sjsrsxi 2000 Bronchitis Abdijsiroop verzacht zuivert geneest. Het stedelijk leven binnen Sneek. in de 17e en 18e eeuw- i Officlul Orgiii du liiiuti Smk NIEUWSTIJ DIKKEN. 1 41e JAARGANG ZATERDAG 17 JANUARI 1925 Eerst* Bied I ■o. 85 i I MIJNHARDT’s I 1 1 t I 1 vereenigen. Hij was er ten minste ontstemd I I i l I .90- .75 Het O. M. eischte tegen bekl. een gevangenis straf van 1 JA jaar niet aftrek van voorarrest. Ten slotte verscheen als derde bekl. de 42- Het O. M. achtte de heling bewezen en eischte een gevangenisstraf van een jaar met aftrek van het voorarrest. gia. 01) vmum wam wwn dwlt» Abonnement\per jaar f 2.50 fr. p post f 3.60. Advertentiën 9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bii Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de. SNEEKER COUR AM i I 01<1. ixrgaval «u «u- 111 da» Mnaesi «0 r I I üitfeven Brandenburgh Co., Tslef®?* Ws», 150- Verachgal DUT1DAGB VRIJDAGSAVONDS gedeelte van zijn bovenlast (ruim grootste krachtsin- Zitting van Woensdag 14 Januari. De hoofdagent van politie A. Steneker te Sneek heeft in den nacht van 21 op 22 October moeten optreden tegen de gebroeders H., die de orde op straat verstoorden. De hoofdagent deelde H. H., 24 jaar, caféhouder aldaar, mee, dat hij tegen zijn broer proces-verbaal zou op- zoon er goed bij zat. H. afschaffing der armengelden. De sociaal-demo- cratische leden bleken tegen de afschaffing te zijn, omdat ze er een douceurtje aan de bezit ters van den grond in zagen. De heer Th. baron van Welderen Rengers wees er echter op, dat in de nieuwe veenpolders de armengelden niet meer geheven worden, zoodat men met twee maten meet door ze in de oude polders te laten bestaan. Spr. betoogde, dat de armengelden hun beteekenis verloren hebben, sedert de land bouwwetenschap het in cultuurbrengen van af- geveenden grond op grooter schaal mogelijk heeft gemaakt, waardoor armoede geen gevolg van vervening meer behoeft te zijn. Trouwens, de tegenwoordige machinale vervening trekt niet meer, zooals vroeger, groote groepen menschen van buiten in onze provincie. Het. slot van de discussie was, dat het voor stel tot schrapping der armengelden met 25 te gen 22 stemmen werd aangenomen. Tegen stem den de sociaal-democraten en eenige leden van rechts. Een voorstel-Wuite (v.-d.) om het jaarlijksch vader, die steeds drang op hem uitoefende, te subsidie van f250 aan de Provinciale vereeni- kunnen verzetten. Deze trachtte hem steeds on- ging voor vreemdelingenverkeer te herstellen, der vier oogen te krijgen en oefende dan een waarover in de laatste bijeenkomst der zomer- duivelschen invloed op hem uit. Bekl. heeft voor zitting de stemmen hadden gestaakt, werd thans het eerst in Augustus 1923 geld uit de kas ge- aangenomen met 28 tegen 19 stemmen. nomen en in Augustus 1924 is hij gehuwd. Ver- Voor vernieuwing der draaibrug over de zee- volgens is hij tot speculeeren gekomen om te pogen met de eventueel daardoor te verdienen i verduisteringen IMI SNEEKER COURANT annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL „Luctor” geladen met cokes, van Zwolle met bestemming naar Groningen, werd gisterenmor- omstreeks 10 uur nabij Kuinre door een waarvan inhoud. Aanwezig en t .;gende ingezetenen, onderstaande voorwer- lang vervlogen dagen nog! En wat zegt U van hun dien sten op Zon- en Christelijke feestdagen. „Alle Predick- clagen sullen d’Boden heur vervoegen inde Kercke, omme den praedicatie te hooren ende d’Raedsbanck te openen ende t’sluyten, ende altijtt te reinigen!” Wanneer zij par tijen hadden aangezegd, om op een bepaald uur op den rechtdag te verschijnen ten raadhuize, „om recht te ple