De Wilde Boerin MissBlanche liet stedelijk leven binnen Sneek in de 17e en 18e eeuw. 4 Ollidiil Orgim dir haiiBti Snik NIEUWSTUDIN6EN. 0- annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL I ZATERDAG I HOVEMBER 1924 41e JAARGARG Eerste Bied r FZUILLETOK. 2 o 5 DDTSD JLGI u VRIJDA.&8A VOED3 Uitgaven Brandenburgh Co., Sxkbk Talefooa Nc. 150. 5 n Ho. 10 Velgmu voonraardaa ONreangekomao met de HalhMtech» Alganaaaa Varaa- 1AAA Fld* blJ 1,’en*- Iftft kar!sï®a»S®ak ta Sohlarian bMb on«« Abonnt’s venekerd tegen ongelnkken veei *vvu lange invaliditeit. «VU i VIII. I I G. H. 5.) VI. 'H Wordt vervolgd. <4 D „Een „Een „Een „Een gld. ingeval van evei- Ulden Mnnan 80 d. door T. E. HOLTROP. -o- Abonnementper jaar f 2.50 fr. p post f 3.60. Advertentiën9 ct.’ p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT C n n C r NIEUWE SNEEZER COURANT I Voortaan is de twist tusschen Lammers en-zijn buur vrouw een gebeurtenis geworden in het dorpsleven, waar over door ieder wordt gesproken en waaruit nieuwe twis ten ontstaan. Bij tweeën en drieën komen de dorpsmen- schen door de steeg langs het huis en verzamelen zich in groepjes bij den draai om naar het vernielde hek te zien, dat Lammers kalm en onverschillig, laat liggen zooals het ligt. Hij mengt zich niet onder de nieuwsgierigen en spreekt liefst niet over de zaak. Hij maakt er zich af. Hij staat in zijn recht en heeft al den tijd, zal dus ook geen klacht in brengen wegens vernieling. Deze rustige wijze van doen brengt de menschen aan ’t weifelen, die eerst meenden, dat hij wel ongelijk zou hebben tégenover de gulle, oprechte vrouw Broersma. Zij daarentegen schijnt opzettelijk iedereen van zich te willen vervreemden. Lammers laat het hooge staketsel nog eenmaal optim meren, en de wilde boerin brengt weer een slapelooze nacht door om het neer te slaan. Rustig aan haar dagelijksch werk blijven, kan zij niet meer. Wanneer zij een poos bezig is, schijnt het, alsof zij Vrouw Broersma is wèl overtuigd, dat zij van Lammers niet zoo gemakkelijk zal afkomen als van den bangen knecht. Vanzelf, hij weet even goed als zij, dat het pad vrij is, maar hij weet ook, dat er op papier geen overeen komst bestaat, omdat Broersma, een man van goed ver trouwen, er nooit op aangedrongen heeft, terwijl hij zelf, mogelijk met opzet, het'-oprnaken van een overeenkomst steeds heeft laten sloffen. Toch laat hij in de eerstvolgende dagen zijn buurvrouw met rust. Maar hij denkt steeds aan haar, en zij gevoelt dat zijn geest steeds om en bij haar is. Hij weet, dat hij haar het venijnigst plaagt door haar in onzekerheid te laten. Eerst is zij sterk door moed en strijdlust, vertrou wend op de kracht der waarheid, doch haar vuur verteert zichzelf, nu hij het geen voedsel geeft. Het voortdurend peinzen over daden, waarvoor zij in de leege ruimte, die Lammers om haar laat, geen aanknoopingspunten kan vin den, mat haar af. Wantrouwen en vrees voor verborgen aanslagen putten haar uit. De behoefte, zich te verzetten tegen iets, dat toch niet komt, laat haar geen oogenblik met rust. Maar onder haar bange gevoelens groeit onuit roeibaar vast het besluit om, hoe ook bestreden, nooit haar recht te laten glippen. Eindelijk dunkt het Lammers tijd voor een nieuwen aan val. Hij stuurt den ouden veldwachter, dien hij als wethou der ook voor persoonlijke boodschappen gebruikt, naar vrouw Broersma met een herhaalde aanmaning en ter gende bedreigingen. De boerin, achterdochtig, ziet dade lijk den toeleg, haar tot nieuwe gewelddaden tegen de politie te verleiden. Daarom wiPze nu niet driftig zijn als tegen den knecht. Kalm legt zij het papier terzijde en ont haalt den ouden man vriendelijk, met veel moeite hem uitleggend, waarom hij zonder geld moet terugkeeren. Hij knikt en geeft haar gelijk, als iemand, die graag iedereen te vriend wil houden. Omdat