I Het stedelijk leven binnen Sneek in de 17e en 18e eeuw- ABDIJSIROOP Alom verkrijgbaar in kokers van i 230 gram ƒ1.50, 550gram/2,75 en 1000gram/4,50 F- te’ L annex SHEERER COURANT en WYMBRITSERADEEL iffitliil Oigm ta Imnih Imt Vereehjnt 200 NEOERLANDSGHE HïPOIHEEBINt 512 °|o Pandbrieven i 100 °|0 en 5 °|o Pandbrieven a 96 Vlo 41e JAARGMG Eerste Blad Bo. 2S Nieuwstijdingen. 9 10 .0 ZATERDAG 87 DECEMBER 1924 jnrsDi.es vrijdagsavond» Brandenburgh Co., iKBKK Tdefera S». 150. VROEGTIJDIGE inzending van advertenties wordt dringend I 1 opgerioht t8 Veendam in 1890 Voor Borst en Keel AKKER’» 76 gid. Mj wüm cn iv vu au daim. vv verzocht. za- 1.1 H. »n I. n 50 10 55 56 55 50 10 die, zich uitgevende voor luitenant-vlieger, een week in een hotel had gelogeerd zonder te betalen. Hij werd, wegens oplichting tot 2 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De eisch was 1 jaar en zes maanden. De na-behandeling van t. b. c.-lijders. Binnenkort zal, naar de Tel. meldt, het hoofd bestuur van het Ned. Koode Kruis te ’s Qraven: hage een vergadering bijeenroepen van openbare gid. MJ vvrllM vu «sn wljavtagsr. Verduistering bij de belastingdienst te Den Haag. Terecht heeft gestaan de 49-jarige P. A. F. praktizijn in Den Haag, vroeger deurwaar der bij de gemeentelijke belastingen, wegens verduistering. Bekl. was belast met de in ning van achterstallige belastingen bij men- schen, wien al een dwangbevel was betee- kend. In de jaren 1919 tot en met 1923 zou bekl. zich in totaal ruim f 6400, dat hij aldus m r- >k p- 1. t BIEIJWE SNEEZER COURAET Bekl. bekende. Hij voegde er aan toe, dat er voortdurend gemeente-ambtenaren, die wisten dat hij vaak belastinggeld onder zich had, bij hem kwamen om geld te leenen. Bekl. heeft zich tegen den aandrang niet kunnen verzetten en voldeed aan de verzoe ken. Voordeel heeft hij er zelf nooit van on dervonden. Ongeveer f 3500 van het verduisterde be drag is inmiddels reeds vergoed. Eisch 1 jaar en 6 maanden. Deze beklaagde had reeds 26 dienstjaren en is nu zijn positie en pensioen kwijt. Vervolgens stond terecht de 47-jarige be diende A. J. F. V., eveneens vroeger deur waarder bij de gemeentelijke belastingen. Deze bekl. zou zich in de jaren 1918 tot en met 1922 een bedrag van ongeveer f950, dat hij ontvangen had als achterstallige be lastinggelden, hebben toegeëigend. Ook deze bekl. bekende. Door moeilijke finan- ciëele, huishoudelijke omstandigheden is hij tot de feiten gekomen. Alles is nu weer af- I lichamen, particuliere vereenigingen en autori teiten ter bespreking van plannen tof inrichting van het landgoed „Zonnestraal” bij Hilversum voor tewerkstelling van t. b. c.-lijders tijdens de na-behandeling. De daarvoor ingestelde com missie heeft over dit systeem een alleszins gun stig oordeel, bekomen van sanatorium-direcfeu- ren. Het meer dan 100 hectaren groote landgoed Zonnestraal wordt voor dit doel, met de aan wezige gebouwen, kosteloos in gebruik afge staan door het diamantbewerkers „Koperen Stelenfonds”. De bedoeling is aanvankelijk de gelegenheid te openen tot plaatsing van honderd patiënten en daaraan geleidelijk uitbreiding te geven. Aan openbare lichamen en particulieren zal steun worden gevraagd. De bedoeling is voor deze zaak een afzonderlijke vereeniging op te richten. gio. M) tavaiMi- langa invaliditeit Zelfonderzoek. Ontwaakt