haar auto en reed heen? Ze wist
het: ze was niet in staat, van haar plaats op
te staan. Haar voeten waren als verlamd, en
in haar hersens brandde het steeds heviger
Een geschreeuw uit honderden kelen klonk
plotseling van buiten: enkele hoera-kreten
klonken er tusschen.
De oude Hartrop zette zijn muts op, die naast
hem op de bank lag en ging weer naar bui
ten. Na korten tijd kwam hij terug.
„Er is een telefonische verbinding met de
afgesneden colonne. Ze konden eerst niet bij
het toestel komen. Ze melden nu, dat er hon-
derdtwintig man zijn en zich in goeden wel
stand bevinden. Ze hebben voldoende lucht, en
het is alleen erg koud. Ze zullen allen gered
worden".
Het schreeuwen daarbuiten hield aan. Zoo
gaf de menigte aan haar opwinding en vreugde
lucht.
Onder in de mijn, niet ver van de lift, zat
geheimraad Kersten op een blok steenkool en
maag mil te zeer deed lijden door het verteren jnadenken geven,
der weinige spijzen die ik gebruikte om mij te
voeden. Ik was erg vermagerd en zóó zwak
dat mijne beenen weigerden mij te dragen en
ik ongeschikt was zelfs licht werk te doen. Ik
heb vele middelen gebruikt zonder een verbe
tering waar te nemen en besloot eindelijk de
Pink Pillen te nemen, die mij van verscheidene
zijde waren aangeraden door personen die ze
met succes hadden genomen. Ik kan met zooveel
veel lof getuigen over de behandeling met de
Pink Pillen, dat ik toesta mijn getuigenis te
publiceeren en zoo mijn genezing ten voor
beeld te stellen aan de ongelukkige bloedarme
vrouwen, die zich tot nu toe niet van hare
ziekte hebben kunnen genezen.”
Wij voegen hieraan toe dat de behandeling
met de Pink Pillen niet kostbaar is, want zij
geneest spoedig en is in het minst niet inge
wikkeld, daar er geen enkele bijzondere leef
regel bij noodig is.
De Pink Pillen zijn onovertroffen tegen
bloedarmoede, bleekzucht, algemeene zwakte,
maagpijnen, schele hoofdpijnen, zenuwpijnen,
neurasthenie.
De Pink Pillen zij» verkrijgbaar a f 1.75
per doos en f9 per zes doozen bij het Hoofd
depót der Pink Pillen, Dacostakade 15, Amster
dam.
Voor Sneek en Omstreken bij de Erven Joh.
W. Meijer en fa. B. Meindersma te Sneek en
bij alle goede Apotheken en Drogisterijen.
Gratie.
De Koningin heeft gratie verleend aaa José
Garcia Palmer, een Spanjaard, die door de
Amsterdameche rechtbank wegens moord op
den heer de Vries, van de firma Michel Bos-
nak, te Amsterdam, werd veroordeeld tot Ij
jaar gevangenisstraf, onder aftrek van de voor-
joopig» hechtenis.
Do gratie moet verleend zjja op grond van
Palmer’s ongunstig.m gezondheidstoestand. Hjj
had nog 8 maanden gevangenisstraf te goed
en is nu op vrije voeten gesteld.
gaf zijn bevelen. De krachten van den ouden man
waren niet evenredig aan zijn wil; zijn beenen
weigerden hun dienst door schrik, opwinding
en lichamelijke inspanning.
Graaf Klinter was sedert een half uur weg
en sindsdien had hij geen teeken van leven meer
van hem vernomen. Het was krankzinnig van
hem, om het oude veld, waar het mijngas zich
bevond, binnen te dringen; maar een braaf,
dapper mensch was hij.
„Ik ken het oude veld als mijn zak”, had hij
gezegd. „Ik weet, waaraan het ligt, dat de
gassen niet weg kunnen. De luchttoevoer is
door een zware deur afgesloten en die moet
geopend worden. Als mij dat gelukt, dringt de
versche lucht van boven af in het veld en
verdringt de gassen”.
De werklieden hadden kleine, draagbare te-
lefoonleidingen gelegd tot waar Kersten zat. Er
was een verbinding tot aan de plaats, waar
de dam gelegd was, die nu geheel gereed was
en de pompmachines volkomen beschermde.
De tweede geleiding ging tot de plek, waar
gewerkt werd om de opgeslotenen te bevrijden
en de derde verbinding liep tot in het oude
mijnveld, voor zoover men zich daar zonder
gevaar kon ophouden. Daar was opzichter Os
wald met twee voormannen en een aantal
mijnwerkers opgesteld en bewaakte de deur,
die het verder dringen der gassen verhinderde
en waarachter graaf Klinter verdwenen was,
toen hij zijn vermetele reddingspoging begon.
Hoe dikwijls reeds had Oswald in de laatste
tien minuten met ingehouden adem aan die deur
geluisterd. Doch men vernam niets dan het
regelmatig getik van de druppels die van de
zoldering omlaag vielen.
