sjsrsxi 2000
Bronchitis
Abdijsiroop
verzacht zuivert geneest.
Het stedelijk leven binnen Sneek.
in de 17e en 18e eeuw-
i
Officlul Orgiii du liiiuti Smk
NIEUWSTIJ DIKKEN.
1
41e JAARGANG
ZATERDAG 17 JANUARI 1925
Eerst* Bied
I
■o. 85
i
I
MIJNHARDT’s
I
1
1
t
I
1
vereenigen. Hij was er ten minste ontstemd
I
I
i
l
I
.90-
.75
Het O. M. eischte tegen bekl. een gevangenis
straf van 1 JA jaar niet aftrek van voorarrest.
Ten slotte verscheen als derde bekl. de 42-
Het O. M. achtte de heling bewezen en eischte
een gevangenisstraf van een jaar met aftrek van
het voorarrest.
gia. 01) vmum
wam wwn dwlt»
Abonnement\per jaar f 2.50 fr. p
post f 3.60.
Advertentiën 9 ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bii
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de. SNEEKER COUR AM
i
I
01<1. ixrgaval «u «u-
111 da» Mnaesi «0
r
I
I
üitfeven
Brandenburgh Co.,
Tslef®?* Ws», 150-
Verachgal
DUT1DAGB VRIJDAGSAVONDS
gedeelte van zijn bovenlast (ruim
grootste krachtsin-
Zitting van Woensdag 14 Januari.
De hoofdagent van politie A. Steneker te
Sneek heeft in den nacht van 21 op 22 October
moeten optreden tegen de gebroeders H., die
de orde op straat verstoorden. De hoofdagent
deelde H. H., 24 jaar, caféhouder aldaar, mee,
dat hij tegen zijn broer proces-verbaal zou op- zoon er goed bij zat.
H.
afschaffing der armengelden. De sociaal-demo-
cratische leden bleken tegen de afschaffing te
zijn, omdat ze er een douceurtje aan de bezit
ters van den grond in zagen. De heer Th. baron
van Welderen Rengers wees er echter op, dat
in de nieuwe veenpolders de armengelden niet
meer geheven worden, zoodat men met twee
maten meet door ze in de oude polders te laten
bestaan. Spr. betoogde, dat de armengelden
hun beteekenis verloren hebben, sedert de land
bouwwetenschap het in cultuurbrengen van af-
geveenden grond op grooter schaal mogelijk
heeft gemaakt, waardoor armoede geen gevolg
van vervening meer behoeft te zijn. Trouwens,
de tegenwoordige machinale vervening trekt niet
meer, zooals vroeger, groote groepen menschen
van buiten in onze provincie.
Het. slot van de discussie was, dat het voor
stel tot schrapping der armengelden met 25 te
gen 22 stemmen werd aangenomen. Tegen stem
den de sociaal-democraten en eenige leden van
rechts.
Een voorstel-Wuite (v.-d.) om het jaarlijksch vader, die steeds drang op hem uitoefende, te
subsidie van f250 aan de Provinciale vereeni- kunnen verzetten. Deze trachtte hem steeds on-
ging voor vreemdelingenverkeer te herstellen, der vier oogen te krijgen en oefende dan een
waarover in de laatste bijeenkomst der zomer- duivelschen invloed op hem uit. Bekl. heeft voor
zitting de stemmen hadden gestaakt, werd thans het eerst in Augustus 1923 geld uit de kas ge-
aangenomen met 28 tegen 19 stemmen. nomen en in Augustus 1924 is hij gehuwd. Ver-
Voor vernieuwing der draaibrug over de zee- volgens is hij tot speculeeren gekomen om te
pogen met de eventueel daardoor te verdienen
i verduisteringen
IMI SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
„Luctor” geladen met cokes, van Zwolle met
bestemming naar Groningen, werd gisterenmor-
omstreeks 10 uur nabij Kuinre door een
waarvan
inhoud.
