MAÏZENA - RECLAME. J. ZIJLSTRA Hzn T. R. TJERKSTRA. 9 I WESTERHOF’s KOFFIE „Leeuwenburg w Nieuw ingerichte Toonkamers. I SPORTCOSTUMES ▼an TWE'DRAADSSTOFFEN ZEBB MO DEBIT. Brandenburg!), Boscbma Co- Qlfioiesl Orpti liar Semonte M. GORDIJNEN, LOOPERS, RARPETTEN, Kledingmagazijn 200 B Nieuwstijdingen I I Brieven aan de Redactie Zaterdag 9 April 3921 Ho. 55 37e Jaargang >aa- Onze Maïzena ie heerlijk van smaak J zijn ets. 1 Gegreet Onze pryzen per pond PRACHTSORTEERING.LAGE PRIJZEN VERTROUWDE KWALITEITEN. Die- vaji 820 700 100 20 90 80 82 gld. ingeval van over lijden binnen 80 A t. t. 926 10 72 len ek. 0»- lel, ten Ju an Vexsohgnt DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS Uitgevers Telefoon No» 150. •n| ek I ek Volgende week ieder kooper van TWEE PAK HAIZEHA ontvangt DRIE P&K. VIER PAK MAÏZENA ontvangt ZES PAK. ZES PAK MAIZEHA ontvangt HEGEH PAK. Prijzem 14 en 17 et. per paks Meubelfabriek Nederland. thansi S3 75 80 110 VAN DE LEEUWARDER RECHTBANK. Zitting van Woensdag 6 April. Met een sigaret in den mond en een lorgnet op den neus flaneerde de 18-jarige H. H. op den 15en Februari langs den Oos- terdijk te Sneek. Maar daar kwam een 20- jarige schippersknecht, W. B., een stadge noot, die hem de sigaret uit den mond sloeg. De eigenaar van sigaret-lorgnet greep den aanrander aan en vroeg hem rekenschap. B. onderhaalde opnieuw de hand; een slag in het gezicht, het lorgnet van zijn plaats en in scherven op den grond. Heden het slot van de geschiedenis in de rechtzaal. Beklaagde bekent slechts ten deele. Een zeer ongemotiveerde baldadigheid noemt de subs-officier het gebeurde. Even wel, het is beklaagdes eerste overtreding. Eisch: f25 boete of 25 dagen hechtenis. Voor sleohts f 15 leid ik U op voor PO LITIEAGENT, KOMMIES of BEWAARDER. Schrijf terstond aan P. BOER, Nieuw-Am- sterdam. Altijd in huis. De ontsmettende, verzachtende en heelende eigenschappen van Foster’s Zalf maken deze onmisbaar voor huiduitslag, kloven, huidvlekken, eczema, psoriasis, en de verschillende vormen van aambeien. Spoedige aanwending brengt wel dra baat. Houdt Foster’s Zalf altijd in huis; prijs f 1.75 per doos, alom verkrijgbaar. ROODHUIS, 2 April. Heden had alhier de algemeene ledenvergadering plaats van de Boerenleenbank „Roodhuis en Omstreken”. Uit het verslag van de kassier bleek het vol gende: Saldo spaargelden op de le Jan. 1920 was: f394540.25, in het loopend jaar bijgebracht f 178798.92, alzoo te zamen de som van f573339.17. Er werd in het dienstjaar terug betaald f 208885.30, zoodat er op den 31 Dec. 1920 een saldo bleef van f364453.87. Het begin saldo voorschotten was op 1 Jan 1920 f75545.00; in het dienstjaar werd er bij geleend f32900.00, alzoo samen f 108445 Ei werd in ’t loopend jaar afgelost f 17960. iluv bleef er op 31 Dec. 1920 aan voor schotten staan de som van f 90485.00. Bij de Centrale Bank stond op de 1ste Jan. 1920: een saldo van f .303149.19, bijgezonden in het dienstjaar f 156797.51, aldus te zamen f459946.70; er werd in het dienstjaar terug gevraagd de som van 1222448.01, aldus bleef er op de 31 December een saldo over van f237498.69. In loopende rekening stond op 1 Jan. 1920 de som van f3200.00; in het loopend dienstjaar werd er bij opgenomen f 20540.38, dus te zamen f 23740.38. Door de leden werd terug betaald f 4000.zoo dat er op het einde des jaars nog stond f 19740.38. Aan waardepapieren had de Bank nog te vorderen f 5000.