gen”, zoo moesten zij gedurende denzelfden tijd daarbij tegenwoordig zijn. En alles wat de boden zouden ver nemen omtrent „fechtelijcke saecken”, zouden zij moeten laten aenteickenen bij d’Secretaris”. De wachtmeester was meer rechtstreeks aangewezen tot de handhaving van orde en veiligheid, waartoe hem ten dienste stonden de leden der burgerwacht, de bier- en roggedragers en soms de soldaten van het garnizoen. Zoo kreeg hij last „om alle onlust ende moeite soe van vechte- lijcke saecken inde Jaer- en Weeckmerckten offte anders opder straten ende inde herbergen met adsistentie vande nuari 1925: j E-(-—..J.. UI.,.. ^Hofstede, Grootzand 28; zilverbon, P. 'Brandsma, Oud Kerkhof 45; grijze heeren- handschoen, S. van der Laan, Prins Hendrik kade 12; zwarte kinderwant, A. Huitema, ijlsterkade 37; sleuteltje, J. Slump, Geeuw- kade 29; grijze dameshandschoen, Amicitia- Bioscoop, Leeuwenburg; bruine handschoen R. de Vries, 3e Steenklipstraat 15; vulpen^ XIII. in mijn vorig artikel somde ik door de publicatie van een Mictdeleeuwsch Frieschen ambtseed de verplichtingen op, welke rustten op de schouders van een Sneeker plaat- selijken rechter van dien tijd. Het daarin terloops genoem de Stadboek van Sneek, dateerende van April 1456, is evenals een overeenkomstig Stadboek van Bolsward van het jaar daaraan voorafgaande, een compendium van plaatselijke verordeningen, burgerrechtelijke verplichtin gen, strafrechtelijke voorschriften, en last not least een beeld van het Friesche stadrecht in 't algemeen, waarin het procesrecht en politietoezicht buitengewoon uitvoerig zijn vertegenwoordigd. Als handhavers en toepassers van deze rechten in hun vollen omvang kunnen de schepenen in de eerste plaats genoemd worden. Zij vormden met de burgemeesters en raadslieden het bestuur der stad en de verdeeling hunner werkzaamheden had te Bolsward om het half jaar plaats, terwijl dit te Sneek ieder vol jaar geschiedde. Dit blijkt uit een bepaling van het Sneeker Stadboek met deze woor den: „Item, zoo zullen die Scepenen ende die Raedtsluyden elkis iaers verwandelen ende vuyt hueren Rechte ende Ampte gaen, ende voer die vier Schepenen ende twee Raedtsluyden zal men anderen kiesen.” Om tot Sneeker Schepen verkozen te kunnen worden, moest de candidaat tot dat ambt van wettige geboorte zijn, een eigen huis in de stad bezitten en honderd oude schilden rijk zijn. Voorts moest degene, die wenschte „int Rechte te wesen” minstens 24 jaar oud zijn, en, wat de graad van bloed verwantschap betrof, zouden daarin geen zitting mogen nemen „vader ende kint te gader, twee broeders, twee susterlinghen (zusterskinderen), twee swaghers, dye twee susters hebben.” Ook waren van dit rechterambt uitge sloten die valschheid in getuigenis of in schriftelijke ver klaringen pleegden, „onrecht tuych of lyenghe dede of onrechte brieuen gaue, ende daer van verwonnen worde,” hetgeen beboet werd met tien schilden en ontzegging van het recht om „Schepen to blyuen en Schepen to werdden”. Wat die Schepenen te doen hadden en op welke wijze zij het recht binnen de Sneeker jurisdictie-grenzen hand haafden kan men voor de 15e eeuw naslaan in het Stad boek, door Telting uitgegeven. Het zou mij te ver voeren, hierover in bijzonderheden te treden. Ik mag hier slechts opmerken, gelijk trouwens ook reeds bleek uit de 14e- eeuwsche Schepen-eed, dat toen de berechting van alle crimineele en civiele zaken in hun handen gesteld was. Dit bleef zoo tot aan het einde der 15e eeuw. Toen kwam er verandering en een ingrijpende wijziging ook! De rechtspleging werd van nu af in ons gewest meer dan in eenig ander van de Nederlanden