Is. T- JURGENS 1 J I I ll I Lid. PLflNTEHBDTIR I ■a RECLAMEKOLOM. 5 BUITENLAND. Nieuwstijdingen, J! Officiiel Orgaan der Gemeente Sneek. tadenburgh,Boschma& Co. - annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL FATJL TRENT ct.. I 36e Jaargang Woensdag 19 November 1919 lo. 15 ■al 5 0 J 3 r Verschijnt DINSDAGS cu VRIJDAGSAVONDS Uitgevers lijn. Abonnement: per jaar f 2. fr. p. post f2.50. Losse Nos. 5 ct. Advertentiënvoor Friesland 6 ct. p. r., buiten Friesland 8 ct. Bij Abonnement belangrijke korting De adverientie-prijsen zijn tijdelijk ver hoogd met een oorlogstoeslag van 20 gld bij verlies van een wijsvinger. VOEDZAAM HEERLIJK VOORDEELiG ct. 15 ct. pond. 15 ct. ver- !8 196. SWIIIM (Wordt vervolgd.) 7E gld. bij verlies CA I v van een duim, vv TC gld. bij verlies *u van een vinger yjVJll ZrltljtJllj KJ hg zich ietwat Mag ik bin- jn end 70. Skisk Telefoon No. 150. NIEUWE SNEEKER COURANT 'V I lijve e en nza, i al ?gen door (Geautoriseerde vertaling) (Nadruk verboden.) wat vertellen.” aan Cobden merken, I - /ants.1' ^ij te V0e^ g0drosken bad. De verrassing I I V p, N. Te Leeuwarden werd Zaterdag onder het voorzitterschap van den heer P. J. Pieterzen de gewone najaarsvergadering gehouden van de afdeeling Friesland der V. P. N. Er waren PLANTA 20.) ,Ga zitten, kind,” zeide hg. Toen wendde 1i ongeduldig tot Strand. „Ik ben niet moe, laat zij me 1 •Men kon het zelden Op de vraag van den voorzitter of Helfferich nu bereid was om de vraag van dr. Cohn te beantwoorden, antwoordde deze opnieuw ont kennend. Hierop las Warmuth het volgende besluit voor, dat genomen was met dezelfde verhouding van stemmen: „Degetuige Helfferich wordt, omdat hij zonder wettelijke redenen weigert getuigenis af te leggen veroordeeld in de kosten, die uit zijn weigering voortvloeien en voorts tot eene geldboete van 300 mark”. Voor zgn persoon voegde Warmuth hieraan toe, dat dit besliit niet overeenkwam met zjjn persoonlijke opvatting over de toepasselijkheid van de regelen van een gewoon strafproces op de verhooren van deze commissie. In verband met de positie, die de meerderheid van de commissie heeft ingenomes, legde hg derhalve het voorzitterschap neer en gaf dit aan Gothein, den plaatsvervangenden voorzitter over. Daar Helfferich reeds van te voren had verklaard desgewenscht bereid te zgn de redenen op te geven van zgn gedrag tegenover dr. Cohn ver zocht thans Gothein aan Helfferich (op verzoek van dr, Cohn) deze mee te deelen. Alvorens dat te doen wenschte Helfferich te vragen, welke rechtsmiddelen hij ter beschikking had tegen het vonnis, waarmee deze sub commissie hem had gestraft. Gothein verklaarde, dat bg bezwaar kon maken bij de commissie in haar geheel. Hierop verklaarde Helfferich dat de heele Gommisse is ingesteld om de oorzaken van de ineenstorting des rjjks te toetsen. Volgens de opvatting van Helfferich nu, zoo verklaarde deze, was dr. Cohn onmiddellijk betrokken bg deze ineenstorting, overmits hij zich volgons een telegram van den Russische» Sovjet-gezant Joffe Russische geldmiddelen had laten geven om in Duitschlaud een revolutie voor te be- folgens voorwaarden overeengekomen met de Holiandsoh* Algemeen* Verxe» JAAA ksrl"B**Bank te Schiedam zijn onze Abonné’s verzekerd tegen ongelukken voor 4vllv OM IE A gld. bij verlies van luV één hand, voet of oog B reiden. Dientengevolge zou geen macht ter wereld hem kunnen dwingen om do vragen vaa dr. Cohn voor deze commissie te be