Is.
T-
JURGENS
1
J
I
I
ll
I
Lid.
PLflNTEHBDTIR
I
■a
RECLAMEKOLOM. 5
BUITENLAND.
Nieuwstijdingen,
J!
Officiiel Orgaan der Gemeente Sneek.
tadenburgh,Boschma& Co.
- annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
FATJL TRENT
ct..
I
36e Jaargang
Woensdag 19 November 1919
lo. 15
■al
5
0
J
3
r
Verschijnt
DINSDAGS cu VRIJDAGSAVONDS
Uitgevers
lijn.
Abonnement: per jaar f 2.
fr. p. post f2.50. Losse Nos. 5 ct.
Advertentiënvoor Friesland 6 ct.
p. r., buiten Friesland 8 ct. Bij
Abonnement belangrijke korting
De adverientie-prijsen zijn tijdelijk ver
hoogd met een oorlogstoeslag van 20
gld bij verlies van
een wijsvinger.
VOEDZAAM
HEERLIJK
VOORDEELiG
ct.
15 ct.
pond.
15 ct.
ver-
!8
196.
SWIIIM
(Wordt vervolgd.)
7E gld. bij verlies CA
I v van een duim, vv
TC gld. bij verlies
*u van een vinger
yjVJll ZrltljtJllj KJ
hg zich ietwat
Mag ik bin-
jn
end
70.
Skisk Telefoon No. 150.
NIEUWE SNEEKER COURANT
'V
I
lijve
e en
nza,
i al
?gen
door
(Geautoriseerde vertaling)
(Nadruk verboden.)
wat vertellen.”
aan Cobden merken,
I -
/ants.1' ^ij te V0e^ g0drosken bad. De verrassing
I
I
V p, N.
Te Leeuwarden werd Zaterdag onder het
voorzitterschap van den heer P. J. Pieterzen
de gewone najaarsvergadering gehouden van
de afdeeling Friesland der V. P. N. Er waren
PLANTA
20.)
,Ga zitten, kind,” zeide hg. Toen wendde
1i ongeduldig tot Strand. „Ik
ben niet moe, laat zij me 1
•Men kon het zelden
Op de vraag van den voorzitter of Helfferich
nu bereid was om de vraag van dr. Cohn te
beantwoorden, antwoordde deze opnieuw ont
kennend. Hierop las Warmuth het volgende
besluit voor, dat genomen was met dezelfde
verhouding van stemmen: „Degetuige Helfferich
wordt, omdat hij zonder wettelijke redenen
weigert getuigenis af te leggen veroordeeld in
de kosten, die uit zijn weigering voortvloeien
en voorts tot eene geldboete van 300 mark”.
Voor zgn persoon voegde Warmuth hieraan
toe, dat dit besliit niet overeenkwam met zjjn
persoonlijke opvatting over de toepasselijkheid
van de regelen van een gewoon strafproces op
de verhooren van deze commissie. In verband
met de positie, die de meerderheid van de
commissie heeft ingenomes, legde hg derhalve
het voorzitterschap neer en gaf dit aan Gothein,
den plaatsvervangenden voorzitter over. Daar
Helfferich reeds van te voren had verklaard
desgewenscht bereid te zgn de redenen op te
geven van zgn gedrag tegenover dr. Cohn ver
zocht thans Gothein aan Helfferich (op verzoek
van dr, Cohn) deze mee te deelen. Alvorens
dat te doen wenschte Helfferich te vragen,
welke rechtsmiddelen hij ter beschikking had
tegen het vonnis, waarmee deze sub commissie
hem had gestraft. Gothein verklaarde, dat bg
bezwaar kon maken bij de commissie in haar
geheel.
Hierop verklaarde Helfferich dat de heele
Gommisse is ingesteld om de oorzaken van de
ineenstorting des rjjks te toetsen. Volgens de
opvatting van Helfferich nu, zoo verklaarde
deze, was dr. Cohn onmiddellijk betrokken bg
deze ineenstorting, overmits hij zich volgons
een telegram van den Russische» Sovjet-gezant
Joffe Russische geldmiddelen had laten geven
om in Duitschlaud een revolutie voor te be-
folgens voorwaarden overeengekomen met de Holiandsoh* Algemeen* Verxe» JAAA
ksrl"B**Bank te Schiedam zijn onze Abonné’s verzekerd tegen ongelukken voor 4vllv
OM
IE A gld. bij verlies van
luV één hand, voet of oog
B
reiden. Dientengevolge zou geen macht ter
wereld hem kunnen dwingen om do vragen
vaa dr. Cohn voor deze commissie te be
antwoorden.
