MissBlanche Net stedelijk leven binnen Sneek] in de 17e en 18e eeuw- r v NIEUWSTIJDINGEN. IffidNl Orgui hr liimti link Varaehjnt annex SNEEKER COURANT an WYMBRITSERADEEL fr 41e JAARBAR6 Ro. SI SNEEKER KERK- EN KERKHOFDIENAREN. I DIKIDAGi u VRIJDAGSAVONDS Uitgevan Brandenburgh Co., Eerste Blad WQEMSDAQ IQ DECEMBER 1824 Giro. 5» 4t«rl«gn>*aiMta Salilatfaai «iln «om Abonné’a varaakard tagan angalnkken »ht IX. geen jeremiade aanheffen Naar wij vernemen heeft het hoofdbestuur I Huishoudonderwijs. Wij verwijzen naar een ingezonden stuk van Riepe, IhrsKK Telafwa Na. 150. Sukkelt gij met Uv sigaretten Maak daar een eind aan en aeg terstond Geef MIJ maar gld. bij verllaa £A gld. MJ varUaa aan wan aan daim. vU een vijavingar. z. b., Kloosterdw.str. 7 van Leeuwarden; Klaasje Rosier, dienstbode, IJlsterkade 29 van Hennaar- deradeel; Wikje Ferwerda, dienstbode, J. W. Frisostr. 20 van Hemelumer Oldeph. en Noord- wolde; *Fokke Faber, concierge, Kleinzand 1Ó van Workum; Aaltje Jongsma, dienstbode, le Zomerrakbuurt van ’s Gravenhage; Akke de Jong, z. b., Singel 53 van Workum; Pieter Vlieg, banketbakker, Grootzand 53 van Acht- karspelen; Agatha Walta, dienstbode, N. Noor- derhorne 1 van Brunssum; Wiebren Dijkman, chauffeur, Oude Koemarkt 19 van Lemsterland; *Auke Zeilstra, z. b., Tulpstraat 6 van Wym- britseradeel; Harmen Hager, los werkman, IJl sterkade 2 van Leeuwarden; Johannes Stephan Lodewijk Zwager, z. b., Westersingel 4 van ’s Gravenhage; Gerritje Huisman, geh. met Jacob Gorter, z. b., J. W. Frisostraat 4 van Arnhem; Froukje van Brug, dienstbode, Verl. Westersin gel 4 van Wymbritseradeel. Krite Suits. Naar we vernemen zal de Krite Siyts op eerste Kerstdag zooals reeds jaren de ge woonte is, in Amicitia een uitvoering geven. Door het Kritetoaniel zal worden opge voerd „De Skoaijer” een blijspel van Jan Fa- briciüs, in de vertaling van H. Uden Mas- man. Duitschland; Wiepkje van der Werf, z. b., van Kloosterhof 11 naar Enschede, Merelstraat; Hendrik Blauw, monteur, van W. Noorderhorne 23 naar Kootstertille; Pieter Prins, teekenaar, van Leliestraat 10, naar Utrecht, P. Koenstr 7bis. Zijn gezinnen. Abonnementper jaar f 2.50 fr. p. post f 3.60. Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT Wie was aldaar de hondenslager als Floris Harmensz in den „Spaanschen Brabander” van Breero? Werden van hem ook zoovele malligheden gedebiteerd als van zijn Hol- landsche collega’s, die honden moesten jagen uit de ker ken „waaronder de katten medebegrepen zijn, hoewel het haar om redenen noyet aengeseit en is, en die het abso luut kommandement hadden over blaffende honden en bal dadige kwajongens”? Was hij het soms, van wien een 18e eeuwsch auteur ergens de beschrijving geeft met het vol gende inderdaad sprekende signalement? „Zo dra hoort hij niet een onbetamelijk gerugt of hij treed derwaarts met een deftige gang, stuurs wezen en opgesparde blikken; in ’t gemeen wagt hem de vijant niet af, honden en kinderen verstuiven op zijn aankomstHij keert terugen de omstander met een verwaant gelaat aanziende, schijnt hij in hunne oogen te willen lezen de verwondering in hen uitgewerkt door de blijken van zijn uitgestrekt gezag en zijn behaalde