Onze TAPIJT- en
MEUBELAFDEELING
SLAAPKAMER INRICHTING
GRITZIIER EXTRA
WESTERHOF’s
KOFFIE
I
Vroom Dreesmann. I
Het Spinneweb
door
de beste V S Naaimachine
En gros: N.V. R.A.M.I.,
vh Fa. NAUTA LEEUWARDEN
OHicieel Oroaan der Oemeonte Sneek.
Braodenburgh, Boschma Co.
Het Beste op gebied van
I
Nieuw ingerichte Toonkamers.
NIEUWSTIJDINGEN.
iSi
2 pers. SLAAPKAMER
AMEUBLEMENT
prima EIKEN
geheel compleet hhv
voldoet aan de hoogste eischen.
i2.
•I'
leveren wij U voor den prijs»
Brieven aan de Redactie,
ig
REKLAMEKOLÜM.
37e Jaargang
Zaterdag 21 Mei 1921
No. 67
f
B
22)
Eischt Hollandscha verpakking en Gebruiks
aanwijzing.
De Pink Pillen zijn een
bron van bloed
Het bloed is de bron
van het leven
65
76
80
110
Meubelfabriek Nederland.
Onze prijzen zijn
per pend
thansi
et».
No. I
B
Java
Preanger n
Deze soorten worden ge
leverd in halfp&nds pakje».
En onze winkel ook’voor-
gewogen per ons en meer.
fend. Hij'sprak 't liefst „Friesch”, vooral tegen
Gegroet
voor huDhondelij k gebruik.
99
99
99
99
99
99
99
99
Telefoon 118
FEUILLETON
WEB
(Nadruk verboden.)
noeg keek, kondigde zij mij haar voornemen vier opstond met de minder streelende
z’n pleizier, mijn halve nachtrust op tè^offe-
BMW verkeer gade sloeg; ik dwaalde door het
1 _r_ ah- -
Wordt vervalgd.
HUT,
ND
’t Was me echter niet vergund, mij in de histo
rie te verdiepen, want Fokke maande aan, om
over te steken; Paping zou verder roeien naar
(ie Hoitsesloot, die wij dan met het bootje over
konden steken.
Ook over dit terrein was Fokke niet erg te
spreken; hij mompelde: „te klein, veel beroeps-
eierzoekers,” en later kwam hij tot de conclusie,
dat de vogels „er niet bij” waren, waarom hij
voorstelde eerst naar boord terug te gaan om
te eten, en te wachten tot de iton het gras wat
had gedroogd.
Vriend Walter kreeg last van z’n voeten; de
laarzen knelden hem, ze waren hard, daarom
bleef hij aan boord toen wij om een uur of half
elf wederom overstaken en nogmaals het land
afzagen.
t. t.
HAEÖKMA
J. A. HUIZINGA,
heden over de manier aangaf, dat Fokke tus-
schenbeiden eens ’n krachtterm moest laten hoe
ren.
Enfin, we zouden morgen zien!
Met de schemer braken we op; heerlijk lagen
we „in geen tijd” op onze kooi en sliepen in, in
slaap gezongen door de vogels, die nog altijd op
het lage land aan de overkant der Janesloot
„doende” waren, de kievitten, de grutto-griets,
de tü-tü-ende tjierken (tureluur), de woemen-
de weeding, terwijl de roerdomp loeide in de
dichte rietbundels van de „kleine Koevorde” (’n
poeltje aan de Langweerder vaart).
Den volgenden morgen ’t was nauwelijks
half vijf werden we gewekt door Fokke, die
ons tot spoed aanze+te.
Hij had voor ons ieder een bord karnemelksche
pap; ’n goede eerste „vulling” naar hij beweerde,
„je kon daarop ’n flinke loop doen”.
’t Was prachtig weer, beweerde hij, we
moesten de beroepseierzoekers, de „kooikers”,
vóór zijn.
In.minder dan geen tijd waren we gereed; met
XVI. (Vervolg 2.)
Arnhem, begin Mei ’21.
Voordat ik met het verhaal van onze tocht
verder ga, mag ik u Geachte Redactie wel
wat nader in kennis brengen met onze nieuwe
vrienden.
