Uit'onza Raadszaal
I
De Man uit Frankrijk.
MEUBELFABRIEK NEDERLAND
Officieel Orgaan der Gemeente Sneeft.
Verschijnt
annex SLEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
R ECLAMEKOLOM,
BINNENBETIM SERINGEN.
Brandenburgh, Boschma&Co.
I
Zaterdag 7 September 1988
34e Jaargang
■o. 96
J. A. HÜIZINGA, Groningen.
natuurkunde, werktuigkunde en cosmogra-
iie.
Punt IV. Benoeming van drie leden van
de commissie voor strafverordeningen.
Punt V. Benoeming van drie leden van de
commissie voor de gemeente-reiniging.
Punt VI. Benoeming van drie leden van
de commissie voor de openbare werken.
Punt VII. Benoeming van drie leden van
de commissie voor rekeningen ejt begroe
tingen.
Punt VIII. Benoeming van drie leden van
de commissie voor de gemeente-eigendom-
men.
Punt IX. Benoeming van drie leden van
de committie voor de plantsoenen.
I
Punt X. Benoeming van drie leden van de
commissie voor den gemeentelijken woning
bouw.
Punt XT. Benoeming van drie leden van
de commissie voor de gasfabriek en'de wa
terleiding.
Punt XII. Benoeming van een voorzitter
\en vier leden van de reclame-commissie
H. O.
Punt XIII. Aanbieding door B. en W. van
de gemeente-begrooting voor het dienstjaar
1919.
Punt XIV. Voorstel van B. en W. tot re
organisatie van het openbaar» lager onder
wijs.
Punt Notulen van de Verg, van 19 Aug.
1918.
Punt II. Nieuwesstemming over het voor
stel der jaarweddencommissie lot regeling
van het salaris van den gemeente-architect.
Punt III. Aanbeveling van B. en W. voor
W. bjj
Telefoon 118.
Westersingel 2.
S6S
vroeger voor-
en
W. ten behoeve van
waarom dit voorstel nu niet tor tafel gebracht
XIII.
dat
(Wordt vervolgd)
zou
indien
verklaren
zonder
an-
door
voorge-
toe:
onzen gezamenlijken
DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS
Uitgevers
S»«sk Telefoon No. 15U.
Volgens voorwaarden overeengekomen met de HollMtisoht Alg«me*n« V«rx«- 70ÜÜ
kwrinjjsi-Bank t« Schiedam zijn onse Abonnés verzekerd tegen ongelukken voor Avvv
EEN AVONTUUR VAN GEOFFREY GILL.
DETECTIVE.
door
IVANS.
goed! Ik
voegde ik er zacht aan toe,
i van onzen gast-
Aan het ontbijt ontmoetten wij Lady Stockton
en haar jongste dochter. Lord Stockton en Lady
Edith waren niet verschenen. Eerstgenoemde
deed G. G. om een onderhoud verzoeken, ten
einde hern te berichten wat er 's nachts gebeurd
was. Aan mij liet hij de taak, de beide dames
daarvan off de hoogte te brengen. Zij luisterden
ademloos naar mijn verhaal en schenen van
oordeel, dat wij met een gevaarlijken strooper
te doen gehad hadden. Beide meenden, dat de
politie gewaarschuwd moest worden, maar ik
gat haar den raad, zich in dit opzicht te richten
naar wat G. G. besluiten zou. Ik liet haar in den
waan, dat mijn vriend zijn nachtelijken tocht
ondernomen had, om zich te overtuigen, dat men
binnenshuis van den om het huis zwervenden
man niets te vreezen had. Natuurlijk sprak ik
niet over mijne ontmoeting met Lady Edith, en
deze had daarover blijkbaar tegenover haar
moeder en zuster ook gezwegen. De dames
waren zeer ontdaan over G. G. 's verwonding.
Nadat ik mijn verhaal geëindigd had, zeide ik,
dat ik met den middagtrein uit Tanfield naar
Londen vertrekken zou/ waarheen dringende
zaken mij riepen. Het scheen mij was het
verbeelding? dat Lady Maud’s gezichtje bij
deze mededeeling betrok, maar weer ophelder
de toen ik zeide, dat ik den volgenden dag in
den namiddag zou terugkomen om te zien, hoe
het met mijn gewonden vriend stoxd. Dit
ÏIBm SBHK OOJUI*
Met algemeene stemmen wordt benoemd de
heer J. Spanjorsberg, phil. cand to Leiden.