In antwoord hierop wees dr. Cohn op de
verklaring, die hij reeds langen tijd geleden
in do nationale vergadering heeft afgeleid.
Joffe heeft alleen getelegrafeerd, dat hij (Joffe)
aan hem (Cohn) den 6en November 1918
’s ochtends zekere bedrages aan geld over
maakte voor bepaalde oogmerken, we ke uit
sluitend de ondersteuning van Russische
krijgsgevangenen en voor een klein deel de
ondersteuning van politieke oogmerken van
zgn partg betreffen. De inhoud van dit telegram
was juist. Reeds in de nationale vergadering
had hij (Cohn) verklaard, dat hg bij herhaling
van de aantjjging van het aannemen van
Russisch geld om Duitschland te revolution
airen, daarop zou antwoorden met de be
schuldiging van leugen. Hierop ontspon zich
een levendige discussie, waarin dr. Cohn o.a.
het volgende te berde bracht: „Het Duitsche
volk is aan den oorlog niet schuldig, maar
aan het ontstaan en aan den orgelukkigen
afloop zgn lieden als dr. Helfferich schuldig”.
Helfferich sprong van zijn stoil op en ver
klaarde, dat hij zijn getuigenis sou staken en
de zaal zou verlaten, indien hg gedwongen
werd dergelijke taal aan te hoortm. Gothein
maakte hem erop attent, dat hjj daarop geen
recht had. Helfferich herhaalde evenwel zijn
bedreiging en liep reeds van de getuigentafel
weg. Onder deze omstandigheden achtte de
voorzitter het het verstandigst om de zitting
te sluiten en behield zich voor een nader be
sluit omtrent de volgende zitting te publieeeren.
Later werd de volgende zitting toch nog op
Maandagochtend bepaald. Volgons de bladen
zullen dan Hindenburg, Ludendorff en Helffe
rich tezamen als getuigen worden gehoord.
J
I
luxe-artikelen, kleeding enz naai schatting
wel voor een paar duizend gulden. Als heler
werd Vrijdagavond nog gearresteerd zekere
B. W. H., aanstaande van de dievegge. In
verband hiermede zijn nog aangehouden on
geveer twintig winkeljuffrouwen uit verschil
lende winkels, van wie na gehouden huiszoeking
bleek, dat zg ook in het bezit waren van even
groote partgen gestolen goederen. Naar schat
ting is reeds voor duizenden aan waarde in
beslag genomen.
De georganiseerde bende ging als volgt
te werk
28 et. dat hg je vader
14»
16
Het bovesstaande relaas toont weer aan dat
het geheele onderzoek verloopt in een poli
tieke ruzie tusschen de aanhangers der vroe
gere en die der tegenwoordige regeering. De
oud-minister Helfferich, die voor de commissie
aileronhebbelijkst optreedt, vindt steun bij de»
voorzitter thass afgetreden. Warmuth,
die tot de conservatieve partg behoort, welke
koek en ei was met de militairisten der vroe
gere regeering. Vooral Helfferich heeft door
het beschimpen van Wilson getracht de Duit-
icho militairisten van schuld te zuivere». Fel
tegenover hem staat natuurlgk’-het lid der
commissie dr. Goh», de onaf hankelgke socialist,
die blgkbaar ook niet schroomt dit onderzoek
dat onpartijdig dient te geschieden te
gebruiken voor politieke propaganda, getuige
zijn beschuldiging aan het adres van Helfferich.
Dat de nieuwe voorzitter, Gothein, lid der
democratische partg, een moeilijke positie in
neemt, spreekt wel van zelf. De groote fout
schijnt te schuilen in het feit, dat men hier
te doen heeft met een onderzoekings
commissie uit do Rijksdag, die niet het gezag
uitoefent van een Staatsgerechtshof. Werd dat
ingesteld, dan ware het waarschijnlijk met dit
politiek geharrewar spoedig gedaas.