gij 's morgens met pijn in den rag Hebt gij donkere zwellingen onder de oogen? Zijn de enkels en handen gezwollen? Is de arine bewolkt, zanderig of brandend? Geschiedt de loozing te vaak of te weinig? Zijn uw le dematen beverig en rheumatisch, vooral bij rnw en vochtig weer? Doet uw rug zeer, als gij bukt of ópstaat Hoedt u bijtijdslaat Foster’s Rugpijn Nie ren Pillen een nierziekte voorkomenspoedige behandeling is het eenige betrouwbare voor behoedmiddel. Verwaarloozing kweekt al te dikwijls blaas ontsteking, waterzucht, rheumathiek, steen vorming en urinesuur-vergiftiging. Hoewel Foster’s Pillen zelfs bij deze latere verwikke lingen baten, is het verstandiger om dit spe ciaal niergeneesmiddel tot voorkoming^ van nierziekte te gebruiken. Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken f 1.75 per flacon, (geel etiket met zwarten opdruk). 23 houden dan ieder ander. Eisch 1 jaar gevangenisstraf. Ten slotte stond in verband met deze ken nog terecht de 54-jarige houder van een waschinrichting C. van L., ook oud-deur- waarder van de gemeentelijke belastingen. Het door dezen bekl. verduisterde bedrag beliep, naar hij bekende, bijna f 2000. Ziekte en andere tegenslag in zijn huisgezin heb ben bekl. tot de feiten gebracht. Het was altijd zijn bedoeling geweest hef tekort weer aan te zuiveren. Ook in deze zaak was een reclasseerings- Abonnementper jaar f 2.50 fr. p post f 3.60. Advertentiën9 ct. p. regel. ,n&e‘ zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURAN1. met 8 car.'gl., te betalen in 4 driemaandelijksche termijnen van 2 car. gl.! Zijn voornaamste bezigheid was intusschen grafdelven. „Van ijder graff dat hij maeckt ofte graeft tsij inde kerkcke ofte opt kerckhoff, van een ijder doode die op een lijck barrij gedragen worden ter eerde, ses st.” Dit was zijn loon voor een graf, waarin een volwassen doode werd neergelaten. Graven van geringer afmetingen kostten min der aan grafloon. Daardoor kreeg men eigenlijk drie ta rieven: lijken van volwassen dooden, op een houten draag baar bovenhands vervoerd; die van jeugdige personen, gedragen op de wijze van een berrie, die in lederen riemen of touwen om de schouders en in de handen der dragers hing, dus onderhands, gelijk thans nog de kaasvrachten op.de Hollandsche kaasmarkten uit-, in- en overgeladen worden; en ten slotte die van kinderen: zijdelings onder de arm of vóór de borst op de armen gedragen. Het graf loon voor de tweede categorie, karakteristiek „slinger- dooden” genoemd bedroeg 4 st., dat voor kinderen 2 st. Bovendien genoot de doodgraver van „een lichtinge ende toelegginge van steenen, die beneden den vier holt voeten lang sijn” (voor volwassen dooden) „ende dat van olde doode grauen ses st.” Voor „slingerdooden” en kinde ren was dit loon weer respectievelijk vier en twee stuivers. Waren de steenen, welke gelicht moesten worden, om toegang tot een oud graf te krijgen, grooter dan vier hout- voeten, dan was dat oplichten of toedekken geen eenmans werk meer en moest de doodgraver op kosten van de(n) eigenaar(s) dier graven geassisteerd worden door een timmerman, „ten eynde d’ steenen niet versuijmt ende also gebroocken werden, mits dat den dootgraver buijten des timmermans loon voor sijn hulpe ende instrumenten voor t’ lichten ende toeleggen veertien st. behalven den ses st. vant graff t’ maecken”. Dit betrof vooral de steenen op de kleine en groote grafkelders en gemeenschappelijke graven. De grootste in dit soort „boven die acht holtvoeten lang ende den proportie daervan naer advenant hebbende in d’ breedte”, gaven hem voor ’t lichten en toedekken 28 st. Stootte hij bij ’t grafdelven op, oude zerken of andere stëenen van eenigen omvang, dan móest hij deze zorg vuldig verzamelen, waar hij ze ook Wond, ’tzij in de kerk |EA MJ VUilM vu 10U Mn hand, vaat al osg ■w'Ti’inv mm n of op het kerkhof, en die „groote ende cleyne stenen int wester portael inde groote kercke brengen tot der kercken proffijt, ende elx opt t’ sijne stellen, sonder t’ selffde t’ ver- copen ofte elders t’ verbrengen”. Zouden deze gedenk stukken van het grijze verleden nog ergens bewaard zijn gebleven? Ik kan vanuit Zuidelijk Brabant geen pertinent antwoord op die vraag geven. Ten slotte had de doodgraver met zijn vastgesteld sala ris tevreden te zijn. Want indien hij „hem sal vervorderen ijmant noch af (te) eyschen eenich bier ofte biergelt” of anderszins om fooien vragen, dan kostte hem dit zijn baantje. In dit alles beloofde Arent Jans ten jare 1630 aan de bneeker kerkpatroonheeren zich getrouw als doodgraver te zullen gedragen, „ende hy deed wel en recht in de oogen zijner gebieders!” De koster! Een factotum in diverse kerkdiensten en een „zoet” knechtje van den stedelijken Magistraat, voorzoover dit staatsrechtelijk lichaam zich indrong op het terrein der kerkelijke zaken. Pedant, kruiperig en baatzuchtig, aldus de karaktereigenschappen van velen uit dit „kor”. Een en ander is althans veelvuldig gedistilleerd en nog te distilleeren uit kerkelijke en stedelijke archiefbescheiden. Van het type koster-voorlezer geeft de 18e eeuwsche Ne- derlandsche Spectator de volgende beschrijving met ver klaring: Sommige dezer helden maakten door ’t wange luid van hunne stem, door misselijke gebaarden, grillige gemaaktheden, ongeschikte toonen en kwade uitspraak zich zelven bespottelijk en wel verre van de aandacht te verwekken,, verbijsterden en verbanden zij denzelven veel Folgena voorwaardan ovaraangaXoman mat da HailaaAsoBd AlgaxueM Varxa» darlaas-Baak te SoteiadaiM atin anaa Abonné’a «araakard tagan ongalakkan vm» «VVV VERGADERING van den RAAD der Gemeente SNEEK op MAANDAG 29 DECEMBER 1924, des namiddags 7'A uur in de groote zaal van het rechtsgebouw. Punten van behandeling: Punt 1. Notulen der vergadering van 15 December 1924. Punt 11. Ingekomen stukken: a. Mededeeling van P. Bos, dat hij ontslag neemt als lid van den gemeenteraad. (Dossierno. X 07.51(5)). Punt lil. Aanbeveling van Regenten van het Old Burger Weeshuis voor de benoeming van een lid van dat College. (Dossierno. 1.842.73(16); bijl. 149). Punt IV. Voordracht van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een hoofd der o. I. school no. 2. (Dossierno. 208; bijl. 150). Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot goedkeuring der aanwijzing van L. j. Boersma als leeraar in de oude talen aan het gymnasium. (Dossierno. 1.851. 