—. Aan renten, kosten en diversen werd ontvangen f 14926.18 en aan idem-idem uitgegeven f 13979.16. De winst werd gestort in het Re servefonds. Het aftredend bestuurslid, de heer H. Rijpma, werd herkozen.Tot fid van de R. v. Toezicht, werd wegens vertrek van den heer S. Schaap gekozen de heer J. E. Zonderland en wegens bedanken van den heer J. Flapper, de heer Harm F. v. d.Werf. Tot plaatsvervangend bestuurslid werd ge kozen de heer Tj. E. Witteveen. De kassier werd bij acclamatie weer voor 4 jaar herbenoemd, op een verhoogd salaris van f 600.Voor het afgeloopen dienstjaar werd de kassier een bijslag toegezegd van f 150.Aan de Bestuursleden werd eenig presentiegeld toegezegd voor de vergade ringen. Er waren 40 leden op de vergade ring, welke werd gesloten door de Voor zitter, na een woord van dank te hebben gebracht aan de aanwezige leden en opge wekt te hebben mede te werken aan de groei en bloei van de Boerenleenbank „Roodhuis en Omstreken”. ARNHEM, begin April 1921. Het verhaal van Oom Evert. (vervolg 6.) In den namiddag vóór den grooten dag, op den tijd dat de zonneschijf nog maar één armgestrekte-handbreedte boven de weste lijke horizon stond, kon men op den weg, die van de Nijebuurtster driesprong naar Hemelum liep, telkens een klein groepje mannen zien, die zich naar dit dorp begaven. Het waren de mannen, die door Abel aan geworven, de bezetting van het klooster St. Odolphus zouden versterken. Hijzelf was reeds eerder op het klooster aangekomen; hij had de post bij de deur persoonlijk betrokken, omdat hij aan nie mand het binnenlaten der manschappen durfde toevertrouwen, met het oog op moge lijk verraad. De Maartsche buien hadden zich tot ver in April voortgezet; de wind zwiepte met ge weld de takken der boomen en joeg voor zich uit groote natte sneeuwvlokken, tus- schenbeiden afgewisseld door hagelsteenen. ’n Hondeweer, jongeman, hoorde hij ’n stem achter zich. Hij keerde zich om en herkende de broeder- deurwaarder. ’t Komt ons van pas, zei Abel. Mét viel de klopper op de deur; Abel her kende door het kijkgat een klein deel zijner manschappen en opende de poort. Telkens en telkens kwamen de mannen, met bijna regelmatige tusschenpoozen bin nen. Hoeveel? vroeg de broeder. ’n Goede tweehonderd, antwoordde Abel. En de anderen, waar liggen die? vroeg brutaalweg de portier. Verwonderd zag Abel hem aan, als maan de z’n gevoel hem tot voorzichtigheid. Wie ben je toch? vroeg hij den broeder. Maar deze ging weg; hij zag zeer zeker kaptein Roorda, die op hem toekwam. Toen deze bij Abel was gekomen, sprak hij tot hem: Voorzichtig, m’n jongen, dié is niet te vertrouwen, hij niet en nog een paar ande ren niet; ik wilde wel dat zij niet hier waren; ’t zijn de opruiers en verraders in het kloos ter. Je hebt toch niet te veel verteld? Nog weinig van belang, antwoordde Abel. - Ik wilde je nog meedeelen, hoe de Abt en ik het plan van verdediging hebben opge steld, zei Roorda. ’t Komt er in de eerste plaats op aan, het Spijker te verdedigen, vervolgde hij; dit neem ik op me; gij moet dèar zijn waar een aririAiniiiHi—i i miiiiii 11 i~r hhmphi i i iiiiti n. wmiui imiiPimii n n rr uinii, DRUKKERS WIJSHEID. LESSEN UIT DE PRACTIJK. XV. Kaarten voor uw reiziger. De kaart, welke Uw reiziger afgeeft aan Uw klanten bij zijn bezoek, of welke gij hun zendt ter aankondiging van een reizigersbezoek, zal aan nog hooger eischen moeten voldoen dan het gewone visitekaartje, waarover wij onze wijs heid in een vorig nummer lieten schijnen. Toch zijn er nog zaken die schromen hun reizigers van goede vertegenwoordigerskaarten te voorzien omdat ze enkele guldens meer kosten dan een prul. „Och, die kaart doet het evengoed”, zegt een dergelijk zakenman. Zeker, die kaart doet het goed nl. de omzet