MissBlanche StOp dien hoest... Uit onze "Raadzaal- i Officieel Orgaan tier Gemeente Sneek. BRANDENBURG!-!'* Go. MIEUWSTUDIN6EW. ^WOENSDAG 17 WECZKSWEK 41e JAARGANG Eer«te*B!ad Ge. A3 Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS Uitgevers i 140. ) dr. f130 f 2,75 f 4,50 Overal per koker zijn voordeeliger De groote flacon* 1 SNEEK - Telefoon No. 150. n Gij hebt schoon gelijk als ge na een ■ware lichamelijke of geestelijke in spanning segt: Geef MIJ maar Gezelschap Bakker en de Haas. In de Harmonie (Sperkhem) gaf het ge zelschap Bakker en de Haas Zondagavond „De Matroos” en „De Jongens van de Vlakte”. De heer de Haas had de hoofdrol in de Matroos, en speelde die goed, in beide stukken had mevr, de Rooy—Bakker een rol, en ook zij verdient wel een extra ver melding. We zouden dit gezelschap, dat dus toch wel over goede krachten beschikt, wel eens willen zien in stukken van een ander genre, dan waarmede het nu telkens komt. voordat Uw verkoudheid ontaardt in een ernstige en moeilijk te genezen borstaandoening. Neem de kleine oorzaken weg en voorkom al dus de groote gevolgen met de ver zachtende en genezende Akker’s Abdijsiroop NIEUWE SNEEKER COURANT - annex SHEERER COURAHT en WYMBRITSERADEEL Punt IV. Aanbeveling van Burgemeester en W ethouders voor de benoeming van een geneeskundige voor de armen verzorging. (Dossierno. 208; Bijl. 137.) B. en W. deelen mede: Op 1 Januari 1925 loopt de termijn van één jaar af, voor feer H. Hoorenman is benoemd tot geneeskun de armenverzorging, belast met de chirnrgische Een boete. Een clubje spelers als dat van „Ons Ge noegen” moest eigenlijk in staat gesteld worden dit stuk van Suze ïa. Chapelle Roobol een flink aantal malen te spelen. Dat het spel vaa dilettanten als ensemble genomen, toch altijd nog zekere vlakheid toont, wat te weinig relief geeft aan de spannende scènes in een tooneelwerk, is ten slotte minder een kwestie van talent dan wel van' routine, door herhaaldelijk een zelfde stuk te spelen zouden deze leden van „Ons Genoegen” de zoo moeilijk te overschrijden grens tusschen dilettanten- en beroepsspel in ieder geval nog meer naderen. We mogen gerust spreken van naderen, want wat de spelers van O. G. ons Zondag- Het College van Curatoren bij het gymnasium te Sneek heeft de eer, ter voldoening aan art. 1 van het Reglement voor dit gymnasium, bij Uwen Raad de navolgende aan bevelingslijst in te dienen ter vervulling der op 1 Januari 1925 wegens periodiek aftreden ontstaande vacature in genoemd college: le. Mr. T. K. Dorama, aftredend lid. 2e. Ds. J. A. R. Terlet, predikant te Sneek. Met 15 st. is mr. Dorama benoemd. Punt IX. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een armvoogd. (Dossierno. VI. 07. 58(1); Bijl. 145.) B. en W. adviseeren: Onder overlegging van een desbetreffend schrijven van het Burgerlijk Armbestuur bevelen wij U aan voor de be noeming van een lid van het College van Armvoogden, in de vacature, welke einde December 1924 zal ontstaan door de periodieke aftreding van den heer H. F. Ringnalda: le. den heer J. E. V. Abeln; 2e. den heer H. B. M. Louwmans. Het aftredend lid, de heer H. F. Ringnalda, is met het oog op het bepaalde in de 2e alinea van artikel 2 van het Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur niet voor de tweede maal terstond herkiesbaar. De heer Abeln wordt met 13 st. benoemd; ‘de heer Louw mans had 1 st; blanco was 1 st. Punt X. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een lid-werkgever, een lid-werk- man en een plaatsvervangend lid-werkman der Commissie, welke Burgemeester en Wethouders van advies zal dienen bij de uitvoering van het „Werkloosheidsbesluit 1917" en aan welke zal zijn opgedragen het bestuur der gemeente- arbeidsbeurs. (Dossierno. 