victorie.” Als antwoord op de voorgaande vragen deel ik U voor- loopig mede, dat in 1647 dit gezag in de St. Maarten ge handhaafd werd door den persoon van Sioucke IJffs. Zijn instructie cfp dat jaar bevat eigenaardige gegevens. Zijn eerste werk moest zijn „soo des sondachs als andere da gen in de weecke, als daer geleert sal worden, om de hon den daerwt te slaen, als mede die kinderen te verbieden, om niet te lopen, heen en weder, spelen nochte praten, offte andere insolentien ende moetwillicheden te plegen, waerdoor die toehoorders mochten worden geturbeert öffte vant gehoor belettet”. Voorts diende hij de overige dagen der week goed toe •te kijken, of der kerke ook soms schade mocht worden aangedaan. Bemerkte hij verdachte geruchten, dan moest zijn eerste werk zijn, de baldadigen en vernielers te beslui pen, vast te grijpen en bij „sware insolentien ende pericu- len” over te leveren aan het stedelijk gerecht. Men bedenke hierbij, dat vele kerken in ons vaderland gedurende d? Republiek ook overdag open waren, zoodat niet enkel in het voorreformatorische tijdperk geklaagd werd dat bijv, in de Leidsche parochiekerken de weversknechts „met hun lakens dagelijks door de kercken hun weg nemen,” hoe wel zij best buiten om konden gaan. Bijzonder gold zijn attentie de jongens, maar ook oude ren, als een of tweemaal per week des avonds op het orgel gespeeld werd. Want kerkconcerten zijn geenszins nieuw! Programmatisch zelfs werden ze reeds vanaf de eerste helft der 17e eeuw aangeboden aan het kunst- en gods- dienstlievend publiek. En dat ook de Sneekers dier dagen daarvan geprofiteerd hebben, of althans kunnen hebben, want hoevelen onderschatten ten allen tijde waar kunstge not en zuiver geestelijk bezit, bewijzen al de instructies van die officianten, welke op de laagste sporten der ker kelijk hierarchischen ladder hun voet hadden geplaatst, met uitzondering helaas van die des organisten zelf, waarvan ik tot mijn leedwezen, althans uit de 17e eeuw, geen heb kunnen vinden in de Sneeker archieven. En dat nog wel in een tijd, toen in dat verre Holland dt?" groote dichter en musicus Constantijn Huijgens in een beroemd maar zeldzaam geworden boekje „Orgelgebruyk in de kercke der Vereenigde Nederlande” (1641) de valsche meening der preciesen bestreed, die van oordeel waren, dat de goddelijke psalm door menschenkunst geprofaneerd werd! Ja zelfs een ster aan den hemel der theologen, wien niemand diens groote geleerdheid op het stuk der dogmen kan betwisten, Gijsbert Voetius, sprak van het kerkorgel- spel als van „een dom en onzedelik geluyt”, terwijl zijn lateren ambtgenoot Hondius deze gewijde muziek diskwa lificeerde als riekende naar het jodendom en roomsch van origine, omdatnoch Jezus, noch het Nieuwe Testa ment er openbaring van gaven. Maar Huijgens verdedigde Zelfverdediging. Te Almelo heeft een politieagent, die met een mes bedreigd werd door drie spinners uit Losser, van zijn vuurwapen gebruik gemaakt. De 27-jarigen Effing werd levensgevaarlijk in den buik getroffen. Een ander kreeg een schot in den voet. diende, van’P.H.kade 20 naar Kloosterburen; Johanna Geertruida de Jong, verpleegster, van Smidsbuurt 34 naar Warnsveld, Het