De kaptein dan, was een stoere vischer; hij
was schipper op en top; voelde eigenlijk alleen
voer z’n schuit. Toch was het een aangenaam
prater als z’n tong los kwam, wat helaas niet
vaak gebeurde.
Fokke daarentegen had altijd z’n mond boven
water; de kaptein maakte hem hierover wel eens
een opmerking, maar hij begreep, dat wij het
niet onaardig vonden.
Integendeel!
Want al spoedig bemerkten wij, dat hij een
eierzoeker 1ste klasse was; hij had ’n paar oogen
als een roofvogel; zag alles! Hij kwam uit de
streken van Warga en Wartena, dus uit die lage
landen, waarop de vogels zoo gaarne mochten
ten te gebruiken, voor ons ontbijt in de
wacht te slepen.
Rechts van ons lag de lange, lage brug,
die in vele spanningen naar de overzijde der
rivier leidt. Op dit vroege uur was er op die
brug nog weinig verkeer: nu en dan ’n en
kele wandelaar of ’n klein karretje, dat
waarschijnlijk groenten uit den omtrek naai
de stad bracht.
„U kijkt niet naar uw dobber!” riep Mon
sieur Dujardin mij toe, daarbij zijn stem zoo
veel mogelijk dempende, om de visschen niet
weg te jagen. Bijna op hetzelfde oogenblik
haalde hij een grooten visch op. Het slanke,
spartelende lijf blonk als zilver en ’t gezicht
van den gelukkigen hengelaar blonk niet
minder van pure vreugde over de goede
vangst. -
Van dat oogenblik af bleef het geluk hem
trouw. Slag op slag haalde hij de arme
slachtoffers uit het water op en, hoewel ik
zelf maar één onschuldig bliekje aan de
oppervlakte wist te brengen, zwoer hij bij
hoog en bij laag, dat ik hem geluk aanbracht
en dat ik zedelijk verplicht was altijd met
hem mede te gaan, wanneer hij ’s ochtends
uit visschen ging.
„Ik kan toch moeilijk hier in Vichy komen
wonen”, zeide ik. z
„Deedt u het maar! Wij zouden het bést
samen vinden!” was zijn antwoord, dat met
zóóveel vuur gegeven werd, dat een groote
visch, dien hij door het heldere water op
het aas had zien toezwemmen, rechtsom
keert maakte en zijn ontbijt elders zocht.
Inmiddels was het bijna vijf uur gewor-
Abonuementper jaar f 2.50 fr p-
post f 3 60. Buitenland f8.alles
bij vooruitbetaling. Losse Nos. 5 et.
Advertentlên 10 et p. regel. Inge
zonden Mededeelingen dubbel tarief, bij
Abonnement belangrijke korting
Kleine Adv. kunnen ingezonden wur-
’t Werd wat beter, we vonden een enkel eitje
„vrij” en ook bij kooien, maar „je mooiste ter
rein was wel in de buurt van Warga, Eerne-
woude en de Hooidammen” beweerde onze spe
cialist.
Er was weinig wind; onder gezellige kout dre
ven we over het oude Hof, „scharrelden met een
boom er onder” langs de Brugsloot, achter Uit-
welüngerga langs; verder voeren we de Mod
derige Geeuw op, vzelks aangrenzende lage
landen zóó doodsch waren, dat ze ons niet eens
tot een bezoek konden uitlokken. We voeren
over het Kruiswater en meerden aan de Zuidzijde
van het Roekoegat aan de „Sweagen”.
’tWas ondertusschen al laat geworden, de
wind was geheel gaan liggen, terwijl de zon nog
slechts een paar uur „boven” zou zijn.
De Sneeker Meer lag daar zoo rustig; zij
kleurde zich in de prachtinten der ondergaande
zon; kemphaantjes speelden op het hooge kopje
aan den overkant; grietto’s vlogen door de lucht
en wjükten op syncoop-maat van hun roep. Hier
grauwde de fuut, of kefte 'n koet.
We gingen nog even aan wal; zochten de
Sweagen af, waar we mooie tureluur-eitjes von
den en enkele groote groene van de grietto.