Het heet dat de conservatieven dit vuurtje
stoken om het werk der commissie te doen
mislukken. Dit zou niet onwaarschgnlgk zg«
omdat van dit onderzoek leden hunner partij
Helfferich, Hindenburg, Ludendorff wel
het meeste hebben te vreezen.
zich diep ellendig.
Hoe meer ze nadacht, hoe wanhopiger ze
werd, vant haar hart zeide haar, dat John de
laatste man ter wereld zou zgn, die in een
schuldige verhouding tot een vrouw stond.
Daarenboven, hoe jorg was het meisje nog,
en wat een onschuldig, rein gezichtje had ze
Lady Cora was er nu van overtuigd, dat haar
jaloezie haar een vreeselijke vergissing had
doen begaan. Zg had dn John én het jonge
meisje diep beleedigd. En zjj moest beiden
vergiffenis vragen.
Dien nacht sliep ze nagenoeg niet. Al vroeg
was ze op, en na een haastig ontbijt ging ze
weer naar de Temple. Zij werd opengedaan
door Joyce en de beide vrouwen keken elkan
der stilzwijgend aan, elkaar van weerskanten
aandachtig opnemend.
„Mijnheer Strand is niet thuis,” zeide Joyce
zeer koel.
„Ik kom om u te spreken,
benkomen vroeg Lady Cora.
Joyce ging haar voor naar de zitkamer on
wachtte zwijgend af, wat ze te zeggen had.
„Ik vrees, dat ik gisterenavond heel onbe
leefd ben geweest. Ik kwam mijnheer Strand
op zoeken en ik was natuurlijk heel ver
baasd...” Lady Cora hield zonu wachtig plot
seling op met spreken.
„Verbaasd, toen u mg zag. Dat begrijp ik
heel goed. Zelfs oom verwachtte mg niet, mgn
brief was net aangekomen. Ik zet juist het
ontbjjt voor oom klaarhjj komt over een
paar minuten.”
„Is mgnheer Strand al uit
„Neen, hij is beneden; hg neemt nu kamers
beneden; daar heeft ook een vriend van hem
kamers. Zal ik hem even roepen en zeggen,
dat u hem wilt spreken
„Ik ben hier gekomen, om u mgn excuses
63 van de 140 onderafdeelingen vertegen
woordigd.
De periodiek aftredende leden van het bestuur,
de beeren J. F. van Dobben, W. A. van Slo-
terdijck en H. Prins, werden met algemeene
stemmen herkozen.
Als lid van het hoofdbestuur werd herkozen
de heer P. J. Pieterzen.
Het quotum door de afdeelingen af te dragen
aan het Hoofdbestuur werd gesteld op 20 cent
per lid.
Het voorstel van het bestuur om in 1920
onder hetzelfde reglement, weder controle uit
te oefenen op den verkoop van broedeieren en
den toeslag over te laten aan het bestuur, werd
na uitvoerige discussie aangenomen.
Aan de orde kwam de begrooting der af
deeling voor 1920. De ontvangsten werden
vastgesteld op f 9907.50 met een vermoedeljjk
batig saldo over 1919 ad f 2050 De uitgaven
werden op gelgk bedrag uitgetrokken als de
ontvangsten.
Tot afgevaardigden naar de op 22 November
a s. te Utrecht te houden algemeene vergade
ring van de NeJerlandsche vereeniging werden
benoemd de heeren H. Prins en J. F. van
Dobben. Dezen kregen vrjj mandaat.
Na de afüandeling der agenda voor die ver
gadering kwam aan de orde een voorstel van
de onderafdeeling Ferwerd, om aan elke onder-
afdeeling, die dit jaar broedmachines voor
eigen rekening genomen hebben, het netto
verlies uit de afdealingskas te betalen. Het
werd niet ondersteund en daarmee als verworpen
beschouwd.
Bg „rondvraag” bracht Morra het denkbeeld
van de vorming van kringen ter behandeling
van algemeene belangen ter sprake.
Van de zijde van het bestuur werd geoor
deeld, dat dit punt aan de betrokken afdee
lingen dient te worden overgelaten.
De heer Hoekstra pleitte voor uitgaaf door
de veroenig’ng van een weekblaadje.