hst een sigaret is, die aan alle eischen voldoet, zegt de Rooker Geef MIJ maar Den volgenden morgen komen de kinderen van vrouw Broersma, die in het dorp naar school zouden gaan, schreiend terug. Ze vonden het pad afgesloten. Op den dam voor het land van Lammers was in den nacht een hoog hek getimmerd, met puntige spijkers bezet en uitsteeksels aan weerszijden over de sloot. De boerin zegt of vraagt niets. Zij wist tevoren wel, dat Lammers haar den toegang tot het dorp zou versperren. Zij ziet niet alleen zijn vijandelijke daden, maar kent ook bij ingeving zijn booze overleggingen. Zij ondergaat, vóór hij iets doet, zijn gedachten, en gevoelt zich verlicht als deze zich uiten. Dan kan ook zij iets doen. Met woeste bewegingen stuift de wilde boerin het land door. Woedend rukt en scheurt zij aan de afsluiting tot het bloed haar langs de vingers druipt. Maar het getimmerte is haar te sterk. Beschaamd, vernederd sluipt ze terug, als ze Lammers bemerkt, die rustig stilstaat bij zijn juist ge- leegden kruiwagen boven op den mesthoop, en naar haar kijkt, niets doet dan naar haar kijken. Laat in den avond echter, als zij nog geen rust kan vin den, trekt zij er uit met een groote bijl en houwt met for- sche slagen de latten los van de palen, zoodat splinters en stukken hout in ’t rond spatten. Maar dit nachtelijk ver- nielingsfeest maakt haar zoo opgewonden, dat zij niet kan slapen en den volgenden ochtend ziek fs. met zweepslagen wordt voortgedreven. Haar bewegingen zijn onbestuurd, haar handen grijpend schokkend en on zeker, haar oogen zien wild. Zij denkt nog slechts aan het ongelijk, dat haar wordt aangedaan, zij kan over niets anders meer spreken, leder die op de boerderij komt moet telkens weer het verhaal hooren van Lammers en zijn lage streken. Meer dan eenmaal per dag komt ze gejaagd naar het dorp, om overal, waar zij slechts menschen vindt die willen luisteren, haar hart uit te storten, ieder bijna met geweld een oordeel afpersende over haar zaak. Zij meent, dat iedereen er zich mee bezighoudt. Haar bekenden schrikken, als ze haar zjen aankomen, en velen worden lomp om haar kwijt te raken. Dat maakt haar kwaadaar dig en achter haar rug wordt ze uitgelachen. Voor de dor pelingen is zij nu steeds „de wilde boerin”. Ernstige men schen vreezen voor haar verstand, zóó woest zijn haar ge baren, zóó overdreven en verward haar woorden. Als ze in de buurt geen gelegenheid gevonden heeft, zich uit te spreken, loopt ze mompelend, met gebalde vuisten de straat langs. Reeds werd zij eens door een troep zingende, jouwende jongens gevolgd,, die ze, als een dronken man, op een afstand moest houden door zich telkens dreigend om te keeren, tot de politie hen bij de steeg tegenhield. Soms na een nacht van diepen, droomloozen slaap wordt ze rustiger. Maar wanneer zij zich eenige dagen bedaard heeft gehouden en in huis is gebleven, laat Lammers het afsluithek wat bijtimmeren, of staat er een bordje met „ver boden toegang” op, en dan verliest zij dadelijk weer alle zelfbedwang. Bij klaarlichten dag rukt ze nu de latten van het hek, zichzelf wijsmakend, dat Lammers haar niet aan klaagt, omdat hij bang voor haar is. Het bordje brengt ze op een avond bij hem voor de huisdeur, sluipend door het land, hijgend van heftige hartkloppingen. Eerst geniet ze met trots van die daad, maar dan wordt ze beangst, alsof ze iets vreeselijks en strafbaars heeft gedaan. Zij waagt het nimmer haar buurman aan te spreken, en bij haar tochten naar het dorp loopt ze dravend zijn ven sters voorbij. Wanneer ze hem toevallig ontmoet, wendt zij het hoofd af, terwijl hij groet, alsof er niets gebeurd was. en octrooi vanwege Frieslands Staten was verkregen, en waarnaar ieder beurtman „in de groote vaart” moest luis teren. Laat ik dus mijn „verhandeling betreffende de Sneeker schipperij” besluiten