33.02.42 A (1); bijl. 151). ik aan U voor te stellen: doodgraver en koster. Ten platte- lande waren de functies van hondenslager, doodgraver, koster, kerkbode, stovezetter en schoolmeester vaak in één hand vereenigd, doch in de steden was voor elk dezer posten meestal een man, soms een vrouw, aangewezen. leder is voldoende bekend met het vrij algemeene ge bruik onzer voorouders van het begraven der dooden in de kerken. Wel bestonden de kerkhoven toen als thans, doch hetAvas deftiger, -’voornamer, misschien gelooviger, om. in de kerk begraven te worden. Dit waren nog de versche sporen der Middeleeuwsch-Roomsche denkbeelden, welke als op menig ander terrein van het leven der 17e eeuxysche Protestanten moeilijk uitgewischt konden wor den. Men hield zich even gaarne aan die traditie als aan het sonore klokgelui bij de begrafenis, wanneer Te Den Haag is voor het voorloopig machinisten-diploma geslaagd de heer K. Hiemstra van hier. VAN DE LEEUWARDER RECHTBANK. Zitting van Woensdag 24 December. Vonnissen. In de zitting van o. a. terechtgestaan: H. K., 36 jaar, expediteur te Groningen, voor een misdrijf tegen de zeden te Sneek. Geëischt 6 maanden gevangenisstraf en he den tot 3 maanden veroordeeld. B. K., 28 jaar, artiest te Sneek, voor een misdrijf tegen de zeden te Tjalhuizen. Ge ëischt 1J/2 jaar gevangenisstraf en heden tot 1 jaar veroordeeld. H. J. E., 66 jaar, fabrikant in chemische praeparaten te Leiden, voor onbevoegd uit oefenen der geneeskunst te Leeuwarden door den kantonrechter aldaar tot drie geld boeten van f 200, f 250 en f 250, subs. 20, 25 en 25 dagen hechtenis veroordeeld. Ge- eischt bevestiging en heden tot drie boe ten van f 50, subs. 50 dagen hechtenis voor elke boete veroordeeld. Smokkelhandel. Met een verboden vrachtje zijn C. de B., 37 jaar, en L. de B., 40 jaar, beurtschip pers te Ooster-Nijkerk, op Vrijdag 5 April te Leeuwarden aangekomen. De geschiedenis heeft zich in het kort toegedragen als volgt: Op Woensdag 3 April kwam C. de B., de eerste beklaagde, te Dokkum in aanraking met Foppe Groen, die hem verzocht, eenige kisten voor hem (Gfoen) mee aan boord te nemen en die te bezorgen bij Hellinga op Camstraburen te Leeuwarden. Het antwoord van De B. was toestem mend. Of hij al met zijn „schuit” de motor boot „Koophandel V” te Bollingawier lag, werd gevraagd. „Ik denk het wel,” zei De B. Over den inhoud der kisten werd, volgens deze, niet gesproken, maar de vracht werd aan boord genomen. Donderdag stak „de schuit” te Bollingawier van wal en toen De B. de vracht gedurende de reis eens in 1t gld. bij varliaa van Mn vingai slechts wat ik hiervoor schreef over het ingrijpen van heer hondenslager. Hygiëne speelde ook hier slechts e$n zeer ondergeschikte rol, en maar een enkele deskundige nam het voor haar en de voortdurend bedreigde volksgezond heid op. Ik denk bijvoorbeeld aan den Dordtschen pionier- medicus Van Beverwijck, die reeds in de 17e eeuw bij her haling op het gevaar der besmetting wees! Maar eerst de 18e eeuw zou de spectators in grooten getale dreigend de vinger zien opsteken tegen de bedorven lucht, uit de groeven opstijgende, welke de gevaarlijkste ziektekiemen bevatten, en waartegen ieder ten zeerste verplicht was, zich te beveiligen. Vandaar, dat de Utrechtsche Mennisten predikant Marten Schagen bij zijn leven verzocht op het kerkhof aan De Bildt te worden begraven „opdat hij de levenden niet zou schaden”. Zijn Latijnsch epitaphium, waarin deze wensch werd opgenomen, baarde natuurlijk veel opzien. Dezelfde gedachten, welke in onzen tijd in de motieven der voorstanders van lijkverassching zijn neer- gelegd! Alles