De voorzitter gaf namens het hoofdbestuur
te kennen, dat dit zgn standpunt in dezen nog
niet heeft bepaald. Ook Anjum drosg ter wille
van de voeling der leden met de hoofdver-
eeniging op een eigen blad aan. Ook Beet-
gumermolen, welke afdeeling zelfs den consulent
voor zoo’n blad zou willen opofferen.
De heer van Dobben meende, dat de uitgaaf
van eeu orgaan als weekblad wel tot de vrome
wenschee zal big ven behoorende ervaring
heeft dit afdoend» bewezen.
Tegen drie uur werd de vergadering ge
sloten.
Een winkeljuKrouw*n>d!icv«nb*nd*
ontdekt.
In verscheidene winkels te Ngmegen vonden
in den laatsten tijd diefstallen plaats, zonder
dat men ook maar eenigszins vermoeden had
wie de daders waren en op welke wgze de
goederen ontvreemd werden. De politie, die
het onderzoek naar deze geheimzinnige dief
stallen ter hand had genomen, slaagde er
Vrgdag in een winkeljuffrouw te arreiteeren,
die bg het verlaten van den winkel gestolen
goederen in haar mof verborgen had. Bjj een
ingestelde huiszoeking bleek, dat deze juffrouw
niet minder dan drie groote kisten en ver
schillende groote pakken en doozen vol met
gestolen goederen op hare kamers had. De
omstandig.”
Joyce sprak over haar vroegste herinnerin
gen en vertelde een treurige geschiedenis van
"et worstelen van een dappere zwakke vrouw
togen allerlei rampspoeden, om ten slotte te
eindigen met ’t verhaal van haar moeder’»
hokte en sterven.
»Zg zeide me, dat ik naar u toe moest gaan,
Jom. U was de eenige familie die ik nog
tad. Maar ik wil u niet tot last zgn. Ik
pi mjjn eigen brood verdienen.”
D* Dultsohe commissi* van
onderzoek.
In de vergadering van de enquêtecommissie
nn Zaterdag is het verhoor van oud-minister
Helfferich voortgezet, Hierbjj kwam het tot
levendige incidenten, die ten slotte het bedasken
van Warmuth als voorzitter en daarop eerst
een verdaging voor onbepaalden tjjd, maar
nrvolgens het opnieuw bijeenroepen der com
missie tegen Miandag tengevolge hadden.
Bij het begin van het verhoor constateerde
Warmuth, dat over de gebeurtenissen ter zake
van da tusschenkomst eener onzgdige macht
is de beslissende Kerstdagen van 1916 nog
niets bljjvends vastgesteld was en dat er dus
geen verstrekkende gevolgtrekkingen uit het
geen tot dusver bekend geworden is, mogen
worden gemaakt.
Hierop werd Helfferich nogmaals ondervraagd
Over de redenen waarom hjj van standpunt
ten opzichte van den meedoogenloozen duik-
Motoorlog veranderde.
Helfferich legde er den nadruk op, dat hierbij
geen principieels, doch alleen practische radenen
en doorslag gegeven hadden. Het feit was,
at het opperbevel den kruissroorlog der duik-
ooten met voldoende achtte om den aauvoer
ran munitie van den vjjand genoeg te beperken.
Bij de bespreking van de vraag in hoeverre
ie Amerikaansehe regeering invloed uit ko»
oefenen op de stemming daar te lande en in
ioeverre zij de eene of de andere partij be-
loordeelde of in de wielen reed, maakte Helfferich
;ewag van het geval vaa consul generaal
Wuenz. De Hamburg-Amerikaansehe stoom-
raartmaatschappg was volgens contract verplicht
om kolen te leveren aan Duitsche schepen.
Daar zij haar schepen natuurlgk niet openlgk
mor dit doel kon laten uitvaren, moesten er
ralsehe verklaringen afgegevan worden. Consul-
'eneraal Wuenz werd daarvoor tot gevange-
lisitraf veroordeeld en is in de gevangenis
[eitorven. Helfferich voegde hieraan toe, dat
tem geen geval bekend was, waarin onder-
tgf hsnen der entente, die proviand leverden aan
ichepen der entente, daarvoor gestraft waren
Iraaf Bernstorff merkte naar aanleiding hiervan
typ, dat do Kngelsche consul-generaal te San
II IFrancisco veroordeeld is wegess recruteering
T'Ide vondeling
„Arme Helen 1 Ze heeft wel moeten lijden
voor haar krankzinnige liefde. Ik heb ge
zworen, dat ik ’t haar nooit zou vergevei, als
zg Arnold trouwde, en waarichuwde haar her-
haaldelgk voor hem. Maar zij trouwde hem
toch. Kind, kijk me nog eens aan, Ja, je
bant het evenbeeld van je moeder.”