met U iets te vertellen van deze ouderwetsche vakorganisatie, natuurlijk niet over de alge- meene gildetoestanden, doch omtrent enkele details van dit half publiek- en half privaatrechtelijke lichaam. In de 17e eeuw opgericht, was de vereeniging door toe name der vrachtvaart, handel en industrie binnen Sneek allengs gegroeid tot een aanzienlijke corporatie, aan wier hoofd een „ouderman”, geassisteerd door „commissaris sen, officiers of achterluiden” stond. Hun reglement van gilderegelen bedoelde de behartiging der gemeenschappe lijke belangen van de leden beurtlieden, maar ook om door tal van verbodsbepalingen de eer van het schippers vak hoog te houden. Want schipper te zijn, vooral beurt man of buitenschipper, was destijds het bekleeden van een vertrouwenspost van geen geringe beteekenis. Om lid van het Gilde te worden, moest men zijn burger der stad Sneek, en voor entree-geld betalen 15 car. gl., terwijl een gildebroederszoon met de helft daarvan vol staan kon. Èn men moest persé gildebroeder zijn, om in Sneek eenige goederen in te laden tot vervoer over zee. De jaarlijksche contributie bedroeg een daalder, f 1.50. Een zelfde bedrag was een gildebroeder ook verschuldigd, als hij zijn schip verkocht of verruilde voor een ander. Die zijn reis niet naar behooren volbracht, zou de schade boeten, benevens zes gl. aan de gildekas. Voorts rustten op hen de verplichtingen van goed toezicht op de inge laden goederen te houden, geen goederen te verduisteren, geen vracht in te nemen, voordat eventueele boeten betaald waren, geen vracht of gedeelten daarvan op eigen gezag te verkoopen of vervreemden, „omme daar mede victualie en andere dingen op de reise noodsakelijk synde te kopen”, tenzij uit nood, bij storm en ongeval op zee. Ook mocht de schipper, die nog vracht inhad, geen nieuwe lading daar bij nemen, evenmin als hij zijn schip zwaarder be vrachten mocht, dan het laden kon. Tegen onderkruiperij in de bevrachting zou streng gewaakt worden. Van bui tenlieden en makelaars van buiten de stad Sneek mocht de gewone beurtman eerst in de tweede plaats vracht aannemen, uitgezonderd vee: koeien, paarden, schapen en varkens. De bevrachter moest vrij gelaten worden in de keuze van het schip voor zijn lading, met uitzondering van twee schepen, die het eerst aan de beurt waren om naar Amsterdam te varen. Geen vreemde schipper mocht te Sneek met een schip boven de 4 lasten groot, een lading innemen, tenzij de gildebroeders aldaar de vracht niet wilden vervoeren. En dan nog was consent van het gilde- bestuur noodig plus consentgeld van 10 st. per vracht voor het vervoer. De schipper zou halve vracht genieten, als de bevrachter de goederen weer liet ontladen. Stierf een broeder van het gilde of diens vrouw, dan zou bij de begrafenis het gildelaken over de lijkkist mogen gelegd worden en werden de gildebroeders „gekleed” met de „gildepenning” verzocht om de(n) afgestorvene de laatste eer te bewijzen en het lijk te dragen. Alle jaren, op Koppermaandag, werd er een gildemaaltijd gehouden „in alle eerbaerheit en vrientschap, dien dag Christelijk en vrolijk overbrengende, elk betalende de maeltijd voor hem selven, sender eenige moijte aen te rechten: wordende bij desen de gildebroederen wel expresselijk verboden mal- kanderen in ’t water te setten ofte met krijt ofte met vuijl- ligheit te bemoeien oft bestrijeken, met snoer spel, pijpen ende trommelen ofte andersins met geweer buitens huis op straat om te loopen.” Ook toen duchtte men van een dronken schipper niet veel goeds! IE gld. bij varllu vu nu vingvi |EA gld. bij varliai vu EA gld. bij vviIIm vu •«JU vaat hr «v wn nu duin», vv un wijsvinger. Gevonden voorwerpen. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als ge vonden aangegeven op 30 Oct: stuk zeil, L. R. Veen, Grootzand; groene kindermuts, A. v. d. Horst, Rozenstraat 15; roodbont poesje, van Terwisga, Looxmagracht 9. Krite Snits. Forline wike halde de Krite Snits syn jier- gearkomste yn Café Hanenburg. Ut it jierforslach die it bliken dat de krite I him yn it foarige jier fiks ward hie. It Krite- toaniel jowch in pear goeije ütfieringen. It forslach fen ’e Skathalder moast mei in fiks tokoart slute, mar dat kin ditsen wirde troch de opbringst fen ’e forlotting dy’t bést roun is. De hear A. Postma waerd op nij keazen as bistjiirslid en yn it plak fen ’e hear E. Wouda le hear S. Terpstra. For takomme winter steane twa greate jounen >p it program en as it kin yette in pear Onder linge jounen. bergen, lang en wijd zijn respectievelijk 51 en 15 voet, en van goede gemakken voorzien. De bedieners van dit veer moesten Sneeker burgers of dito burgerszonen zijn. Zij waren verplicht, het geheele jaar door te varen bij open water, hetzij dat er vracht was, dan niet, uitgezonderd een paar maanden na St. Nicolaas, wanneer een koopman eerst voor 22 gl. aan vrachtloon moest kunnen aanbieden. Men vertrok de eene Maandag van Sneek en den daar- opvolgenden Maandag van Zwolle terug, ’s morgens om 9 uur, „of als ’t vier uur (’s morgens) trekschip van Leeu warden tot Sneek aangekomen is. Ook deze schepen wer den jaarlijks eens gevisiteerd op de gebruikelijke wijze. Was er een extra-vracht te halen van of te bezorgen op Zwolle, dan moest de schipper zorgen, dat er in ieder geval op het bepaalde tijdstip van vertrek een ander goed schip daartoe gereed lag. Ze moesten zooveel mo gelijk \in persoon de belangen van het veer behartigen en bij ontstentenis zorgen voor een paar knechts. Wanneer aan de beurtlieden, wie dan ook, geld of goe deren ter verzending en bestelling werden opgedragen en toevertrouwd, werden dezen voor de schade aansprakelijk gesteld, als een en ander zoek raakte of niet aan het goede adres werd bezorgd. Geen concurrentie mocht zich voordoen in den vorm van een koóplieden-combinatie, die gezamenlijk voor het transport hunner goederen naar Zwolle een schuit afhuurden, doch wel mocht een koop man individueel zijn eigen „koopmansschap” vrij en on gehinderd daarheen voeren. Onderweg mocht door de veerlieden niet aangelegd worden. En niemand mocht aan de Zwolsche steiger ankeren of meeren, buiten den beurt man in dit veer, die ook te zorgen had voor het onderhoud er van. Uit de tarieven ontleen ik slechts de vracht van enkele artikelen: „Een Mensch 10 st. Een Brieff 2 st. Een Peerd 2 car. gl. 10 st. Duysent Lynkoecken 1 car. gl. 10 st. Hondert deventer koeken 4 st.” Naar advenant waren de andere handelsgoederen: vee, zuivelproducten 'en landbouwvoortbrengseien, belast. Een drukke wisselhandel in zuivel en visch tusschen Sneek en Enkhuizen met de andere Westfriesche steden .maakte in 1741 ook een apart veer tusschen die beide steden nootzakelijk met schepen van 145 a 146 voet lang en 11 a 12 voet wijd. De hiervoor op het Zwolsche veer beschreven bepalingen golden ook voor het meerendeel voor het traject SneekEnkhuizen, met uitzondering, dat dit laatste meer bereisd moest worden, nl. Dinsdagsmid dags 3 uur vanaf Sneek en Vrijdagsmorgens 9 uur vanaf Enkhuizen. Onder de getransporteerde goederen worden ook genoemd: t kriarser Thee 6 st. Baal Coffi bonen 8 st. Tonne Pekelharing 6 st. Korff Bockens 2 st. Verder waren het vnl. zuivelproducten, allerhande soort vee, meubelen en landbouwvoortbrengseien, die deel uit maakten v:m de vracht. Ten slotte was het buitenveer van Sneek op Slijkenburg, Oldemarkt en Blokzijl het laatste in de rij der beurtdien- sten, die vanaf de Friesche stad vóór het midden der 18e eeuw geopend werden. Dit veer werd bij wijze van uit zondering verpacht aan eer. niet-Sneeker, nl. aan „Theu- nis Foppis op de Oldemerkt”. Dinsdags, des namiddags 2 uur, werd van Sneek