THEE Roodzak Thee per ons 24 ets. OVERAL VERKRIJGBAAR. Het Spinneweb door IVANS. J. ZIJLSTRA Hzn. THEE-RECLAME. „Leeuwenburg Nieuw ingerichte Toonkamers. Brandeoburgh, Boschma Co- I Kledingmagazijn 2000 CMïïr 200 ons. M Een lekker kepje schenkt U WESTERHOF’S e Ollicieel Orgaan der Gemeente SneeL COLBERT COSTUMES Brieven aan de Redactie - annex SHEERER COURANT en WYMBRITSERAOEEL Nieuwstijdingen. Zaterdag 2 April 1921 ■o. 53 37e Jaargang Volgende week ieder koopcr van u Meubelfabriek Nederland, Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS Uitgevers Svxu Telefoon No. 150. Buitengewoon groote keuze. TWEE OKS THEE ontvangt DRIE ONS. VIER ONS THEE ontvangt ZES ONS. ZES ONS THEE ontvangt NEGEN ONS. Prijzen i 12-16-22-28-32 et. Onze Thee is hoog fijn van kwaliteit I SZLTZEZEZKI. Wordt vervolgd. Gegroet van Telefoon 118 was, keek Abel om zich heen. FEUILLETON. bij ik een bankbiljet van frs. 100 in betaling De ganjon bekeek het biljet even en gaf 16) (Nadruk verboden.) HOOFDSTUK IX. EEN DONKERE KAMER. te nemen, beweerde, dat de politie vermoe- gen. Wordt vervolgd. •n. Ijn. Wie politieagent, kommies cf be waarder wil wordenmoet inlichtingen vragen bij P. BOER, Nieuw-Amsterdam de Villemiers. De man, tegen wien notaris Lacombe mij gewaarschuwd had, in gezelschap van den Minister-President! Ik vond gelegenheid G. G. toe te fluiste ren, wie het was, die den Minister vergezel de. Het scheen mij onnoodig, den Commis saris, die van mijn reis-avontuur niets wist, daaromtrent in te lichten. G. G. wendde zich dadelijk tot La Harpe met de vraag, of hij den man, die naast den Minister in het rijtuig zat, kende. „Zeker ken ik hem!” antwoordde de Com missaris. „Het is Graaf de Villemiers, die, niettegenstaande zijn adellijken titel, een houtduif riep haar „zoetelief kom”. De man, die den weg van de Maren naar He- „Dat biljet is valsch, meneer!” zeide hij. De oogen van commissaris La Harpe ston- Opeens zei Mirk: Bloed en brand; wie zal het winnen? Voetbal. Zondag a.s. twee belangrijke ontmoetingen voor de B-klasse le klas Friesche Voetbalbond. L. S. C. alhier ontvangt Z. H. C. van Harlin gen. Sneek I moet uittrekken naar Workum. Winnen de Sneekers dan zijn ze zoo goed als zeker kampioen. t. t. HAECXMA J. A. HUIZINGA, XI. NIEUWE SNEEKER COURANT kwam tot even over de knieën; ’n koord om spande de middel; de dorre handen kwamen nauwelijks uit de wijde mouwen. Op het hoofd droeg hij ,’n versleten baretsteek. Toen de sobere figuur in de kerk verdwenen had en dat ik niet beter doen kon dan het aan Cv len, die er dan wel mede handelen zou,genoegen, want ik ben jaloersch, Willy, en i daarover opnieuw aan het spreken te krij- Arnhem, eind Maart 1921. Het verhaal van Oom Evert. (Vervolg 5.) Vredig lag het landschap, onbewust nog den grooten strijd die op komst was. De Morra koesterde zich in de rein-warme voorjaarszon; de winterrogge groende op de bouw. De lucht was vol geuren en kleuren van nieuw en een drukking van hulpeloos niet-begrijpen op zijn gezicht. „Dat is bedenkelijk, meneer de Commis saris!” zeide G. G. „Monsieur Hendriks is recidivist!” vangen hebt.” Ik vervulde zijn verwachting en, terwijl ik sprak, keek hij strak in zijn notitieboekje, dat hi^open in de hand hield en waarin hij enkele