Aanwezig en t
.;gende ingezetenen, onderstaande voorwer-
lang vervlogen dagen nog! En wat zegt U van hun dien
sten op Zon- en Christelijke feestdagen. „Alle Predick-
clagen sullen d’Boden heur vervoegen inde Kercke, omme
den praedicatie te hooren ende d’Raedsbanck te openen
ende t’sluyten, ende altijtt te reinigen!” Wanneer zij par
tijen hadden aangezegd, om op een bepaald uur op den
rechtdag te verschijnen ten raadhuize, „om recht te ple
gen”, zoo moesten zij gedurende denzelfden tijd daarbij
tegenwoordig zijn. En alles wat de boden zouden ver
nemen omtrent „fechtelijcke saecken”, zouden zij moeten
laten aenteickenen bij d’Secretaris”.
De wachtmeester was meer rechtstreeks aangewezen
tot de handhaving van orde en veiligheid, waartoe hem
ten dienste stonden de leden der burgerwacht, de bier- en
roggedragers en soms de soldaten van het garnizoen. Zoo
kreeg hij last „om alle onlust ende moeite soe van vechte-
lijcke saecken inde Jaer- en Weeckmerckten offte anders
opder straten ende inde herbergen met adsistentie vande
nuari 1925:
j E-(-—..J.. UI.,..
^Hofstede, Grootzand 28; zilverbon, P.
'Brandsma, Oud Kerkhof 45; grijze heeren-
handschoen, S. van der Laan, Prins Hendrik
kade 12; zwarte kinderwant, A. Huitema,
ijlsterkade 37; sleuteltje, J. Slump, Geeuw-
kade 29; grijze dameshandschoen, Amicitia-
Bioscoop, Leeuwenburg; bruine handschoen
R. de Vries, 3e Steenklipstraat 15; vulpen^
XIII.
in mijn vorig artikel somde ik door de publicatie van
een Mictdeleeuwsch Frieschen ambtseed de verplichtingen
op, welke rustten op de schouders van een Sneeker plaat-
selijken rechter van dien tijd. Het daarin terloops genoem
de Stadboek van Sneek, dateerende van April 1456, is
evenals een overeenkomstig Stadboek van Bolsward van
het jaar daaraan voorafgaande, een compendium van
plaatselijke verordeningen, burgerrechtelijke verplichtin
gen, strafrechtelijke voorschriften, en last not least een
beeld van het Friesche stadrecht in 't algemeen, waarin
het procesrecht en politietoezicht buitengewoon uitvoerig
zijn vertegenwoordigd.
Als handhavers en toepassers van deze rechten in hun
vollen omvang kunnen de schepenen in de eerste plaats
genoemd worden. Zij vormden met de burgemeesters en
raadslieden het bestuur der stad en de verdeeling hunner
werkzaamheden had te Bolsward om het half jaar plaats,
terwijl dit te Sneek ieder vol jaar geschiedde. Dit blijkt
uit een bepaling van het Sneeker Stadboek met deze woor
den: „Item, zoo zullen die Scepenen ende die Raedtsluyden
elkis iaers verwandelen ende vuyt hueren Rechte ende
Ampte gaen, ende voer die vier Schepenen ende twee
Raedtsluyden zal men anderen kiesen.” Om tot Sneeker
Schepen verkozen te kunnen worden, moest de candidaat
tot dat ambt van wettige geboorte zijn, een eigen huis
in de stad bezitten en honderd oude schilden rijk zijn.
Voorts moest degene, die wenschte „int Rechte te wesen”
minstens 24 jaar oud zijn, en, wat de graad van bloed
verwantschap betrof, zouden daarin geen zitting mogen
nemen „vader ende kint te gader, twee broeders, twee
susterlinghen (zusterskinderen), twee swaghers, dye twee
susters hebben.” Ook waren van dit rechterambt uitge
sloten die valschheid in getuigenis of in schriftelijke ver
klaringen pleegden, „onrecht tuych of lyenghe dede of
onrechte brieuen gaue, ende daer van verwonnen worde,”
hetgeen beboet werd met tien schilden en ontzegging van
het recht om „Schepen to blyuen en Schepen to werdden”.
Wat die Schepenen te doen hadden en op welke wijze
zij het recht binnen de Sneeker jurisdictie-grenzen hand
haafden kan men voor de 15e eeuw naslaan in het Stad
boek, door Telting uitgegeven. Het zou mij te ver voeren,
hierover in bijzonderheden te treden. Ik mag hier slechts
opmerken, gelijk trouwens ook reeds bleek uit de 14e-
eeuwsche Schepen-eed, dat toen de berechting van alle
crimineele en civiele zaken in hun handen gesteld was.