afgevaren, en den daaropvolgenden Maandag om 6 uur ’s zomers en om 8 uur ’s winters vertrok men uit Oldemarkt. Bovendien moest de schipper eens in de veertien dagen een reis doen van Sneek naar Blokzijl. Overigens golden voor hem ook de bekende arti kelen; Onder deze was er een van zeer algemeene strek king, waarop ik nog eenig licht moet doen vallen. Dat is het punt, betrekking hebbende op de aansluiting bij het Grootveerschippersgilde en de onderwerping aan haar reglement, waarop approbatie van den Sneeker Magistraat Omtrent andere beurtveeren op Sneek kan ik korter zijn. Het oudste op Groningen werd in 1686 gereglementeerd. Overdracht van dit veer mocht ook alleen geschieden na approbatie van den Sneeker Magistraat en tegen betaling van den bekenden som van f 728te verdeelen als in een vorig opstel werd aangegeven. Eenmaal per week in gewone tijden had de afvaart plaats, van Sneek des Dins dags om 12 uur. Mededinging in het veer werd beboet met 6 car. gl. Behalve het genoemde entreegeld moest nog een pachtsom betaald worden, berekend over 3 jaar telkens, ten bedrage van f 150.en te storten in het „Stads Comptoir”, het tegenwoordige ontvangkantoor der gemeentelijke inkomsten. De vrachtprijzen voor sommige handelswaren, goederen en' levende have, bedroeg soms nog meer dan in het veer SneekAmsterdam. Zoo werd van ieder mensch boven de 12 jaar 18 st. vracht gevraagd, daar beneden de helft en van een brief 3 st. Het zeeveer op Rotterdam werd in 1722 door een ordon nantie geïsoleerd van de vrije vaart. Doordat dit traject nog langer was dan de route SneekAmsterdam werd omtrent de schepen voorgeschreven, dat ze zouden zijn „tot genoegen van haar Agtb., tot dienste der negotie, opdat menschen en goederen na behoren sullen konnen worden gelogeert en overgevoert”. Aanvankelijk moesten de schippers als pachters van het veer in persoon den dienst bezorgen, doch reeds spoedig werd hun toegestaan, een schipper in hun dienst te nemen. Deze omstandigheid, ook op andere veerdiensten in gelijken vorm geschapen, verklaart het ontstaan van een soort reederij of vracht goederendienst in één hand, al in het eerste kwartaal der 18e eeuw. Zoo werd de reeds genoemde eigenaar van het veer SneekMakkum in 1722 eveneens gerechtigd, in over eenkomstige kwaliteit tot de provenuen van het Rotter- damsche veer en in 1728 voor de helft tot die van het traject Sneek—Groningen. Er waren naast dezen Sneeker „reeder” nog enkele andere scheepvaartondernemers, die het monopolie-stelsel in het schippersbedrijf reconcilieer- den met het particulier initiatief. Aanvankelijk was dit veer niet druk bevracht en be varen. Alle twee weken, of uiterlijk drie weken eenmaal, moest een schip de reis ondernemen, dat Woensdags- morgens te 9 uur in den morgen van Sneek zou afvbren. Te Rotterdam moest die tijd door den Magistraat aldaar bepaald worden. In de tweede helft der 18e eeuw voer reeds iedere week een schip heen en terug. De weg ging langs de route SneekAmsterdam en vervolgens over Haarlem, Leiden, Den Haag en Delft, naar welke plaatsen ook goederen en menschen mochten worden getranspor teerd, evenals voor Tergouw (thans Gouda) en Dort (Dordrecht), „tertijt ende so lange op geseide plaatsen geen effective Beurtschippers sullen sijn gestelt, waar na sulks sal moeten cesseren en ophouden”. Voor Sneek Haarlem zouden dezelfde tarieven gelden als voor Sneek Amsterdam. De overdracht van dit monopolie kostte anderhalf maal het „incompstgeld” der andere veeren, nl. f 108 12 st. De tarieven kwamen vrijwel overeen met die op de route SneekAmsterdam, ook wat de getransporteerde goederen betrof, natuurlijk in vrachtprijs iets verhoogd wegens den langeren weg. Ik noem hier alleen maar die voor „een mensch, tegen 1 car. gl.” en „hondert gulden versegeld geld” voor 3 st. De schepen op Zwolle moesten