1.848.44(6); Bijl. 146.) B. en W. adviseeren: Ter voorziening in de vacatures, welke op 1 Januari 1925 zullen ontstaan in de Commissie, welke Burgemees ter en Wethouders van advies zal dienen bij de uitvoering van het „Werkloosheidsbesluit 1917” en aan welke zal zijn opgedragen het bestuur der gemeente-arbeidsbeurs, tenge volge van de periodieke aftreding van H. Miedema als lid- werkgever, B. Frankena als lid-werkman en G. Reehoom als plaatsvervangend lid-werkman, bevelen wij, na ge pleegd overleg met de plaatselijke vakcentrales bij U aan: in de vacature Miedema: le. H. Miedema. 2e. F. Hoekema. Met 15 st. wordt de heer Miedema benoemd. in de vacature Frankena: le. B. Frankena. 2e. S. Draisma. De heer Frankena wordt met 14 st. benoemd; de heer Draisma had 1 st. in de vacature Reehoorn: le. G. Reehoorn. 2e. J. van der Horst. De heer Reehoorn wordt met 15 st. benoemd. Punt XI. Voorstel van Burgemeester enWethouders tot wijziging van de Verordening op de genees- heel- en ver- zeres in de handwerken aan de openbare school voor uit gebreid lager onderwijs, welk ontslag is ingegaan op 1 December 1924. Ter vervulling van de op dien datum ontstane vacature bieden wij U, onder overlegging van het bericht van het hoofd der school en het advies van den Inspecteur'van e. Adres van het Bestuur der afd. Sneek van de Ver- eeniging „Volksonderwijshoudende verzoek om over te gaan tot de instelling van een gemeentelijke commissie voor de beroepskeuze. (Dossierno. 1.839.7(1).) In handen van B. en W. om advies. f. Adres van H. Schurink, houdende verzoek om eer vol ontslag als hoofd van school no. 3. (Dossierno. 208.) Eervol verleend op nader door B. en W. te bepalen datum, onder dankbetuiging voor de diensten aan het onderwijs te Sneek bewezen. g. Adres van J. Lindeman, houdende verzoek om eervol ontslag als onderwijzer aan school no. 2. (Dossierno. 208.) Alsvoren. h. Adres van het bestuur der Vereeniging; voor Chris telijk Schoolonderwijs, houdende uiteenzetting van zijn standpunt ten aanzien van de vatbaarheid voor inwilliging van de door hem ingediende verzoeken om toekenning va>. een vergoeding ingevolge art. 100 der Lager Ondrwijswet ten behoeve van de Jan van Nassau- en Julianaschool over 1923. (Dossierno. 1.851.2.07—2 B (1).) In handen van B. en W. om advies. Punt lil. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van drie leden der Commissie van Toe zicht op het lager onderwijs. (Dossierno. 1.851.2.02.7-2(1); Bijl. 136.) B. en W. deelen mede: Wegens vertrek naar elders hebben de heeren H. Hoek- Kstra en D. Bokkens ontslag genomen als lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs in deze gemeente. Ter voorziening in de daardoor ontstane vacatures en in die, welke 1 Januari a.s. zal ontstaan door de periodieke aftreding van den heer F. W. C. de Haas, bevelen wij, on der overlegging van een advies der commissie, voor een be noeming bij U aan: V acature-Hoekstra (le categorie: ouders leerlingen openbare lagere scholen) 2. loskundige armenzorg. (Dossierno. VI 07(1); Bijl. 134.) B. en W. adviseeren: In verband met het aan Mej. G. ZijlstraWagenaar verleende eervol ontslag als gemeentevroedvrouw, werd bij raadsbesluit van 16 September 1924, no. 14, de veror dening op de genees-, heel- en verloskundige armenzorg gewijzigd in dien zin, dat de verloskundige armenpraktijk werd opgedragen aan één vroedvrouw, aan wie een jaar wedde van f 600.werd toegekend. Het gevolg daarvan was, dat met bedoelde armenprak tijk in haar vollen omvang werd belast de andere ge meentevroedvrouw, Mej. H. Dijkstra, die krachtens raads besluit van 8 Januari 1923, no. 9, reeds sedert 1 Maart 1924 een jaarwedde van f600.genoot. Het is U bekend, dat Mej. Dijkstra bij raadsbesluit van 31 Januari 1921, no. 4, voor het