schon dagewesen! Op de Sneeker doodgraver rustten de volgende ver plichtingen. Omdat het kerkhof voor vele omwonenden een geschikte gelegenheid tot aschbelt scheen te zijn, werd ook aan den doodgraver de zorg voor reinheid en zinde lijkheid dezer plaats opgedragen. Dien of die hij betrapte op verontreiniging des kerkhofs kon door hem verplicht worden, om de schade te herstellen met inbegrip van de boeten, die daarop vielen. Verder behoorde tot zijn alge meene werkzaamheden, om „hem t’ allen tijden bereijt te laten vinden den organist te dienen met blasen ende ander- sins.” Voor deze diensten op het kerkorgel der Sneeker St. Maarten werd hij door de kerkvoogden gehonoreerd meer. Hoe kan het ook anders, daar aan deze bediening j-.i.i.-.L- x zoo |utfe[ ioons en zoo weinig eers verbonden was, dat men er niet veel anders voor vinden kon dan menschen van zeer geringe ontwikkeling”. De Sneeker Claes Jacops en zijn opvolger Johannes Wopckes waren sedert 1633 koster-kloklüider-opzichter der kerkelijke gebouwen en terreinen. Volgens hun instruc tie hadden ze naarstig toezicht uit te oefenen „op des stadts doeken ende vuirwereken, dat die op behoorlicke tijden slaen ende wel worden onderhouden ende gerepa- reert naer behoren.” Op de gewoonlijke tijden moesten ze de predikatiën „mitsgaders de diensten die alsdan int celebreren der Heilige Sacramenten soo doop als nacht- mael, sampt conventen ende vergaderingen der Kercken- Raden” met klokgeklep den volke kond doen. De adminis tratieve werkzaamheden van den koster bestonden in de namen „der houwelijcx personen, mitsgaders die kinderen die tot d’ Doop werden gepresenteerd”, zonder mankeeren in de daartoe aangelegde registers te schrijven, opdat een ieder daaruit extract en attestatie mocht bekomen, die zulks noodig en opgevraagd had. Hierin fungeerde hij als amb tenaar van den later ingestelden burgerlijken stand. Voorts moest hij op de zindelijkheid en reinheid van kerk en kerkhof letten, daarbij goed toezien, of de andere offi cianten van lageren rang hun plichten getrouw nakwamen ■en eventueel zijn klachten indienen bij den stedelijken Magistraat. Ten slotte bestond een zijner hoofdwerkzaamheden in het beluiden der dooden naar het tarief, dat ik reeds eerder in een artikel van deze volgreeks, eenigszins uitvoerig i beschreef. Voor al deze diensten zou de koster jaarlijks gesala rieerd worden met een som van 140 car. gl., waarvan 12C gl. tèn laste der kerk kwamen en uitbetaald moesten wor den door den ontvanger der geestelijke goederen, terwijl hij de resteerende 20 gl. zou ontvangen uit handen des Stads Rentmeesters. Nog geen eeuw later, in 1719, werd dit voor dien tijd hooge salaris verminderd tot „alleen uit ’t geestelijke staats comptoir Een hondert car. gl. son der wijders”. Bovendien genoot hij vrij gebruik van de „costers huisinge, midts d’selffde tot zijn eigen costen onderholdende”, en zulks tot wederopzeggens toe. G. pet. sterkte. M. a. w. de uitdrukking dien- had ontvangen, hebben toegeëigend, aangaande in de dagvaarding is onjuist en' de beklaagden zullen ook op dien grond vrijgesproken moeten worden. Volgen re- en dupliek, waarbij de rijks advocaat opmerkt, dat de beklaagden al thans na aankomst te Leeuwarden aangifte hadden moeten doen, wat mr. Tijsma toe geeft. Bij wat meer voorzichtigheid zouden de