h
Heerenhoeden vanaf f 2.90
Uit onze Raadzaal.
Brandenburgh, Boschma Co
lêleuitstelliaffen
maatwerk voorkomen zijn daardoor
Confectie heeft
een uitstekenden pasvorm
en is prima afgewerkt.
me
teuwe modellen
200
ijn
Nieuwstijdingen.
- annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
Icissl Orgaan Bamonis SmL
SS* Jaargang
Zateriag 88 October 1888
Hes 8
V
e^o.
4^
HEERENehJOHGENSKLEI
IHC-MACAZIJNEN
'r
a
7E gld. bij verlies CA
lv van een daim, vu
het
n gedekte ruit gQQ
Heerenmodeartikelen
»KW*
Petten
Hoeden
gld. ingeval van over
lijden binnen 30 d.
gld. bij verlies van
•en wijsvinger.
i
Ii
ram SHEEEER COURANT
e
I'
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJ DAGHA V ON I )8
Uitgevers
Sxkkk Telefoon No. 450
9 so 63 °n
.t 10 so 38."o
9,3O 42.oo
9jo 48.oo
2.33^.26.00
Abonnementper jaar f 2.50 fr p.
post f 3.60 Buitenland f8.alles
bij vooruitbetaling. Losse Nes. 5 ct.
AdveHentiên 10 et. p. regel. Inge*
eonden Mededeelingon dubbel tarief, bij
Abonnement belangrijks korting
Kleine Adv. kunnen mgeaonden wor
den op don dag der uitgifte, tot 10 uur.
Winterjassen
B Ulsters.
Uil Motorjekkers
'IIJ Regenjassen
Pantalons
wil zich bij de bestrijding van het
van de financieele zijde. Ais
Socialisatie.
De staatscommissie in zake de socialisatie
heeft, zoo meldt de Tel., haar algemeen critisch
onderzoek beëindigd, zonder nochtans tot eenige
concrete conclusie te zijn gekomen. Het ligt in
haar bedoeling, thans bepaalde onderdeelen in
het bijzonder met deskundigen en belangheb
benden te bespreken.
alleen In den LAG EREN PRtfS.
ook daarin, datJJ onmiddellykjiel^ftp*
welke zoo veelvuldig bij hel koppert veilt
Voor Zondag a.s. worden de volgende wed
strijden aangekondigd:
le klas F. V. B.
Black BoysS. V. G.
StênfriesF. C. A.
Bolsward ISneek 11.
Workum IL. S. C. II.
2e klas F. V. B.
Bolsward IISneek III.
3e klas N. V. B.
Leeuwarden II—Friesland II.
Gorredijk I—L. S. C. 1.
Kerknieuws.
Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Heeg J. van de
Pol te Drogeham.
HEERENVEEN, 24 Oct. Hedenmiddag over
leed zeer plotseling de heer H. v. d. Woude,
ontvanger der gemeente Schoterland. Gisteren
was hij nog op het kantoor, hoewel hij zich on
gesteld gevoelde. Met den heer v. d. Woude is
een bekwaam en ijverig ambtenaar heengegaan.
L. C.
De Post-chèque en giro-dienst.
De exploitatie-rekening der post-chèque- en
'giro-dienst over 1921 sluit met een verlies van
f 678.387. Het gezamenlijk tegoed van de reke
ninghouders en van de houders van chèques
op 31 Dec. 1921 bedroeg f 157.500.157.
Ruilverkaveling.
Naar de Tel. verneemt, is het ontwerp tot
wettelijke regeling van de ruilverkaveling reeds
geruimen tijd van den Raad van State bij het
departement van landbouw, nijverheid en han
del terug.
1
VERGADERING van den RAAD der GEMEENTE SNEEK
op DINSDAG 17 OCTOBER, "s avonds 7% uur.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Bij de opening zijn aanwezig 13 leden. Afwezig de heer Blok;
vacature Stockmann.