eerste jaar, dat zij in functie was, een belooning werd gegarandeerd van f 1000, te verminderen voor hét tweede jaar met f200.en daarna opnieuw met f 200.voor het derde jaar. Het raadsbesluit van 8 Januari 1923, no. 9, bracht in deze jaar- wedderegeling in zooverre verandering, dat de beide ver lagingen van het salaris met f 200.een jaar werden uit gesteld. Voor mej. Dijkstra werd deze afloopende salarisregeling vastgesteld omdat naar ons oordeel en Uw College heeft zich daarmee vereenigd door het vestigen van een particuliere praktijk haar inkomen uit die bron wel zoo danig zou toenemen, dat een behoorlijk bestaan werd ver zekerd. De veronderstelling blijkt echter, ook onder in vloed van een vrij langdurige ziekte, tot dusverre niet te zijn verwezenlijkt. In verband daarmede heeft de genoemde vroedvrouw, in een hierbij overgelegd schrijven d.d. 25 October 1924, tot ons het verzoek gericht om te bevorderen, dat aan haar boven haar jaarwedde ad f600.een toelage werd toe gekend tot een zoodanig bedrag, dat haar, de inkomsten uit haar particuliere praktijk daaronder begrepen, een in komen van f 1400.per jaar wordt gewaarborgd. Wij heb ben omtrent dit verzoek bet advies ingewonnen van het Burgerlijk Armbestuur. Uit dit advies, hetwelk wij mede hierbij voegen, blijkt, dat, zoolang mej. ZijlstraWage naar als oud bekende, haar particuliere praktijk blijft uit oefenen, het voor een tweede verloskundige wel zeer moei lijk zal zijn een behoorlijk bestaan te vinden. Waar krach tens de Armenwet de gemeente in de verloskundige armen zorg op behoorlijke wijze moet voorzien, is het niet meer dan billijk, dat aan de vroedvrouw met de verloskundige armenpraktijk belast een behoorlijk bestaan wordt gewaar borgd. Daarom geeft het Burgerlijk Armbestuur in over weging aan mej. Dijkstra boven haar salaris ad f600. zoolang de inkomsten, uit haar particuliere praktijk niet voldoende blijken, een toelage toe te kennen, gelijk aan het salaris, dat door mej. ZijlstraWagenaar als ge meentevroedvrouw werd genoten, derhalve van f 300. Dit advies van het Burgerlijk Armbestuur kan ons niet geheel bevredigen. Met mej. Dijkstra zijn wij van oordeel dat een verloskundige in elk geval op een inkomen van f 1400.— per jaar behoort te kunnen rekenen. Wordt nu de toelage uit de gemeentekas bepaald op een vast bedrag van f 300.— dan zal het jaarlijksch inkomen van de ge meentevroedvrouw, althans in den eersten tijd, in den regel belangrijk beneden f 1400.— blijven. Wij geven daarom de voorkeur aan een regeling, zooals door mej. Dijkstra wordt gevraagd. Deze regeling heeft bovendien dit voor deel, dat, wanneer de inkomsten uit de particuliere praktijk van de betrokkene mochten stijgen, de gemeente in de toe komst wellicht met een toeslag van minder dan f300 zal kunnen volstaan. Wij achten het daarom gewenscht, dat aan het verzoek ven Mej. Dijkstra wordt voldaan door in de verordening op de genees-, heel- en verloskundige armenzorg een wij ziging aan te brengen, zooals in het hierbij gevoegde ont- werp-besluit is geformuleerd, en stellen U derhalve voor het volgende besluit te nemen: S. Feenstra. K. Edel. De heer Feenstra wordt met 8 st. benoemd; dé heer Edel had 7 st. Vacaturé-Bokkens: (3e categorie: onderwijzers openbare scholen) 1. R. Frank. 2. H. Frankena. De heer Frank wordt met 15 st. benoemd. Vacature-De Haas: (5e categorie, overige meerderjarige inwoners) 1. F. W. C. de Haas. 2. Dr. H. Klein. De heer De Haas wordt benoemd met 13 st; de heer Klein had 2 st. welken -,de dige voor practijk. Onder overlegging van een schrijven van het Burgerlijk Armbestuur bevelen wij voor benoeming voor het jaar 1925 bij U aan den heer Dr. A. J. Kingma. De heer dr. Kingma wordt met algemeene stemmen benoemd. Punt V. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een lid der Commissie van toezicht op het Middelbaar onderwijs. (Dossierno. 1.851.3.02.7-2 (1); Bijl.. 139.) B. en W. adviseeren: Ondet overlegging van een schrijven der Commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs bevelen wij bij U aan voor de benoeming tot lid dier Commissie ter voor ziening in de vacature, welke op 1 Januari a.s. zal ontstaan door de periodieke aftreding van het lid den heer J. H. H. Piccardt: 1. J. H. H. Piccardt. 2. G. J. van der Zwart. De heer Piccardt wordt met 14 st. benoemd. (De heer Breeuwsma was tijdelijk afwezig.) Punt VI. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van drie leden van de Commissie voor de lichamelijke opvoeding. (Dossierno. 1.855.3(6); Bijl. B. en W. adviseeren: De Commissie voor de lichamelijke opvoeding deelde bij schrijven van 29 November j.l. mede, dat volgens rooster aan de beurt van aftreden, met ingang van 1 Januari 1925 zijn de leden F. Brinkman, Dr. H. Klein en M. Wierstra. Ter vervulling der ontstaande vacatures bevelen wij U de volgende drie dubbeltallen aan: Vacature-F. Brinkman: 1. F. Brinkman. 2. J. Schmidt. De heer Brinkman wordt met 13 st. benoemd; de heer Schmidt had 2 st. Vacature-H. Klein: 1. Dr. H. Klein. 2. Dr. A. J. Kingma. Dr. Klein wordt met 14 st. benoemd; dr. Kingma had 1 st. Vacature-M. Wierstra: 1. M. Wierstra. 2. P. Jongejans. De heer Wierstra wordt met 14 st. benoemd; de heer Jonge jans had 1 st. Punt Vil. Voordracht van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een onderwijzeres in de handwer ken aan de openbare u. I. o. school. (Dossierno. 208; Bijl. 141. ) B. en W. adviseeren: Aan mejuffrouw T. Bakker werd den 18 November 1924 eervol ontslag verleend uit de betrekking van onderwij- voordracht aan: 1. mejuffrouw K. Jongsma. 2. J. Grondsma. 3. I. van der Meer. Bij eerste stemming verkrijgen mej. Jongsma 7 en mej. Grondsma 7 st, mej. v. d. Meer krijgt 1 st. De tweede vrije stemming geeft hetzelfde resultaat. Bij herstemming tusschen beide eerstgenoemde dames wordt mej. Jongsma met 8 st. be noemd; mej. Grondsma had 7 st. Punt VIII. Aanbeveling van Curatoren van het Gymna sium voor de benoeming van een curator van het Gymna sium. (Dossierno. 1.851.33.02.7-2(1); Bijl. 142.) B. en W. adviseeren: VERGADERING van den RAAD der GEMEENTE SNEEK op MAANDAG, 15 DECEMBER 1924, ’s avonds 7’4 uur. Voorzitter de heer R. J. de Hoop, burgemeester. Secretaris de heer P. Sikkes. Aanwezig alle (15) leden. Aan de orde is: Punt I. Notulen der vergadering van 17 November 1924. Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld. Punt II. Ingekomen stukken. a. Proces-verbaal van de opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger. (Dossierno. X07.352.651 (2).) Voor kennisgeving aangenomen. b. Verzoek van de N, V. N. J. Lankhorst Zoon’s Ma chinale Spinnerij, Touwslagerij en Vischnettenfabriek te Sneek, oin dispensatie van het verbod der Motor- en Rij- wielverordening tot het berijden van het Balthusstreekje met een motorvrachtwagen. (Dossierno. 1.811.122.3(2).) Voorgesteld wordt de firma te berichten dat de verordening geen ontheffing kent. De heer Hoekstra: Waarom niet? De Voorz.: Er staat geen bepaling over ontheffing in. De heer Hoekstra: Dus het kan niet anders dan door de verordening te wijzigen. De Voorz.: Juist, het bedoelde punt is ook niet geschikt voor dit verkeer. Z. h. s. conform het voorstel van B. en W. besloten. c. Adres van het Bestuur der afd. Sneek van den Volks bond tegen drankmisbruik, houdende verzoek om subsidie voor het jaar 1925. (Dossierno. 1.761.1(2).) B. en W. stellen voor te berichten dat voor 1925 dit verzoek niet meer kan worden ingewilligd. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. De bioscopen. d. Adres van het Bestuur der afd. Sneek van den Bond 'van Ned. Onderwijzers, houdende verzoek om vast stelling van een verordening tot regeling van het bios coopbezoek voor kinderen beneden 16 jaar. (Dossierno. 1.758.16(1).) B. en W. stellen voor te berichten dat het nemen van maat regelen zal wórden overwogen na afhandeling door de Staten Generaal van het ontwerp Bioscoopwet, dat aanhangig is. De heer Lampe zegt dat dit adres te denken geeft; de onderwijzers schijnen bij hunne leerlingen bepaalde feiten te constateeren, welke maatregelen in dezen noodig maken. Het bezoek van jongere kinderen aan de bioscoop schijnt vrij veel vuldig te zijn, waarvan de onderwijzers de schaduwzijde bij het onderwijs schijnen te bemerken. Zooals de bioscopen, nu geëx ploiteerd worden bieden ze een groot zedelijk gevaar, dat zal wel niemand tegenspreken, en waar in het adres reeds een weg gewezen wordt hoe, naast eventueele wettelijke bepalingen, ook die van gemeentewege te nemen zijn,- stelt spr. voor in het belang van de jeugd dit adres aan B. en W. te renvoyeeren met uitnoodiging zoo mogelijk spoedig te komen met een voor stel betreffende maatregelen inzake het bioscoopbezoek door kinderen. De heer Breeuwsma kan zich met het gesprokene geheel vereenigen. Ook spr. is dit adres bijzonder sympathiek en het advies van B .en W. was hem een teleurstelling. Spr. zou met dit advies nog mee hebben kunnen gaan als dit ontwerp-wet spoedig in behandeling kwam, maar spr. gelooft dat dit niet het geval zal zijn; omdat ook de regeering met eenige netelige punten tobt, na de verwerping van het vorige wetsontwerp in Maart. Spr. wijst er op, dat tal vati gemeenten, waar het bioscoop-bedrijf niet zoo welig tiert als hier, reeds maatregelen namen en waar de onderwijzers, die van den invloed der films op de kinderen toch iets moeten weten, adresseeren, zal spr. ook gaarne zien dat B. en W. spoedig met voorstellen komen. De heer B o e ij e"n g a vindt het uitstekend dat de Bond van onderwijzers de aandacht op deze zaak gevestigd heeft en meent ook dat de wet niet moet worden afgewacht. Ver dient het echter .niet aanbeveling niet alleen voor de kinderen een keuring in te voeren, maar ook eene in het algemeen? Er is hier al heel wat vertoond, wat beter niet vertoond had kunnen worden, misschien wel 80 van al het vertoonde. Spr. verzoekt avond in de zeer goed bezette zaal van Ami- B. en W. dus met maatregelen tegen het bioscoopbezoek door ~!i:“ i-x-.. i-j. 'kinderen te komen en tevens met dezulke tot het invoeren van een keuring van films ook voor volwassenen. De Voorz. zegt dat het advies van B. en W. gegrond is op een historisch feit. We hebben hier vroeger ook avond en avond gesproken over een verordening op den bakkersarbeid; kort daarop viel de rijksregeling en alle werk van ons was te vergeefs. B. en W. vree’zen hetzelfde in dit geval. De film- kwestie is in de Tweede Kamer reeds behandeld en men kan verwachten dat die zaak binnenkort weer aan de orde komt. B. en W. voelen er niets voor vergeefsch werk té doen.’ Spr. zelf is voorstander van een rijkskeuring, daar dan veel minder afhangt van de persoonlijke opinie in een bepaalde plaats. De heer Breeuwsma zegt dat door het aaiytemen van de bakkerswet alle verordeningen te vervallen kwamen, maar spr. meent dat dit niet bij de' ontwerp-bioscoopwet het geval zal zijn, daarbij blijft de gemeentelijke keuring mogelijk, be halve dan van door de rijkskeuring reeds afgekeurde films. De Voorz. zegt dat een gemeentelijke verordening vervalt als er een wet komt die dezelfde materie regelt. Misschien kan men dan een nieuwe verordening aannemen, maar dat wordt monnikenwerk. De heer Lampe is ook te vinden voor een algeheele keuring van films en trekt daarom