Zg kwam met haar gezicht naar hem toe,
maar hij ging haastig achteruit.
„Neen, van avond geef ik je gaen zoen. Ik
ga nu naar bed. John, bljjf jg nog eenoogen-
blikje bg haar. Je moet haar maar vertellen,
hoe ik ben, begrgp je.”
„Oom zou u liever willen, dat ik weer
weg ging vanavond vroeg Joyce, plotse
ling moed vattend. „Totdat ik hier of daar
een betrekking heb gevonden”, zeide zij.
„Ik kan me Helen’s dochter niet voorstellen
voor haar brood werkend. Je bent me harte-
Igk welkom, kind En »u goedennacht.”
Cobden ging met sloffende® tred de kamer
uit. Toen hg weg was, keek Joyce John aan
met iets smeekends in haar blik.
„Uw oom is een van de beste menschendie
ik ken,” zeide John ernstig en met nadruk.
„Ja, maar hg deed eerst zoo vreemd en
,,’t Is beter, dat u alles weet. Er zijn tgden,
,ik vergat, dat hij te veel drinkt, maar van avond heeft
I u hem op zijn ergst gezien.” Plotseling hel
derde John’s gezicht op. „En als u hier blijft,
zal het u misschien gelukken, wat mij tot nog
toe mislukt is.”
,,’t Is zoo vreeslgk jammer, en ik ben bang,
dat ik geen invloed op hem zal hebben, maar
ik zal ’t probeere». Ik voel er me erg be
zwaard door, dat ik u uw kamer beb afge
nomen.”
„Ik had er toch al over gedacht kamers
voor mezelf te nemen," zeide John terstond,
„denkt u daar dus niet over.”
Zjj zwegen een oogenblik en John ver
wachtte met angst de vraag, die wel moest
volgen en die dan ook kwam
„Mynheer Strand de dame, die straks
hier was ze scheen boos op me te zgn. Ze
dacht dat ik loog, toen ik zeide wie ik was
wat beteekendo dat
„’t Is nu te laat, om nog verder te praten
en misschien doet u beter, dat maar te ver
geten. Goedennacht, juffrouw Arnold”, zeide
John, haar band in de zijne nemend. „Ik hoop,
dat u heel gelukkig zal zijn hier bij uw oom.”
„Goedesnacht, mgnheer Strand, ik zal
nooit vergeten, hoe vriendelijk u voor me ge
weest is,” antwoordde zg ernstig.
HOOFDSTUK XIII.
Lady Cora was niet in staat om haar ge
dachten te verzamelen, toen zjj de trap afging
en haastig over het groote voorplein naar het
hek liep, waar haar auto stond, Het scheen
maar al te waar, dat John dit meisje op zgn
kamers ontving. Dat zij Cobden’s nichtje was,
geloofde ze geen oogenblik. En zg, die ge
dacht had, hem alleen te vinden, ongelukkig
en diep teneergeslagen
„O, ik haat hem!” mompelde zg, maar haar
oogen itonden vol tranen.
Toen zij thuis kwam, ging zij dadelgk naar
haar slaapkamer en toen zij wat bedaarde,
werd haar hoofd weer helderder en kon zg
kalm nadenken.
Als het meisje eens de waarheid had ge
sproken Dan zou John diep gekrenkt zijn
door haar onwaardige verdenking. Er had geen
schuld op zijn gezicht gelegen, en dat zou
zeker 't geval zgn geweest, als hg iets te ver
bergen had.
„Ik ben krankzinnig geweest met mgn schan
delijke veronderstelling” zeide zjj, en ze voelde
gld. bij levens- 1AA gld. ingeval van over
langs invaliditeit. 4VV lijden binnen 30 d.
te maken voor mgn onbeleeflheid ik kan
mgn gedrag niet verontschuldigen, ik was
Zjj zweeg even klaarbljjkelgk vond zjj het
moeilgk te zeggen, wat ze toch zeggen moeit.