,,Hef is hem niet gelukt”, zei hij tot de beide
werklui, die naast hem stonden, „de graaf is
ook verloren. Jammer van hem! Maar het was
toch ook roekeloos van hem, om daar in te
gaan
komen stuk van de zusterafdeeling in Heeren-
veen, waarin adhaesie wordt gevraagd voor
een adres aan het hoofdbestuur ter bestrijding
van de hooge notariskosten, wordt besloten
dat de afd. Sneek zelve zich met een gemoti
veerd adres te dezen opzichte tot het hoofd
bestuur zal wenden. Het bestuur zal de ver
dere wenken van den heer Mr. Vellinga nader
overwegen.
Medegedeeld werd nog dat wegens ziekte
van den heer Bijlsma als leider van den land-
bouwwintercursus optreedt de heer W. v. d.
Heide van Britswerd. In verband daarmede is
het rijb^jpbsidie verhoogd.
Aan den cursus voor bedrijfscontróle werd
de heer Bijlsma vervangen door den heer Ha-
zelhoff. Deze cursus is geëindigd. Er namen 15
leerlingen aan deel.
NIEUWE SNEEKER COURANT
Op voorstel van den heer Mr. Vellenga wordt
eene commissie benoemd welke de mond- en
klauwzeerkwestie in het oog zal blijven hou
den.
Hierna sluiting.
H'.t openbaar slachthuis te Leeuwarden
en de Sneeker Trekweg.
B. en W. van Leeuwarden stellen aan den
Raad voor, drie perceelen weiland aan den
Sneeker trekweg, groot samen ruim 5J4 H.A.,
in 1913 door de egmeente aangekocht, te be
stemmen voor openbaar slachthuis.
Wel zijn de plannen voor den bouw van een
abattoir nog niet gereed, maar 't Dag. Best, acht
het van belang reeds nu dit besluit te nemen,
omdat dan voortgegaan kan worden met de
onteigening van den Sneeker trekweg ter
plaatse. Naar men weet, is pas ten behoeve
van de spoorweghaven een wegvak, lang 110
M„ onteigend, waarvoor f 687507 werd ge
vraagd, en waarvoor slechts f 250 werd toege
kend. Het stuk dat nu noodig is, is dubbel zoo
groot als eerstgenoemd stuk. B. en W. willen
voor tot een onteigeningsprocedure wordt
overgegaan eerst nog eens bij het gemeentebe
stuur van Sneek aankloppen om te zien of langs
minnelijken weg geen overdracht van dit ge
deelte weg kan plaats hebben. Zij berekenen
de waarde van dit gedeelte op van f700 tot
f800.
Dora ging naar binnen en zette zich aan een
tafel. Een oude arbeider, een invalide, die hier
zijn bezigheden vond, was gedurende een uur
haar eenig gezelschap.
De oude, eenarmige man, Hartrop geheeten,
scheen goed op de hoogte met den stand van
zaken daarbuiten en van hem hoorde Dora
eerst goed, wat er gebeurd was.
ten gegaan, doch was spoedig terug gekeerd.
Ze kwam zichzelf daar zoo overbodig voor.
Er was niemand op de plaats, doch achter
de groote poort, die nu gesloten was en door
arbeiders werd bewaakt, stond een groote
menschenmenigte, meest vrouwen en kinderen,
die snikten en schreiden.
Het waren de vervyanten van de mijnwer
kers, die beneden waren afgesloten: moeders,
vrouwen en kinderen.
Het kon natuurlijk niet toegestaan worden
dat al deze opgewonden menschen op de mijn
plaats kwamen, waar ze alleen maar hinderlijk
zouden geweest zijn. Maar ook zij allen werden
verteerd door onrust en gaven dit lucht door
huil schreien en klagen. Deze uitbarsting van
smart van vele honderden menschen dreef
Dora terug in huis. Daar bleef ze zitten en
staarde naar het hooge venster, waar de witte
stoomwolken, die de pompmachines uitstoot
ten, voorbij vlogen.
De deur werd opengerukt en haastig kwam
Klinter binnen, terwijl hij Hartrop toeriep:
„Gauw, gauw, ik moet afdalen, geef eens
kleeren”.
Toen éérst zag hij Dora en scheen zeer ver
rast, haar hier te vinden.
„Hoe staat het in de mijn?” vroeg Dora.
„Niet goed”, antwoordde graaf Klinter, „hee-
lemaal niet goed! Er schijnt een tweede door
braak te zijn; de reddings-colonne onder aan
voering van Spalding is afgesneden. We heb
ben geen enkele verbinding meer met hen".
Hartrop kwam terug met het gevraagde
Klinter verdween snel, Dora sprakeloos
schrik achterlatend.
Ze had het wel vermoed, toen ze het be
richt van den doorbraak kreeg, dat Werner de
Afd. Sneek Friesche Mij. van Landbouw.