beklaagden zich veel leed bespaard heb ben, maar dit verzuim doet aan deze straf zaak niets toe. Uitspraak in deze zaak over 8 dagen. L. C. Geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk. Binnen enkele weken zal het consultatie bureau voor geneeskundig onderzoek vóór het huwelijk geopend worden, het eerste te Amsterdam en op het oogenblik van opening het eenige in Nederland. rapport uitgebracht, dat tot oplegging van een voorwaardelijke veroordeeling advi seerde. Het O. M. achtte geen aanleiding aanwe zig om hier een voorwaardelijke veroordee ling op te leggen. Eisch: 9 maanden gevangenisstraf. Dood door schuld. Voor den Krijgsraad te 's Hertogenbosch heeft terecht gestaan de dienstplichtige soldaat Th. H. S. uit Utrecht (16e reg. inf.), beklaagd te Leusden op 28 Aug. door roekeloosheid en on voorzichtigheid zijn kameraad P. Akkersma te hebben doodgeschoten. Bekl. zeide, dat hij van de wacht naar een na bijgelegen post was geloopen. Hij meende, dat de haanpal van zijn geweer in rust was. Akker sma liep met zijn borst tegen het geweer aan, waarop het schot viel. Een der getuigen had bekl. tegen Akkersma schertsend hooren roepen: Sta of ik schiet. De auditeur-militair eischte een gevangenis straf van een maand, voorwaardelijk,* met een proeftijd van een jaar. Oplichting. De rechtbank te Amsterdam deed uit betaald; familie heeft bekl. hierbij geholpen, spraak in de zaakjegen den neger J. Vijent, Eisch tegen dezen bekl. 6 maanden ge- rl'“ '””v' vangenisstraf. I De 40-jarige B. W. uit Den Haag, thans. 1 zonder beroep, is ook vroeger deurwaarder 1 geweest bij de gemeentelijke belastingen en heeft zich voor een zelfde feit te verantwoor den als de vorige beklaagden. Deze bekl., die eveneens bekende, heeft zich in totaal f 4900 toegeëigend. Bekl. deelde mede, dat hij van zijn trouwen af in financiëele moei lijkheden heeft verkeerd, die grooter wer den, toen bekl. in de mobilisatie eenige jaren in dienst moest. Een ambtenaar van de reclasseering heeft in deze zaak een onderzoek ingesteld en den indruk gekregen, dat deze bekl. nimmer de tering naar de nering heeft kunnen zet ten. Hij heeft steeds een sport te hoog ge- leefd. Daarbij komt, dat bekl. niet steeds eerlijk is in zijn mededeelingen. De getuige meende dan ook, dat hier geen aanleiding was voor de reclasseering om op te treden. Bekl. weersprak de verklaringen van den reclasseeringsambtenaar. Het O.M. wees er op, dat uit het uitge brachte rapport wel blijkt, dat deze bekl. niet goed doordrongen was van den ernst van zijn taak. Hij schijnt er een heel andere meening over plichtsbetrachting op na te X. SNEEKER KERK- EN KERKHOFDIENAREN. (II.) Nog een paar dezer lagere kerkdignitarissen wensch „von dem Dome Schwer und bang Tónt die Glocke,Grabgesang waardoor immers de booze geesten verdreven werden. Ik herinner U voorts aan het zeggen van gebeden bij de begrafenis, het lezen van litanieën, schoone resten uit de dagen van mystiek geloof en contemplatieve vroomheid, het plaatsen van het lijk bij de geopende groeve, waarna „erover gesongen” werd. Genoeg; ook dit graf-ceremo- niëel, half-Roomsch, half-Gereformeerd, is het bewijs, dat vele Middeleeuwsch-Katholieke tradities het godsdienstig Teven onzer nuchtere Calvinisten beheerschten. Vooral aanzienlijken werden in de kerk begraven, liefst in het voormalig