r,
De Wereldoorlog.
Van de oorlogsterreinen.
^unex
FIRMA H. BRANDENBURG»
SMEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
Officieel Orgaan der Gemeente Sneek.
WYMBRITSER ADEEL
Woensdag 29 Augustus 1917
33e Jaargang
■o. 96.
;öt
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS
Uitgevers
Abonnement: per jaar f2.
fr. p. post f2.50. Losse Nos. 5 et.
Advertentlën 1 5 reg. f 0.35;
verder per regel 6 cent. Bij Abon
nement belangrijke korting.
De advertentie-prijzen zijn tijdelijk ver
hoogd meteenoorlogstoeslag van 20%.
Punt X. Adres van de kantoorhouders o„„
te Heeg en Woudsend tot toekenning van Schen Canale en Goèrz in handen der Italianen
een duurtetoeslag en eene verhooging der Zjjn, met uitzondering van den Zuidelijksten
ting van hunne kantoren.
Punt XI. Adres van de bestuurders der
Nuts-fröbelschool te Woudsend om een
jaarlijksch subsidie van de gemeente te
mogen ontvangen.
Punt XII. Adres van K. G. Damstra c.a.
te Oosthem om uitbreiding van het tonnen
stelsel aldaar.
Punt XIV. Voorstel tot wijziging der
verordening op het gewicht van het brood.
Punt XV. Reclame in beroep bij Gedep.
Staten tegen een aanslag in den H. O.
Punt XVI. Behandeling van reclames
tegen het schoolgeld, belasting op de hon
den en het primitief kohier van Hoofd.
Omslag dienst 1917.
VERGADERING van den Gemeen
teraad van SNEEK op Woensdag 29
Augustus 1917, 'snamiddags 7% uur.
Punten van behandeling:
Punt I. Notulen van de vergadering van
11 Augustus 1917.
Punt II. Ingekomen stukken.
Punt III. Advies van B. en W. op het
verzoek van J. Roorda te Winsum om hem
onderhands te verpachten het recht tot het
hebben van een dichtzet in de Sneeker-
Leeuwarder trekvaart.
Punt IV. Voorstel van B. en W. tot het
doen van rechtstreeksche betalingen uit
den post voor onvoorziene uitgaven, dienst
1917.
Punt V. Voorstel van B. en W. tot wij
ziging van de begrooting, dienst 1917.
Punt VI. Motie van den heer L. Bakker
Wzn., lid van den Raad, om den Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel te
verzoeken op ruimere en betere wijze te
distribueer en.
Punt Vil. Mededeeling van B; en W.
betreffende hun voorstel tot vaststelling
van een rooilijn voor hef Groot Klooster
en het 7.uidend.
Punt VIII. Advies van B. en W. op het
adres van J. N. Bruinsma, T. N ij dam en
N. I. Bruinsma. pachters van bruggeld,
houdende verzoek hun ontheffing te ver
leenen van de helft der door hen verschul
digde pachtsommen.
Punt IX. Advies van B. en W. op het
adres van K. Feikema, houdende beroep
van het besluit van B. en W., waarbii hem
vergunning is verleend tot het verbouwen
van het nerceel wijk 14 no. 86 aan den
Noordersingel.
Punt X. Advies van B. en W. op het
adres van de firma H. Brandenburgh, hou
dende verzoek haar over 1916 wegens het
plaatsen van de officieele bekendmakin
gen der gemeente in de Nieuwe Sneeker
Courant een toeslag te verleenen van f 100
en om eene nadere regeling te treffen
waarbii de betaling der geplaatste bekend-
anakingen "eschiedt naar het aantal regels
Punt XI. Voorstel van B. en W. tot
nieuwe vaststelling van verordeningen op
de heffing en invordering van rechten voor
het gebruik van wateren, kaden en wallen.
Punt XII. Voorstel van B. en W. om aan
I. G. Haveman voor den cursus 1917/1918
on te dragen het geven van vier lesuren
aan den cursus. in Fransch aan de o. 1.
school no. naast de uren, die hij aan dien
cursus r°eds heeft te vervullen.