korte aanteekeningen maakte. „Dank je, Willy!” zeide hij, toen ik ten einde was. „Ik weet nu nog wel niet véél, maar zelfs jij kunt niet meer geven dan er in je is! Wij zullen nu vanavond, als je je daarmee vereenigen kunt, een goed tooneel- stuk gaan zien. Wat zeg je van de comédie framjaise?” „Ik vind het best, G. G.! Maar ik begrijp niet „Ik óók niet, m’n jongen! Maar ik tracht te begrijpen.” En hiermede stapte hij af van mijn onder vindingen gedurende de laatste dagen en geen macht van de wereld was in staat, hem Abonnementper jsar f 2.5(1 fr. p. poet f 3 60 Buitenland f8.alles bij vooruitbetaling. Losse Nos. 5 et. Ad verten tién 10 ct. p. regel. Inge zonden Mededeeiingen dubbel tarief, bij Abcnnement belangrijke korting Kleine Adv. kunnen ingezonden wor den op den dag der uitgifte, tot 10 uur gld. bij verlies van een wijsvinger. Volgens voorwaarden overeengekomen met de Hoilxndcctio k«rl«a*"Bank t« Sohledam zijn onze Abonné’e verzekerd tegen ongelukken voor Opeens bemerkte ik, dat er hoofden om- een genoegen uit gemaakt, den heeren hun gewend en lorgnons aan de oogen gebracht „boe” te offreeren en rekende dus af, waar- werden. „De Minister-President!” hoorde ik aan moest geven, omdat ik niet voldoende klein het tafeltje naast het onze zeggen. I geld had. De kleine grijze figuur, die ik zoo goed i kende uit de geïllustreerde bladen, reed in het mij toen terug, een elegante victoria stapvoets voorbij. En j naast hem zat, druk sprekende en gesticu- i leerende, niemand anders dan de man met den wijd open van verbazing en hij keek de spitse kin, dien ik nu kende als den Graaf beurtelings naar G. G. en mij, met een uit- „De schijn was zonder eenigen twijfel tegen U”, hernam hij. „Uw eigen landgenoot was vast van Uw schuld overtuigd.” „Hetgeen zonder eenigen twijfel zeer dom van hem was”, zeide ik droogjes, mij daarbij van de spreekwijze bedienende, die de Com missaris bij voorkeur scheen te bezigen. Toen deze op mijn opmerking met een enthousiast: „Zonder eenigen twijfel!” rea geerde, scheen mij de positie zóó potsierlijk, dat ik plotseling tot groote verbazing van den heer La Harpe begon te lachen. Gelukkig kwam G. G. mij te hulp, door (vermoedelijk met eenigen tegenzin) den Commissaris uit te noodigen, aan ons tafel tje plaats te nemen; op dat oogenblik de beste wijze om mijn onbehoorlijke uitbar sting van vroolijkheid te maskeeren! Wij zaten nu met ons drieën bijeen en voerden een gesprek, dat niet recht vlotten wilde, doch waarbij de Commissaris gele genheid vond met geestdrift den lof te zin gen van het Bois de Boulogne, dat „zonder eenigen twijfel” zijn wedergade op de we reld niet vond. de Kloosterkerk. Abel zag hem met alle aandacht na. ’t Was ’n ouwelijk mannetje; de rug iets ge- bezoek. Dat kunnen slechts keurige visite-1 voorover gedragen. Het eenvoudige grijze kleed kaartjes doen, zooals die worden geleverd door BRANDENBURGH. BOSCHMA Co. Boek- en Steendrukkers, Kleinzand, Sneek. Tel. 111 en 150. „Op dit oogenblik ben je namelijk een wandelende schatkamer voor me”, vervolg de de detective, „een schatkamer vol van de kostbaarste informatiën. Je begrijpt dat zelf wel niet, maar ’t is toch zoo. Die informatiën wil ik voor mijzelven hebben en niet met iemand anders