Graffel C 66 I; Albert Boschma, los werkman, van Frane- kervaart 5 naar Amsterdam, Overtoom 135; Willem de Vries, boerenknecht, van Willem Fre- derikstraat 7 naar IJsbrechtum; Fimke Ritsma, z. b., van Parkbuurt 22 naar Ijlst; *Ede de Jonge, reiziger, van Oude Dijk 6 naar Steen wij k, Meppelerweg 6; *Gerardus Cornells Wub- ben, arbeider Ned. Spoorwegen, van P.H.kade 41 naar Zwolle, Deventerweg 222; Attje Hof- stra, dienstbode, van Badhuisgracht 13 naar Loosdrecht; Welmoed Meijer, wed. Pieter de Vries, z. b., van Parkbuurt 41 naar St. Jac. Pa rochie; Roelofje Koopmans, z. b„ van Leeuwar- derweg 47 naar Leeuwarden, Willem Lodewijk- straat; Jorrit Jorritsma, los werkman, van Brou- wersteeg 8 naar Akkrum; Pylger Smeding, z. b., van Looxmastraat 10 naar Amstelveen A 178; Jetske Postma, part, verpleegster, van Schaap- marktplein 4 naar Warga; Anna van der Feer, z. b., i tuurbaan 113 II; Tecla Feenstra, geh. met Gerrit de Jong, z. b., van Zomerrak 8 naar Oosterhaule; Grietje Scholte, z. b., van Parallelweg 4 naar Steenwijk, Oosterstraat 66; Antje Kuipers, wed. P. Qroeneveld, z. b., van Waterpoortsgracht 17 naar Wormérveer, Wandelweg 65; Johanna Charlotte Apetz, wed. F. E. C. A. Abel, z. b., van Looxmagracht 8 naar Holthausen b. Dussel dorf, Benzin Werke „Rhenania”; *Johannes Groeneveld, piano- en yrrgelhandelaar, van 1 Schoolstraat 21 naar Groningen, Oude Ebbinge- straat 41; Tjitske Stevens, dienstbode, van le Steenklipstraat 40 naar Leeuwarden, Nieuwe- kade 40; Theodora jeckel, dienstbode, van Sta- tionsstr. 16 n. Duitschland; Wilhelmina Löffler, dienstbode, van Stationsstraat 40 naar Duitsch land; Lukke de Jonge, z. b., van Verl. Wester- VERTROKKEN: Johanna Boersma, geh. met Daniël Stil, z. b., van Potbuurt 7 naar Bolsward, Parkstraat 4; Fokje Canrinus, z. b„ van Lijnbaansbuurt 9 naar Heeg, Verste Helling; Wietse Jansma, boekbinder, van Armhuis £aar Rotterdam, Vin- kenstraat; Jacobus Boumans, werkman, van Westersingel 8 naar Bocholtz, Hoeve Kruisbroe ders; Maria Braak, dienstbode, van Galigastraar 16 naar Leeuwarden, Dokkumertrekweg 33a; Cornelis Koetzier, kantoorbediende, van Kloos- terdw.straat 35, naar Alkmaar, Perronstraat E 13; Trijntje van der Horst, kinderjuffrouw, van Kloosterstraat 9, naar Leeuwarden, Stienserstr. 18; Trijntje Buisman, dienstbode, van Paarde- steeg 7 naar Blokzijl, Oude Verlaat II 189; Ger truda Hendrica ten Voorde, liefdezuster, van Stationsweg 3 naar Maastricht, o. d. Bogen; Maria Anna La Rooy, liefdezuster, Stationsweg 3 naar Maastricht, o. d. BogenCornelia Johanna Uytterwaal, liefdezuster, v. Stationsweg 3 naar Maastricht, o. d. Bogen; Maria Magdalena Neu mann, liefdezuster, van Stationsweg 3 naar Maastricht, o. d. Bogen; Agatha Rienstra, dienst bode, van Nieuwbuurt 28 naai; Heërenveen; Louis de Sterke, z. b., van Leeuwenburg 7 naar Wageningen,. Delpad 10; *Harmen Schram, ho telhouder, van Koopfnansgracht 55 naar Stavo ren; Wijbrand Adriaan IJsbrandij, timmermans knecht, van Willem Frederikstraat 12 naar Fra- neker, Voorstraat 72; Rachel Mentz, wed. Ja cob de Wilde, z. b., van le Steenklipstraat 19 naaf Rotterdam, Rechter Rottekade 131; Ever- dina Maria Jansen, liefdezuster, van