Punt XIII. Aanbeveling van B. en W.
om mei. F. I. Veen tüdelijk te benoemen
tot leerares in geschiedenis aan de H. B. S
Punt III. Rapport der Commissie be
treffende het onderzoek der gemeentere-
kening dienst 1916.
Punt IV. Aanbieding der gemeentebe-
grooting voor 1918.
Punt V. Voorstel tot wijziging der ge-
meentebegrooting dienst 1917 met plan tot
het aangaan eener geldleening.
Punt VI. Benoeming van een hoofd der
O. L. School te Oppenhuizen.
Punt VII. Benoeming van een onderwij
zer aan de O. L. School te Wolsum.
Punt VIII. Adres van de aid. Wymbrit-
seradeel van het Ned. Onderw.-Genoot
schap om de salarisregeling voor de on
derwijzers in deze gemeente te herzien.
Punt IX. Adres van de wegwerkers om
eene tegemoetkoming voor het onderhoud
hunner rijwielen.
VERGADFRING VAN DEN RAAD
DER GEMEENTE
Punt I. Notulen van 12 en 31 Juli 1917.
Punt II. Ingekomen stukken en mede-
deelingen.
NIEUWE SHEERER COURANT
i
Adres van A. Meesters te
leeren
deeren.
H
wel vast dat invoering van
stelsel in Duitschland het
vrede te wenschen dat die
spoedig tot die overtuiging
1.
2.
SNBS.K Telefoon No. 150.
dreigen. Aldus hebben deze, met omvatting be
dreigd, hun stelling ontruimd.
Het gevolg is dus, dat nu alle hoogten tus-
De toestand in Spanje.
Over de gebeurtenissen in Spanje, die steeds
in een waas van geheimzinnigheid zijn geble
ven, wordt van Duitsche zijde, „via het neu
trale buitenland” het volgende gemeld: De be
weging nam den 13ep Augustus een aanvang
met de proclamatie van de spoorwegstaking,
waardoor het geheele spoorwegverkeer stop
gezet en beweging van troepen onmogelijk ge
maakt moest worden.
Den vplgenden dag werd bij proclamatie de
staking in alle bedrijven afgekondigd; door
energieke regeeringsmaatregelen, vooral door
de verklaring van den staat van beleg, werd
dit programma slechts gedeeltelijk uitgevoerd.
Het spoorwegverkeer onderging wel is waar
beperking, nergens echter volkomen opheffing,
daar het grootste deel van het spoorwegper
soneel zich tegen de staking verklaarde en het
werk op de meeste fabrieken werd voortgezet.
Voor het op touw zetten der revolutionnaire
beweging werd alleen uit Frankrijk 24 millioen
overgemaakt. De socialitische partijen en de
nationale separatisten hielden zich verre van
de beweging, die een zuiver revolutionnair-
anarchistisch karakter droeg. De revolution-
nairen waren in het bezit van wapenen, mu
nitie, van Amerikaansche herkomst en van
handgranaten, die hun uit fabrieken waren ge-
Een verweer.
ïngekomen is een schrijven van den gem.-
opzichter den heer Postma. waarin deze zich
verweert tegen de opmerkingen in een vorige
vergadering door het raadslid den heer Wes
selius gemaakt en welke hierop neerkwamen,
dat het verrichten van particulier werk den ge-
meenteopzichter zou belemmeren de gemeente
belangen voldoende te behartigen, getuige den
toestand van den weg HeegGaastmeer.
De heer Postma betoogt:
a. dat zijnerzijds nimmer een poging is ge
daan om een opdracht voor particulier werk
in het waterschap Nijland te krijgen, maar dat
hij zich, toen het bestuur hem de opdracht gaf,
er zich niet tegen heeft verzet in verband met
de bedoelingen van het bestuur:
b. dat het ten eenenmale onjuist is dat de
gemeentebelangen hebben geleden onder het
uitvoeren van particulier werk. Wat de weg
Heeg—Gaastmeer betreft, schr. toont met de
feiten aan dat reeds voor de bedoelde raads
vergadering maatregelen door hem waren
genomen tot verbetering van den toestand
aldaar en dat wel 3 maanden voor den tijd dat
gewoonlijk met deze werkzaamheden wordt
begonnen.