antwoorden. In antwoord hierop wees dr. Cohn op de verklaring, die hij reeds langen tijd geleden in do nationale vergadering heeft afgeleid. Joffe heeft alleen getelegrafeerd, dat hij (Joffe) aan hem (Cohn) den 6en November 1918 ’s ochtends zekere bedrages aan geld over maakte voor bepaalde oogmerken, we ke uit sluitend de ondersteuning van Russische krijgsgevangenen en voor een klein deel de ondersteuning van politieke oogmerken van zgn partg betreffen. De inhoud van dit telegram was juist. Reeds in de nationale vergadering had hij (Cohn) verklaard, dat hg bij herhaling van de aantjjging van het aannemen van Russisch geld om Duitschland te revolution airen, daarop zou antwoorden met de be schuldiging van leugen. Hierop ontspon zich een levendige discussie, waarin dr. Cohn o.a. het volgende te berde bracht: „Het Duitsche volk is aan den oorlog niet schuldig, maar aan het ontstaan en aan den orgelukkigen afloop zgn lieden als dr. Helfferich schuldig”. Helfferich sprong van zijn stoil op en ver klaarde, dat hij zijn getuigenis sou staken en de zaal zou verlaten, indien hg gedwongen werd dergelijke taal aan te hoortm. Gothein maakte hem erop attent, dat hjj daarop geen recht had. Helfferich herhaalde evenwel zijn bedreiging en liep reeds van de getuigentafel weg. Onder deze omstandigheden achtte de voorzitter het het verstandigst om de zitting te sluiten en behield zich voor een nader be sluit omtrent de volgende zitting te publieeeren. Later werd de volgende zitting toch nog op Maandagochtend bepaald. Volgons de bladen zullen dan Hindenburg, Ludendorff en Helffe rich tezamen als getuigen worden gehoord. J I luxe-artikelen, kleeding enz naai schatting wel voor een paar duizend gulden. Als heler werd Vrijdagavond nog gearresteerd zekere B. W. H., aanstaande van de dievegge. In verband hiermede zijn nog aangehouden on geveer twintig winkeljuffrouwen uit verschil lende winkels, van wie na gehouden huiszoeking bleek, dat zg ook in het bezit waren van even groote partgen gestolen goederen. Naar schat ting is reeds voor duizenden aan waarde in beslag genomen. De georganiseerde bende ging als volgt te werk 28 et. dat hg je vader 14» 16 Het bovesstaande relaas toont weer aan dat het geheele onderzoek verloopt in een poli tieke ruzie tusschen de aanhangers der vroe gere en die der tegenwoordige regeering. De oud-minister Helfferich, die voor de commissie aileronhebbelijkst optreedt, vindt steun bij de» voorzitter thass afgetreden. Warmuth, die tot de conservatieve partg behoort, welke koek en ei was met de militairisten der vroe gere regeering. Vooral Helfferich heeft door het beschimpen van Wilson getracht de Duit- icho militairisten van schuld te zuivere». Fel tegenover hem staat natuurlgk’-het lid der commissie dr. Goh», de onaf hankelgke socialist, die blgkbaar ook niet schroomt dit onderzoek dat onpartijdig dient te geschieden te gebruiken voor politieke propaganda, getuige zijn beschuldiging aan het adres van Helfferich. Dat de nieuwe voorzitter, Gothein, lid der democratische partg, een moeilijke positie in neemt, spreekt wel van zelf. De groote fout schijnt te schuilen in het feit, dat men hier te doen heeft met een onderzoekings commissie uit do Rijksdag, die niet het gezag uitoefent van een Staatsgerechtshof. Werd dat ingesteld, dan ware het waarschijnlijk met dit politiek geharrewar spoedig gedaas. Het heet dat de conservatieven dit vuurtje stoken om het werk der