„Ik zal openhartig zgn ik was jaloersch”,
zeide zjj haastig.
„Jaloersch op mg riep Joyce uit en begon
toeo hartelgk te lachen.
„Ik ben geëngageerd met mgnheer Strand
en toen ik h**m alleen met u zag, daoht ik
„Nu begrijp ik alles maar uw verden
king was een beleediging. Mijnheer Strand
is heel vriendelijk voor mij geweest hg zag,
dat ik ongelukkig was Joyce wendde zich
su plotseling met verontwaardiging tot haar.
„U is geëngageerd met mgnheer Strand
U heeft hem lief, en toch kon u hem verden
ken O Lady Cora, wat is mijo opvatting
van liefnobban anders.”
„U is nog een kind, en u kan dat niet be-
begrijpen. Toen ik u daar bjj hem vond, had
ik u kunnen dooden.”
Joyce keek haar vol verbazing aan.
„Er kan geen ware liefde zgn zonder ver
trouwen. ’t Is niet tegenover mg, dat u u
verontschuldigen moet, maar tegenover mgn
heer Strand.”
Terwijl zg sprak, ging de deur open en
kwam Cobden binnen. Hg had, sedert hg wak
ker was geworden een ellendig uur doorge
bracht, want hg herinnerde zich maar al te
duidelgk, hoe hg den vorigen avond geweest
was en hg schaamde er zich over, dat zjjn
nichtje hem in dien toestand had gezien. Maar
voor het overige was haar komst hem niet
onaangenaam. Toen hij Lady Cora zag, herin
nerde hjj zich haar bezoek van den vorigen
avond en wat zjj toen gezegd had.
De winkeljuffrouwen uit den eersten winkel
kochten goederen in een tweeden winkel,
waarvan de juffrouwen mede in het complot
waren, zonder te betalen. Door onvoldoende
controle scheen dit zeer gemakkelgk te gaan.
Omgekeerd kochten de juffrouwen uit den
tweeden winkel weder bij de juffrouwen uit
den eersten winkel.
Zoo ging het wel met een twintigtal winkels.
Natuurlgk zijn, behalve vrijers en het ver
dere „hussie”, ook beroeps-opkoopers in het
spel. De verduisteringen moeten het kwan
tum van het tot dusver gevondene bewjjst het
over vele maaiden hebben geloopen en de
woningen der aangehoudenen hebben, het ligt
voor de hand, slechts tót „verboden nederlage”
der artikelen gediend.
De aangehoudenen konden niet in de cellen
worden ondergebracht. De dametjes zaten
Zaterdagmiddag dan ook knusjes om een tafel
geschaard in het vertrek der politie-agenten
en speelden daar de rol van de beleedigde
onschuld. Eenigea van haar, te w.er huize
niets was gevonden, werden in den loop van
den middag op vrije voeten gesteld en verder
werd de deugd in zoover beloond, dat wie
eerljjk zgn misdrgf opbiechtte, eveneens naar
pa en ma mocht.
Het politie-bureau Ijjkt momenteel een
magazijn van ongeregeld goed, en, gesteld het
word verkocht, men zou er voor schier alles
terecht kunnen. Voorts is in beslag genomen
in het Home van een| der aangehoudenen, o.a.
een compleet ameublement.
D* Arb*irisw*t.
De „Msb". meldt, dat de nieuwe Arbeidswet
(wet van 1 November 1919, houdende bepa
lingen tot beperking van den arbeidsduur in
het algemeen en tot het tegengaan van gevaar
leken arbeid) binnenkort in het „Staatsblad”
zal verschjjnen. Zooals men weet, treedt deze
wet volgens art. 101 op nader door de Kroon
te bepalen tijdstip of tijdstippen in werking.
Onbruikbaar meil.
Naar aanleiding van de klacht der bakkers
te Steenwjjk over het slechte, onbruikbare meel,
kwam aldaar een inspecteur van het Rjjksgraan-
bureau in opdracht van den minister van Land
bouw een onderzoek instellen.