Schr. geeft den heer Wesselius in overwe
ging ruiterlijk zijn vergissing te erkennen, op
dat men er niet toe worde gebracht, hetgeen
dit raadslid opmerkt steeds als overdreven te
beschouwen, wat tot het fiasco van den
heer Wesselius als raadslid zou leiden. Schr.
meent voorts dat een afwezig ambtenaar niet
zal worden becritiseerd door een hoogstaand
raadslid.
Dit stuk wordt voor kennisgeving aangeno
men.
Nog ziin ingekomen:
lo. Schrijven van den Rijkslandbouwleeraar
in Friesland, verzoekende de onderwijzerstoe-
van f 50 tot f 75 te verhoogen. I dedigers van den Monto Santo in hun verbin-
Z. h. s. aldus besloten, nadat de h.h. Koop-- dingslijn (den weg naar Chiapovano) te be-
‘t n e on I a n d m q n dp riio* a i j
mans en Landman de rijwieltoeslag heb
ben bepleit.
B. en W. stellen voor aan de kantoorhouders
te Heeg en Woudsend over 1917 en 1918 uit
sluitend een duurtetoeslag van f 50 elk te ver-
leenen en aan de brugwachter te üsingahui-
zen f 50 duurtetoeslag voor het 2e halfjaar '17.
Z. h-, s. aldus besloten.
Bewaarscholen.
Bij B. en W. bestaat geen eenstemmigheid.
Eenerzijds ontkende men het algemeen nut de
zer scholen, anderzijds achtte men dit nut wel
aanwezig. Door de meerderheid wordt voor
gesteld f 3 per kind subsidie te verleenen. Er
moeten minstens 20 kinderen zijn.
De heer J o r r i t s m a, de minderheid in het
college van B. en W., beschouwt een bewaar
school als een luxe. Steun ligt niet op ge
meentewege. Wanneer aan één subsidie ver
leend wordt, komen er meer.
De V o o r z. is van een andere meening,
het gaat in Woudsend goed. Spr. vreest niet
dat zooveel.bewaarscholen zullen verrijzen. De
gemeente doet er z. i. goed aan de zaak te
steunen'.
De heer Wesselius is dezelfde meening
toegedaan als de heer Jorritsrha. Er zijn twee
bewaarscholen te Woudsend, een krijgt sub
sidie, de andere niet,.dat is het scheppen van
een ongelijkheid. Dat het rijke Nut om subsi
die komt, verwondert spr.
De V o o r z. zegt dat de bedoeling van het
voorstel is iedere bewaarschool die aan de
gestelde eischen voldoet te steunen, dus ook de
tweede school te Woudsend.
De heer Landman zegt, dat Blauwhuis
ook een bewaarschool heeft. Overigens rs spr.
het eens met den heer Jorritsma.
In stemming gebracht wordt het voorstel van
de meerderheid van B. en W. om wel subsidie
te verleenen verworpen met 2 tegen 12
stemmen. Vóór alleen de h.h.' Ages en Rengers.
Deze huizengroepen kunnen bezwaarlijk door
den reiniger te Blauwhuis worden bediend,
terwijl door de schaarschte aan materiaal niet
te denken is aan uitbreiding van het stelsel,
waar dan ook. B. en W. stellen dan ook voor
afwijzend te beschikken, Waartoe z. h. s. is
besloten.
Punt XIII.
Goënga om een strook bermgrond aldaar
van de gemeente in koop te mogen ont
vangen.
Z. h. s. wordt besloten, onder voorwaarden,
dit stuk groot 48 M2 tegen totaal f 20.85 af te
staan.