koor, doch ook een plaats voor de preek- stoel gold als voornaam, en voor ’t overige over de gan- sche oppervlakte der kerk. Niet zelden werden Zondags tijdens of na’ een predikatie dooden in de groeven neer gelaten, hoewel tegen dit gebruik reeds in de eerste helft der 17e eeuw protest j^^d aangeteekend. Prof. dr. Knap pert verhaalt in zlfTrflmets „Het Huiselijk Leven”, hoe reeds in 1625 de kerkeraad der West-friesche stad Hoorn aan burgemeesters verzocht wel acht te geven, dat op Zon dagen in de kerken, daar gepredikt wordt, geen graven geopend worden, en dat tijdens de predikatie geen begra fenis geschiedde. Om gezondheidsredenen? Dat zij verre! Men vreesde te zeer voor verstoring der goede orde, waar toe de kwajongens in de kerk niet weinig bijdroegen. Leest Directie Mr. G. BROUWER Jzn. Mr. M. J. BOS Gepl. Maatech. Kap f 5 583 06i,54 en^Köserves Hypotheken f 42 500.000 Pandbrieven 1 40.000.000 GELDEN op eerste hypotheek BE SCHIKBAAR. Rente 8% voor aan vragen boven f 5000. Welk ander middel is zoo kracht dadig voor verouderden hoest, heeschheid, bronchitis, influenza, asthma en andere aandoeningen van borst en keel als de bekende oogenschouw nam, telde hij 10 of 11 kisten, waarin zich in jute zakken gepakte bussen bevonden. Om 3 uur in den namiddag kwam de „Koophandel V” te Leeuwarden aan en De B. gaf Hellinga in den avond kennis, dat het goed dat hij ontvangen moest, zich aan boord bevond. j Het antwoord wqs, dat de vracht den vol- I genden morgen om 6 uur te zijnen huize be- 17 December hebbenzorgd moest worden. De beide beklaagden en de knecht heb ben daarop te zamen de kisten met inhoud aan wal gebracht. Al spoedig kwamen de beide schippers tot de wetenschap, dat zij 1044 liter gedis tilleerd, ter sterkte van 55 pet., ongedekt door document, vervoerd hadden. „Nu wordt het een boel, er staat een heel zware, straf op,” zegt de president. „Dat heb ik al lang ingezien,” antwoordt beklaagde. „De eenige uitweg zal voor je zijn, dat je een request om gratie indient. Dat komt dan in mijn handen, en ik en de rijksadvocaat willen in dit geval ons best wel voor je doen. Anders de boete is zoo zwaar.” „Ik kan ze ook niet betalen.” „Neen, je zoudt er slecht aan toe zijn, en ik ben geen rechter, die iemand vernietigt.” De tweede beklaagde bevestigt in hoofd zaak’de verklaring van zijn broer. Toen ze op Vrijdagmorgen <i het ruim kwamen, was het wel te ruiken, wat ze aan boord hadden. Na het verhoor der getuigen komt de rijksadvocaat aan het woord. Hij acht het ten laste gelegde feit bewezen. De boete, die er op staat, is voor elk der beklaagden f 17.226. De rijksadvocaat requireert het op leggen van deze boete, met inbeslagneming. De officier van justitie vraagt toewijzing van die vordering, subs, te vervangen door 6 maanden hechtenis. De verdediger, mr. J. W. Tijsma te Leeu warden, betoogt in de eerste plaats, dat het bewijs van de schuld der beklaagden niet geleverd is, omdat zij, in den beginne al thans, voor het verboden vervoer niet aan sprakelijk zijn geweest, wijl ze niet wisten, wat ze aan boord hadden. In de tweede plaats zat er in de bussen ongeveer 550 liter gedistilleerd van 96^ pet. sterkte, welke hoeveelheid door de administratie, ouder ge woonte, is gereduceerd tot 1100 liter van 50

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1924 | | pagina 1