Aan de orde is:
Punt I. Advies van Burgemeester en Wethouders op
clubs in aanmerking5 met StAnfries, Sneek en het adres van het bestuur der vereeniging „Volksuniver-
F. C. A„ Bolsward. siteit voor Sneek en omstreken", houdende verzoek om
Wedstrijdprogramma 29 Oct. [toekenning van een subsidie voor 1923. (Bijl. 130).
1 Hierbij komt aan de orde:
Nieuwe stemming over 'het amendement van den heer
Breeuwsma, om aan adressant voor 1923 een subsidie toe
te kennen van f500.
De heer Brouwer vraagt het woord ter motiveering van
zijn stem.
De Voorz.: „Er wordt alleen gestemd”.
Voor stemmen de leden Kiezebrink, Brouwer, Breeuwsma,
Sijtema, Zuiderbaan, De Wolf, Bos en Beekhuis; tegen de leden
Dokkum, Lampè, Boeijenga, Kuyt en Potma.
Met 8 tegen 5 st. is dus een subsidie van f 500 aan de Volks
universiteit verleend.
(De heer Blok komt ter vergadering.)
De Kermis.
gld. bij verlies
*3 van een vinger
Volgens voorwaarden overeengekomen met de Heliandsofie Algomseae Verxe> 7000 levens-
ksrleigs»Sank t» Sofiiedam sijn onse Abonné’e versekerd tegen ongelukken voo? *VW lange invaliditeit.
Aan de orde is nu:
Punt II. Verdere behandeling van de gemeentebegrooting
voor 1923. (Bijl. 139a, 139b en 140.)
Verpachting staanplaatsen kermis f4600.*
De meerderheid der 2e Sectie is van oordeel dat de tijd van
volksontwikkeling en beschaving waarin wij leven, roept om
afschaffing der kermis. De kermis is verouderd en dient door
iets beters vervangen. Het initiatief der burgerij dat zich reeds
uit in het organiseeren van andere en betere dingen, verdient
steun, vooral in moreelen zin. Een voorstel kan worden ver
wacht tot afschaffing en derhalve wijziging der betrekkelijke
begrootingsposten.
B. en W. antwoorden: Wij zullen het aangekondigde voorstel
afwachten. De bij eventueele aanneming noodzakelijke wijziging
van de begrooting zal zich niet alleen kunnen beperken tot
post volgno. 13d maar zal ook moeten betreffen volgno. 13c
en volgno. 9. In totaal zal van de begrooting dan moeten worden
geschrapt een bedrag van ongeveer f7500, waarvoor natuurlijk
andere middelen in de plaats gesteld zullen moeten worden
of waartegenover uitgaafposten een evenredige verlaging zullen
moeten ondergaan.
De heer B o e ij e n g a acht het kermisvraagstuk belangrijk
en actueel genoeg om er even bij stil te staan.
Eerst wil hij wijzen op den oorsprong der kermis, dan
op haar ontaarding, om ten slotte aan te toonen dat de
kermis niet meer in onzen tijd past en derhalve niet meer door
de Gemeentelijke Overheid mag worden getolereerd.
Het pro en contra is hier zegt spr. - al meer bepleit
met name in 1910, maar wij hebben thans <(en vrijwel nieuwen
Ook zijn goede-sportdemonstraties, muziekwedstrijden, open
luchtspelen en dergelijke te verkiezen boven wangedrochten
als de kermis.
De burgerij begint zelf de richting te wijzigen.
Dr. Wumkes mocht dan ook terecht vragen in het Prop.blad
van ons Centr. Drankweer-Comité: Wanneer zal deze gruwel
uit onze stad verdwijnen? En tot ons, Gemeenteraad, richt hij
zich met deze woorden: Men moet zich verbazen dat de meer
derheid van ons stadsbestuur nog de kortzichtigheid heeft om
het misbaksel dat kermis heet te bestendigen.