vermeerdert*! van Uw concurrent die wijzer is dan gij. Die keurige kaarten gebruikt, omdat hij weet dat deze de verkoopkracht van z ij n reiziger bevorderen, ja doen stijgen. Zult gij nog langer en nu bewust de verkoop kracht van Uw reiziger saboteeren, door het j gebruik van dergelijke prulkaarten? Zoo ja, kom dan n i e t bij ons. Dan helpen wij liever Uw con current. BRANDENBURGH, BOSCHMA Co. Boek- en Steendrukkers, Kleinzand, Sneek. Tel. 111 en 150. Ho. I B Java Preanger M Deze soorten worden ge leverd in halfgzonds pakjes. En onze winkel ook voor gewogen per ons en meer. Abonnementper jaar f 2.50 fr. p. post f 3 60. Buitenland f 8.alles bij vooruitbetaling. Losse Nos. 5 et. AdvertentlSn10 et. p. regel Inge zonden Mededeelingon dubbel tarief, bij Abonnement belangrijke korting Kleine Adv. kunnen ingezonden wor den op den dag der uitgifte, tot 10 uur |E(| gld. bij ver lie. van <7E Jgld. bij verlies EA gld. bij verlies van TC gld. bij verliea Ivv één hand, voet of oog *v van een duim, vv een wijsvinger. v van een vinger voor allen die in het klooster zijn, behalve voor den Abt. Je moet het maar zien te krijgen, Hart man! riep Roorda hem toe; dit is m’n laatste woord Je laatste woord? drifte Hartman. M’n laatste, zei Roorda. Dan zijn de gevolgen voor jou reke ning, Roorda! Hij ging terug naar IJgo; nog een oogen- blik bespraken de beide broers de plannen, daarna brachten ze hun mannen in een hal ve cirkel ,die zij op het klooster deden aan rukken. Het Spijker lag tegenover het middelpunt der boogslagorde. IJgo gaf door een stoot op de hoorn, het teeken voor den aanval; hij zelf vloog de bende vooruit, onder woest ge schreeuw; de mannen volgden en joelden. Maar op het Spijker en in den kloosterhof bleef alles stil. Dit vertrouwden de broeders blijkbaar niet, want op ’n 150 pas afstand gekomen, hielden ze halt; ze overlegden nogmaals. Abel zag het, hij voelde dat dit een geschikt oogenblik was om den vijand afbreuk te doen. Klaar? riep hij. Vuur! De bussen knalden; ook Roorda op het Spijker had dit moment niet verzuimd en hij volgde het voorbeeld van Abel. Onder de aanvallers ontstond verwarring; velen lagen dood of gewond terneer; ’t was zóó onverwacht gekomen, dat de mannen van IJgo wilden vluchten. IJgo zelf vloekte als ’n bezetene; hij vuur de z’n mannen ruw aan, hen dreigend met pistool en zwaard. Hij voerde ze ten aanval tegen het Spijker, maar daar was de ontvangst ook warm. Pijlen, steenen, kogels, alles vloog hun te- gemoed; de verdediging was zóó krachtig, dat ze wederom iets terugtrokken. Wéér ging de vijand tot den aanval over; twintig mannen droegen een groote boom en rameiden de ijzeren deur van het Spijker; tevergeefs; zij lieten de boom los en vlucht ten voor lijfsbehoud. IJgo was woedend, hij zag in dat het zoo gemakkelijk niet ging en de Hollanders, waar bleven dié? Als antwoord ving hij de roep van een hoorn op, die kwam van de kant van Warns. Daar is hulp, jongens! Vooruit! De mannen schreeuwden; zij vloegen weer op het Spijker aan; ze vlogen bij de muren op of plaatsten er ladders tegen aan, weer moed gekregen door de aankomst van Doede’s mannen. Deze vielen het klooster aan van den kant der Morra, zoodat Abel z’n mannen moest verdeelen. Van uit het Spijker en overal van achter de muren vloog in hagelbui van kogels den aanvallers tegemoed; vooral de mannen van Doede waren verrast zoo’n tegenstand te ontmoetten. Zij, die hun ladders tegen de muren hadden gezet, beklommen deze; doch nauwelijks was ’n hoofd boven de muur ver schenen, of een steek met de hooivork van een der