Dit bleef zoo tot aan het einde der 15e eeuw.
Toen kwam er verandering en een ingrijpende wijziging
ook! De rechtspleging werd van nu af in ons gewest meer
dan in eenig ander van de Nederlanden gecentraliseerd
door de instelling van een opperste provinciale rechtbank.
Dit geschiedde in 1494 door de oprichting van het Hof
van Friesland, een grootsch werk van Hertog Albrecht
van Saksen, waarmede hij de noodzakelijke eenheid tus-
schen de verschillende partijschappen en elkander bevech
tende gebieden hoopte te bevorderen.
Voortaan zouden slechts de civiele zaken *in eersten
aanleg staan ter berechting van de stedelijke schepenen
en burgemeesters en van de grietmannen ten platteiande.
De crimineele rechtspraak kwam geheel aan het Friesche
Hof, dat ook recht sprak in civiele zaken bij appèl en in
enkele bij eersten aanleg. Door de beroemde Saksische
ordonnantie van 1504 werd de rechtspleging', voorzoover
het Hof daaraan deel had, opnieuw geregeld, doch de
toestand van centralisatie bleef bestendigd. En daaraan
hield men zich, zoowel onder de regeering van Karel V
en zijn zoon Filips II, als gedurende de Republiek. „Onder
de Republiek was het Friesche hof het beste van alle,
omdat het zoo onafhankelijk was van de Staten.” (Fruin
Colenbrander).
in goede bewaringe te stellen tot naerder dispositie”.
Vooral des nachts had hij goed acht te geven op de moed-
willigen en rustverstoorders, die hij mocht opsluiten, zoo-
dar ’t hem goed dacht. Een zeer gevaarlijk onderscheid
werd bij die preventieve detentie gemaakt door de verkla
ring „soe het eerlycke personen zijn inde gysselaers earner
(in het stadhuis), soe verre het delict niet criminêl is”,
maar de „andere onder het Raedhuys inde andere gevan
gens huisen”, zooveel mogelijk met advies van de Sneeker
rechtsbevoegden uit de Magistraat. Maar hoe misleidend
voor beide partijen kon hier het voorloopig onderzoek
van dien functionaris uitvallen!
Verder kon hij de menschen, die ’s nachts heimelijk bin
nen Sneek waren geslopen of wien de stad was ontzegd,
daaruit doen geleiden of preventief detineeren. Ook had
hij geen toestemming te vragen, om ditzelfde recht toe
te passen op gesignaleerde „Lichte vrouwen offte mans
personen”. En natuurlijk werden vooral in de 17e eeuw
zijn praestaties mede gevraagd op het stuk van geloofs
vervolging. Toen Anne Meinerts den 8en November 1630
zijn eed aflegde op de instructie, waarvan ik U hier een
enkele bepaling memoreer, was de oorlog tusschen het
verre Spanje en deze gewesten nog een daadzaak en
maakte de langzaam overwinnende partij misbruik van
haar fortuin en revanche7op de overwonnene. Het „vae
victis gold ook voor de arme Sneeker Roomschen. Zie
hier een enkel bewijs, een droeve herinnering aan een
weinig Christelijk tooneel met den wachtmeester op den
voorgrond. „Desgelijcx sail d’Wachtmeester alle Pause-
lycke ceremoniën tot zijn kennis comende, weeren, die
personen sulex doende, adprehenderen ende in goede be
waringe setten ende opde andere personen daerbij present
sijnde, guede acht nemen.” Commentaar overbodig! Bin
nen Sneek werd niets geduld, wat naar den eeuwenouden
Katholieken godsdienst riekte. De waarheid van het ver
leden werd dwaling voor het heden! Quid est veritas?
Quid rides?
Natuurlijk was de wachtmeester ook gehouden alle va-
gabonden en landloopers, die Sneek kwamen binnenzeilen,
„aen te spreecken, iae, soe hij bevinde, omme redenen,
d’selue mogen apprehenderen offte toe poorten uth bren
gen’ Welk ieen autoriteit dus die wachtmeester!
G.
ei| gia dij iww»
vv »er>. tritsvliiga*.
Eisch en vonnis: f30 boete of 30 dagen hech
tenis. Het vonnis is bij verstek gewezen.