En Ds. Banning profeteerde in de dagen die aan de kermis
voorafgingen dit: Er zal op de kermis wel behoorlijk worden
gedronken. Er zullen in de kermis door moeders wel weer
tranen worden geschreid. Er zullen na de kermis wel weer
jonge mannen walgen van zichzelf. Er zullen in en na de
kermis wel weer gewetens spreken.
Men kent ook het oordeel van den Burgemeester van Pur-
merend die persoonlijk op onderzoek is uitgegaan. Dit oordeel
is vernietigend. e
Nu wordt wel eens beweerd dat vooral de arbeiders eens ’n
verzetje moeten hebben, maar dan onderschrijft Spr. het woord
van Prof. Slotemaker de Bruine: „De verdediging van de ker
mis is eene beleediging voor den arbeidenden stand, dien
men niet mag aanzien als zóó laagstaande in smaak en idealen,
dat hij zulk een genot als het genot van zijn stand en kring zou
bégeeren”.
Ziedaar het oordeel van vooraanstaande mannen van onder
scheidene richting.
Spr. neemt de vrijheid uit hetgeen hij over de kermis heeft
gezegd deze conclusie te trekken: dat de kermis in ons moderne
leven alle bestaansrecht heeft verloren. Zij berokkent eeh on
berekenbaar moreel en stoffelijk nadeel. Een moreel nadeel om
dat de kermis doorgaans eene speculatie is op het zinnelijke
in den mensch en een stoffelijk nadeel omdat zij leidt tot grove
verkwisting.
Spr. dient het volgende voorstel in:
De Gemeenteraad,
van oordeel, dat de kermis in ons moderne leven haar be
staansrecht heeft verloren,
besluit haar niet meet> te sanctioneeren, maar af te schaffen
en desgewenscht steun te bieden, vooral in moreelen zin, aan
het initiatief der burgerij, dat zich uit in het organiseeren van
betere dingen.
en gaat in verband daarmee over tot wijziging van de be
trekkelijke volgnummers der begrooting.
Mevr. Beekhuis zegt dat dit voorstel haar voor een moeilijk
probleem stelt. De bezwaren tegen het kermisvermaak hier
uiteengezet, "deelt spr. geheel en al. Allicht dat de meesten
der hier aanwezigen dit vermaak niet meer waardeeren. Het
grootste bezwaar, dat spr. heeft tegen het kermisvermaak,
en waaruit h. i. de meeste ellende voortvloeit is het over
vloedig alcoholgebruik, wat immer noodlottige’ gevolgen heeft
en ook moreele ellende veroorzaakt. Het betoog van den heer
Boeijenga grondde zich dan ook hoofdzakelijk op dat alcohol
gebruik. Spr. heeft vaker getracht den raad te bewegen op
dergelijke uiterst gevaarlijke dagen de tapkast te doen sluiten,
maar de meerderheid heeft dat niet gewild. Misschien dat we
nu een jaar een proef kunnen nemen met een kermis zonder
drank. We moeten toch ook rekening houden met de waardee-
ring der kermis door de groote massa in alle kringen. Spr. is
niet overtuigd dat ook in zulke dagen niet op waardiger wijze
dan tot heden feest gevierd kan worden, als men een tapverbod
instelt; daarbij komt dat als men de kermis nuchter viert ook
de smaak zich meer zal ontwikkelen, hetgeen ook op de wijze
van het amusement zijn invloed zal oefenen. Neem, zegt spr.,
nog eenmaal de proef met de .kermis, maar met een drankvrije.
Blijft bij een alcoholverbod de kermis wat zij is, dan zal spr.
zich radicaal tegen de kermis verklaren, waarvan zij ook alles
behalve een voorstandster is. Spr. stelt voor voor de kermis van
1923 een tapverbod uit te vaardigen.
Dit voorstel luidt aldus:
„De Raad besluit voor de kermis van 1923 een algeheel ver
bod van alcoholverkoop in te voeren”.