commissie te doen mislukken. Dit zou niet onwaarschgnlgk zg« omdat van dit onderzoek leden hunner partij Helfferich, Hindenburg, Ludendorff wel het meeste hebben te vreezen. zich diep ellendig. Hoe meer ze nadacht, hoe wanhopiger ze werd, vant haar hart zeide haar, dat John de laatste man ter wereld zou zgn, die in een schuldige verhouding tot een vrouw stond. Daarenboven, hoe jorg was het meisje nog, en wat een onschuldig, rein gezichtje had ze Lady Cora was er nu van overtuigd, dat haar jaloezie haar een vreeselijke vergissing had doen begaan. Zg had dn John én het jonge meisje diep beleedigd. En zjj moest beiden vergiffenis vragen. Dien nacht sliep ze nagenoeg niet. Al vroeg was ze op, en na een haastig ontbijt ging ze weer naar de Temple. Zij werd opengedaan door Joyce en de beide vrouwen keken elkan der stilzwijgend aan, elkaar van weerskanten aandachtig opnemend. „Mijnheer Strand is niet thuis,” zeide Joyce zeer koel. „Ik kom om u te spreken, benkomen vroeg Lady Cora. Joyce ging haar voor naar de zitkamer on wachtte zwijgend af, wat ze te zeggen had. „Ik vrees, dat ik gisterenavond heel onbe leefd ben geweest. Ik kwam mijnheer Strand op zoeken en ik was natuurlijk heel ver baasd...” Lady Cora hield zonu wachtig plot seling op met spreken. „Verbaasd, toen u mg zag. Dat begrijp ik heel goed. Zelfs oom verwachtte mg niet, mgn brief was net aangekomen. Ik zet juist het ontbjjt voor oom klaarhjj komt over een paar minuten.” „Is mgnheer Strand al uit „Neen, hij is beneden; hg neemt nu kamers beneden; daar heeft ook een vriend van hem kamers. Zal ik hem even roepen en zeggen, dat u hem wilt spreken „Ik ben hier gekomen, om u mgn excuses 63 van de 140 onderafdeelingen vertegen woordigd. De periodiek aftredende leden van het bestuur, de beeren J. F. van Dobben, W. A. van Slo- terdijck en H. Prins, werden met algemeene stemmen herkozen. Als lid van het hoofdbestuur werd herkozen de heer P. J. Pieterzen. Het quotum door de afdeelingen af te dragen aan het Hoofdbestuur werd gesteld op 20 cent per lid. Het voorstel van het bestuur om in 1920 onder hetzelfde reglement, weder controle uit te oefenen op den verkoop van broedeieren en den toeslag over te laten aan het bestuur, werd na uitvoerige discussie aangenomen. Aan de orde kwam de begrooting der af deeling voor 1920. De ontvangsten werden vastgesteld op f 9907.50 met een vermoedeljjk batig saldo over 1919 ad f 2050 De uitgaven werden op gelgk bedrag uitgetrokken als de ontvangsten. Tot afgevaardigden naar de op 22 November a s. te Utrecht te houden algemeene vergade ring van de NeJerlandsche vereeniging werden benoemd de heeren H. Prins en J. F. van Dobben. Dezen kregen vrjj mandaat. Na de afüandeling der agenda voor die ver gadering kwam aan de orde een voorstel van de onderafdeeling Ferwerd, om aan elke onder- afdeeling, die dit jaar broedmachines voor eigen rekening genomen hebben, het netto verlies uit de afdealingskas te betalen. Het werd niet ondersteund en daarmee als verworpen beschouwd. Bg „rondvraag” bracht Morra het denkbeeld van de vorming van kringen ter behandeling van algemeene belangen ter sprake. Van de zijde van het bestuur werd geoor deeld, dat dit punt aan de betrokken afdee lingen dient te worden overgelaten. De heer Hoekstra pleitte voor uitgaaf door de veroenig’ng van een weekblaadje. De voorzitter gaf namens het hoofdbestuur te kennen, dat dit zgn standpunt in dezen nog niet heeft bepaald. Ook