verdedigers, deed hem omtuimelen. Abel zelf was overal en vocht mee als ’n leeuw. Toen hoorde hij plotseling ge schreeuw aan de Noord Oostkant. Dit moest de Oostelijke vleugel der boogslagorde zijn, die thans van die kant het klooster aanviel; daar stond de Abt met de zijnen; Aggó’zelf met het zwaard in dé hand. Waar bleven Nanno en Lieuwes en Mirk en de anderen met^unne mat zij moesten vlug komen; de overrr t was te groot en de tegenstand kon ing volgehouden worden. De bestorm'-.g werd door IJgo’s mannen met zooveel kivlit doorgezet, dat zij bijna niet meer van de muur waren te houden. Van beide kanten streden de mannen met ware doodsverachting. Bossen rijs en tak ken brandden reeds tegen het Spijker; de aanvallers trachtten ze in volle vlam door de schietgaten te duwen. Maar Roorda zat ook niet sf’l. Op eens zag hij van uit het veld een w.it wolkje; hij hoorde een fluiiei en gieren door de lucht, toen een harde slag tegen het Spij ker en een uitvallen van steenen. IJgo liet zijn kanon spreken. De toestand werd voor de belegerden met de minuut slechter; het schieten van het Spij ker werd minder, nu het aanhoudend bloot stond aan IJgo’s kanon; door de rook der brandende takkebosschen, konden de ver dedigers weinig meer zien, zoodat het een schieten in ’t wilde werd. En in den hof ontstond reeds een strijd met diegenen, welke over de muur geklom men waren. Nóg had Abel ze in z’n macht, nóg vielen de vijanden onder de knodslagen der verde digers, evenals door hunne kogels; maar toen hij op eens een troep mannen op de zijnen zag aanstormen, begreep hij dat alles verloren was! Dat waren mannen van Doede, en bij hen zag hij de tanige portier, met een valsche lach op z’n gelaat. Sla der op in mannen! schreeuwde hij, daar is de verrader! En zonder zich te bedenken, alle voorzich tigheid vergetend, vloog hij met opgeheven zwaard op den verrader aan; maar vóórdat hij Sipke had bereikt, kreeg hij ’n knodsslag op z’n hoofd, die hem deed duizelen, terwijl het was alsof er vonken uit z’n oogen spron gen. Toen viel hij bewusteloos neer. Wordt vervolgd. Volgens voorwaarden overeengekomen met de HoHaftdoohc Aifemeene Vepxe* TAAA gld. S® Sohiedam «tijo onae Abonnee verzekerd togen ongelukken voor AUVU lang aanval op den muur kan plaats hebben. Overwinnen of sterven, Abel, denk er om; hij reikte hem de hand en sprak toen nog eens uit: overwinnen of sterven. Géén jaloezie tusschen ons; wij moeten op elkaar vertrouwen, dan zijn we het sterkst! Ja, zei Abel. Toen verdween Roorda de tuin in; hij liep de kerk in, ging door het schip en klopte op de deur van Aggo’s kamer. Aggo zat met de hand onder z’n hoofd in diepe gedachten; een zwaard lag voor hem op tafel. Ik ben blij dat je komt, zei de Abt; hoe staat het met alles? is Abel er al met z’n volk; morgen is het er op of er onder. -Abel is aangekomen, ook z’n man schappen zijn reeds achter de murenWat is dat? is er iemand bij de deur? Zoo is het nu altijd, zuchtte de Abt; altijd spionnen om je heen en als je de deur opent is het overal stil, tè-stil. Roorda vertelde verder wat hij wist van boodschappers, die door Nanno waren ge zonden; en weer hoorden ze gestommel. De kaptein sprong op, vloog naar de deur, die hij opende; stoof de kerk in.... Toén hij even later weer bij de Abt terug kwam, kon hij slechts meedeelen, dat hij nie mand had ontdekt. Weet je wie het zijn? broeder Sipke, de portier en Meinhardt, zei de Abt; zij ruien de anderen op, want zij willen de macht in het klooster; ik moet weg. Maar de vergelding zal komen, mis schien vlugger dan ik mij het denk; zij zal