Na dit onderzoek noemde bedoelde ambtenaar
het meel voor menscheljjk gebruik ongeschikt.
Uit Ws*Mn.
Een medewerker van het „Vad.” is bg onzen
gezant te Weenen geweest, die de inrichting
van het comité voor de hulpverschafliag ter
hand heeft genomen. De hoogleeraren v. Eisels-
berg, Wenckebach en Pirquet en eenige Neder-
landsche dames zullen hem h»Ipen.
Hoe meer men hier rondkijkt, zoo seint de
journalist, hoe grooter blijkt de ellende. In de
weeshuizen en oude mannen- en vrouwenhuizen
verhongeren de mentchen werkeljjk.
Men vreest, dat het gebrek aan kolen het
zenden van de kinderen zal bemoeilijken.
Een Methusaiem ondtr d* employé’*,
Onlangs is op 105-jarigeu leeftijd te Con-
stavtinopel overleden Ali Agha, de oudste amb
tenaar van Turkjje en waarschjjnljjk van de ge
heels wereld Hij was chef der hofbakkerg
van den sultan, een zeer hooge post. Als sui-
inhoud bestond uit manufacturen, porselein, kerbakker heeft hg onder 7 sultans zgn ambt
'waargenomen.
KORT GEMENGD.
De volgende advertentie, die wel blgk
geefc van de geestesgesteldheid in sommige
Duitsche kringen, lezen w» in de „Kreuzzei-
tuog” „Keizerin. Blouse met armslinger, ge
dragen door H. M. in 1903 bij armbreuk, ver
koop ik aan vereerster. 14 jaren in persoon
lijken dienst van H. M.”
Een wild zwjjn, dat in de omgeving
van Ommen groote schade aanrichtte, is neer
geschoten.
van het onverwachte bezoek scheen een gun-
Itige uitwerking op hem te hebben en nu hij
Stil in zgn stoel zat, haalde John ruimer adem.
„Vertel me eens wat van je moeder. Ik heb
liets van haar gehoord sinds ze met dien
kerel trouwde.”
„Vader viel John hem waarschuwend in
ds rede.
„Neem me niet kwalijk, kind,” vervolgde
Cobden, zich tot Joyce wendend, „i‘
was. Vertel me nu eens alles
Het lid der commissie, de onafh. socialist
dr. Cohn vroeg daarop verder of Helfferich
verwacht zou hebben, dat de Amerikaansehe
regeering geen vervolging zou hebben ingesteld
ah zij kennis nam van een geval van wets
overtreding.
Hierop verklaarde Helfferich, dat hij de
vragen van dr. Cohn niet rechtstreeks wenschte
te beantwoorden.
Op de opmerking van den voorzitter, dat
dit gelgk stond met een weigering om te ge-
getuigen, wees Helfferich erop, dat hg voor
een gewoon gerechtshof het recht zou hebben
om dr. Cohn als rechter te wraken.
Na een verdere woordenwisseling trok de
commissie zich terug om het geval te bespreken.
Na anderhalf uur name» de hden der com
missie hun plaatsen weer in en verklaarde
voorzitter Warmuthde commissie heeft met
vier tegen twee stemmen, terwijl dr. Cohn
zich van stemming onthield, het volgende be
sluit genomen De commissie is geen gerechts
hof; haar verhooren zgn ook geen voorgeding
voor het staatsgerechtshofzij heeft geen vonnis
te vellen hot wraken van een der toegevoegde
leden om persoonlijke redenen kan niet worden
toegelaten; evenmin het niet beantwoorden van
vragen, die door een bepaald lid worden ge
steld tot het niet antwoorden op vragen heeft
een getuige alleen recht op grond van het
Strafwetboek. Hiermee worden bedoeld de be
palingen, die een getuige het recht geven voor
de rechtbank te weigeren getuigenis af te
leggen, als hjj in nauwe familiebetrekking staat
tot den beklaagde of zich, door zgn getuigenis
zelf aan een strafvervolging bloot stelt.
voor het Engelsche leger.
Nopens het geval Wuenz vroeg dr. Cohn of
de vervolging van Wuenz ingesteld was door
de Amerikaansehe regeering of op een bijzon
dere aanklacht. Hierover konden Bernstoff en
Helfferich niets meedeeleu.