De Voorz. constateert dat de afschaffing van de kermis
een aanmerkelijken invloed zal hebben op de gemeente-inkom-
sten; deze posten moeten dan gewijzigd. Overigens: in 1910
zijn over deze zaak al groote discussies gevoerd, en ook het
drankverbod is al vaker besproken; het voor en tegen is dus
wel bekend.
De heer Boeijenga acht de alcohol zeer verderfelijk in
de samenleving en de kermis wordt misschien slechter met
alcoholgebruik dan zij het is zonder. Maar de kermis zelf is
het waartegen spr. optreedt; er wordt gevloekt, er wordt ge
zondigd tegen de zeden. Ook zonder de alcohol zal dat geschie
den. Het spijt spr. dat de soc.-dem. dit probleem niet recht
aandurven. Zij strijden immer voor volksontwikkeling en, vraagt
spr., drukt juist de kermis die volksontwikkeling niet, is de
kermis niet in flagranten strijd met de cultuurbeweging
van thans; als de soc.-dem. de consequenties van hun streven
aandurfden dan zouden zij zeggen: wij willen dit niet meer,
wij willen de sport bevorderen en veredelen, maar dit kermis
vermaak verwerpen wij. Spr. hoopt dat de s. d. alsnog steun
aan spr.’s voorstel zullen verleenen.
De heer Breeuwsma zegt dat in ’19 deze zaak ook nog
in den raad is geweest; het voor en tegen is dus nog niet
lang geleden besproken. Kort en bondig ineenen wij dit: „wij
zullen zoodra ons blijkt dat voor de kermis een volksfeest in
de plaats kan worden gesteld waaraan de geheele burgerij kan
deelnemen en dat voldoende ontspanning geeft, de eersten zijn
met voorstellen tot afschaffing van de kermis te komen. Spr.
gelooft dat inderdaad op de kermis jammer genoeg veel gebruik
van drank gemaakt wordt en dat heeft zeker niet onze bewon
dering. Als men een drankvrije kermis zou kunnen krijgen zou
men over de kermis zelf beter een oordeel kunnen vellen. Onze
strijd gaat tegen de uitwassen der kermis, aan deze zelf hoeft
men geen aanstoot te nemen. Als nuchtere menschen de kermis
vieren, dan komt dat vermaak ook in het teeken van den smaak
van die menschen te staan; dat vergete men niet. Wij durven
de consequenties wel aan, maar weten <dat door de meerderheid
der burgerij de kermis nog gewaardeerd wordt, niet echter
om het drankgebruik. Dat de kermis op sterven ligt, die bewe
ring kan spr. niet onderschrijven; hij ziet juist de laatste jaren
eerder een toename van bloei. Wij durven de afschaffing der
kermis niet aan zoolang er niet tegenover staat een andere
ontspanning, welke soortgelijke waardeering vindt. Wel wordt
er gesproken van concoursen, wedstrijden, de winkelweek enz.,
maar spr. betwijfelt of dat alles een equivalent oplevert voor
wat de burgerij van de kermis vraagt. Het is niet gemakkelijk
om de burgerij met iets anders te bevredigen. Spr. geeft ernstig
in overweging het voorstel-Beekhuis aan te nemen.
De heer Dokkum gelooft dat mevr. Beekhuis en de heer
Breeuwsma een niet gemakkelijke taak hebben de kermis te
verdedigen en dat zij zich alleen redden door onjuiste voor
stellingen te geven; zoo zeggen zij dat het drankmisbruik de
kermis doet ontaarden, terwijl spr. juist beweert da? de kermis
het drankmisbruik in de hand werkt. Spr. wijst op tooneel en
bioscoop, inrichtingen die op zich zelf reeds een verkeerden
invloed op de maatschappij hebben, die er echter tijdens de
kermis nog een extra schepje op doen (kermisstukken). Juist
de kermis werkt demoraliseerend. De menschen die - er aan
deelnemen zijn niet slechter dan andere, maar de kermis werkt
verkeerd op hen. Als de kermis aan de kant komt en de men
schen, blijken behoefte te hebben aan iets anders, komt dat er
wel.Een reisje maken, en ook concoursen enz. zijn meer van
dezen tijd. Er gaat van d kermis geen enkele invloed ten goede
op het volk uit, daarentegen wel zeer slechte.