Dit voorstel is noodig in verband met het
thans geldende broodrantsoen.
Z. h. s. vastgesteld als aangeboden.
Hierna wordt de openbare zitting gesloten.
In besloten zitting worden behandeld:
lage voor de acte Landbouw van f 50 op f 100
te brengen.
2o. Schrijven van den inspecteur Le Poole,
dat hij zich over het algemeen met het stra
tenplan te Woudsend kan vereenigen. Aan
brengen van een plantsoentje is gewenscht.
3o. Adres van de Ned. Bond van Werkver
schaffing betreffende de werkloosheid.
Deze stukken worden in handen van B. en
W. gesteld om prae-advies.
4o. Adres van de veldwachters om salaris-
verhooging.
Komt bij de begrooting aan de orde.
Waterschap Woudsend.
5o. Schrijven van het waterschap Woudsend
verzoekende dat de raad, naar aanleiding van
ingekomen adressen betreffende de komende
werkloosheid, uitmake of de Hooiwijk machi
naal of met de hand gebaggerd moet worden.
Uit een overgelegde begrooting blijkt dat het
werk machinaal gebaggerd f 4400, anders bijna
f 5500 zal kosten. In verband met deze meer
dere kosten stellen B. en W. voor dat een
baggermachine gebezigd zal worden.
De heer Wesselius bepleit baggeren
met de hand of slatten in verband met even-
tueele werkloosheid in de gemeente.
De heer Landman voorziet geen groote
werkloosheid en is voorstander van het ge
bruik van een baggermachine.
De heer dr. Rengers is van oordeel
dat men door het werk met de hand te laten
baggeren een betrekkelijk kunstmatige werk
verschaffing schept, welke den werkgevers de
gelegenheid geeft hunne werknemers te ont
slaan en de risico’s van hun bedrijf op de ge
meente af te schuiven. Dit moet voorkomen
worden. Spr. is van oordeel dat de bo ren
stand voldoende welstand heeft genoten om in
een tijd van malaise, die misschien zal komen,
zijn werkkrachten in dienst te houden. Men
mag den bedrijfsleiders nu geen vrijbrief geven
de werknemers te ontslaan, daarom is spr.
voor het gebruik van de baggermachine.
Z. h. s. wordt besloten het bestuur van het
waterschap te berichten dat de gemeente de
voorkeur geeft aan het baggeren met eene
machine.
Nog zijn ingekomen eenige adressen om sa-
larisverhooging. welke in de begrootingsver-
gadering zullen worden behandeld.
Deze rekening sluit als volgt: Ontvangsten
f 186,131.55. Uitgaven f 182,295.08,. Batig saldo
f 3,836.47.
De commissie adviseert tot voorloopige
goedkeuring, waartoe met 13 stemmen wordt
besloten (de aanwezige wethouder moest zich
van stemmen onthouden).
De V o o r z. wijst tot leden der commissie
van onderzoek aan de h.h. Wesselius, Bruin
sma, Koopmans, Nauta en Reitsma.
Op verzoek van den heer d r. Rengers
zullen allen leden vóór de behandeling der be
grooting behalve het rapport der commissie
zooveel mogelijk ook alle adressen om salaris-
verhooging worden gezonden.
Voorgesteld wordt o.a. tot het aangaan eener
geldleening van f 41000 a 4% mede in ver
band met de werken in het waterschap Nij
land en de uitvoering der Distributicwet, welke
in 1917 f 18,000 zal vereischen.
De wijziging zoowel als het besluit tot het
aangaan der geldleening worden z. h. s. goed
gekeurd. De kosten der Distributiewet, die niet
bestreden kunnen worden uit'de gewone dienst,
zullen afgelost worden in 5 jaar.
De voordracht luidt:
I. Leeuwen, onderwijzer te Haskerhorne.
H. Frankena, h. d. s. te Alolkwerum.
Met 12 stemmen wordt met ingang van 1
October benoemd de heer J. Leeuwen. De be
noemde bezit de acte Landbouwkunde.