gecentraliseerd door de instelling van een opperste provinciale rechtbank. Dit geschiedde in 1494 door de oprichting van het Hof van Friesland, een grootsch werk van Hertog Albrecht van Saksen, waarmede hij de noodzakelijke eenheid tus- schen de verschillende partijschappen en elkander bevech tende gebieden hoopte te bevorderen. Voortaan zouden slechts de civiele zaken *in eersten aanleg staan ter berechting van de stedelijke schepenen en burgemeesters en van de grietmannen ten platteiande. De crimineele rechtspraak kwam geheel aan het Friesche Hof, dat ook recht sprak in civiele zaken bij appèl en in enkele bij eersten aanleg. Door de beroemde Saksische ordonnantie van 1504 werd de rechtspleging', voorzoover het Hof daaraan deel had, opnieuw geregeld, doch de toestand van centralisatie bleef bestendigd. En daaraan hield men zich, zoowel onder de regeering van Karel V en zijn zoon Filips II, als gedurende de Republiek. „Onder de Republiek was het Friesche hof het beste van alle, omdat het zoo onafhankelijk was van de Staten.” (Fruin Colenbrander). in goede bewaringe te stellen tot naerder dispositie”. Vooral des nachts had hij goed acht te geven op de moed- willigen en rustverstoorders, die hij mocht opsluiten, zoo- dar ’t hem goed dacht. Een zeer gevaarlijk onderscheid werd bij die preventieve detentie gemaakt door de verkla ring „soe het eerlycke personen zijn inde gysselaers earner (in het stadhuis), soe verre het delict niet criminêl is”, maar de „andere onder het Raedhuys inde andere gevan gens huisen”, zooveel mogelijk met advies van de Sneeker rechtsbevoegden uit de Magistraat. Maar hoe misleidend voor beide partijen kon hier het voorloopig onderzoek van dien functionaris uitvallen! Verder kon hij de menschen, die ’s nachts heimelijk bin nen Sneek waren geslopen of wien de stad was ontzegd, daaruit doen geleiden of preventief detineeren. Ook had hij geen toestemming te vragen, om ditzelfde recht toe te passen op gesignaleerde „Lichte vrouwen offte mans personen”. En natuurlijk werden vooral in de 17e eeuw zijn praestaties mede gevraagd op het stuk van geloofs vervolging. Toen Anne Meinerts den 8en November 1630 zijn eed aflegde op de instructie, waarvan ik U hier een enkele bepaling memoreer, was de oorlog tusschen het verre Spanje en deze gewesten nog een daadzaak en maakte de langzaam overwinnende partij misbruik van haar fortuin en revanche7op de overwonnene. Het „vae victis gold ook voor de arme Sneeker Roomschen. Zie hier een enkel bewijs, een droeve herinnering aan een weinig Christelijk tooneel met den wachtmeester op den voorgrond. „Desgelijcx sail d’Wachtmeester alle Pause- lycke ceremoniën tot zijn kennis comende, weeren, die personen sulex doende, adprehenderen ende in goede be waringe setten ende opde andere personen daerbij present sijnde, guede acht nemen.” Commentaar overbodig! Bin nen Sneek werd niets geduld, wat naar den eeuwenouden Katholieken godsdienst riekte. De waarheid van het ver leden werd dwaling voor het heden! Quid est veritas? Quid rides? Natuurlijk was de wachtmeester ook gehouden alle va- gabonden en landloopers, die Sneek kwamen binnenzeilen, „aen te spreecken, iae, soe hij bevinde, omme redenen, d’selue mogen apprehenderen offte toe poorten uth bren gen’ Welk ieen autoriteit dus die wachtmeester! G. ei| gia dij iww» vv »er>. tritsvliiga*. Eisch en vonnis: f30 boete of 30 dagen hech tenis. Het vonnis is bij verstek gewezen. L. Ct. A. Ferwerda, Smidsbuurt 13; hondje (bruin smet wit), H. v. d. Woude, Grootzand; moer- sleutel, S. Oppenhuis, 2e Boschdwarsstr. 