Itexoemd worden de -heeren A. Brouwer, R.
S. H. Visser, Mr. P. S. Gerbrandy.
Benoemd worden de heeren J. IJtsma, F.
Blok, M. A. Kuyt.
Benoemd worden de heeren J. G. W. Kie-
zebrink, F. de Wolf, J. IJtsma.
Benoemd worden de heeren G. L. Dokkum,
M. A. Kuyt en U. Rjjpma.
Benoemd worden de heeren J. Huges, F. de
Wolf. Mr. P. S. Gerbrandy.
Benoemd worden de heeren I Huges, F.
Blok, Jobs. Faber.
wordt.
De heer Blok had liever gezien dat men
met de reorganisatie gewacht had tot na de
totstandkoming van de nieuwe wet op het
lager «nderwjjs.
Ook komt het Spr. voor dat B.
1
de voorstellen van B.
week moeten geven.
Verder willen B. en
alle scholen een naar de eischen des tijde in
gerichte gymnastiekschool met speelterrein
oprichten.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer de Wolf heeft tot zijn verbazing
gezien dat in het rapport van B. en W. over
de kosten met geen enkel woord wordt gerept.
Spr. meent dat bjj een dergeljjk voorstel de
Raad moeilijk een besluit kan nemen zonder
te weten hoe duur daze reorganisatie de ge
meente te staan komt.
De V o o r z. acht het een zaak van onmoge
lijkheid een begrooting te maken, zonder dat
men weet in welke richting de Raad het
onderwgse in de toekomst geleid wil zien.
De heer Dokkum sluit zich bjj den beer
de Wolf aan. Als B. en W. met voorstallen
komen, moet de Raad over de kosten kunnen
oordeel en. Spr. stelt een motie voor waarin
B. en W. worden uitgenoodigd alvorens tot
behandeling hunner voorstellen wordt ovor-
Welnu waar de arbeiderskinderen al zooveel
bij burgerkinderen achterstaan moeten hunne
scholen niet nog extra bezwaard worden met
hinderlijke elementen.
Ook kan spreker zich er niet mee vereeni-
gen dat het 7e leerjaar bjj wjjze van proef aan
een der scholen wordt ingesteld. De billijk
heid eischt dat er geljjk onderwijs aan alle
kinderen wordt gegeven er aan alle scholen
het zevende leerjaar wordt ingevoerd. Spr.
zou er veel voor gevoelen dat ook op alle drie
scholen Fransch werd onderwezen.
Verder wenscht Spr. het ambulantismo der
hoofden geheel afgeschaft te zien.
Spr. wijst er tenslotte op dat sedert gerui-
men tjjd bij B. en W. een voorstel IJtsma—
Brouwer ligt inzake het bouwen van een be
waarschool. Dit zou bij do reorganisatie var,
het onderwps worden behandeld. Spr. vraagt
te worden?
den heeren wat hij mij reeds
had omtrent den toestand
zag, dat zijn bezoekers een blik wisselden.
Lord Lowden schudde nauwelijks
hei hoofd.
Inmiddels was ik aan Lord Rutliven
steld en Lowden stak mij de hand
Hoe gaat het sinds -
overtocht naar Calais, Mr. Hendriks?
Dank u, Mylord, mij gaat het
wenschte wel i
dat ik hetzelfde zeggen kon
heer.
Lowden trok mij
profiteerende van
toen ik dien avond bij hem kwam. Hij was juist
terug van een vermoeiende vergadering eti
klaagde over hoofpijn en duizeligheid. Sinds het
ongeval, hem te Nice overkomen, had hij daar
van voortdurend last en hij vertelde mij, dat hij
nog altijd het doffe gevoel in zijn hoofd had. Hij
maakte zich daarover wew at ongerust, te
meer omdat daarmede gepaard ging, dat hij
soms namen en gezichten niet thuis kon bren
gen. ’t Was hoogst onaangenaam, nu en dan
tegenover iemand te staan, dien hij jaren lang
kende, en dan plotseling met op zijn naam te
kunnen komen. Hij had eens in medische boe
ken gegrasduind en was daarvoor gestraft,
zooals de meeste leeken gestraft worden, wan
neer ze hun neus daarin steken: 'n heelen
nacht had hij er niet van kunnen slapen! Her-
senverweeking. progressieve'paralyse en
dere afschuwelijke zaken speelden hem
het hoofd. Mahr gelukkig had zijn medicus hem
volkomen gerustgesteld: een gewoon, maar
voorbijgaand verschijnsel in dergelijke geval
len. Intusschen, mooi onaangenaam!