De voordracht bestaat uit de h.h. A. Vleer,
Visser, van der Zee.
Benoemd wordt (met ingang van 1 Sept.)
met 11 stemmen de heer A. Vleer te IJsbrech-
tum. De heer Visser had 3 stemmen.
Salarisregeling onderwijzers.
B. en W. waren eenparig van oordeel dat
het hoogst moeilijk gaat in deze abnormale
tijden een herziening der salarissen door te
voeren, mede in verband met het aanhangige
wetsontwerp-Marchant, de toeslagen enz.
In afwachting der normale tijden stellen B.
en W. voor zich te bepalen tot het verhoogen
van de duurtetoeslag voor de hoofden van
scholen van f 100 tot f 150. Voor de ongehuwde
onderwijzers blijft de toeslag f 50.
De heer dr. Rengers vraagt of er een
bepaalde reden is dat de bestaande verhou
ding verbroken wordt.
De V o o r z. antwoordt dat geen der onder
wijzers gehuwd is; de hoofden zijn dat alle.
De heer dr. Rengers zegt dat de kost
gelden toch ook verhoogd zijn. Men heeft een
maal een verhouding aangenomen; het zou ge
wenscht zijn die te handhaven.
De Voorz. heeft geen bezwaar tegen ver
hooging van de onderwijzerstoeslag van f 50
tot f 75.
De heer dr. Rengers doet daartoe het
voorstel, dat z. h. s. wordt aangenomen.
Aldus gewijzigd wordt het voorstel van B.
en W. aangenomen. De duurtetoeslag geldt
voor allen er is geen gegoedheidsgrens.
B. en W. adviseeren dit verzoek in dien
vorm niet in te willigen. Zij stellen echter voor
de duurtetoeslag over het tweede halfjaar 1917
Voor Verdun hebben de Franschen hun suc
cessen uitgebreid, zoodat hoogte 304, het dorp
Beaumont benevens een aantal andere stellin
gen aan de Oostelijke en Westelijke oever van
de Maas weder in hunne handen zijn. Wan
neer in 1918 een nieuwe veldtocht zou worden
begonnen en massa’s geallieerde troepen, ver
sterkt door Amerikanen, in Verdun werden
opgehoopt, zou het mogelijk zijn dat Duitsch
land hier de beslissende slag zou treffen. De
toestand bij Verdun zal de vredeszucht bij de
Duitschers dan ook stellig versterken.
Op het Isonzofront behaalden de Italianen
nieuwysuccessen.
De tiende Isonzo-overwinning in Mei j.l.
bracht, aldus de N. Rott. Ct., de Italianen in
het bezit van den Monte Kuk en den Monte
Vodice, twee bergen aan de Oostenrijksche
zijde van de Isonzo gelegen. Voor een oogen-
blik vermeesterden zij ook den Monte Santo
(ten Zuiden van den Vodice), maar een tegen
aanval verdreef hen weer van daar.
Toen de elfde slag begon, was de toestand
tusschen Canale en Goerz aldus: (de bergen
zijn opgenoemd in de volgorde Noord-Zuid)
Vrh, Jelenik Oostenrijksch. Kuk, Vodice: Ita-
liaansch. Dan kwamen verder naar het Zuiden
de Monte Santo en de Monte Gabriele, weer
Oostenrijksch.
De voornaamste reden, waarom de Italianen
in den vorigen slag op dit terrein niet verder
hebben kunnen opschieten, is, dat zij wel is
waar hooger naar het Noorden (tusschen Ca
nale en Auzza) voor een oogenblik over de ri
vier konden komen, maar dat zij spoedig weer
naar de overzijde terug werden geworpen.
Daardoor ontbrak het de heele beweging aan
steun in de flank.
Thans is dat alles beter in zijn werk gegaan.