St. Antho- niusziekenhuis naar Amsterdam, O. L. Vrouwen gasthuis; Johannes Lucius Halsetna, winkelbe- BIÉÜWE SBBEKEE CDÜEAfT IJ gld. bij varUM vu aen vingat LIJST VAN INGEKOMENEN EN VERTROK KENEN, gedurende de maand November 1924. GEVESTIGD: Cornelis Boot, z. b., 3e Woudstraat 10 van Winnipeg, Canada; •Gysbertus Ambrosius, mo lenaarsknecht, 3e Woudstraat 38 van Alkmaar; Reinder Mattheus Bolhuis, coupeur, Willem Lodewijkstraat 14 van Groningen; Klaaske Breeuwsma, winkeljuffrouw, Kloosterdw.str. 10 van Groningen; Aaltje Boot, dienstbode, la Oos- terkade 38. van Amsterdam; Wiebren Kuipers, z. b., Noordersingel la van Bolsward; Hotsche van der Velde, dienstbode, Grootzand 36 van Ijlst; Jan Hemmo Derksema, z. b., Pr. Juliana- park 2 van Harlingen; Hinke de Jong, dienst bode, 2e Steenklipstraat 40 van Ijlst; Rein de Vries, agent van politie, Eenheid 9 van Hilver sum; Siementje van der Woude, z. b., Lijn baansbuurt 20 van Bolsward; *Popke Zwaag- man, borstelmaker, Kleinzand 65boven van Alk maar; Eva Oosterwijk, dienstbode, Marktstraat 22 van Sappemeer; Fetje van Eijck van Heslin ga, z. b„ Lemmerweg 30 van Wymbritseradeel; Jan Hovius, predikant, Emmastraat r17 van Grootegast; Cecilia Terpstra, huishoudster, O. Koemarkt 42 van Leeuwarden; Rinze Arjen Plantinga, koopman, P.H.kade 52 van Bussum; *Jan de Jong, drogist, Singel 53 van Workum; Trijntje Keikes, coupeuse, Kloosterstraat 8 van Groningen; Jacob de Vos, bakkersknecht, Smidsbuurt 34 van Gaasterland; Johanna Ca tharina Elisabeth Reeder, onderwijzeres, Ged. Pol 30 van Wymbritseradeel; Johanna Wilhel mina Smit, dienstbode, Kleinzand 38 van Kuinre; Trijntje ten Dam, dienstbode, Singel 38 van Wymbritseradeel; Elisabeth Alexandrina Maria Aegedra Theissing, liefdezuster, St. Antonius- ziekenhuis van Maastricht; Johanna van Vliet, liefdezuster, St. Antoniusziekenhuis van Maas tricht; Wilhelmina Catharina Wittebrood, liefde zuster, St. Antoniusziekenhuis van Maastricht; Elisabeth Hendrika Cocx, liefdezuster, St. An toniusziekenhuis van Maastricht; Jacob Feike- ma, scheik. ingenieur, Pr. Julianapark 17 van Delft; Martina Daleboudt, z. b., Emmastraat 17 van ’s Gravenhage; Willem Francois Faber, z. b., Westersingel 1 van Bergen op Zoom; Joukje Zoethout, z. b., Oppenhuizerweg 64 van Leeu warden; Theodora Cornelia van der Helm, zus ter, St. Antoniusziekenhuis van Maastricht; Maaike Brouwer, verpleegster, Bloemstraat 30 van ’s Gravenhage; Johanna Jonker, z. b., le Steenklipstraat 49 van Amsterdam; Roelofje Moerman, z. b„ Oosterdijk 25 van Leeuwarden; Uflke de Jong, klerk, Overweg 9 van Hem. Old eph. en Noordw.; Tietje Anna v. d. Knoop, even geestig als warm zijn stelling, dat Godslof door deze kunst zou worden verhoogd, wanneer „de psalm verkon- dicht sijnde, het orgel thien ofte twintich maten vooruijt een statighe inleijdingh tot het gesang maeckte,” om als dan het gezongen lied te „vergeselschappen”. Hij mocht eerst zeggen; ’k Heb overlang gepleit voor ’t orgel in „Gods Kercken”, doch, toen de victorie behaald was in een land, waar vanaf de vroege Middeleeuwen kerkelijke componisten en dito musici een internationale vermaardheid en onbetwistbare reputatie hadden verworven, was dat zware