L. Ct.
A. Ferwerda, Smidsbuurt 13; hondje (bruin
smet wit), H. v. d. Woude, Grootzand; moer-
sleutel, S. Oppenhuis, 2e Boschdwarsstr. 7.
DE FRIESCHE GRE1DHOEK. Katten-, konij-
^nen- en bunzingvellen zijn tegenwoordig enorm
duur. Zou ’t misschien daarmee in verband
staan, dat zoo menig konijntje zeer tegen den
zin van den eigenaar van baas verandert, ter
wijl ook poes op hare nachtelijke avonturen niet
meer veilig is. Gewoonlijk krijgt een vreemde
„muddejager” de schuld, terwijl in werkelijk
heid de dader soms dichterbij moet gezocht
worden.
UIT DE WE1DEHOEK. Nachtelijke stilte! Plot
seling rumoer in den kelder. De huisheer opge
schrikt, grijpt naar een wapen, denkt aan inbre
kers en begeeft zich naar de plaats des onheils.
Als de kelderdeur behoedzaam wordt geopend
springt plotseling een... konijn te voorschijn,
’t Blijkt buurmans veelgezochte langoor te zijn,
die een gang had gegraven onder de kelder
door en nu eens wil weten, wat daarbinnen te
koop is. De nachtelijke indringer wordt voorloo
pig natuurlijk in veilige bewaring gezet.
Bekl. bekende voorts, dat hij in verschillende
rekeningen geknoeid heeft, alsmede dat diverse
vervalschingen met zijn medeweten of namens
hem gebeurd zijn.
Het O. M. mr. Fabius eischte tegen bekl., die
z. i. nu niet zoo heel veel verstand van bank-
zaken had, doch in elk geval zeer verkeerd ge
handeld en vier zeer ernstige misdrijven heeft
gepleegd, een gevangenisstraf van tien maan
den met aftrek van voorarrest.
Bekl. verklaarde veel berouw over zijn han
delwijze te hebben.
Vervolgens stond terecht de 22-jarige C. van
Kr., beklaagd als kantoorbediende aan de Boaz-
bank te Zeist zich meermalen geldswaardige
bedragen te hebben toegeëigend tot een totaal
bedrag van ongeveer f 53.000.
Bekl. bekende. Het geld gaf hij gedeeltelijk
aan zijn schoonvader, gedeeltelijk aan de firma
S., bij wie hij had gespeculeerd. Ook gaf hij
tweemaal f 1000 aan den broeder van den direc
teur D., en besteedde verder de gelden om zich
bij zijn huwelijk te installeeren. Spoedig nadat
hij met zijn schoonvader in connectie was ge
komen, was deze begonnen geld aan bekl. te
vragen, en steeds vroeg deze weer.
Eerst gaf bekl. wat hij had en toen hij zelf
niet meer kon geven nam hij het geld uit de
kas van de bank. Deze geldbedragen werden
dan geboekt als gefingeerde uitgaven van Wet
Zeister Lyceum, dat de grootste rekening bij de
bank had loopen. Bekl. verklaarde niet voldoende
wilskracht te hebben om zich tegen zijn schoon-
De verduistering te Zeist.
De Utrechtsche rechtbank heeft behandeld de
zaak van de gepleegde onregelmatigheden aan
de Boaz-bank te Zeist.
Allereerst stond terecht de 27-jarige kantoor
bediende mr. P. J. D., chef van het bijkantoor
der Boaz-bank te Zeist, wien ten laste werd ge
legd: I. dat hij ten nadeele der Boaz-bank te
Zeist een bedrag van f6000 had verduisterd;
v4iv iwtuv vwi vitv ucui taicti oiacii, uiuc 1111 ivmoivi o
Aldus, de stok bij de deur. We kennen die uitdrukking van 2- dat als beambte der Spaar- en Voorschot-
- bank te Zeist meerdere malen zich schuldig had
gemaakt aan valschheid in geschrifte.