Zijn hand? O, dat ging wel: hij hoopte
den doek spoedig te kunnen afleggen, maar
een poos verbonden zou ze nog moeten blijven.
Terwijl Lord Lidderdale aldus, spraakzamer
dan gewoonlijk, half ernstig, half schertsend,
over zijn gezondheidstoestand sprak, hadden
wij voor den haard plaats genomen en onder
het genot van een geurige havanna deed ik
hem verslag van wat ons op Stockton-Court
overkomen was, daarbij de aanwijzingen van
G. G. nauwkeurig volgende. Mijn toehoorder
luisterde in’ gespannen aandacht, evenwel zon
der mij in de rede te vallen. Toen ik mijn ver-
ihaal ten einde had, schudde hij het hoofd.
Mr. Gill had zich niet aan dergelijke geva
ren moeten blootstellen zeide hij. Zijn leven'Ik hoor, dat je 'n beetje aan den sukkel bent,
is te kostbaar voor het algemeen, dan dat hij Dat moet nu maar uit zijn: we zullen eens iets
het zoo roekeloos wagen mag! Ik beschouw bedenken om je wat op te vroolijken!
bracht mij in den zevenden hemel; een wan
deling mef Lady Maud door het park bracht
mij in den’achtstcn als die er is! maar de
hoogste zaligheid werd eerst bereikt, toen zij
tot de ontdekking kwam, dat de beste methode
om den dokter snel naar Stockton-Court te
brengen was, hem met den „dog-cart” te gaan
halen; „Cis”, haar lievelingspaard, had wel
wat beweging noodig; zij zou zelve rijden en zij
kon Mr. Hendriks meteen naar Tanfield bren
gen!
Zoo kwam het te gebeuren, dat ik 'n half uur
later naast haar in den „dog-cart” zat; de zon
lachte, de vogels zongen, het was lente....
en het scheen mij. of wij regelrecht den hemel
inreden!
Véél te spoedig waren wij te, Tanfield en
aan het station; en toen ik haar zag wegrijden
om den dokter te gaan halen, was mijn hart vol
bitterheid, dat ik die dokter niet was.
Vanuit het station telefoneerde ik naar Lord
Lidderdale, met verzoek, mij dien avond voor
belangrijke mededeelingen te wachten. En.
denkende aan wat G. G. ’s naólits in het park
gezegd had, informeerde ik bij den stations
chef, of er met den nachttrein van 3 uur iemand
naar het Zuiden vertrokken was. De man had
zelf geen nachtdienst gehad, maar de onder
chef wist te vertellen, dat er met dien trein
twee passagiers vertrokken waren: een lange,
slanke man, met een korten grijzen baard en
wat slordig gekleed, die in een hoek van de
wachtkamer op den trein had zitten wachten,
met den slappen hoed over het gezicht getrok
ken en de armen op de borst gekruist, blijk
baar dommelende; èn een kort, dik jongmensch,
als werkman gekleed, die op het perron had
heen en weer geloopen. De eerste was waar
schijnlijk onze vriend geweest. Zou hij nog te
rugkomen?
Lord Lidderdale ontving mij allerhartelijkst,
hem in deze zaak, waarn ikzelf betrokken ben,
als in mijn dienst en voel mij tot op zekere
hoogte verantwoordelijk voor wat hem over
komen mocht! Intusschen heb ik allen eerbied
voor zijn moed en volharding!
In het gesprek, dat nu volgde, ontdekte ik
spoedig, dat Lordt Lidderdale’s aandacht voor
al getrokken was door het zonderinge verdwij
nen van het portret.
Heeft Mr. Gill daaromtrent reeds een
theorie gevormd? vroeg hij. Met de kamer
goed afgesloten en den indringer buitenshuis,
is het toch gewoon onmogelijk, dat het verdwe
nen is! Is er goed naar gezocht? Ligt het niet
ergens achter 'n meubel, onder 'n kleed of er
gens anders, waar ’t niet ontdekt is? De heete
geschiedenis is zoo wonderbaarlijk, dat zij
nauwelijks te gelooven is.