minstens 18 last kunnen iutogarage R. A. M. I., de verkoop van toe gangsbewijzen voor de door genoemde afdeeling »de Harmonie gegeven tooneelvertooning niet ^belangrijk zou hebben geleden, waardoor deze uitvoering een tekort zou opgeleverd hebben an f 250. De vermiste Goereesche logger. Zooals men weet, verkeert men nog steeds in 't onzekere omtrent het uitblijven van den loereeschen logger 15, welke hoogstwaarschijn- i,. jjk de vorige week Woensdagnacht op de Noordzee vergaan is. De opvarenden waren C.. Lokker, schipper, oud 42 jaar, en zijn broeder M. Lokker, 33 jaar, Ct. !met zijn zoon. i Naar de Msb. nog mededeelt, was schipper I Sperling, uit Ouddorp, in genoemden nacht nabij ’t Goereesche hoofd, toen hij vermoedelijk den verganen logger in gevaar zag. Daar hij zelf in gevaarlijke positie verkeerde door den hevigen storm, kon hij geen hulp verleenen en verdween de logger plotseling uit het gezicht. Sperling klom boven in den mast maar bespeurde niets meer. Meidield waerd dat de krite oare jier Septim- ber 75 jier bistien hat. As it lukke wol hopet min dat feit op gepaste wize to tieren. U. o. waerd it opfieren fen in iepenloftspil neamd. Kerknieuws. WOUDSEND. De heer A. Steenbeek, candi- daat alhier, heeft het beroep (toez.) naar de Herv. Gem. te Dorkwerd aangenomen en be dankt voor het beroep (toez.) naar Koekange. 1 BAARDERADEEL, 28 Oct. In de gehouden voltallige raadsvergadering is na kennisneming van een circulaire van Ged. Staten, houdende mededeeling, dat de minister van Binnenland- sche Zaken en Landbouw bij nadere overweging een heffing van hoogstens 50 opcenten op de rechten voor de afgifte van jachtakten en wel met den regel van artikel 254 der Gemeentewet in overeenstemming acht, met algemeene stem men besloten, de vei ordening op de heffing van leges zoodanig te wijzigen, dat voor afgifte van een jachtakte 50 pct. van de volgens artikel 15 der Jachtwet verschuldigde rechten aan leges zal worden geheven. Op voorstel van B .en W. is besloten aan de regeering verzoeken te richten, met het oog op de kosten van het lager onderwijs in de ge meente, tot toekenning wan een subsidie volgens artikel 68 en van een tegemoetkoming volgens art. 205 achtste lid der Lageronderwijswet. De begrooting voor 1925 van het burgerlijk rmbestuur is onveranderd goedgekeurd in ont vang en uitgaaf op f 22.879.691/2- Eveneens werd op de aangeboden eindcijfers vastgesteld de be- grooting van het woningbedrijf en het electrisch bedrijf. Bij de behandeling van de gemeente-begroo- ting is een voorstel tot verhooging van het pre sentiegeld van de leden van ’t stembureau aan genomen, en is dit bepaald op f 8. Een van de veldwachters in deze gemeente ingekomen adres, om te willen toekennen een vergoeding voor ’t bezit van het politiediploma, is ingewilligd en bepaald op f30 voor ’t diploma zonder aanteekening en f 50 voor het diploma met aanteekening. Op voorstel van de commissie en van B. en W. is besloten aan de wegwerkers voor het gebruik van eigen rijwiel in dienst der gemeente een jaarlijksche vergoeding toe te kennen van f 20. Een verzoek van dezelfde strekking van den verzamelaar der faecaliën G. Hoekstra te Jor- werd is van de hand gewezen. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. is het uurloon der losse werklieden in dienst der i gemeente bepaald op 35 cents, terwijl bij werk verschaffing 30 cents zal worden betaald. L. Ct. LEEUWARDEN, 28 Oct. De gemeenteraad ieeft afgewezen het verzoek van het bestuur Ier afdeeling Leeuwarden van de Maatschappij tot bevordering der toonkunst om restitutie van belasting op tooneelvertooningen tot een bedrag in f250 op grond van de omstandigheid dat 4 den avond van den 26 Februari 1924 door en op dien avond uitgebroken brand in de

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1924 | | pagina 1