pleit gewon nen en gebeurde het wonderlijke: „Men gunt het orgel plaets, men roepter om ras, ras En daer het is van ouds èn daer het noyt en was.” Heeft men in Sneek, of ook, in geheel ons gewest, nim mer dien strijd zoo zwaar gekend? En door welke oorza ken alsdan dit werkelijk beteekenisvolle cultuurverschil met Holland? Ik wil bekennen, dat de enkele gegevens, die ik voor en na verzamelde als afdoend antwoord op die en soortgelijke vragen, nog niet toereikende zijn, om iets positiefs te beweren. Doch wel mag reeds nu vastgelegd worden, dat reeds in de eerste helft der 17e eeuw op meer dere Friesche plaatsen, hier op vaststaande tijden, daar meer occasioneel, het groote publiek verkwikt werd met orgelspel in het godshuis. De vereischte documentatie zal ik hier niet geven, doch past in een speciale studie op dit terrein, welke in ontwerp is. Onwillekeurig heb me laten verleiden tot een kunsthis torische beschouwing, die echter om het belang der diQn- pmtrent aangeroerde zaak „geslikt” worde! Thans blijve onze verdere aandacht bepaald bij de hondenslagers- tunctie. De kerkeruiten vielen ook te Sneek meermalen ten offer aan den inhoud der roeren of door de pijlen, langs de bogen afgeschoten. Doch men zal zeggen, waarom nam men der Sneeker schietlustige jongelingsschap zulk gevaarlijk ge reedschap dan niet af? Dat kqn niet, om de eenvoudige reden, dat ieder poorter op zijn beurt de wacht moest be trekken en alsdan voorzien diende te zijn van zijn eigen „zijdgeweer” en verdere benoodigdheden. Bovendien was men nog altijd in oorlog met Spanje en spoedig daarna weer met Engeland. Tevens bedenke men, dat Sneek des tijds een geregeld garnizoen binnen zijn poorten had, waarvan de manschappen niet in kazernes verbleven, maar ieder voor zijn eigen logies moest zorgen, natuurlijk onder de burgers. Daardoor had er een voortdurende uitwisse ling van goederen plaats tusschen dezen en genen, waar onder ongetwijfeld ook krijgsmateriaal was betrokken, al btstond daartegen in menige stad een streng verbod. Een staaltje van de zeden dier tijden geeft nog de vol gende hondenslagers-werkzaamheid. „Insgeiijcx sal hij oock geholden sijn alle fuilichheit vant kerckhof ende aen de kercke gebracht, als oock in de Nieuwe straet, wech te hemelen”, (belachelijk stadfriesch voor ’t verbum him- meljen, skjinmaeitsjen, opromje ensfh.) „ende schoon te houden ende indien hij ijmand op de daed mochte befin- den, f s ij da t hij sijn behoefte opt kerck- h o ft off in de strate dede, de selve mogen afnemen een cai. gl„ daer en boven bij, de Magistraet ge straft te worden naer behooren.” Op dezelfde wijze had hij ook de „schole steich suiver ende claer te houden ende c n*enjand enich fulnis, tsij asch, keisel, eerde, scharn off diergelijke daarin nederwerpe”, welke beide straten uit kwamen op het oude kerkhof. De boeten, in deze gevallen gemaakt, zouden te zijnen voordeele komen, een zeer ge vaarlijk middel ter bevordering van zijn berechtigingsiiver en van ye stad kreeg hij bovendien 30 gl„ alsmede van de kerk 24 gl. Zijn betrekking droeg n.l. een dualistisch kcirnkter. j j Vvigana «oorwaarauk ovaraangakoman mat da NmilaxAsoMa Aigemeaxa Varaa» tmna* aaaiMBaBaxta