Bekl. bekende oogenblikkelijk de feiten zooals
ze hem ten lasty waren gelegd. Het bedrag van
f 6000 behoorde, volgens bekl. toe aan de Boaz-
bank, niet aan den cliënt, die het tegen rente
aan de bank had afgegeven. Bekl. was als direc
teur van het bijkantoor Zeist aansprakelijk voor
het geld; de gelden heeft hij uit de kas geno
men en op zijn naam en voor zijn rekening naar
Amsterdam gestuurd, niet, zooals hij zelf be
weert, om te speculeeren. Toen de belegger van
het geld, de heer K., dit terugvorderde, betaalde
bekl. dit door de bank uit en van dit oogenblik
af deed hij de geldbelegging in dollars voor
eigen rekening doorgaan. Van toen af be
schouwt bekl., dat de verduistering op zijn reke
ning geschreven kan worden.
bierdragers t’keeren, de schuldigen t’adprehendeeren ende --------
De Hugenoten.
Voor het departement Sneek van de Mij. tot
Nut van ’t Algemeen trad Dinsdagavond de heer
A. Alt op met een lezing over de opera „Les
Hugenots” van Meijerbeer.
Na een uitvoerige historische inleiding, die ons
de omstandigheden en de mentaliteit van de
Parijsche hoogere kringen omstreeks 1672 dui
delijk deed gevoelen, gaf de heer Alt op interes
sante wijze de inhoud van de opera weer, aan
de hand van een groote serie lantaarnplaatjes.
Verschillende van de itiooiste passages werden
daarbij op de piano vertolkt op de wijze, die
wij van den heer Alt geyvoon zijn.
Stellig heeft dan ook niemand zich een oogen
blik verveeld, ofschoon ’t reeds na middernacht
was, toen de voorzitter, de heer Peteri, met een
woord van dank namens alle aanwezigen, sloot.
Provinciale Staten van Friesland.
In de Dinsdagmiddag onder voorzitterschap i Rengers ter sprake gebrachte buiten het punt
van d'
vergadering zijn nog eenige punten aan de (c.-h.) sloot zich bij’ deze meening
agenda voor deze zitting toegevoegd. Het debat ging nu .verder over de al- of niet 1 over en schold Steneker uit.
it gio. mj
«V w.s vingvi
Als Uw in den aanvang onbetee-
kenende verkoudheid is verergerd
tot bronchitis, talm dan niet langer,
neem de beproefde Akker’s Abdij
siroop die de prikkelende hoest-
aanvallen zal temperen, de slijm
zal oplossen en Uw ontstoken
slijmvliezen volkomen genezen.
AKKER’s
Alom verkrijgbaar in kokers van 230 gram
1.50 550 gram /2.75 en 1000 gram /4.5O
r««iw»gr.>^.wwarrr~TrwatzgrjQ wnawsstaarM:z®
Gevonden voorwerpen.
Aanwezig aan 1 r
Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op zware stormbui overvallen, tengevolge
J R “',1 121/2 uur, zijn schip, mede tengevolge van het holle water,
de navolgende voorwerpen als gevonden zoo hevig begon te slingeren, dat hij een groot
-- j gedeelte van zijn bovenlast (ruim 100 mud
Polsmofje; bruine portemonnaie zondercokes) verspeelde. Met de
j spanning wist de schipper omstreeks 12 uur in
te bevragen bij de navol- den middag echter nog met eigen kracht de
c-2.., -le voorwer-Lemsterhaven zonder verdere averij te bereiken
nnn’r; aioofev°nden aanKegeven op 15' Ja- Schip .en lading zijn verzekerd, ’t schip bij „On-
-25: derlinge Vriendschap” te Groningen.
Een pakjejnet nieuwe handdoeken, D. F.
Staal-Tabletten i
Maag-Tabletten
Zenuw-Tabletten .rs«
Laxeer-Tabletten ,6o«
Hoofdpijn-Tabletten 60
Bij Apoth. en Drogisten.
0ia. Ol) eeruas «aut *7C
Ivv Mn batil. »Mt »l wj Iv
Wat de stadsboden bijv, betrof, hun ambt riep hen her
haaldelijk in de onmiddellijke nabijheid van de Sneeker
Magistraten, koninkjes in een klein territorium, maar die
zich machtig en groot voelden! Die ambtsplichten om
vatten het doen van citatiën of exploiten, ergo deurwaar-
derswerk, voor welke zij aan den geciteerde een stuiver
aan loon mochten vragen en aan den vreemdeling het dub
bele. In onze verbeelding zien we ze met deftige schreden
en afgemeten passen langs ’s heeren straten tviegen met
als teeken hunner waardigheid de voorgeschreven „taeckte
roedt in die handt”, en waar ze moesten zijn, ging die
scepter mee naar binnen. Doch hadden ze een andere
boodschap, dan, zoo luidde hun instructie „suit
ghy die roede voer die deur laten staen, offte int feinster”.