7. DE FRIESCHE GRE1DHOEK. Katten-, konij- ^nen- en bunzingvellen zijn tegenwoordig enorm duur. Zou ’t misschien daarmee in verband staan, dat zoo menig konijntje zeer tegen den zin van den eigenaar van baas verandert, ter wijl ook poes op hare nachtelijke avonturen niet meer veilig is. Gewoonlijk krijgt een vreemde „muddejager” de schuld, terwijl in werkelijk heid de dader soms dichterbij moet gezocht worden. UIT DE WE1DEHOEK. Nachtelijke stilte! Plot seling rumoer in den kelder. De huisheer opge schrikt, grijpt naar een wapen, denkt aan inbre kers en begeeft zich naar de plaats des onheils. Als de kelderdeur behoedzaam wordt geopend springt plotseling een... konijn te voorschijn, ’t Blijkt buurmans veelgezochte langoor te zijn, die een gang had gegraven onder de kelder door en nu eens wil weten, wat daarbinnen te koop is. De nachtelijke indringer wordt voorloo pig natuurlijk in veilige bewaring gezet. Bekl. bekende voorts, dat hij in verschillende rekeningen geknoeid heeft, alsmede dat diverse vervalschingen met zijn medeweten of namens hem gebeurd zijn. Het O. M. mr. Fabius eischte tegen bekl., die z. i. nu niet zoo heel veel verstand van bank- zaken had, doch in elk geval zeer verkeerd ge handeld en vier zeer ernstige misdrijven heeft gepleegd, een gevangenisstraf van tien maan den met aftrek van voorarrest. Bekl. verklaarde veel berouw over zijn han delwijze te hebben. Vervolgens stond terecht de 22-jarige C. van Kr., beklaagd als kantoorbediende aan de Boaz- bank te Zeist zich meermalen geldswaardige bedragen te hebben toegeëigend tot een totaal bedrag van ongeveer f 53.000. Bekl. bekende. Het geld gaf hij gedeeltelijk aan zijn schoonvader, gedeeltelijk aan de firma S., bij wie hij had gespeculeerd. Ook gaf hij tweemaal f 1000 aan den broeder van den direc teur D., en besteedde verder de gelden om zich bij zijn huwelijk te installeeren. Spoedig nadat hij met zijn schoonvader in connectie was ge komen, was deze begonnen geld aan bekl. te vragen, en steeds vroeg deze weer. Eerst gaf bekl. wat hij had en toen hij zelf niet meer kon geven nam hij het geld uit de kas van de bank. Deze geldbedragen werden dan geboekt als gefingeerde uitgaven van Wet Zeister Lyceum, dat de grootste rekening bij de bank had loopen. Bekl. verklaarde niet voldoende wilskracht te hebben om zich tegen zijn schoon- De verduistering te Zeist. De Utrechtsche rechtbank heeft behandeld de zaak van de gepleegde onregelmatigheden aan de Boaz-bank te Zeist. Allereerst stond terecht de 27-jarige kantoor bediende mr. P. J. D., chef van het bijkantoor der Boaz-bank te Zeist, wien ten laste werd ge legd: I. dat hij ten nadeele der Boaz-bank te Zeist een bedrag van f6000 had verduisterd; v4iv iwtuv vwi vitv ucui taicti oiacii, uiuc 1111 ivmoivi o Aldus, de stok bij de deur. We kennen die uitdrukking van 2- dat als beambte der Spaar- en Voorschot- - bank te Zeist meerdere malen zich schuldig had gemaakt aan valschheid in geschrifte. Bekl. bekende oogenblikkelijk de feiten zooals ze hem ten lasty waren gelegd. Het bedrag van f 6000 behoorde, volgens bekl. toe aan de Boaz- bank, niet aan den cliënt, die het tegen rente aan de bank had afgegeven. Bekl. was als direc teur van het bijkantoor Zeist aansprakelijk voor het geld; de gelden heeft hij uit de kas geno men en op zijn naam en voor zijn rekening naar Amsterdam gestuurd, niet, zooals hij zelf be weert, om te speculeeren. Toen de belegger van het geld, de heer K., dit terugvorderde, betaalde bekl. dit door de bank uit en van dit oogenblik af deed hij de geldbelegging in dollars voor eigen rekening doorgaan. Van toen af be schouwt bekl., dat de verduistering op zijn reke ning geschreven