Mevr. Beekh.uis erkent dat zij een moeilijke taak heeft
over de kermis te spreken, maar verdedigen doet zij de kermis
niet, integendeel zij deelt de bezwaren er tegen. Spr. weet
echter niet waarom men het nog niet eens met een drankvrije
kermis zou kunnen probeeren. Ook andere feesten bieden wel
eens een demoraliseerend beeld, dat is niet inhaerent aan de
kermis. Spi. zou het nog een keer willen probeeren met een
drankvrije kermis.
De heer B o e ij e n g a zegt dat de politieagenten hem hebben
verklaard dat men een afneming kan zien van de belang
stelling in de kermis, ze is niet meer dat van voor 20 jaar. De
menschen zoeken een andere richting. Spr. gelooft overigens
dat de soc.-dem. het moeilijke hunner positie ook wel voelen;
men moet den moed hebben z’n eigen menschen ook de waar
heid eens te zeggen. Wil men iets anders in de plaats van de
kermis, we hebben gelegenheid gehad bij de winkelweek te
zien hoe uitnemend zoo iets tot stand kan worden gebracht. Wij,
zegt spr., zijn principieel tegen de kermis, ook een drankvrije.
Deze kermis is dus slechts jeen feest voor een deel der be
volking, niet voor de geheele. Ook de leiders der S. D. A. P
spreken alle tegen de kermis, bv. win. de heer Spiekman; de
heer K. ter Laan wilde dat onzedelijke vermaak' door iets beters
vervangen: ds. Banning zou blij zijn als de kermis werd afge
schaft. In hoogere kringen der S. D. A. P. wordt voor die af
schaffmg dus wel gevoeld.
De heer Brouwer heeft met genoegen naar mevr. Beek
huis geluisterd, die de kermis heeft afgekamd, evenals de heer
Breeuwsma in mindere mate. Maar spr. begrijpt niet dat als
men de kermis diep afkeurt, en men het peil van de volks
beschaving wil verhoogen, niet tevens zegt: dat monster moet
weg. Als men het volk zich als een zwijn wil zien wentelen
in het slijk moet men voor de kermis stemmen, maar als men
werkelijk streeft naar verhooging van het volkspeil dan stemme
men er tegen. Als gij, zegt spr. tot de soc.-dem., niet meegaat
met het voorstel-Boeijenga, wat zal dan straks uw leider,
die intellectueel boven u staat, wel zeggen?
De heer B r e e u w s m a:' „Wie is dat.”
De heer Brouwer: „Ds. Banning.” Spr. betrapt de leden
,ei 1 A. I hier op een gruwelijke inconsekwentie. Wat
de rede van den heer Boeijenga aangaat, die duurde wel wat
lang, -maar ze was degelijk geargumenteerd, en spr. heeft ze
met genoegen gehoord.
De heer Zuiderbaan r
voorstel-Boeijenga niet bedienen
Raad, andere toestanden en een kentering in de meehingen,
ook in dien zin: dat het oordeel over de kermis niet meer
zoo mild is als voorheen. De tijd voor afschaffing is rijp!
De kermis was oorspronkelijk een kind van goeden huize,
een dochter der kerk zelve. Haar oorsprong ligt in de Middel
eeuwen en haar naam ontleent ze aan de kerk mis of groote
mis, die men jaarlijks hield tot viering van de stichtings- of
wijdingsdag der kerk. Deze kerkwijding ging dan vergezeld
van een jaarmarkt, waar men allerlei dingen kon koopen, die
ten plattelande en in kleinere steden niet te krijgen waren. De
markt werd dan besloten.met dans- en drinkfeesten die ten
slotte voor de massa d e groote attractie werden. En dat werd
de kermis.