ta NalilaAaai alia anza Abonné’a «araakard tagan angalakkan vaar «VUV Tanga inaaliditait. schuwde deze, waarop haar moeder in nachtkleeding en op bloote voeten in allerijl de buurt opsnelde en de omwonenden, ook de familie van der Veer, wekte en op het ge vaar opmerkzaam maakte. Het werd tijd ook, want de vlammen sloegen fel uit; een oogenblik scheen het, alsof de heele buurt bestaande uit een complex arbeiderswonin gen, in de asch gelegd zou worden. Geluk kig was er haast geen wind; hierdoor en met behulp van de inmiddels verschenen brandweer kon erger onheil voorkomen en de brand beperkt worden tot de bakkerij, die geheel in vlammen opging. Alleen de ovens zijn nog te midden der puinhoopen staande gebleven, maar of ze eventueel nog bruikbaar zijn, zal een nader onderzoek moeten uitmaken. De oorzaak van den brand is nog niet be kend; de bakkerij was, naar men ons mede deelde, verzekerd, hoewel laag. Ook de pan den van den heer Dalstra (waarvan het ééne toebehoort aan den heer Voetstra) die nog al vrijwat waterschade hebben geleden, zijn in de brandassurantie, maar de woning van den heer J. de Ruiter moet niet verzekerd zijn; het dak vooral heeft, doordat de spuit gasten hierop moesten staan, heel wat ge leden. L. C. LEMMER, 8 Dec. Er wordt hier de laatste weken een enorme hoeveelheid.spiering aan gevoerd, in geen jaren zijn de vangsten van deze visch zoo ruim geweest als thans. Er zijn dagen dat hier 10.000 K.G. aan de af slag wordt aangevoerd. Daarbij is deze spiering van extra kwaliteit en flink^groot van stuk. De prijs die in het begin der vangst vrij goed was, loopt echter de laatste dagen, tengevolge de groote aanvoeren snel terug. LEMMER, 8 Dec. De Raad onzer ge meente heeft in haar vergadering van 5 De cember 1923 het volgende artikel in de po litieverordening doen opnemen: Het is verboden in een voor het publiek toegankelijke localite.it, waarvoor vergun ning is verleend voor den verkoop van alco holhoudende drank andere dan sterke drank, personen toe te laten of te laten verblijven, niet tot het gezin van den houder der ver gunning of het verlof behoorende, die we gens dronkenschap veroordeeld zijn. Deze bepaling is alleen toepasselijk ten aanzien van hen, wier namen door den Bur gemeester schriftelijk aan den houder der vergunning of het verlof zijn opgegeven. Van dit recht heeft onze Burgemeester thans gebruik gemaakt en de houders van in het bovenstaande artikel omschreven za ken schriftelijk ontzegd de persoon van j. B. alhier, toe te laten in hunne locaiiteiten. HEERÉNVEEN, 8 Dec. De bejaarde heer de Leeuw uit Stobbegat werd heden dooi de auto van A. Wisman alhier aangereden en dermate aan het hoofd verwond, dat hij bij dr. Gorter moest worden binnengedra gen, die de eerste hulp verleende. De melkbussenleverantie. In een uitvoerig adres aan de Kamer komt de heer O. Reitsma op tegen de beschuldi gingen tot hem gericht inzake de bekende melkbussenleverantie door de fa. v. Kleef. Schrijver heeft zich tegenover dit bedrijf steeds volkomen vrij gevoeld en heeft hef niet meer geholpen dan andere bedrijven, voor Nederland van belang, tijdens de dis tributie. De fa. v. Kleef is door schr. aan bevolen