kan worden. bierdragers t’keeren, de schuldigen t’adprehendeeren ende -------- De Hugenoten. Voor het departement Sneek van de Mij. tot Nut van ’t Algemeen trad Dinsdagavond de heer A. Alt op met een lezing over de opera „Les Hugenots” van Meijerbeer. Na een uitvoerige historische inleiding, die ons de omstandigheden en de mentaliteit van de Parijsche hoogere kringen omstreeks 1672 dui delijk deed gevoelen, gaf de heer Alt op interes sante wijze de inhoud van de opera weer, aan de hand van een groote serie lantaarnplaatjes. Verschillende van de itiooiste passages werden daarbij op de piano vertolkt op de wijze, die wij van den heer Alt geyvoon zijn. Stellig heeft dan ook niemand zich een oogen blik verveeld, ofschoon ’t reeds na middernacht was, toen de voorzitter, de heer Peteri, met een woord van dank namens alle aanwezigen, sloot. Provinciale Staten van Friesland. In de Dinsdagmiddag onder voorzitterschap i Rengers ter sprake gebrachte buiten het punt van d' vergadering zijn nog eenige punten aan de (c.-h.) sloot zich bij’ deze meening agenda voor deze zitting toegevoegd. Het debat ging nu .verder over de al- of niet 1 over en schold Steneker uit. it gio. mj «V w.s vingvi Als Uw in den aanvang onbetee- kenende verkoudheid is verergerd tot bronchitis, talm dan niet langer, neem de beproefde Akker’s Abdij siroop die de prikkelende hoest- aanvallen zal temperen, de slijm zal oplossen en Uw ontstoken slijmvliezen volkomen genezen. AKKER’s Alom verkrijgbaar in kokers van 230 gram 1.50 550 gram /2.75 en 1000 gram /4.5O r««iw»gr.>^.wwarrr~TrwatzgrjQ wnawsstaarM:z® Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan 1 r Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op zware stormbui overvallen, tengevolge J R “',1 121/2 uur, zijn schip, mede tengevolge van het holle water, de navolgende voorwerpen als gevonden zoo hevig begon te slingeren, dat hij een groot -- j gedeelte van zijn bovenlast (ruim 100 mud Polsmofje; bruine portemonnaie zondercokes) verspeelde. Met de j spanning wist de schipper omstreeks 12 uur in te bevragen bij de navol- den middag echter nog met eigen kracht de c-2.., -le voorwer-Lemsterhaven zonder verdere averij te bereiken nnn’r; aioofev°nden aanKegeven op 15' Ja- Schip .en lading zijn verzekerd, ’t schip bij „On- -25: derlinge Vriendschap” te Groningen. Een pakjejnet nieuwe handdoeken, D. F. Staal-Tabletten i Maag-Tabletten Zenuw-Tabletten .rs« Laxeer-Tabletten ,6o« Hoofdpijn-Tabletten 60 Bij Apoth. en Drogisten. 0ia. Ol) eeruas «aut *7C Ivv Mn batil. »Mt »l wj Iv Wat de stadsboden bijv, betrof, hun ambt riep hen her haaldelijk in de onmiddellijke nabijheid van de Sneeker Magistraten, koninkjes in een klein territorium, maar die zich machtig en groot voelden! Die ambtsplichten om vatten het doen van citatiën of exploiten, ergo deurwaar- derswerk, voor welke zij aan den geciteerde een stuiver aan loon mochten vragen en aan den vreemdeling het dub bele. In onze verbeelding zien we ze met deftige schreden en afgemeten passen langs ’s heeren straten tviegen met als teeken hunner waardigheid de voorgeschreven „taeckte roedt in die handt”, en waar ze moesten zijn, ging die scepter mee naar binnen. Doch hadden ze een andere boodschap, dan, zoo luidde hun instructie „suit ghy die roede voer die deur laten staen, offte int feinster”. er nooit aanmerking op sluis te Makkum werd aan de gemeente Wonse- radeel f 8433 subsidie, zijnde 50 pet. der kosten, bedragen zijn verduisteringen te dekken. De toegekend; de gemeente Achtkarspelen kreeg maandstaten welke hij vervaardigde, gingen ge- f 15.300 subsidie voor aanleg van een