Ik kon, naar waarheid, verklaren dat wij
overal gezocht hadden, maar zonder succes.
Trouwens, hoe zou het portret van de tafel in
zoo’n schuilhoek gekomen zijn?
Terwijl wij nog over dit onderwerp spraken,
werd Lord Lowden aangediend. Daar mijn
taak afgcloopen was, nu Lordt Lidderdale op
de hoogte was gesteld van onze wederwaar
digheden. rees ik op om weg te gaan. Maar
vóórdat ik afscheid genomen had, trad de aan
gediende reeds binnen, gevolgd door een an
der. veel jonger man. Beide heeren waren in
avondtoilet.
De jongste trad dadelijk,
hand, op den heer des huizes toe.
Goeien avond, Lidderdale! Excuseer mijn
onceremonieus binnenkomen: ik ontmoette, in
de voorhal, hier onzen half-Italiaanschen
vriend en vond mijzelven niet van genoegzaam
Jgewicht om mij afzonderlijk te doen aandienen!
mok Kont nor opr. voor dat B. en W. bij
dit voorstel op twee gedachten hinken daar
de nieuwe school èn een M. U. L. O. school
en een inrichting voor opleiding voor H. B. S.
en Gymnasium zal worden. Voor dit laatste
is z. i. geen M. U. L. O. inrichting noodig,
dit kan de lagere school wel doen. De vraag
is of er in deze gemeente genoeg leerlingen
zjju die M. U. L. O. zullen ontvangen. Spr.
betwijfelt dit en zou daarom meer voelen voor
het betoog van dea heer de Boer om aan school
no. 1 een 9e leerjaar toe te voegen en alzoo
op deze school oen Mulo-kop te zetten. Spr.
kan méégaan met het inzicht van den heer
IJtsma over de wijkschool.
De heer dr. Bouma betoogt dat B. en W.
alvorens met dit rapport by den Raad te ko
men, verschillende onderwijsmenschen ge
raadpleegd hebben. Verschilllende ontwerpen
werden aan de hand gedaan. Men kwam ten
slotte tot het nu besproken plan waarbjj ook
aan het armste kind bg goeden aanleg een
ruime ontwikkelingskans wordt gegeven.
Wat het toevoegen van een 9e leerjaar aan
school no. 1 aangaat, beroept Spr. zich op de
aaneenschakeling» commissie,die tegen groot»
scholen ishet hoofd krijgt dan een te veel
omvattende werkkring.
Spr. meent dat de momenteele invoering
van zuivere wijkscholex te ver gaat. De over
gangszon dan opeens te groot worden. Men
1 ook niet veel leerlingen tellen. I heeft namelijk rekening te houden met het
pauperisme. Spr. betoogt de wenschelykheid
om do lastige elementen in die kringen in één
school onder te brengen. Deze moet dan liefst
zoo klein mogelijk worden. Deed men zulks
niet dan liep men gevaar dat do meergegoeden
een neutrale bijzondere school zouden oprichten
en dan had men het instituut van de standen
scholen binnengebaald. Teneinde het instituut
van de wijkscholen zoover mogelgk door te
voeren is het «choolgold zeer laag gesteld zeo-
dat geen enkel werkman zjjn kinderen naar
de z.g. »armen”-school behoeft te sturen.
Bovendien zal ieder kind van alle drie scho
len bjj voldoende aanleg op de M. U. L. O.
school kunnen komen. In deze instelling zal
men dus een centrale onderwijsinrichting heb
ben, die alle standen verschil wegneemt.
Een zuivere M. U. L. O school met drie
leerjaren zou hier geen levensvatbaarheid heb
ben. Eene zooals in het ontwerp bedoeld wordt
wel. Deze voldoet ook op andere plaatsen uit
stekend.
Wat de invoering van het 7e leerjaar
aan één school betreft, dit is naar spr.’s
meening slechts een proefslaagt zjj dan wordt
aan alle scholen dit leerjaar ingevoerdwie
zjjn stem voor het voorstel van B. en W. geeft
derljjke element der pauperkinderen gewezen, spreekt meteen de wenscheljjkheid uit aan
w-i-x- *---•»i-ï-a--alle scholen een 7e leerjaar toe te voegen,
zoodra dit leerjaar oen succes blgkt. Spr. is
tegen de invoering van Fransch als leervak
aan de lagere schooldit heeft voor kinderen
die slechts lager onderwys genieten weinig
zin. Het is z. i. van veel meer gewicht, dat
deze leerlingen meer algemeene ontwikkeling
wordt bijgebracht. Bovendien, zal onderwijs
in het Fransch iets geven, dan zal men er in
de drie hoogste klassen wekelyks 6 uur aan
moeten besteden en deze tjjd zou dan geno
men moeten worden van dien bestemd voor
het onderwjjs in lezen, schrjjven en rekenen.