Anjum drosg ter wille van de voeling der leden met de hoofdver- eeniging op een eigen blad aan. Ook Beet- gumermolen, welke afdeeling zelfs den consulent voor zoo’n blad zou willen opofferen. De heer van Dobben meende, dat de uitgaaf van eeu orgaan als weekblad wel tot de vrome wenschee zal big ven behoorende ervaring heeft dit afdoend» bewezen. Tegen drie uur werd de vergadering ge sloten. Een winkeljuKrouw*n>d!icv«nb*nd* ontdekt. In verscheidene winkels te Ngmegen vonden in den laatsten tijd diefstallen plaats, zonder dat men ook maar eenigszins vermoeden had wie de daders waren en op welke wgze de goederen ontvreemd werden. De politie, die het onderzoek naar deze geheimzinnige dief stallen ter hand had genomen, slaagde er Vrgdag in een winkeljuffrouw te arreiteeren, die bg het verlaten van den winkel gestolen goederen in haar mof verborgen had. Bjj een ingestelde huiszoeking bleek, dat deze juffrouw niet minder dan drie groote kisten en ver schillende groote pakken en doozen vol met gestolen goederen op hare kamers had. De omstandig.” Joyce sprak over haar vroegste herinnerin gen en vertelde een treurige geschiedenis van "et worstelen van een dappere zwakke vrouw togen allerlei rampspoeden, om ten slotte te eindigen met ’t verhaal van haar moeder’» hokte en sterven. »Zg zeide me, dat ik naar u toe moest gaan, Jom. U was de eenige familie die ik nog tad. Maar ik wil u niet tot last zgn. Ik pi mjjn eigen brood verdienen.” D* Dultsohe commissi* van onderzoek. In de vergadering van de enquêtecommissie nn Zaterdag is het verhoor van oud-minister Helfferich voortgezet, Hierbjj kwam het tot levendige incidenten, die ten slotte het bedasken van Warmuth als voorzitter en daarop eerst een verdaging voor onbepaalden tjjd, maar nrvolgens het opnieuw bijeenroepen der com missie tegen Miandag tengevolge hadden. Bij het begin van het verhoor constateerde Warmuth, dat over de gebeurtenissen ter zake van da tusschenkomst eener onzgdige macht is de beslissende Kerstdagen van 1916 nog niets bljjvends vastgesteld was en dat er dus geen verstrekkende gevolgtrekkingen uit het geen tot dusver bekend geworden is, mogen worden gemaakt. Hierop werd Helfferich nogmaals ondervraagd Over de redenen waarom hjj van standpunt ten opzichte van den meedoogenloozen duik- Motoorlog veranderde. Helfferich legde er den nadruk op, dat hierbij geen principieels, doch alleen practische radenen en doorslag gegeven hadden. Het feit was, at het opperbevel den kruissroorlog der duik- ooten met voldoende achtte om den aauvoer ran munitie van den vjjand genoeg te beperken. Bij de bespreking van de vraag in hoeverre ie Amerikaansehe regeering invloed uit ko» oefenen op de stemming daar te lande en in ioeverre zij de eene of de andere partij be- loordeelde of in de wielen reed, maakte Helfferich ;ewag van het geval vaa consul generaal Wuenz. De Hamburg-Amerikaansehe stoom- raartmaatschappg was volgens contract verplicht om kolen te leveren aan Duitsche schepen. Daar zij haar schepen natuurlgk niet openlgk mor dit doel kon laten uitvaren, moesten er ralsehe verklaringen afgegevan worden. Consul- 'eneraal Wuenz werd daarvoor tot gevange- lisitraf veroordeeld en is in de gevangenis [eitorven. Helfferich voegde hieraan toe, dat tem geen geval bekend was, waarin onder- tgf hsnen der entente, die proviand leverden aan ichepen der entente, daarvoor gestraft waren Iraaf Bernstorff merkte naar aanleiding hiervan