straatweg regeld naar de hoofdbank te Utrecht, waar men Lutjepost—Kpoten, Workum kreeg f 6150 subsi- tot 'zijn verbazing die voor wegaanleg in die gemeente, aansluitend maakte, op den aanleg te Ferwoude. I VAN DE LEEUWARDER RECHTBANK. jarige steendrukker uit IJsselmuiden G. Z., wien was ten laste gelegd heling van een groot deel van het geld door zijn schoonzoon verduisterd. Bekl. bekende het ten laste gelegde niet. Hij verzekerde absoluut niets van knoeierijen te hebben geweten. Hij meende dat zijn schoon- Een uitgebreide discussie ontspon zich ovei het voorstel van Gedeputeerden betreffende de reglementswijziging der oude veenpolders in deze provincie. Gedeputeerden hadden die voor gesteld, teneinde te komen tot een verlaging der slikgelden, die in de gewijzigde oeconomische omstandigheden te hoog zijn gebleken. Volgens dit voorstel zullen de slikgelden van f4 op f3 de 100 vierk. M. worden gebracht en de turf- gelden van f 1.50 op f 1.10. Tevens stelden Ged. Staten voor, afwijzend te beschikken 'op een verzoek der Vereeniging van Verveners in Friesland tot afschaffing der armengelden. De commissie van rapporteurs had zich veree- nigd met de voorgestelde- verlaging der slik gelden, maar stelde verder voor: 1. te besluiten dat de heffing van 'armengelden en armen-oor- tjesgelden in de veenpolders moet worden ge staakt; 2. bij aanneming van het onder 1. voor gestelde, tot besluit te verheffen het als bijlage tot het rapport behoorende ontwerp-besluit; 3. bij verwerping van het onder 1 voorgestelde, tot besluit te verheffen het door Ged. Staten bij hun voorstel gevoegde ontwerp-besluit, behou dens een aangegeven wijziging; 4. aan de ver schillende reclamanten te berichten, dat bij het nemen dezer beslissingen op hunne bezwaren is gelet. Verscheidene leden hadden bezwaar tegen de afschaffing der armengelden. De heer De Vries (c.-h.) meende dat de ar mengelden op een historisch recht berustten, bovendien doet de vervening de armoede in de betrokken streken toenemen. De heer E. v. Welderen baron Rengers (v.b.) bepleitte een onderzoek om uit te maken of ver vening in deze provincie nog wel oeconomisch gerechtvaardigd is. Tegenover ’t tijdelijke voor deel van turfwinst staan blijvende nadeelen, het droogleggen en -houden der uitgeveende terrei nen is kostbaar. Spr. wilde liever bemoeilijking dan vergemakkelijking der vervening. De voorzitter meende dat het door den heer --.VV) i-mviovuuu IVJ OJJ1 an.c gCUIdUlIlC UU11CI1 I1CL p U111 M a l ICgCll Z.1J1I U1VCI pi ULC3-VC1 Udctl ZUU Up- den commissaris der Koningin gehouden j in kwestie omgaat en de gedeputeerde Okma maken. Daarmee kon de café-houder zich niet - i X** z-rvil MIJ UC4C aan. agenda voor deze zitting toegevoegd. 010. Dl) levens- l«.nga tnvalidltait. «vv Dat de toepassing van het strafrecht aan de stedelijke rechters was ontnomen sedert den aanvang der 16e eeuw, had op de beteekenis yan het schepenambt in de Friesche steden belangrijken invloed, doch er bleef nog genoeg te doen over. Het zijn weer de bronnen in het Sneeker archief, die daarover voor deze plaats belangrijke aanwijzingen geven. Dat men vroeg begon op „den gewoentlicken recht- dey” blijkt allereerst uit de volgende bepaling, welke als 2e artikel gerangschikt is onder de „regeeringsverklaring” van 1506. Voor Sneek was dit meestal Woensdag. Van daar: „Item ten aanderen mael sullen den amptman bur- gemeesteren ende schepen alle Woensdagen in die w'eek alst betaemt recht holden of op enen anderen dag die men daer toe setten ende dan sal den amptman mijt die but- gemeisteren ende schepenen ende een raetsman diet sijn vierndel jaers