Wat eindeljjk de vraag van denbeer Brouwer
betreffende School No. 1 aangaat, hierop weet
Spr. goen antwoord te geven, de een zegt dit
de ander dat.
De heer Brouwer is met dit antwoord
niet tevreden. Als hij als raadslid een vraag
stelt, eischt hij dat het dag. bestuur hierop
Lidderdale stond een «ogenblik als hetr beeld
der hulpeloosheid. Toen scheen hij een kort be
sluit te nemen, vatte de ïiem toegestoken hand
en zeide:
Goeien avond, Lowden!
Beide heeren stonden verstomd.
Maar, boste vriend, daar staat Lowden:
ik ben Rutliven zeide de jonge man, na
eenige oogenblikken van pijnlijke stilte.
Daar heb je het nu!zeide Lord Lidder
dale, zich tot mij wendende. Is hetniet om dol
en daarop vertelde hij den bel-
vroeger gezegd
van zijn hoofd. Ik
en
merkbaar
Benoemd worden de heeren J. IJtsma, J.
G. W. Kiezebrink, P. Th. Potma.
Benoemd worden de heeren J. G. W. Kie
zebrink, F. Blok, F. de Wolf.
Tot Voorz. wordt benoemd do heer Dr. G.
Bouma, tot leden de heeren J. Huges, F. Blok,
J. IJtsma, Rjipma.
De Voorz. gaat over tot het trekken van
de secties.
Voor de eerste sectie worden aangewezen de
heeren Kuyt, Mr. Gerbrandy, Kiezebrink, Dok
kum, Huges, Potma en De Wolf
Voor de 2e sectie de boeren Faber, Stock
mann, Brouwer, Rijpma, IJtsma en Blok
Punt XlIIa. Voorstel van B. en W. tot
nadere aaststellinp van het vermenigvuld/yincts-
cijfer op 4.778 voor de berekening ran de aan
slagen op het primitief kohier van den H. O.
dienst 1918.
Z. h. st. hiertoe besloten.
Reor(janis»tie Laysr Ondorwij*.
Men zie omtrent deze voorstellen ons num
mer van 20 Juli, waarin zo uitvoerig zjjn
uiteen gezet.
B. en W. stellen o.a. voor naast de drie
bestaande lagere scholen een inrichting voor
M.U.L.O. met vijfjarige cursus, aansluitende
aan het 4o leerjaar van het L. O., op te
richten. Deze M.U.L.O. zal tevens opletden
voor H.B.S. on Gymnasium.
B. en W. willen de mogelijkheid
de benoeming van een leeruur in wiskunde, 6'.iar’g0 opleiding voor het toelatings-.
van het voorstel hua aanmerkingen bij B. en
W. indioten. Het bevreemdt Spreker dat de
heeren die nu voor de motie-Dokkum zullen
stemmen, toendertijd geen aanmerkingen be
treffende het ontbreken van een raming hebben
ingezonden.
De heer Blok meent dat B. en W. heel
goed een schema van kosten hadden kunnen
geven. Te meer waar Spr. uit de woorden
van dr. Bouma kan opmaken, dat de uitvoering
van deze reorganisatie nog wel een paar jaar
kan duren; dan had men alle tijd gehad om
tenminste nog een raming te maken.
De heer d r. Bouma heeft niet bedoeld
dat de doorvoering der reorganisatie nog wel
een paar jaar kan duren. Spr. acht de moge
lijkheid aanwezig, dat msn de op te richten
M.U.L.O.-school eerst eenige tjjd in een hulp-
lokaal moet onderbrengen, in verband met de
toestaad, alvorens tot de bouw van een nieuwe
st-hool over te gaan. Dit gebeurt wel meer.
De motie Dokkum wordt in stemming ge
bracht en verworpen met 7 tegen 6 stemmen.
Voor stemmen de heeren de Wolf, Dokkum,
Blok, Stockmann, Brouwer en Potma.