Weer brachten we den heerlijken achtermid
dag, tot in den avond door, genietend Van de
heerlijke lucht, die om ons was, genietend van 't
volle leven, waarin de vogels ons brachten; we
luisterden naar al de geluiden, die de luchttril
lingen tot ons brachten in diep stilzwijgen,
als begrepen we dat wij deze stemming zouden
verstoren, die wel een der hoogste gevoelens
geeft, door de natuur gebracht.
Toen begaven we ons ter ruste.
(Wordt vervolgd.)
Kleinzand, Sneek
Postchèque- en giro-no. 6039.
Tel. 111 en 150.
Aambeien.
De hevige jeuk en stekende pijn moeten spoe
dig zwichten voor Foster’s Zalf door haar ver
zachtende, heelende en antiseptische eigenschap
pen. Foster’s Zalf helpt ook uitstekend bij jeu
kende huidkwalen, eczema, uitslag en huidroos.
Prijs f 1.75 per doos, alom verkrijgbaar.
DRUKKERSWIJSHEID.
LESSEN UIT DE PRAKTIJK.
XXL
Dure vergeetachtigheid.
Dezer dagen kwam ons een brief in handen
van een onzer relaties, waarbij ons een eigen
aardigheid van het briefhoofd in het oog viel.
Het vermeldde n.l. wel naam en woonplaats van
onze relatie, niet echter z’n branche.
Het was of de man zich schaamde voor
z’n vak.
Een dergelijk briefhoofd is geen reclame voor
den gebruiker.hetgeen natuurlijk de schuld van
den man zelf is, hij heeft z’n drukker een copie
gegeven waarop geen branche vermeld was.
Dit is dure vergeetachtigheid, want men ver
zuimt op deze wijze gebruik te maken van de
meest goedkoope manier om reclame voor z’n
I zaak te maken, door middel n.l. van het druk
werk.
Denkt er om dat gij niet zoo vergeetachtig
zijt. Beter nog, bestelt uw drukwerk bij o n s.
W ij waken tegen dergelijke vergeetachtigheid.
BRANDENBUROH, BOSCHMA Co.
Boek- en Steendrukkers
Openbare Leeszaal en Bibliotheek te Sneek.
Het aantal bezoekers in de Leeszaal bedroeg
in April van dit jaar 2572 (vorig jaar 2234). Het
aantal uitleeningen 3340 (vorig jaar 2923), waar
van 877 aan de correspondentschappen. De boe
kerij werd aangevuld met 96 werken, waarvan
39 geschenken. Wij noemen van de aanwinsten:
Wurzbach, Kunstlexikon. 3 dln.
Seegers, Hondenrassen. 2 dln.
Kuyper, Gedenkboek.
Nieuw ter lezing werden gelegd de volgende
tijd: ch rif ten:
R.K. Bouwvakarbeider.
Ned. Zendingsblad.
Schil ttevaêr.
Schaakspeler..
Drieledige indeeling van het sociale organisme.
Friesche Middenstander.
Revue de France.
Postkantoor Sneek.
Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten,
van welke de afzenders onbekend zijn, terug ont
vangen in de le helft der maand Mei 1921.
Binnenland. Brieven. Y. Doornveld,
predikant, IJselmonde; H. v. Gorkum, Hilversum;
Inspecteur der arbeidswet, Groningen; Pieter de
Jong, Woudsend; Uitgevers-Mij. Neerlandia,
Utrecht; B. Tidens, Amsterdam; S. vd. Werf,
Oudega (W.); Mej. Akke Westra, Schrans o.d.
Huizum. i
Brief k a a r t. M. A. Raats, Breda.
Brief. Mej. A. Eppinga,
zijn, en waar de „kunst” vair het eierzoeken in onze sloep voeren we naar de overkant der Jane-
het bloed zit en van jongs af aan wordt beoe- sloot.
We stapten aan land; Fokke en Paping droe-
mij, die deze taal verstond;maar als ik mijn gen ieder een pols.
Alleen maar óver ’t land turen, zei Fokke;
zien of ze er af komen (van ’t nest nl.).
En werkelijk zagen we spoedig een vrouwtjes-
kievit vlug wegloopen, daarna met platte vlucht
opvliegen. Na even zoeken, vonden we een nest
met twee aardappelen en één eitje!