typ, dat do Kngelsche consul-generaal te San II IFrancisco veroordeeld is wegess recruteering T'Ide vondeling „Arme Helen 1 Ze heeft wel moeten lijden voor haar krankzinnige liefde. Ik heb ge zworen, dat ik ’t haar nooit zou vergevei, als zg Arnold trouwde, en waarichuwde haar her- haaldelgk voor hem. Maar zij trouwde hem toch. Kind, kijk me nog eens aan, Ja, je bant het evenbeeld van je moeder.” Zg kwam met haar gezicht naar hem toe, maar hij ging haastig achteruit. „Neen, van avond geef ik je gaen zoen. Ik ga nu naar bed. John, bljjf jg nog eenoogen- blikje bg haar. Je moet haar maar vertellen, hoe ik ben, begrgp je.” „Oom zou u liever willen, dat ik weer weg ging vanavond vroeg Joyce, plotse ling moed vattend. „Totdat ik hier of daar een betrekking heb gevonden”, zeide zij. „Ik kan me Helen’s dochter niet voorstellen voor haar brood werkend. Je bent me harte- Igk welkom, kind En »u goedennacht.” Cobden ging met sloffende® tred de kamer uit. Toen hg weg was, keek Joyce John aan met iets smeekends in haar blik. „Uw oom is een van de beste menschendie ik ken,” zeide John ernstig en met nadruk. „Ja, maar hg deed eerst zoo vreemd en ,,’t Is beter, dat u alles weet. Er zijn tgden, ,ik vergat, dat hij te veel drinkt, maar van avond heeft I u hem op zijn ergst gezien.” Plotseling hel derde John’s gezicht op. „En als u hier blijft, zal het u misschien gelukken, wat mij tot nog toe mislukt is.” ,,’t Is zoo vreeslgk jammer, en ik ben bang, dat ik geen invloed op hem zal hebben, maar ik zal ’t probeere». Ik voel er me erg be zwaard door, dat ik u uw kamer beb afge nomen.” „Ik had er toch al over gedacht kamers voor mezelf te nemen," zeide John terstond, „denkt u daar dus niet over.” Zjj zwegen een oogenblik en John ver wachtte met angst de vraag, die wel moest volgen en die dan ook kwam „Mynheer Strand de dame, die straks hier was ze scheen boos op me te zgn. Ze dacht dat ik loog, toen ik zeide wie ik was wat beteekendo dat „’t Is nu te laat, om nog verder te praten en misschien doet u beter, dat maar te ver geten. Goedennacht, juffrouw Arnold”, zeide John, haar band in de zijne nemend. „Ik hoop, dat u heel gelukkig zal zijn hier bij uw oom.” „Goedesnacht, mgnheer Strand, ik zal nooit vergeten, hoe vriendelijk u voor me ge weest is,” antwoordde zg ernstig. HOOFDSTUK XIII. Lady Cora was niet in staat om haar ge dachten te verzamelen, toen zjj de trap afging en haastig over het groote voorplein naar het hek liep, waar haar auto stond, Het scheen maar al te waar, dat John dit meisje op zgn kamers ontving. Dat zij Cobden’s nichtje was, geloofde ze geen oogenblik. En zg, die ge dacht had, hem alleen te vinden, ongelukkig en diep teneergeslagen „O, ik haat hem!” mompelde zg, maar haar oogen itonden vol tranen. Toen zij thuis kwam, ging zij dadelgk naar haar slaapkamer en toen zij wat bedaarde, werd haar hoofd weer helderder en kon zg kalm nadenken. Als het meisje eens de waarheid had ge sproken Dan zou John diep gekrenkt zijn door haar onwaardige verdenking. Er had geen schuld op zijn gezicht gelegen, en dat zou zeker 't geval zgn geweest, als hg iets te ver bergen had. „Ik ben krankzinnig geweest met mgn schan delijke veronderstelling” zeide zjj, en ze voelde gld. bij levens- 1AA gld. ingeval van over langs invaliditeit. 