omdat door regeeringsmaatregelen deze firma niet aan particulieren had mogen leveren en daarom met duur materiaal zat. De dag dat schr. adviseerde was overigens de leening van f50.000 door schr. aan het bedrijf nog niet tot stand gekomen. Huldiging nagedachtenis Tjerk Hiddes. Het comité voor de huldiging van de na gedachtenis van Tjerk Hiddes is thans zoo ver met zijn actie gereed, dat het vrijwel aan geheel Friesland de gelegenheid heeft verschaft, blijk van sympathie te geven met het doel. Dit werd bereikt door de toezen ding van een circulaire aan vele Friezen in en buiten onze provincie woonachtig en aan talrijke besturen van gemeenten, instellingen en vereenigingen en bovendien door de plaatsing van een in de Friesche taal ge schreven ingezonden stuk in een vijftiental in Friesland verschijnende couranten en periodieken. Dreigbrief. Een veehouder te Nieuweschoot heeft een briefkaart, gestempeld te Noordwolde, ontvangen, waarin gedreigd wordt met brandstichting in zijn boerderij, wanneer niet een bepaalde som gelds gedeponeerd werd op een bepaalde plaats. van deze Maatschappij f50. I JOURE, 7 Dec. Hedennacht is hier de bak- kerij van den heer J. van der Veer afge brand. Omstreeks één uur werden de uit slaande vlammen bemerkt door de echtge- noote van den heer L. Lablans uit Amers foort, die bij haar vlak tegenover de bak kerij wonende ouders logeerde. Ze waar- De Sneeker Martini-kerk, dagteekenende uit de laatste jaren der 15e eeuw, men noemt als haar stichtingsjaar wei eens 1498, is een bouwwerk van architectonische schoonheidgeweest misschien! Want door verschil lende verbouwingen is haar oorspronkelijke karakteristiek verloren gegaan en kan men uit een later tijdperk slechts enkele deelen van het interieur, als de 17e eeuwsche besne den banken, voor kunstwerken verslijten. De nuchtere kal- vinistische geest heeft ook hier veel van het weelderige, smaakvolle en symbolische van den katholieken eeredienst onwaardig geacht, als ongeestelijk afgekeurd en daardoor de gewijde kunst beroofd van haar glorie. Doch laat me geen jeremiade aanheffen en een oogenblik denken aan de woorden van Vondel uit diens „Inwying van den Chris ten Tempel t’ Amsterdam”: „Vereaep u niet te seer aen prael van sichtbre [kercken.” Met dat al meene men niet, dat noch het exterieur, noch het interieur der Sneeker St. Maarten gedurende de 17e en 18e eeuw geheel werd verwaarloosd. Daarop wees ik reeds in het 2e artikel dezer volgreeks en nog duidelijker komt het uit in de „‘Speciale artikelen vande kercke ende het kerckhoff welke in of omstreeks 1630 werden afgelezen van het bordes des voormaligen raadhuizes het tegen woordige stadhuis dateert van 1760, en van de voor- lezersstoel in de kerk. De korte inhoud van deze merkwaardige verbodsbepa lingen is de volgende. Niemand zou zoo oneerbiedig mo gen zijn, kerk en kerkhof te verontreinigen, in welken vorm en met welke middelen dan ook. Het laten loopen van beesten „het sy Peerden, Ossen, Koeijen, Verckens, Schapen opt kerckhoff”, werd beboet en het vee opgebor gen door de stadsdienaren. Evenmin mocht men op die plaats „eenige doodschieten, bal slaan ofte caetsen, top pen, kooten, hoepen, lopen, springen