zijn voorstel in en steunt dat van den heer Boeijenga. De heer Breeuw s'm a gelooft dat voor volwassenen de zaak reeds geregeld is, het hoofd van politie heeft het recht het draaien van een bepaalde rolprent te verbieden. De Voorz.: Inderdaad is daarin nü bij de gemeentewet voorzien, maar wellicht wordt dit anders geregeld bij de bios coopwet. De heer Boeijenga: Dan is er alle reden dit toezicht te verscherpen; er zijn hier wel dingen vertoond die beter niet vertoond waren. De heer Hoekstra: Persoonlijke opinie. De heer B o e ij e n g adie niet alleen een ergernis waren voor onze menschen, maar ook voor velen uit uwe kringen, mijnheer Hoekstra. Als de publieke opinie zich eens kon uit spreken, zou U dat niet meevallen. w.. .„c wtvui va>. De Voorz.: Dan hadden die menschen, die zoo klaagden, het lager onderwijs in. de inspectie Sneek, de volgende maar eens bij mij moeten komen, ik heb nog geen klacht gehad en spr. gelooft niet dat het publiek hier zulke schunnige dingen zijn voorgezet, dat het deze niet mocht zien. Zoo lang spr. het recht heeft bij de gemeentewet dit toezicht uit te oefenen, zaJ hij dit naar zijn inzicht handhaven. Hierna komt het voorstel Boeijenga in stemming. Voor de leden Lampe, Van der Meulen, Boeijenga,, Dokkum, Potma, Put, Blok, Smeding, Bos, Breeuwsma en Sijtema; tegen de leden Zuiderbaan, De Wolf, Kiezebrink en Hoekstra. Met 11-4 st. zijn B. en W. dus uitgenoodigd met een voor stel bij den raad te komen, regelende het bioscoop-be zoek voor kinderen beneden 16 jaar, en regelende de keuring; van films voor oudere personen. Abonnement per jaar f 2.50 fr. p. post f 3.60. Advertentiën 9 et. p. regel Ing. zonden mededeelingen hooger. Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT citia hebben laten zien, was zeer goed, we durven eigenlijk wel schrijven buitengewoon goed. „Een boete” is een zeer speelbaar stuk; we hadden ’t niet eerder gezien, maar het beviel ons best dit tooneelspel dat zon der dikdoenerij een zeer tragisch gegeven op ongekunstelde wijze behandelt, het ligt bovendien binnen het bereik van de g o e d e dilettanten-gezelschappen. Dat daartoe O. G. behoort wisten we en weten we na deze uitvoering nog beter; het stuk was als ge knipt voor deze krachten. We noemen eigenlijk ongaarne namen, omdat we vree- zen onrecht te doen aan anderen, alle spe lers waren immers heel goed op hun plaats. Dit neemt niet weg dat zij, die de zwaarste rollen hadden, het grootste aandeel aan het succes van den avond hadden en dan noe men we in de eerste plaats Lize, die zich van een buitengewoon moeilijke taak op schit terende wijze kweet. We noemen ook Dora en Anna, die thuis bleken op de planken als weinigen en tenslotte Jacob van Hoek, die van een lang niet gemakkelijke rol, een zeer verdienstelijke vertolking gaf. De andere rollen gaven minder aanleiding tot uitblin ken, maar, zooals we reeds zeiden, ook die werden goed gespeeld. Terecht gaf het pu bliek op royale wijze door applaus blijk van zijn waardeering. Een gezellig bal volgde. HEERENVEEN, 15 Dec. Onze populaire majoor-brigadier, commandant der rijks- veldwacht, de heer F. Boersma, herdacht he den onder zeer groote belangstelling zijn 25-jarig jubilé. Autoriteiten, ondergeschik ten, vrienden boden geschenken en bloemen aan. Een muziekkorps bracht den geachten jubilaris een serenade. Een scheepsramp. ’t Japansche regeeringsvaartuig „Kwanto Maru” is met 150 man aan boord in een storm bij Tsuruga op de rotsen te pletter geslagen; 96 personen werden gered, de overige opvarenden verdronken. Ernstig mijnongeluk. In een kolenmijn te Eysden (Belgisch Limburg) zijn drie arbeiders door een -jteenmassa bedolven. Alle drie kwamen zij om.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1924 | | pagina 1