4VV lijden binnen 30 d. te maken voor mgn onbeleeflheid ik kan mgn gedrag niet verontschuldigen, ik was Zjj zweeg even klaarbljjkelgk vond zjj het moeilgk te zeggen, wat ze toch zeggen moeit. „Ik zal openhartig zgn ik was jaloersch”, zeide zjj haastig. „Jaloersch op mg riep Joyce uit en begon toeo hartelgk te lachen. „Ik ben geëngageerd met mgnheer Strand en toen ik h**m alleen met u zag, daoht ik „Nu begrijp ik alles maar uw verden king was een beleediging. Mijnheer Strand is heel vriendelijk voor mij geweest hg zag, dat ik ongelukkig was Joyce wendde zich su plotseling met verontwaardiging tot haar. „U is geëngageerd met mgnheer Strand U heeft hem lief, en toch kon u hem verden ken O Lady Cora, wat is mijo opvatting van liefnobban anders.” „U is nog een kind, en u kan dat niet be- begrijpen. Toen ik u daar bjj hem vond, had ik u kunnen dooden.” Joyce keek haar vol verbazing aan. „Er kan geen ware liefde zgn zonder ver trouwen. ’t Is niet tegenover mg, dat u u verontschuldigen moet, maar tegenover mgn heer Strand.” Terwijl zg sprak, ging de deur open en kwam Cobden binnen. Hg had, sedert hg wak ker was geworden een ellendig uur doorge bracht, want hg herinnerde zich maar al te duidelgk, hoe hg den vorigen avond geweest was en hg schaamde er zich over, dat zjjn nichtje hem in dien toestand had gezien. Maar voor het overige was haar komst hem niet onaangenaam. Toen hij Lady Cora zag, herin nerde hjj zich haar bezoek van den vorigen avond en wat zjj toen gezegd had. De winkeljuffrouwen uit den eersten winkel kochten goederen in een tweeden winkel, waarvan de juffrouwen mede in het complot waren, zonder te betalen. Door onvoldoende controle scheen dit zeer gemakkelgk te gaan. Omgekeerd kochten de juffrouwen uit den tweeden winkel weder bij de juffrouwen uit den eersten winkel. Zoo ging het wel met een twintigtal winkels. Natuurlgk zijn, behalve vrijers en het ver dere „hussie”, ook beroeps-opkoopers in het spel. De verduisteringen moeten het kwan tum van het tot dusver gevondene bewjjst het over vele maaiden hebben geloopen en de woningen der aangehoudenen hebben, het ligt voor de hand, slechts tót „verboden nederlage” der artikelen gediend. De aangehoudenen konden niet in de cellen worden ondergebracht. De dametjes zaten Zaterdagmiddag dan ook knusjes om een tafel geschaard in het vertrek der politie-agenten en speelden daar de rol van de beleedigde onschuld. Eenigea van haar, te w.er huize niets was gevonden, werden in den loop van den middag op vrije voeten gesteld en verder werd de deugd in zoover beloond, dat wie eerljjk zgn misdrgf opbiechtte, eveneens naar pa en ma mocht. Het politie-bureau Ijjkt momenteel een magazijn van ongeregeld goed, en, gesteld het word verkocht, men zou er voor schier alles terecht kunnen. Voorts is in beslag genomen in het Home van een| der aangehoudenen, o.a. een compleet ameublement. D* Arb*irisw*t. De „Msb". meldt, dat de nieuwe Arbeidswet (wet van 1 November 1919, houdende bepa lingen tot beperking van den arbeidsduur in het algemeen en tot het tegengaan van gevaar leken arbeid) binnenkort in het „Staatsblad” zal verschjjnen. Zooals men weet, treedt deze wet volgens art. 101 op nader door de Kroon te bepalen tijdstip of tijdstippen in werking. Onbruikbaar meil. Naar aanleiding van de klacht der bakkers te Steenwjjk over het slechte, onbruikbare meel, kwam aldaar een inspecteur van het Rjjksgraan- bureau in opdracht van den minister van Land bouw een onderzoek instellen. Na dit onderzoek noemde bedoelde ambtenaar het meel voor menscheljjk gebruik ongeschikt. Uit Ws*Mn. Een medewerker van