Kooikers, mompelde Fokke minachtend;
hij kooide niet.
Terwijl wij verder door het land liepen, schar
relde plotseling ’n wijfjes-eend op; ze schreeuw
de niet.
Die komt van ’t nest, Paping, riep Fokke,
kijk maar eens!
En werkelijk vond Paping 4 mooie lichtblauwe
eieren.
Goed voor pannekoeken, beweerde Fokke.
Overigens was dit terrein „dood”; grietto’s
hadden hier nog geen eieren, wel mooie nesten.
„De koude schrale wind houdt ze tegen’;’, zei
Fokke.
Wel schreeuwden ze, alsof ze eieren hadden,
maar het was nog maar spel.
Een paar uur hadden we door het land ge-
loopen, over sloten gesprongen, waarbij Walter
moest achterblijven, toen Fokke voorstelde weer
naar boord te gaan en op te varen naar het
Oude Hof.
We zeilden Jus, zooais afgesproken was, langs
de Köevorder rakken, passeerden het Koevorder-
huis 'n boerderij uit ca. 1834 verder de
plaats waar de oliemolen gestaan had (als ik mij
niet vergis is een model dezer molen, geheel
zooais ze in bedrijf was, in het Friesch museum
geplaatst) en gingen onder het groote eiland
in het Oude Hof voor anker; we konden met de'
sloep naar de wal roeien, beweerde de kapitein.
Hier kwam ik weer op bekend historisch ter
rein.
Dat eiland immers is het oude kerkhof van het
verzonken dorp Wolpramskerke, dat menigeen
verwart met Uitwellingerga.
Aan dit oude Hof (kerkhof) heeft de water
vlakte ontstaan door groote overstroomingen
---------
"3.® IVANS.
gld. iageval van ovbï- jtA gld. bij verlien van 'IE girt, bij veriis» EA gld. bij verlies van
ujden binnen 80 d. 13" één band, voet of c«g Iv van een daim, vv een wijsvinger.
B u i t e n la n d.
Grand Rapids.
Briefkaart. Minka Bachman, Wien.
STAVOREN, 17 Mei. Met de ansjovisvangst
staat het er slecht voor. Wel garandeert de re-
geering een prijs van 40 cent per K.G., maar de
vangsten blijven gering over de geheele Zuider
zee. In de afgeloopen week brachten gemiddeld
13 booten hier slechts 8500 K.G. aan, L, C.
Goedkoope eieren.
Op de jongste markt te Emmen zijn de laatste
partijen eieren tengevolge van de achteruit
gaande prijzen, verkocht a vijf cent per stuk.
den. Behalve de enkele wandelaars op de
brug en de voerlieden van de groentekarre-
tjes hadden wij geen levend wezen gezien.
Maar nu hoorden wij plotseling stemmen
achter ons.
Wij waren zóódanig achter een paar stui
ken gezeten, dat wij verborgen waren voor
wandelaars, die uit het zich langs den oever
uitstrekkende park naar de rivier kwamen.
Zooais ik zeide, hoorden wij stemmen. Er
kwamen twee menschen tot vlak bij den
oever, waar zij staan bleven op een plaats,
slechts enkele schreden verwijderd van de
ons verbergende struiken.
„Maak U toch niet zoo zenuwachtig,”
zeide een mannenstem. „Uw vriend komt
dezer dagen natuurlijk weer boven water.
Bovendien, al gebeurde dat niet, waarom
zoudt u zich dat zoo bovenmatig aantrek
ken?”
De laatste woorden hadden sarcastisch,
bijna vijandig geklonken.
En nu antwoordde ’n vrouwenstem, zacht
maar duidelijk:
„Het verwondert mij, dat u zich de zaak
niet meer aantrekt: u beweert toch óók, dat
u zijn vriend is.”
Ik liet, van verrassing, mijn hengel bijna
in het water vallen! Door de struiken héén-
glurende, zag ik, dat ik mij niet vergist had:
de vrouw, die gesproken had, was Made
leine Descamps!