komen voor hén en ook voor Ygo en con sorten, sprak hij. Huur betaalt Galama niet, vervolgde de Abt, hij neemt de inkomsten van het bosch maar in ontvangst, alsof het zijn bezit is, natuurlijk onder dreigementen; hij graaft het land uit; hij besteelt en verbrandt de uit hovenDe schade is thans met 3000 skil- den niet te bezien! En met zulk volk heulen Sipke en Meinhardt, met hun aanhang. Wij houden de oogen open, antwoordde Roorda; bij het minstverdachte maak ik korte metten. Toen vertrok hij en ging naar z’n post op het Spijker, waar alles gereed was voor de verdediging. Nauwelijks gloorde de nieuwe dag. ’n Haan kraaide in den hof, onbewust van hetgeen deze dag zou brengen. Roorda had z’n volk in het Spijker opge steld. Er lagen mannen op het dak, achter de kanteelen met de bussen tot vuren gereed; groote brokken steenlagen naast hen om naar beneden geworpen te worden; allerlei verdedigingstuig was ter hunner beschik king. Er lagen op de eerste verdieping, ver der gelijkvloers; allen voor dién tijd van kop tot teen gewapend. De mannen van Abel waren deels-van vuur wapenen voorzien; deels hadden zij er de voorkeur aan gegeven hun eigen wapenen te gebruiken, ’t zij in de vorm van een hooi vork of een knots-knuppel. Hij zelf Abel had z’n zwaard en pistool. Voortdurend bezocht hij de posten, welke hij achter de muren had opgesteld; al maar weer vuurde hij ze aan om in ieder geval stand te houden; zij konden rekenen op hulp, die komen zou, en de belegeraars in den rug zou aanvallen. De dag kwam eerst in schemering; la ter werd het licht helder; toen kwam in het Oosten een bloedrood-gekleurde zoom aan den eindeloozen horizon; en daarna kwam de bovenste ronding der zonneschijf zichtbaar boven het uiterste veld. In het hof bleef alles stil; ’t Spijker lag dood als de steenklomp, waaruit ze bestond; niemand sprak een woord. Abel en Roorda stonden bij het Spijker; zij wachtten met on geduld op de dingen, die zouden komen. Toen klonk een hoorn door de stille natuur. - Daar zijn ze Abel, sprak Roorda; houd je goed! Nogmaals gaven ze elkaar de hand; toen verdween Roorda in het Spijker; even later zag Abel hem op het dak staan. En ja, zij kwamen, de aanvallers; zij kwamen uit Kou- den en Kolderwolde, bij de driesprong van Nijeburen vereenigd; zij kwamen langs den weg en door de bouw; een duizendtal wel sterk! Abel zag het door de schietgaten in de muur. Dat zijn de mannen van IJgo en Hart man, mompelde hij; ’t zijn er vele en tijdens de eerste aanval zullen wij het zwaar te ver duren hebben. De troep hield op een paar honderd pas van het klooster stil; blijkbaar om een en ander te bespreken. Dit bleek. Hartman liep alleen op het Spijker aan; op een honderd pas afstand gekomen, blies hij op z’n hoorn. Roorda, die op het platte dak ging staan, riep hem toe: Wat nu? heb je misschien ’n bood schap? ’n rare tijd en ook ’n rare manier van doen, zoo vroeg in den morgen en met een 1000 man. Hartman antwoordde: Hoor eens, Roorda, IJgo en ik zijn hier met ons volk; Doede komt met 500 man van Warns, en bij Laaxum liggen 800 Holland- ders met alle mogelijke belegeringsutig. Wij willen het klooster, vervolgde hij; je ziet dat tegenstand niets zal geven; wij willen het klooster, goedschiks of kwaad schiks, dat laten wij aan jou over; in ’t eerste geval verzekeren wij je lijfsbehoud H Westereingel Groningen Telefoon 118 9* ff ff 99 99 H Franco levering M NIEUWE SNEEEEH COURANT annex SHEERER COURANT en WYMBRITSERADEEL 800 HABCXMA 86 J. A. HUIZINGA, 1 I w

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1921 | | pagina 1