ende eenige bouerie (boeverij) aenrechten”. Zwaar gestraft zou worden „met eenige Roeren en boo- gen te schieten”, op het keykhof of de kerk naar eenige vogel „te smijten met steeën ofte kneppels”. Speciaal in de kerk zou niemand „mogen bedrijven eenige Roemoer, sij ionck ofte out, met lopen over de baneken ofte te spelen met toppen, ballen ofte andere Roemoeren, noch bij de gewone diensten, noch „int begraven der doden ofte eenige andere voorvallen”. Eveneens stond strenge straf op het kerven en snijden in de banken of het slijpen van de mes sen langs de pilaren. Ook hier bestond die even onhebbelijke als onstichtelijke gewoonte, vooral onder jonge luiden en nog wel meest van de „bon ton”, die de kerk kwamen instuiven en den predi kant hinderden door „zotte en irreligieuse klap”, de dames bekeken, bij haar banken bleven staan als die „joffers” hen vanachter haar waaiers begluurden. „De liefde wort door liefde ontvonekt en opgeweckt.” Aldus de dichter van „Adam in Ballingschap”. Maar het is ook dezelfde Vondel, die tegen dat vermaledijde gebruik of liever ontheiliging des bedehuizes, dreigend de vinger opheft, als hij in zijn „Leeuwendalers” betoogt: „Geen kappel noch outer wert gebouwt op dat een vrijer daer zijn vrijster zou beloncken.” Aan wien werd in de Sneeker St. Maarten de beteuge ling dezer moedwil en ongeregeldheden toevertrouwd? an 113 TM. Faans,™ „h r..„„ kerheidste||||lgen we||<<, gedurende de lijke sluiting van den Postcheque- en Giro dienst vóór de uitbetaling van gelden op postrekeningen werden gevorderd, thans als vervaljen worden beschouwd, indien de betrekkelijke postrekeningen geen debet saldo aanwijzen, en een accoordverklaring met het saldo aan het bestuur van den Postchéque- en Girodienst is overgelegd. De rekeninghouders, die zulks wenschen, kunnen tot en met 18 December a.s. deze .overgelegde formulieren van zekerheids- stelling schriftelijk terugvragen aan den Di recteur van het Post- en Telegraafkantoor ter plaatse, onder opgaaf van het nummer I der postrekening. singel 32 naar Loosduinen, Willj^lminastraat 183; *Max Richard Klettke, kunstschilder, van i Grootzand 85 naar Engeland; *Dirk Bakker, 1 in dit nummer van het comité voor huis arts, van Hoogend 8 naar Ned. Oost-Indië; houdonderwijs. Hilda Riepe, dienstbode, van Oosterdijk 15 i I’ 'j naar Duitschland; Aloisia Besler, dienstbode, 1 der Friesche Maatschappij van Landbouw van Kleinzand 72 naar Duitschland; Gritje Ihnen, voor dit onderwijs hier ter stede te geven, dienstb., van Lemmerweg 8 naar Duitschland; een subsidie van f 250 in uitzicht gesteld, *Yde Baanstra, stoomb.kapt., van aan boord n. j de afd. Sneek stra, stoombootkapitein, van aan boord naar Zwolle, Deventerstraat 45; Gertrud Klaholt, dienstbode, van Kruizebroederstraat 47, ambts halve af geschreven; Gertrud Hinz, kamermeisje, van Franekerkade 1 naar Duitschland; Sijtje Potgieter, Officier Leger des Heils, van Jacht haven 20 naar Zwolle, Diezerstraat 98; Auguste Zlpfel, dienstbode, van le Oosterkade 28 naar gld. ingwal v*n avw* gld. tej vwUm van 7£ Uldan binnen 80 d. Ivv Mn hand, vaat nng lu

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1924 | | pagina 1