er nooit aanmerking op
sluis te Makkum werd aan de gemeente Wonse-
radeel f 8433 subsidie, zijnde 50 pet. der kosten, bedragen zijn verduisteringen te dekken. De
toegekend; de gemeente Achtkarspelen kreeg maandstaten welke hij vervaardigde, gingen ge-
f 15.300 subsidie voor aanleg van een straatweg regeld naar de hoofdbank te Utrecht, waar men
Lutjepost—Kpoten, Workum kreeg f 6150 subsi- tot 'zijn verbazing
die voor wegaanleg in die gemeente, aansluitend maakte,
op den aanleg te Ferwoude. I
VAN DE LEEUWARDER RECHTBANK.
jarige steendrukker uit IJsselmuiden G. Z., wien
was ten laste gelegd heling van een groot deel
van het geld door zijn schoonzoon verduisterd.
Bekl. bekende het ten laste gelegde niet.
Hij verzekerde absoluut niets van knoeierijen
te hebben geweten. Hij meende dat zijn schoon-
Een uitgebreide discussie ontspon zich ovei
het voorstel van Gedeputeerden betreffende de
reglementswijziging der oude veenpolders in
deze provincie. Gedeputeerden hadden die voor
gesteld, teneinde te komen tot een verlaging der
slikgelden, die in de gewijzigde oeconomische
omstandigheden te hoog zijn gebleken. Volgens
dit voorstel zullen de slikgelden van f4 op f3
de 100 vierk. M. worden gebracht en de turf-
gelden van f 1.50 op f 1.10.
Tevens stelden Ged. Staten voor, afwijzend
te beschikken 'op een verzoek der Vereeniging
van Verveners in Friesland tot afschaffing der
armengelden.
De commissie van rapporteurs had zich veree-
nigd met de voorgestelde- verlaging der slik
gelden, maar stelde verder voor: 1. te besluiten
dat de heffing van 'armengelden en armen-oor-
tjesgelden in de veenpolders moet worden ge
staakt; 2. bij aanneming van het onder 1. voor
gestelde, tot besluit te verheffen het als bijlage
tot het rapport behoorende ontwerp-besluit; 3.
bij verwerping van het onder 1 voorgestelde,
tot besluit te verheffen het door Ged. Staten bij
hun voorstel gevoegde ontwerp-besluit, behou
dens een aangegeven wijziging; 4. aan de ver
schillende reclamanten te berichten, dat bij het
nemen dezer beslissingen op hunne bezwaren
is gelet.
Verscheidene leden hadden bezwaar tegen de
afschaffing der armengelden.
De heer De Vries (c.-h.) meende dat de ar
mengelden op een historisch recht berustten,
bovendien doet de vervening de armoede in de
betrokken streken toenemen.
De heer E. v. Welderen baron Rengers (v.b.)
bepleitte een onderzoek om uit te maken of ver
vening in deze provincie nog wel oeconomisch
gerechtvaardigd is. Tegenover ’t tijdelijke voor
deel van turfwinst staan blijvende nadeelen, het
droogleggen en -houden der uitgeveende terrei
nen is kostbaar. Spr. wilde liever bemoeilijking
dan vergemakkelijking der vervening.
De voorzitter meende dat het door den heer
--.VV) i-mviovuuu IVJ OJJ1 an.c gCUIdUlIlC UU11CI1 I1CL p U111 M a l ICgCll Z.1J1I U1VCI pi ULC3-VC1 Udctl ZUU Up-
den commissaris der Koningin gehouden j in kwestie omgaat en de gedeputeerde Okma maken. Daarmee kon de café-houder zich niet
- i X** z-rvil MIJ UC4C aan.
agenda voor deze zitting toegevoegd.