is, dan toe recht comen des winters toe acht wren des morgens ende des somers toe seven wren ende dan sal men voer dat die kloeke slacht toe recht kleppen alst behoert ende wie nijet toe recht compt ende gheen verloff anden amptman off burgemeesteren bidt, die ver boert een mingelen wijn”. Er waren toen ais later vier schepenen, die het vonnis velden, dat bij monde van den ambtman een schakel tusschen gewestelijk bestuur en stedelijke regeering werd uitgesproken. De boeten of breuken waren ten deele voor de rechters en kwamen voor ’t overige ten bate van de stadskas. In 1508 werd dienomtrent de vólgende rege ling getrofferr „Anno XVC ende acht op den heiligen Nije jaers dach isf begrepen enede angenomen dat die borge- meijsters (er waren er vier) ende raedtsluijden (eveneens ten getale van vier) elke halff jaer ganselyk ende heel wt rechten alle sentencie geit, examinacie, contumacie ende broken nerich maken.” Dat „herich” maken, een echt friesche rechtsterm voor: in goeden staat van zaken, in het volle genot van zijn burgerlijke rechten, wil in dit geval zeggen: op gezette tijden verantwoorden, om ze pondpondsgewijze te verdeelen; immers de ambtman „myt twee raetsluyden als Jan Janssen ende Foppo Dircksz sullen dubbelde porsij hebben, omdat ze te dier tijde in het Sneeker gerecht voorzaten. Er waren Joen in Sneek vier kwartieren, verndeelen of espels, uit welke resp. één schepen, één raadsman en één burgemeester werd benoemd. De namen dezer „viern- delen” waren in laatstgenoemd jaar „Sandster, Swdenster, Dixster ende Marketstraetvierndeel”, waarin men gemak kelijk de latere benamingen der espels, gelijk ik ze reeds in een vorig artikel beschreef, terug vindt. De schepenen van dat jaar waren Pieter Douwa zn., Bonne Wijthea zn., Edo Romke zn., Sijbren Aelthija zn., echte volksnamen en ook geheel mannen uif „it Fryske formidden”, in tegenstel ling met de leden van het hoogste Friesche rechtscollege, waarin werkelijke'rechtsgeleerden zitting hadden, doch die ons gewest destijds nog schaars leverde, zoodat ten jare 1527 een vreemdeling president was, drie vreemdelingen en dtie Friezen raadsheeren waren en ook ’s Hofs prtKA- reur-generaal uit den vreemde kwam. Steeds hebben de Friezen in hun lagere rechtbanken stelselmatig allen vreemden invloed geweerd en hun eigen stamgenooten in zaken van recht en regeering verkozen, waar dit hun maar eenigszins vrij stond. Ik noem hier nog slechts de Sneeker schepenen uit het jaar 1635: Pier Winia, Ritske Pietters Vogelsangh, Hemke Jelles, Michiel Sydses, en ook voor de 17e eeuw hebben we daarmee een enkel bewijs van het „Frysk-eigene”. Naast deze rechterlijke ambtenaren, die binnen Sneek naar een wijs oordeel zochten om het rechtvaardig vonnis te vinden, stonden een aantal dienaren, wier functie in meer of minder rechtstreeksch of zijdelingsch verband tot de handhaving van wet en recht stond. Van die offician ten noem ik voor de periode der Republiek de stadsboden, de wachtmeester, de bierdragers en de gerechtsdienaars, van wie de tweede later executeur, (vandaar het stadfr. „eksteur”) werd genoemd. Deze heeren speelden bok ieder hun eigen rol, en al bekleedden ze in ’t publieke leven een ondergeschikte positie en vulden ze elkander op het terrein hunner werkzaamheden aan, toch onderschatte men hun beteekenis als ambtelijke personen niet. UE.UIU rifnr-wiunrim» i LEMMER, 15 Jan. Schipper A. Wiltens van Hoogezand, op reis met zijn ijzeren tjalkschip I 1r~T het bureau van politie, Sen alle werkdagen tusschen 11 en gedeponeerd op 15 Januari 1925:

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1925 | | pagina 1