De overgang op de zooeven genoemde plaats
is gelukt. De Vrh en de Jelenik vielen den
Italianen in handen, pn, hoewel met groote
moeite, brachten zij hun linie nog verder naar
Bainsizza vooruit, waardoor het mogelijk was
Zuidwaarts af te zwenken en daardoor de ver
een duurtetoeslag en eene verhooging der zjjn, met uitzondering van den Zuidelijksten
vergoeding voor, verwarming en verlich- berg, vlak benoorden Goerz, den San Gabriele.
Terwijl de Oostenrijkers dezen berg nog
vinnig verdedigen, zijn zij hoogerop, in ver
band met de zooeven beschreven gebeurtenis
sen-, nog verder naar het Oosten teruggetrok
ken op een reeks bergen, die van het Noorden
beginnen met het plateau vap Kal, en welke
in hoogte de bergreeks aan de Isonzo met
eenige honderden meters overtreffen.
Wegens de mislukte pogingen daartoe in den
tienden slag, is de verovering van den Monte
Santo een groot moreel succes voor de Italia
nen. Zooals gezegd, is hun terreinwinst ten
Noorden daarvan nog aanzienlijker. Het is mo
gelijk, dat de Italianen hun vooruitgang naar
het Zuiden zullen kunnen uitbreiden en de Oos
tenrijkers verder van Goerz afdringen”.
De elfde Isonzoslag heeft dus reeds dit op
geleverd dat hij de Italianen dichter naar Triest
bracht. Wat de volgende dagen nog zullen op
leveren moet worden afgewacht.
Waarschijnlijk zullen de Engelschen eerst
daags de Turken bij Palestina aanvallen. De
Turken melden vandaar nl. een hevige artille-
rieslag. De Engelsche generaal die er thans
het bevel voert, Allenby, staat bekend als een
zeer bekwaam legeraanvoerder. Hij was o.a.
bij Charleroi en aan de Somme.
Duitschland.
Met alle mogelijke middelen tracht de Duit
sche regeering te voorkomen dat Duitschland
werkelijk wordt een land volgens het parle
mentaire stelsel geregeerd. Daar zij echter de
eischen van de Rijksdagmeerderheid niet ge
heel van de hand kan wijzen heeft zij getracht
een middenweg te vinden en voor den duur
van den oorlog een zg. hulpcommissie inge
steld, welke uit Rijksdag- en Bondsraadleden
zal bestaan en welke voeling zal houden met
den rijkskanselier en de ministers. De bespre
kingen zullen natuurlijk een vertrouwelijk ka
rakter dragen.
Uit Berlijn wordt aan de Frankfurter Zeitung
geseind dat tot de nieuwe parlementaire com
missie van de Rijkdagfracties zullen toetreden:
Von Payer van de Vooruitstrevende Volks
partij (plaatsvervanger dr. Wiemer), Ebert en
Scheidemann van de sociaal-democraten
(plaatsvervangers David en Molkenbuhr), Feh-
renbach en Erzberger van het Centrum (plaats
vervangers Trimborn, Herold en Mayer), dr.
Stresemann van de Nationaal-Liberalen (plaats
vervanger Prins zu Schönaich-Carolath) en
Graaf Westarp van de konservatieven.
Wel zal dus in het vervolg het Duitsche
parlement mogen deelnemen aan de besprekin
gen over politieke vraagstukken, doch het zal
geen beslissende stem hebben, noch invloed
kunnen uitoefenen op de samenstelling der
Duitsche regeering. De concessie der regeering
beteekent niet veel en beoogt de Rijksdagmeer
derheid met een kluitje in het riet te sturen.
Het is voor den
meerderheid ook
kome.