het „Vad.” is bg onzen gezant te Weenen geweest, die de inrichting van het comité voor de hulpverschafliag ter hand heeft genomen. De hoogleeraren v. Eisels- berg, Wenckebach en Pirquet en eenige Neder- landsche dames zullen hem h»Ipen. Hoe meer men hier rondkijkt, zoo seint de journalist, hoe grooter blijkt de ellende. In de weeshuizen en oude mannen- en vrouwenhuizen verhongeren de mentchen werkeljjk. Men vreest, dat het gebrek aan kolen het zenden van de kinderen zal bemoeilijken. Een Methusaiem ondtr d* employé’*, Onlangs is op 105-jarigeu leeftijd te Con- stavtinopel overleden Ali Agha, de oudste amb tenaar van Turkjje en waarschjjnljjk van de ge heels wereld Hij was chef der hofbakkerg van den sultan, een zeer hooge post. Als sui- inhoud bestond uit manufacturen, porselein, kerbakker heeft hg onder 7 sultans zgn ambt 'waargenomen. KORT GEMENGD. De volgende advertentie, die wel blgk geefc van de geestesgesteldheid in sommige Duitsche kringen, lezen w» in de „Kreuzzei- tuog” „Keizerin. Blouse met armslinger, ge dragen door H. M. in 1903 bij armbreuk, ver koop ik aan vereerster. 14 jaren in persoon lijken dienst van H. M.” Een wild zwjjn, dat in de omgeving van Ommen groote schade aanrichtte, is neer geschoten. van het onverwachte bezoek scheen een gun- Itige uitwerking op hem te hebben en nu hij Stil in zgn stoel zat, haalde John ruimer adem. „Vertel me eens wat van je moeder. Ik heb liets van haar gehoord sinds ze met dien kerel trouwde.” „Vader viel John hem waarschuwend in ds rede. „Neem me niet kwalijk, kind,” vervolgde Cobden, zich tot Joyce wendend, „i‘ was. Vertel me nu eens alles Het lid der commissie, de onafh. socialist dr. Cohn vroeg daarop verder of Helfferich verwacht zou hebben, dat de Amerikaansehe regeering geen vervolging zou hebben ingesteld ah zij kennis nam van een geval van wets overtreding. Hierop verklaarde Helfferich, dat hij de vragen van dr. Cohn niet rechtstreeks wenschte te beantwoorden. Op de opmerking van den voorzitter, dat dit gelgk stond met een weigering om te ge- getuigen, wees Helfferich erop, dat hg voor een gewoon gerechtshof het recht zou hebben om dr. Cohn als rechter te wraken. Na een verdere woordenwisseling trok de commissie zich terug om het geval te bespreken. Na anderhalf uur name» de hden der com missie hun plaatsen weer in en verklaarde voorzitter Warmuthde commissie heeft met vier tegen twee stemmen, terwijl dr. Cohn zich van stemming onthield, het volgende be sluit genomen De commissie is geen gerechts hof; haar verhooren zgn ook geen voorgeding voor het staatsgerechtshofzij heeft geen vonnis te vellen hot wraken van een der toegevoegde leden om persoonlijke redenen kan niet worden toegelaten; evenmin het niet beantwoorden van vragen, die door een bepaald lid worden ge steld tot het niet antwoorden op vragen heeft een getuige alleen recht op grond van het Strafwetboek. Hiermee worden bedoeld de be palingen, die een getuige het recht geven voor de rechtbank te weigeren getuigenis af te leggen, als hjj in nauwe familiebetrekking staat tot den beklaagde of zich, door zgn getuigenis zelf aan een strafvervolging bloot stelt. voor het Engelsche leger. Nopens het geval Wuenz vroeg dr. Cohn of de vervolging van Wuenz ingesteld was door de Amerikaansehe regeering of op een bijzon dere aanklacht. Hierover konden Bernstoff en Helfferich niets meedeeleu.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1919 | | pagina 1