Alsnu worden de algemeene beschouwingen
voortgezet,
De heer Brouwer wijst er op, dat, waar
de behandeling van de reorganisatie van het
lager onderwijs zoolang is uitgesteld, dit niet
de schuld is van de reshtsche partjjen, maar
dat de liberale meerderheid van den Raad
steeds in onderwijszaken het laat maar waaien
systeem heeft gehuldigd. Spr. verwacht
niet veel heil van de voorgestelde op te richten
M.U.L O.-school, daar de 7e en 8e klasse van
school no. 1
Voor zulk osderwjjs is blijkbaar niet veel
animo. Spr. voelt meer voor het voorstel van
het hoofd van school 1, om daaraan een ne
gende klas toe te voegen.
Spr. vraagt bovendien hoe het komt dat
zooveel leerlingen van school no. 1 naar de
bjizondere school overgaan.
De heer IJ t g m a meent dat het voorstel
van B. en W. »»n stap in de goede richting
is. Spr. is dankbaar maar niet voldaan,
daarom hebben de heer Faber en bjj een reeks
amendementen ingeaiend, die zjj te hunner
lagere schoten, tijd wel zullen toelichten.
Waar B. en W. de eerste stap doen in de
richting Wijkscholen, zou spreker geheel met
het ingtand houden van standemcholMi willen
breken en de »chool voor minvermogenden ver
vallen willen zien. Onder het bestaan van
standenscholen toch Ijjdt het onderwas voor
de kinderen van onvermogende ouders en het
geeft aan de kinderen der rijken het besef dat zg
eigenlijk beter zijn, dan de.minder rijken. Door
het standenverschil zullen de kinderen in hun
later leven wél zooveel te Ijjden hebben, dat
men hen hiermee in hua schooljaren waarlijk
niet behoeft lastig te vallen. Door tegenstan
ders van wjjkscholon wordt vaak op het hin-
Abonnement: per jaar f 2.
fr. p. pont f2.50. Losse Nob. 5 et.
Advertentiên 15 reg. f0.35
verder per reg?l 6 cent. Bij Abon-
nemen' belangrijke korts ng
De advwtentie-prijzen zijn tijdolijk ver
hoogd meteen, oorlogstoaslag van 2O°/o.
gld bij levens- IRA gld. ingeval van over- (EA gld. bij verlies van <7E gld. bij verlies ZA gld. bij verlies van flld bij verlies
tenge invaliditeit. 2üv hjden binnen 30 d. IvU één hand, voet of oog. Iv van een duim, vv een wijsvinger. Ad van een vinger.
gegaan, de Raad alsnog een raming der kosten
voor te leggen.
De heer d r. Bouma meent dat het heel
moeiljjk is een begrooting r,e maken alvorens
do Raad zich heeft uitgesproken hoe het
onderwjjs moet zijn.
De koeten toch bestaan uit het salaris der
aan te stelten onderwijzers, plus het bedrag
noodig voor het bouwen van nieuwe localen.
Voor beide is moeilijk een raming te maken.
De salarissen der onderwjjxers zulten binnen
kort herzien worden en een begrooting voor
nieuwe lokaliteiten zou na een of twee jaar
geen waarde meer hebben.
Bovendien zulten de kosten bjj de voorgestelde
reorganisatie ongeveer g^ljjk zjjn aan dia welke
zouden voortvloeien uit eenigerlei andere ver
betering van den tegenwoordigen toestand. In
het laatste geval zouden 7 of 8 lokalen moeten
worden bijgebouwd (school no. 1 voldoet reed»
lang niet meer aan matige eischen.) En wat
de ouderwijzer» betreft, voor een bepaald aan
tel kinderen moet men toch een bepaald aan
tel onderwjjzers hebban. Dit aantal zal, hoe
men ook wil raorganteeeren, toeh ongeveer
gelijk moeten zjjn.
De heer IJtsma meent dat men hier met
een principieete kwestie te doen heeft. Het
gaat er hier om hoe het onderwijs in de toe-
kom»t zal ingericht zijn.
Een andere vraag is hoe deze inrichting
moet worden uitgevoord. Hierover kan de
Raad later beslissen. s Men zou een Babylo
nische verwarring krijgen indien men deze
twee zaken tegeljjk behandelde. Spr. zal tegen
de motie stemmen.