Want dit staat
het parlementaire
grootste struikelblok voor den vrede zou weg
nemen. Het moge misschien waar zijn dat de
tegenwoordige leider der Engelsche regeering
Lloyd George, plannen koestert omtrent an
nexatie der Duitsche kolonies enz.; het is even
eens waar dat een zeer groot deel der Engel
sche bevolking de strijd gewonnen zal achten
wanneer Duitschland gedemocratiseerd wordt
en niet zal staan op uitbreiding van het reeds
zoo reusachtige Engelsche gebied. Tot de lei
ders van dit deel van het Britsche volk reke
nen wij Asquith, de voormalige minister-presi
dent, een Engelsch liberaal van het goede
stempel, die thans reeds met zachte hand zijn
aanhangers in het parlement om zich verza
meld en op zeer kalme wijze den tegenwoor-
digen minister-president herinnert aan de
grondbeginselen der Engelsche democratie, die
ook Lloyd George drie jaar geleden nog be
leed en waartoe niet behooren veroverings
zucht en haatzaaien.
Hoe de goede vertegenwoordigers der En
gelsche pers tegenwoordig schrijven,
wij uit de volgende beschouwingen:
Hoe de vrede komen zal.
De bekende hoofdredacteur van de „Daily
News”, die zijne artikelen teekent met de
initialen „H. G. G.” schrijft het volgende:
„Het is goed, de feiten in verband met den
oorlog onder de oogen te zien en ons voor te
bereiden op de teleurstellingen en verrassin
gen die ons misschien nog wachten. Duitsch
land- kan zijn vloot nog op hét spel zetten en
het is mogelijk dat de ineenstorting van het
Russische leger de Turksche strijdmachten heeft
vrij gemaakt voor eene onderneming, die zeker
in Duitschland’s geest zou vallen.
Maar zoo wij al geen reden voor uitbundige
hoop hebben, dan bestaat er toch evenmin re
den om te wanhopen. De overwinning voor
welke wij strijden is reeds behaald, in den bes
ten zin van het woord. Het prestige van het
militarisme waarop de autocratie van Pruisen
steunde, is door drie jaren van tegenslag ver
pletterd. Geen volk in Europa is ooit zoo te
leurgesteld geworden wat oorlog betreft of
hunkert meer naar den vrede dan het Duitsche
thans doet. Voor ons is gebrek nog niet meer
geweest dan een schaduw aan den horizon,
maar voor Duitschland is het een dagelijksche
makker geweest, nu reeds twee jaren lang. De
bewijzen hiervoor bestaan niet alleen in de
overvloedige particuliere inlichtingen die wij
geregeld ontvangen. Zij waren ook. te vinden
in de merkwaardige bekentenis van den rijks
kanselier Michaëlis en in redevoeringen als die
waarin de heer Haase verklaarde dat het volk
van gebrek omkomt en dat er revolutie zal
komen.
Juist dit snakken naar vrede en deze teleur
stelling welke het militarisme het Duitsche
volk berokkend hebben, die geven een wer
kelijke belofte voor de toekomst.
President Wilson heeft zeer terecht gezegd
dat de democratie niet strijdt tegen het Duit
sche volk, maar tegen het Duitsche stelsel. Op
den dag waarop het Duitsche volk dat regee-
ringsstelsel zal verworpen hebben, zal de vrij
heid de overwinning hebben behaald over de
macht en dan zal de democratie ter wereld
veilig zijn. Het einde van den oorlog zal niet
komen zooals wij drie jaren geleden verwacht
hebben; en nog minder zooals Duitschland
verwacht heeft. Het zal voortkomen uit de ge
meenschappelijke overtuiging der democratieën
van alle landen, dat de weg naar den vrede
niet door het veroverend zwaard kan worden
gebaand, maar door de omverwerping van het
geweld. Dit is de gedachte, die thans door
dringt in den geest der volken van alle landen.
Dit is de parel die gewonnen zal worden uit
de ellende van deze dagen en er is nooit wijzer
raad gegeven dan die, waarin Asquith er op
aandrong, dat het grootst mogelijk gebruik
worde gemaakt van alle gelegenheden, die zich
voordoen voor eene gedachtenwisseling tus
schen vertegenwoordigers der groote demo
cratieën”. Wij die voor de vrijheid strijden be
hoeven niet te huiveren bij het hooren van het
woord Stockholm. Het zijn de Keizer en zijn
stelsel, dat op ineenstorten staat, voor wien
dat woord ondergang beteekent.