deelen!” „Ik begrijp niet, welke informatiën je van niet ver van een der vijvers. Er stond daar* me verwacht”, zei ik. n bank, waa.vp wij nvdv.aviiv... „Véél vraag ik niet”, zeide hij. „Maar ik „Monsieur La Harpe is een onschadelijkverwacht de nauwkeurige opgave van alle p.iaavov.1, waai jv, ovuvii jv gloiviCH WCCI Tegen leverkwalen galzucht, hartwater, verstopping en alle voe- J dingsstoornissen gebruike men de zeer zacht werkende Foster’s Maagpillen, welke geen kram- leven; ’n vinkje sloeg in de meidoorn pen veroorzaken en geen verstoppende reactie hebben. Prijs f 0.65 per flacon, alom verkrijgbaar. J melum afliep, zag achterom; hij zag naar de bos- schen van Rijs, die als in de lucht stonden door breking van vochtig-warme luchttrillingen; hij zag naar het westen waar het Bakhuizer-hoog langzaam oploopt en waarop men druk bezig was den grond om te spitten. Vóór hem lag het Klooster. De kruiskerk in Gothischen stijl opgetrok ken stak flink boven de bijgebouwen uit; het scherpe torentje, waarin de klok hing, strekte zich ten hemel, terwijl het Spijker, een hooge vierkante steenklomp, daarbij stond als een toon beeld van kracht, ontzagwekkend door de vele schietgaten, door de kanteelen in den trans en door het geheimzinnige. De man luisterde; hij telde de slagen. Twaalf uur, mompelde hij bij zich zelven, prachtig op tijd. Hij liep het zandpad neer, dat naar de poort van het klooster leidde, een zware deur in de nog zwaardere muur die het klooster omringde. Even nadat hij de klopper op de poortdeur had laten vallen, ging een luikje open, waardoor iemand hem vroeg wat hij verlangde. Ik kom om heer Aggo te spreken, ik Abel Lyclama! Het wegschuiven der verzekeringsbalk werd gehoord; de klink werd opgelicht en de deur geopend, knarsend in de zware hengsels. Abel trad de tuin binnen. De broeder-deurwaarder beduidde hem, dat de Abt den dienst in de kerk leidde; hij wist 1“ 7 J i wel dat Abel verwacht werd; hij vroeg of hij Abel alleen mocht laten, daar hij z’n plichten moest vervullen. Op het toestemmend antwoord van Abel, sloot naar DRUKKERSWIJSHEID. LESSEN UIT DE PRACTIJK. XIV. Visitekaartjes. „Komende gebeurtenissen werpen hun scha duw vooruit”, zegt men. Hebt gij er ooit aan ge- dacht, welke schaduw g ij vooruitwerpt wan neer gij Uw visitekaartje ergens afgeeft en belet vraagt? Uw visitekaartje is Uw schaduw! Wanneer gij er prijs op stelt gewaardeerd te hij| de poortdeur en liep toen het pad op worden als een aangename verschijning, dan dient Uw visitekaartje reeds die indruk te maken,1 als het U voorgaat bij de aankondiging van Uw kromd; het hoofd, met lange sluike haren, iets Dus alles is goed afgesproken? vroeg Nanno. Zoo was het; ieder wist wat hem te doen stond. Voordat Nanno vertrok, nam hij Abel’s hand. Mijn jongen, zei hij, wat jij gedaan hebt, is van onberekenbare waarde, houd je goed en tot ziens! Toen vertrok hij met Lieuwes en Rodolphi. Voor de deur der woning bleven Mirk en Abel staan en zagen vol aandacht naar de zon, die in zee onderging. De lucht was bloedrood ge verfd, welke kleur de bosschen van Gaasterland opslorpten, terwijl ook het huis zich baadde in de reflexkleur. Beiden liepen nog een eind het zandpad neer, zwijgend. H gld. bij verlies *3 van een vinger