Friesch er uit broddelde, sprak hij direct Friesch-
Hollandsch om te gieren soms. De dingen
noemde hij bij de natuurnaam, terwijl hij allerlei
machtswoorden gebruikte, als: krachtdadig,
„foeleindig” (phonetisch overgezet):
Z’n passen waren meters, zoodat je hem in het
veld niet kon bijhouden; in plaats van laarzen
droeg hij groote punt-klompen, met leer opge
spijkerd, dat tot half de dijen reikte.
Paping en ik gingen met de sloep inkoopen
doen in Heeg, Fokke moest koken, en Walter?
die deed 'n dutje. Toen we terugkwamen het
had nog al een tijdje geduurd, omdat Paping,
die geen Frièsch verstond, het heerlijk vond in
deze geïsoleerde environs te ’zijn, al maar pro-
beerende zich verstaanbaar te maken was
het eten gereed. Eenvoudig maar degelijk klaar
gemaakt, smaakte het ons heerlijk.
De zeilen werden weer geheschen, we dreven
het „Var” uit. Op eens riep Walter, die z’n
prismakijker had genomen en naar het Noorden
tuurde:
Kijk, Haakman, daar ligt Sneek, je geboor
teplaats.
Ikzelf had het koepeltje der Martinikerk even
als'de watertoren reeds met het bloote oog ont
dekt. o
Gaan we die kant uit? vroeg Walter.
Daar zijn geen vogels, zei Fokke, die bezig
was het gebruikte vaatwerk te wasschen; het
beste is de Jeltesloot te nemen, dan blijven we
in het veld en komen we aan goede terreinen;
is ’t goed kaptein?
Deze vond het goed, als wij er ons mee kon
den vereenigen. Natuurlijk!
We lieten dus de Wytnerts bakboord liggen en
zeilden de Jeltesloot in; we zeilden door de brug
in de Lemsterstraatweg, verder naar de Nieuwe
weg, die wij in onze jeugd „Koevorder rakken”
noemden.
Daar het langzamerhand zeé uur was gewor
den stelde ik voor om bij het „Lijgterboschje”
op de hoek der Koevorde en Jane (St. Jans) sloot haar naam te danken,
te overnachten.
De kaptein vond dit goed en Fokke vond het i
een gelukkige inval; hij zei dat we den volgen- i
den morgen vroeg het „bütlan” langs de Jane-
sloot konden nemen en daarna langs de Koe- 1
S vorder rakken konden opvaren naar het Hom-
I mertser Oudhof; dat daar ook mooie terreinen
lagen.
Het duurde nog slechts een korten tijd of wij i
gooiden de ankers uit op de genoemde plaats,
waar we geheel beschut lagen voor de wind, die 1
in het boschje bleef hangen. 1
De werkzaamheden voor dezen dag waren af
geloopen; in gezellige kout zaten we bijeen. I
Paping, die nog weinig had gezegd, kwam nu I
ook los; hij vertelde van z’n eierzoeken op de i
k heide, waarbij hij zulke phenomenale bijzonder-
Toen wij aan den oever van de Allier
kwamen, begon ik zelfs iets van het vis-
schers-’-enthousiasme te begrijpen, niet om
dat de vischsport zelf mij bekoorde, maar
omdat mij daardoor de aanleiding gegeven
was om vroeg op te staan èh de rivier bij het
aanbreken van den dag te zien. De mensch
is veranderlijk! Ik begon in te zien, dat ik
door mijn inschikkelijkheid niet alleen an
deren, maar ook aan mijzelven genoegen ge
daan had.
De breede, doch ondiepe en snel-stroo-
mende rivier, tintelde in het vroege morgen
licht. Een gouden glans trilde op haar be
weeglijk oppervlak en, aan de overzijde, lag
het vlakke landschap sappig groen met
donker-groene dotten, waar struiken en
boomen rezen zacht stralend in teere
ochtendtinten. Vlak tegenover ons lag het
kleine gehucht Messe en, links, rezen de lage
heuvels van den Cóte St. Amand.