Woensdag hield de afd. Sneek der Friesche
Mij. van Landbouw eene buitengewone leden
vergadering in de herberg van den heer G.
Bokma.
De voorzitter, de heer H. M. Tromp, opende
de vergadering met een woord van welkom,
waarna de secretaris, de heer IJ. Veldhuis, de
notulen las der vorige vergadering, welke on
veranderd werden vastgesteld.
De heer mr. S. Vellinga hield hierna eene
lezing over:
;s> 8 B
p J4 -
G»«ret«nag*ld.
Wat men onder „gewetensgeld” heeft te ver
staan, is met korte woorden te zeggen. Al»
het geweten van sommige belastingbetalers be
gint te spreken en zij lot de zelfbekentenis
komer, dat het rijk bestelen ook diefstal is,
zenden ?ij het nog verschuldigde anoniem of
onder bg voeging van enkele letters bg het
departement van Financiës in, en meenea daa
hun geweten te hebben „ontlast”,
Uit bevoegden mond deelt men aan het
»Vad.“ mede, dat voornamelijk de advertentie
van den minister van Financies, welke den
19en September in de bladen werd gepubli
ceerd en waarin zjj, die onjuiste opgaven doen
van de verschuldigde oorlogswinstbelasting, met
hooge boeto of zware gevangenisstraf worden
bedreigd, vele personen er toe heeft gebracht
zoo spoedig mogelgk de niet betaalde belas
ting te voldoen.
Zoo deelde men voorts aan het Haagsehe
blad mede, dat In het tijdperk van 19 Sep
tember tot einde December een letaal van...
136.000 gulden door anonieme zenders het
departement van Financiëa heeft bereikt. Daar
onder bovoid zich p'jst van 60.000 gulden,
hetgeen stellig van een oorlogs-winstmaker
afkomstig moet zijnDe andere 76.000 gul
den zgn verdeeld over kleinere sommen, die
successievelijk zgn gestort en in de dagbladen
werden vermeld.
Sedert Januari is de stroom sterk toegeno
men, de vorige week is juist een Ijst van
f15000 gepubliceerd. Een gemobiliseerd sol
daat in de provincie zond wekenlang telkens
twee gulden, daaroa opsens vyf en-twiatig gul
den, met de mededeeling, dat hjj nu „aange-
zuiverd” is!
0
Zitting van Woensdag 31 Jan.
Pensioen weduwe Gedeputeerde-
Zonder hoofdeljjke stemming is goedgekeurd
om asn mevr. L. BesugenLindeboom een
weduwenpensioen van f 500 te vcrleenen.
Het Bezoek ven HM, de Koningin.
Na de pauze vraagt (zoo schrijft de L.C.) d<*
neer Groeneveld het woord om namens de
Rechlsche Statenclub een verklaring af te
leggen in verband met het bezoek der Konin
gin aan de Provincie Friesland.
De Voorz. merkt op, dat het bezoek der
koninklijke familie, dat een geheel particulier
bezoek is geweest, geen onderwerp van dis
cussie in deze vergadering kan zjjn.
De hoer Croles herinnert
Staten in 1914 toch ook een
jorlog hadden behandeld.
De Voorz. antwoordt, dat deze motie inder-
gd als een punt, vraemd aan de orde van d»n
lag, schrifteljjk was ingediend.
De heer Croles zegt, dat de heer Groeneveld
ht dan ook wel wil doen.
De Voorzitter verwacht dan een schrifteljjk
voorstel.
L’e heer Groeneveld overhandigt den voor
zitter de geschreven verklaring. Nadat de Voor-
-iiter ze had gelezen, verklaarde hij dat de
-aak nog niet in orde was. Inde eerste plaats
liet het reglement van ordo niet toe, dat eoti
voorstel of motie uifging van de Rechtsche
Statenclub. L'ie kan hier geen voorstel doen,
wel een lid of eenige leden beboerende tot
ie rechterzijde. Daarenboven was het slu'
niet onderteek end en was ’t ook geen voor
stel.
Nadat h t opnieuw bjj den hoc Groonovdd
was geweest en deze ’t weer had teruggezon
den, moest do Voorz. andeimaal onsta'eero?
dat *t nog gesn voorstel was. Verk Inrit gen
van leden korden op deze wgzo niet aan de
orde worden jesteld.
Onder dezen tjtel zullen wij nu en dan
eenvoudige opstellen publiceeren, die, geschre
ven van een Sneeker ziekbed, getuigen, hoe
het niet altijd waar is, dat een gezonde geest
slechts in een gezond lichaam kan wonen en
een tegenzin, daaruit voortkomende, dat mijn Idle onze lezers allicht een oogenblik stof tot,^aar aanleiding van deze rede en een in-
t 4-XX n o AU zl „*/-l zlzxzxv L, A*- z zxA 4* zl 1, All irOX'Sirl e 1 1 TT