Wel was hij reeds eerder in het klooster ge weest, doch thans was het alsof hij de geheele omgeving en ligging in z’n geheugen wilde pren ten voor de groote dingen die zouden komen. Het complex gebouwen de kerk, met kruis gang om de ingebouwde tuin, waaraan de bij gebouwen grensden stond midden in een groot hof; alles was omgeven door een hooge dikke muur. In den hof stonden zware eikenboomen, terwijl de oprijlaan overkoepeld was door de kruinen van aan weerskanten staande beuken. Abel liep deze laan af en kwam voor de deur die toegang gaf tot de kruisgang. Het gezang, dat hij had gehoord, was ver stomd. Hij ontmoette hier de broeders, die uit de kerk kwamen en .-wellicht naar de eetzaal gingen, welke aan het einde der kruisgang was uitgebouwd. Hij vermoedde dat de dienst was afgeloopen en liep de kerk binnen, waar de zon stralen bundels uitgoot over de twee rijen pilaren, welke stonden in het schip der kerk. Hij wist, dat in het rechthoekig koor zich de deur bevond welke naar de kamer van Abt Aggo voerde. Toen hij hier gekomen was, zag hij den Abt bij het altaar staan. Gp iedere hoek stond een patin kandelaar, gedegen door drie zittende leeuwtjes, ’n kunstwerk uit het gothisch tijdperk in de vetbak, die kanteelvormig was uitgesne den, brandde een kaars. In het midden, boven het altaar, hing een zesarmige kroonluchter, de armen versierd met streng-gothisch-gestyleerde klimopbladen; aan iedere kant aan den muur bevestigd bevond |ich een wandluchter, de armen versierd met gietwerk in het oude vlatn- men-motief. Achter het altaar hing een enorm zilveren bord, waarop gedreven was de voorstelling van den Hemel, waaromheen in groote letters als randschrift het woord „Chimala” was te lezen. Dat alles zag hij, terwijl de Abt geknield lag. De omgeving, de stilte der oneindigheid die om hem was, bracht hem tot zelf-critiek. Was hij dan zoo slecht, dat z’n ouders niets meer van hem wilden weten? was hij zoo slecht omdat hij liefde boven geld stelde? ’t Eenige wat hem nog overbleef, was z’n trouw paard, dat thans bij Mirk stond O, ja, dat was waar ook, hij zou van middag vroeg bij hem komen,, om te helpen bij het om spitten der bouw; de anderen zouden ook ko men, Nanno, Riek’s vader en Rodolphi. Hij peinsde verder hoe alles eindigen zou; of hij ooit weer in vriendschap met z’n ouders zou leven Abt Aggo was intuss*ht-n in het schip der kerk gekomen en zag naar den vreemde, waarin hij Abel niet herkende. Abel maakte zich bekend en zei dat hij heer Aggo gaarne wou spreken over ernstige aange legenheden. Daarop verzocht de Abt hem mee te gaan naar zijn kamer. Deze was eenvoudig ingericht; de muren waren als gevoegde steenen gebleven; de tafel en de stoelen waren van ruw bewerkt eikenhout. In het midden der blinde muur hing het Chris- tus-beeld. Ga zitten, mijn vriend, noodigde Aggo, en vertel mij het doel van je komst. Abel vertelde alles wat hij beleefd had; eerst van Riek, toen over de ruzie met z’n ouders; daarna over de brand 'op Rijs, de verwoesting van de kapel op Kippenburg; hij vertelde van het verbond der mannen op ’t Hospitaal en van z’n reis naar Ygo. Hij kwam nu om Aggo aan te sporen, met alle macht te helpen, door man nen bijeen te brengen evenals geld. Van de rooftochten