Natuur-indrukken hebben altijd machtig
op mij ingewerkt, in mijn jonge jaren mis
schien meer nog dan thans. En ik was jong
in de dagen, waarover ik nu schrijf. Hier stil
te zitten, genietend met alle zintuigen van
den jeugdigen dag, scheen mij een zeldzaam
genot; en, moest mij dat geboden worden
ten koste van een hengel in de hand en een
dobber in het water bést, dat had ik er
vóór over!
Monsieur Dujardin hielp mij, het aas aan
den haak te bevestigen, en het duurde niet
lang, of wij zaten, op korten afstand van
elkander, aan den oever, gereed om de on
schuldige vischjes, die hun ontbijt wensch-
Vamhgni
DINSDAGS ea VRIJDAGSAVONDS
Uitgever
Sykxk Telefecs No. 150.
VolaeuB voorwarden ovërë^gekomea met de Nlgamaeuw® fllA bij Inm. Iftft
k«rlffig®-BaalL t® Schle«8»«a rij» onae Abonxté is veraefcsrd tegen ongslukkeu voos lange hnrihdkait.
Westersingel Groningen Franco levering
UIEUÏE STOKER COURANT
annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEM -
Tt gld. bij verlies
*3 van een vinger
muziek van de badkapel hooren, die lang
niet slecht was, en gedroeg mij, in het alge
meen, als een individu, dat te lui was om
veel beweging te nemen en te beweeglijk
om heelemaal te luieren.
Ik dineerde in een restaurant in het Park,
maar volgens afspraak ging ik naar de
I Rue de Nimes terug om te soupeeren. Daar
j werd ik dadelijk aangeklampt door Mon-
sieur. Dujardin, die met geestdrift ingegaan
j was op het denkbeeld van zijn vrouw om
Op de vraag van Madame Dujardin, ofeen hartstochtelijk visscher van mij te ma-
- ook ik van visschen hield, antwoordde ik ken. De goede man was zoo vol geestdrift
dan ook, dat mijn hartstocht voor dit ver- voor dit edele doel, dat ik het niet over mijn
maak maar matig was, waarop zij mij aan hart verkrijgen kon, hem teleur te stellen,
het verstand trachtte te brengen, dat dit een Het gevolg hiervan was, dat ik reeds om
gebrek in mijn opvoeding zijn moest, omdat half-tien in de veeren lag, met het streelende
I er niets boven visschen ging! Toen ik, na bewustzijn een menschlievende daad te ver-
deze ontboezeming, nog niet enthousiast ge- I richten, en den volgenden morgen om half-
noeg keek, kondigde zij mij haar voornemen vier opstond met de minder streelende over-
I aan, haar man te verzoeken, den volgenden tuiging, dat ik ’n ezel was om, voor ’n ander
-J ..:x .u._ x. z>n piejzjer> mjjn halve nachtrust op te^offe-
Moet ik dan óók om vier uur opstaan?” ren.
In deze niet zeer rooskleurige stemming
knikkende. ,,U zult er geen berouw van heb- De frissche morgenlucht, het zacht getjilp
ben, dat verzeker ik u!” 'der zooeven ontwaakte vogels, de gouden
En daarop ging zij aan haar huislijke be-stralen der jonge zon dit alles maakte
zigheden.
Over den eersten dag, dien ik in zijn ge
heel te Vichy doorbracht, valt niets bijzon
ders te vertellen. Ik bezocht de bron-gebou-
wen, waar ik met belangstelling het drukke
T-'-— :._t
Park en langs de Allier, zat, vele pijpjes roo-
kende, op vele bankjes, ging eens naar de
der zooeven ontwaakte vogels, de gouden
spoedig een einde aan mijn ietwat slaperige
humeurigheid. Ik begon het leven ook in den
vroegen morgen, nog niet zoo kwaad te vin
den, en mijn spraakzame metgezel, op wiens
belangstellende vragen naar de kwaliteit van
mijn nachtrust ik eerst niet heel vriendelijk
was ingegaan, sprak niet meer voor een
doovemansoor.
ochtend met mij uit visschen te gaan.
vroeg ik, eenigszins ontsteld. o_ o
„Natuurlijk!” zeide zij, mij vriendelijk toe- verliet ik, met Monsieur Dujardin, het huis.
liVlrPTldP TT TltU 1, t. X
ben, dat verzeker ik u!”