De heer Dokkum heeft alle respect voor
Weth. Bouma, maar vindt het toch niet goed
enkel op gezag van dozen aan te nemen dat de
kosten van verschillende wjjzen van reorganisatie
niet zoover zulten uiteon loopen. Spr. hand
haaft zijn motie.
De heer Blok acht de argumanteering van
den voorsteller der motie zeer juist. Hier was
wel degelijk een becjjforing te maken. De
kosten zijn in dit geval een der hoofdzaken,
daar men bij deze reorganisatie verschillende
wegen kan inslaan. Men zou behalve aan
neming voorste] B. en W. b.v. kunnen over
gaan tot het bouwen van meer
tot het toevoegen van een 9a leerjaar aan
school no. 1, tot het oprichten van een Mulo-
school met 3 jarige cursus, enz. Had men nu
een schema van de hieruit voortvloeiende
kosten, dan zou men .40 plannen naast het
voorstel van B. en W. kunnen leggen en er
zoodoende beter over kunnen oordeelen.
De heer d r. B o u m a zegt dat het zeer
gemakkelijk geweest was enkele cjjfers te gevan,
maar het is positief onmogeljjk eenigszins
waardevolle cjjfers te geven, vooral ook waai
de bouw van nieuwe lokalen of schoten in deze
oorlogsjaren veel bezwaren zal opleveren.
De heer Dokkum is niet overtuigd.
Hadden B. en W. een begrooting, gebaseerd
op do tegenwoordige toestand, ingediond, dan
had men toch altijd een basis gehad. Men
zegt, het beste is niet te goed voor het kind,
maar het duurste is niet altjjd het beste. Had
men nu een raming van kosten, dan zou men
uit de verschillende ontwerpen het beste
kunnon zoeken.
De heer IJ t s m a wordt hoe langer hoe
meer overtuigd dat de motie Dokkum niet
moet worden aangenomen. B. en W. hadder
hier gemakkelijk eenige cjjfers kunnen geven,
maar do vraag is wat men ran zulk een waar-
delooze raming heeft. Het beste is niet te
goed voor het kind. Welnu, laat men dan
eerst het beste uitzeeken. Dan heeft de Raad
het nog altjjd in zijn macht om te beslisten
hoe dat citj baste moet worden uitgevoerd
De kosten zijn hier «iet de hoofdzaak, maar
de inrichting van het te geven onderwg s.
Al de raadsleden konden vóór de behandeling
Vergadering van den Raad der Gemeente
S N E E K op Dinsdag 8 Sept. 1918 avonds
7| uur.
Voorz.: de heer P. J. de Hoop, Burg.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig 13 leden.
Afwezig de heeren Kuyt en Gerbrandy.
Deze wordon onveranderd vaitgesteld.
Óver dit voorstel staakten de vorige keer de
stemmen.
De commissie stelde voor, het minimum te
stellen op f2200 mot vjjf tweo-jaarlj;k»cbe ver-
hoogingen tot een maximum van f3200. Daar
enboven zou de architect vrije woning genieten
die geschat wordt op f400.
B. èn W. handhaafden hun
stel.
Het voorstel der commissie wordt met 8 tegen
4 «temmen aangenomen.
Builen stemming de heer Kiezebrink.
Tegen de heeren Huges, Visser, Bouma
De Wolf.
vau de
•examen
KBS? on Gymnasium handhaven. De drie
lagere schoten zulten een geljjk leerplan
hebben. Aan één zal als proef een 7e leerjaar
worden toegevoegd.
Het vak Fransch zal van het leerplan worden
afgevoerd. Op een der lagere scholen zal
kosteloos onderwjjs gegeven worden, torwjjl
een cursus voor schipperskinderen zal worden
ingevoerd.
Do hoofden der lagere schoten zullen volggns
de voorstellen van B. en W. 12 uur les per
met uitgestrekte
een eindje ter zijde en
de omstandigheid, dat Ruth
ven een druk gesprek met Lidderdale begon
nen was, zeide hij zacht: Het is diep-treurig!
Wij doen allen, of wij niets merken, maar de
arme kerel is heel ziek.
Hij vertelde mij daar juist, dat zijn dok
ter er niets bedenkeijks in zien kan.
Ja. die zal Item vertellen, wat hij heeft!
spotte Lord Löwden. Op dit oogenblik keerde
Lidderdale zich weder tot ons.