Andere historieschrijvers zoeken de kermis nog verder en be
schouwen haar als het overblijfsel van een Heidensch Goden
feest en wel van een Romeinsch offerfeest ter eere van het
zgn „Octobei paard”.
Hoe dit zij, vast staat dat de kermis al zeer vroegtijdig ging
ontaarden.
Veelzeggend is bv. reeds, wat een middeleeuwse!] geschied
schrijver zegt: „dat Scepenen ende Schout de wacht houden
bij de kermissen om te hoeden voor vechtinghe”.
Ook de kerkelijke overheid trad herhaaldelijk op.
Trots de actie van Overheid en Kerk hield de kermis stand.
Dit wordt verklaard uit de noodzakelijke behoefte van dien
tijd om inkoopen op de jaarmarkt te doen.
Voldoende is deze verklaring niet.
Ook in lateren tijd, toen het verkeer al begon toe te nemen,
had de kermis nog een betrekkelijke bloei. De dolle pretmakerij
en de wonderlijke dingen die men vertoonde trokken met name
de eenvoudige, onontwikkelde bevolking en eigenlijk hebben de
toenemende volksontwikkeling en beschaving van den lateren
tijd en de drang naar betere dingen, de kermis in beginsel den
genadeslag toegebracht.
Van Sneek vindt Spr. opgeteekend, dat onze stad in 1840
een groote voorjaars- en najaarskermis had, later alleen een
drieweeksche najaarskermis, die in den loop dier tijden werd
^ingekrompen tot twee weken, één week, 5 dagen
Ze ligt sinds lang op sterven.
En nu zitten wij'als Gemeenteraad hier trouw op wacht, om
het oude monster in het leven te behouden.
Zullen we het nu niet eens kloekweg ter poorte uitwerpen?
Spr. vraagt aan den voorzitter en zijn medeleden: hebben wij
in onzen tijd nog behoefte' aan Prof. Mullens dochter
hoofd van Jut de Cake Walk en andere fraaiigheden?
Valt ’t niet op en is het niet een verblijdend teeken, dat ’t
zich ontwikkelend volk, ook onder' de arbeiders, de kermis
gaat mijden?
Ligt dan voor ons in de seniele aftakeling die de kermis on
dergaat niet eene vingerwijzing?
Is de tijd voor afschaffing niet méér dan rijp?
Of wij. antirev. dan tegen gepast vermaak zijn?
Volstrekt niet!
Wie Vader Cats kent en het vreugdevieren onzer vaderen
in de historiën na zag, weet dat men ook op andere wijze kon
feestvieren. Trouwens Calvijn sprak het openlijk uit, dat men
terwille van de groote massa niet te schriel moest zijn in het
toemeten van publieke vreugde.
Spr. voor zich persoonlijk hecht veel aan nationale vierdagen,
die ons jammerlijk heden weer kunnen bezielen door de glorie
van het verleden. Maar ook buiten dat het initiatief der bur
gerij uit zich tegenwoordig in het organiseeren van betere din
gen dan de kermis.
Maak de zeilwedstrijden vrij van de kermis en we kunnen
er allen heen gaan.
Bewees niet onze eigen Winkelweek dat het mogelijk is aller
sympathie op één doel te richten?
Kü ’«ril»» van
Ivu één hand, voat of oog
Voetbal.
De uitslag van de Zondag jl. gehouden voor-
wedstrijd om den zilveren voetbalbeker te Leen-
warden en Drachten is als volgt:
No. 1 Friso Leeuwarden.
No. 2 „R. O. D. A.”, Leeuwarden.
No. 1 D. V. V., Drachten.
No. 2 Frisia III, Leeuwarden.
Voor de beslissingswedstrijden komen deze
j siteit voor Sneek en omstreken"houdende verzoek om
0
0
tl
n
Model 436.
Zware en half'
zware Stoffen
zeer mooie zachte
meuren 33?°
Motet 435. f
Mooie flausch-^jj
stoffen, diverse
kleuren 28?°
Model 437
Zwato wollen Stoffen- r
moderne klem en. met H