van Ygo had de Abt reeds gehoord, maar hij schrok toen hij het groote plan hoorde, hetwelk zij de gezworenen hadden opgezet. En Aggo beloofde; hij zou de Skieringers op roepen; hij zou alles met kaptein Roorda be spreken. Abel vertrok. Nadat de poortdeur achter hem gesloten was, nam hij de richting naar Mints linea recta, dwars j over velden dwars door bosschen; na een uurtje gld. ingeval van over- 1EA gld, bij verlies van - gld. bij verliee Eft lijden binnen 30 d. Nu één hand, voet of oog 1 v van een daim, v v Concert Kor Kuiler. Nader vernemen wij aangaande dit concert, dat de heeren Kuiler en Clemens Schröner ons zullen vergasten op de „Kreutzer Sonate” van Beethoven en het Viool-concert g-moll van Max Bruch. Beide kunstenaars zijn hier meer dan bekend; de werken die zij zullen uitvoeren behooren tot de machtigste scheppingen van de genoemde componisten, op het gebied van viool en piano instrumentatie. Kuiler zelf heeft het plan om Liszt te laten hooren in z’n melodische bewerkingen van hoog ste pianotechniek. Als zangeres (sopraan) zal hare medewerking verleenen mejuffrouw Di Moorlag met liederen van Schubert, Hildack, Zweers, Kuiler en ande ren. Deze jonge zangeres, die in korten tijd zooveel waardeering heeft ondervonden, wordt algemeen bewonderd om hare mooie sopraan en diep-ge- voelige voordracht. hoofdknikje, dat in goed Hollandsch overgezet zijnde beteekende: „ik zal dat varken wel wasschen!” Hij nam daarop af scheid en verdween in de rnenschenmenigte, die op deze drukke plaats van het bosch, aanhoudend defileerde. G. G. en ik echter zochten een rustiger plekje op en vonden dat achterin het bosch, loopen zag hij reeds dichtbij het huis van Taijes, die zelf op de bouw spitte. Goeden dag, Mirk!. riep Abel. Goeden dag, riep Mirk terug; maar wip is dat? Nu gooide Abel z’n vermomming af; Mirk, een en al verbazing, vroeg waarom die ve'moïnming noodig was. Abel vertelde van z’n reis.naar Ygo en Heer Aggo. Toen zei Mirk, dat het tijd was om te eten; hij was al laat door het vele werk, maar het trof goed nu Abel gekomen was. Na het schaften gingen de beide mannen naar het veld; ook Abel had ’n loddeschop mee genomen en ijverig arbeidden de beide mannen in de heerlijke natuur, in de reine voorjaarslucht. Zij werkten, trapten de lodde in den grond, wrikten de kluiten mulle aarde los en wierpen ze om, al maar weer, al maar weer; zij arbeidden tot zweetens toe. Totdat Opeens hokte de lodde, waarmee Abel werkte; hij trapte er op, maar de grond bcRjj grooten tegenstand; hij wrikte de lodde in den grond en zette z’n voet er weer op. De lodde knarste Goeden dag, riep men van het zandpad af, dat langs den bouw liep. ’t Waren Dr. Nanno en Lieuwes; Rodolphi zou later komen. Goeden dag, riep Mirk terug, opziende van z’n werk. Toen zag hij Abel wrotten. Wil ’t niet? vroeg hij. Ik denk, ’n groote steen, zei Abel. Mirk boog zich over de vore. De anderen waren naderbij gekomen, en ook Nanno bukte zich over de vore. Hij nam een scherf op, die afgestooten was. - Dat is geen steen, zei hij, maar aardewerk; het lijkt een diggel van ’n kruik of pot. Zet de lodde wat verder, zei hij tegen Abel, en trap er flink op. Abel deed alzoo; het gewicht van z’n geheele lichaam legde hij op het handvat