Het zal misschien nog lang duren voor wij
weten wat „de duur van den oorlog” betee-
kende. Wij kunnen ons werk niet opgeven
vóór de vrijheid de overwinningheeft behaald,
onverschillig hoeveel goed en bloed de strijd
ook nog moge kosten. Maar laten wij ons geen
valsche voorstelling maken omtrent wat de
overwinning zal beteekenen. Het zal een over
winning zijn van den geest een overwin
ning die niet zal kunnen afgemeten worden
naar veroverd grondgebied, maar naar de mate
van volkomenheid van de overwinning der
valsche góden die de menscheid zoo lang in
verdeeldheid hebben gehouden”.
De nota van den Paus.
De pauselijke kanselarij heeft den vertegen
woordiger van de „United Press” tot de vol
gende verklaring gemachtigd: President Wilson
gaf in zijn mededeeling aan den Senaat te ver
staan, dat het gedeelte in de' pauselijke nota,
betrekking hebbende op de ontwapening en de
vrijheid der zee, en de gedeelten, betrekking
hebbende op wederzijdsch afzien van vergoe
ding voor de oorlogsuitgaven en van schade
loosstelling, evenals de wederkeerige terug
gave van bezet gebied, opgesteld waren naar
aanleiding van de jongste openbare redevoe
ringen der staatslieden van beide oorlogvoe
rende partijen en naar aanleiding van de vre-
desresolutie, door de parlementen aangenomen.
Daarbij dient de opmerking te worden ge
maakt dat voor het afzien van schadeloosstel
lingen een uitzondering is gemaakt voor België.
De Paus kon geen bepaald voorstel doen om
speciale vraagstukken van territorialen aard
op te lossen en uitte derhalve den wensch, dat
genoemde vraagstukken in den geest van ver
zoening mogen worden onderzocht en dat daar
bij zooveel mogelijk rekening zal worden ge
houden met de gerechtvaardigde aspiraties van
het volk.
De H. Stoel wenscht met nadruk te herhalen,
dat ’s Pausen oproep niet door een der oorlog
voerenden of ten behoeve van een der oorlog
voerenden geïnspireerd is.
De Belgische legatie deelt het volgende of
ficieele communiqué van den Belgischen mi
nister van buitenlandtche zaken mee
De pauseljjke boodschap aan de hoofden der
oorlogvoerende volken heeft den koning van
België bereikt door tusschen komst van den
Belgischen gezant bjj het Vaticaan. De ont
vangst van het pauselijk document bevestigend,
heeft de koninklijke regeering hulde gebracht
aan de verheven gevoelens, waardoor het is
ingegeven en haar dankbaarheid uitgedrukt
voor de bijzondere belangstelling, welke de
Heilige Vader koestert voor het Belgische volk,
dat zoo wreed en zoo onrechtvaardig is ge
troffen door den oorlog. De Belgische regee
ring zal met de grootste welwillendheid de in
de boodschap neergelegde voorstellen bestu-
op Zaterdag 25 Aug. 1917. ’s voorm. 10% uur.
Voorz. de heer H. M. Tromp, burgemees
ter.
Secr. de heer J. Poppinga.
Aanwezig 14 leden, afwezig de heer de Boer
met kennisgeving.
Deze notulen werden gelezen en onveran
derd vastgesteld.
Ingekomen zijn o.a..:
Besluiten van Ged. St. tot goedkeuring van
het 2e kwartaal schoolgeldkohier van verschil
lende raadsbesluiten en van door den raad
vastgestelde verordeningen, benevens' een
kennisgeving van Ged. St. betreffende het ver
leenen van eervol ontslag aan een keurmees
ter. waartoe de Raad eveneens besluit.
Voorts een dankbetuiging van den ambte
naar ter secretarie den heer v. d. Veer, voor
de hem ter gelegenheid van zijn 40-jarig jubi
leum verleende gratificatie.
Deze stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.