der lodde, en de voet zette hij op het ijzer en rukte, en drukte: tot een knersing werd gehoord en de loddeschep dieper zonk De kruik was gebroken, en in de aardkuil glin sterden gouden munten, vele en groote. De mannen stonden verbluft; de eerste die wat zei was Abel. Hij riep: Nu zie ik het! het beeld in de vlammen! En op hun vraag vertelde hij de verschijning. Nu waren ze klaar; nu konden ze mannen krij gen zooveel ze wilden. Zij namen het zoo vurig begeerde goud mee naar het huis van Mirk, waar Rodolphi hen wachtte, die, toen hij de vondst zag, de handen ineensloeg. Wéér beraadslaagden de mannen. Ieder kreeg z’n opdracht; Abel zou mannen wer ven in de omstreken van Wyckel, Oude en Nije- mirdum en Sondel; deze moesten onder zijn bevel de bezetting van het klooster verster ken. De anderen hadden hun werk gedeeltelijk met succes bekroond gezien, doch veel zat vast op betaling. Nu was die zwarigheid uit den weg geruimd en kon alles gaan zooals afgesproken was. Op den door Ygo vastgestelden dag zouden de geworven mannen en de hulp die hun was toe gezegd geworden, met zonsopgang ter plaatse zijn. Hoe kwam er opnieuw een valsch biljet in mijn portefeuille? De drie valsche biljet ten, die den vorigen dag daarin gevonden waren, had de politie natuurlijk in beslag genomen. Sedert had ik op verschillende onzer eerste financiers is. Men zegt, dat‘plaatsen geld uitgegeven en ontvangen! hij bij het ministerie van financiën achtet i G. G„ die de zaak nog al kalm scheen op de schermen aan de touwtjes trekt.” „Een invloedrijk en bekend man dus?” „Zonder eenigen twijfel!” Had notaris Lacombe zich vergist? Mij bleef niet veel tijd om over deze vraag na te denken, want wij maakten ons gereed om op te breken. De gar^on werd geroepen. Ik had er mij een bank, waarop wij ons nederzetten. j „Véél vraag ik niet”, zeide hij. „Maar ik keffertje en in ’t geheel niet de waakhond,plaatsen, waar je, sedert je gisteren weer die hij zijn moest!” begon G. G. op spotten-’n vrij man werd, geld uitgegeven of ont- den toon. „Hij stapelt den eenen bok op den anderen!” „Je beeldspraak is stout, als gewoonlijk!” zeide ik. „Dien eenen bok ken ik nu wel. Zou je mij met den anderen in kennis willen brengen?” „Ik dacht, dat je je beter op de zoölogie verstond, beste jongen!” zeide G. G. op zijn patroniseerenden toon. „Ik gooide het daar juist op een grapje en deed, alsof ik de vondst van een nieuw valsch biljet zoo erg niet vond. Toch zou elk ander politie-be- ambte het naadje van de kous hebben willen weten, maar deze is zoo’n ezel, dat-i alleen maar bokken schieten kan.” „Je beeldspraak wordt stouter en stou- delijk dat ééne biljet over hét hoofd gezien ter!” zeide ik. en óai ik n’icl bvlc. dvvu kv.. da» :.vl' „In elk geval, de man ging weg als ’n Commissaris La Harpe ter hand te stel- engel”, vervolgde G. G. „En dat deed mij 1 1 -1 J 1 M zv VI m Ir- l-v ZV M 1 Z"X /"XX* O ZV Fl XX/tllxT V-j zooals hij meende, dat goed was. Ik volgde wil je voor mij alléén hebben!” zijn raad en de Commissiaris nam het bil- Hij had zoo pathetisch gesproken, dat ik jet aan met een gewichtig gezicht en een begon te lachen. Westersingel Groningen Franco levering

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1921 | | pagina 1