010. Dl) levens-
l«.nga tnvalidltait. «vv
Dat de toepassing van het strafrecht aan de stedelijke
rechters was ontnomen sedert den aanvang der 16e eeuw,
had op de beteekenis yan het schepenambt in de Friesche
steden belangrijken invloed, doch er bleef nog genoeg te
doen over. Het zijn weer de bronnen in het Sneeker archief,
die daarover voor deze plaats belangrijke aanwijzingen
geven. Dat men vroeg begon op „den gewoentlicken recht-
dey” blijkt allereerst uit de volgende bepaling, welke als
2e artikel gerangschikt is onder de „regeeringsverklaring”
van 1506. Voor Sneek was dit meestal Woensdag. Van
daar: „Item ten aanderen mael sullen den amptman bur-
gemeesteren ende schepen alle Woensdagen in die w'eek
alst betaemt recht holden of op enen anderen dag die men
daer toe setten ende dan sal den amptman mijt die but-
gemeisteren ende schepenen ende een raetsman diet sijn
vierndel jaers is, dan toe recht comen des winters toe acht
wren des morgens ende des somers toe seven wren ende
dan sal men voer dat die kloeke slacht toe recht kleppen
alst behoert ende wie nijet toe recht compt ende gheen
verloff anden amptman off burgemeesteren bidt, die ver
boert een mingelen wijn”.
Er waren toen ais later vier schepenen, die het vonnis
velden, dat bij monde van den ambtman een schakel
tusschen gewestelijk bestuur en stedelijke regeering
werd uitgesproken. De boeten of breuken waren ten deele
voor de rechters en kwamen voor ’t overige ten bate van
de stadskas. In 1508 werd dienomtrent de vólgende rege
ling getrofferr „Anno XVC ende acht op den heiligen Nije
jaers dach isf begrepen enede angenomen dat die borge-
meijsters (er waren er vier) ende raedtsluijden (eveneens
ten getale van vier) elke halff jaer ganselyk ende heel
wt rechten alle sentencie geit, examinacie, contumacie
ende broken nerich maken.” Dat „herich” maken, een echt
friesche rechtsterm voor: in goeden staat van zaken, in
het volle genot van zijn burgerlijke rechten, wil in dit
geval zeggen: op gezette tijden verantwoorden, om ze
pondpondsgewijze te verdeelen; immers de ambtman „myt
twee raetsluyden als Jan Janssen ende Foppo Dircksz
sullen dubbelde porsij hebben, omdat ze te dier tijde in
het Sneeker gerecht voorzaten.
Er waren Joen in Sneek vier kwartieren, verndeelen of
espels, uit welke resp. één schepen, één raadsman en
één burgemeester werd benoemd. De namen dezer „viern-
delen” waren in laatstgenoemd jaar „Sandster, Swdenster,
Dixster ende Marketstraetvierndeel”, waarin men gemak
kelijk de latere benamingen der espels, gelijk ik ze reeds
in een vorig artikel beschreef, terug vindt. De schepenen
van dat jaar waren Pieter Douwa zn., Bonne Wijthea zn.,
Edo Romke zn., Sijbren Aelthija zn., echte volksnamen en
ook geheel mannen uif „it Fryske formidden”, in tegenstel
ling met de leden van het hoogste Friesche rechtscollege,
waarin werkelijke'rechtsgeleerden zitting hadden, doch die
ons gewest destijds nog schaars leverde, zoodat ten jare
1527 een vreemdeling president was, drie vreemdelingen
en dtie Friezen raadsheeren waren en ook ’s Hofs prtKA-
reur-generaal uit den vreemde kwam. Steeds hebben de
Friezen in hun lagere rechtbanken stelselmatig allen
vreemden invloed geweerd en hun eigen stamgenooten in
zaken van recht en regeering verkozen, waar dit hun maar
eenigszins vrij stond. Ik noem hier nog slechts de Sneeker
schepenen uit het jaar 1635: Pier Winia, Ritske Pietters
Vogelsangh, Hemke Jelles, Michiel Sydses, en ook voor de
17e eeuw hebben we daarmee een enkel bewijs van het
„Frysk-eigene”.
Naast deze rechterlijke ambtenaren, die binnen Sneek
naar een wijs oordeel zochten om het rechtvaardig vonnis
te vinden, stonden een aantal dienaren, wier functie in
meer of minder rechtstreeksch of zijdelingsch verband tot
de handhaving van wet en recht stond. Van die offician
ten noem ik voor de periode der Republiek de stadsboden,
de wachtmeester, de bierdragers en de gerechtsdienaars,
van wie de tweede later executeur, (vandaar het stadfr.
„eksteur”) werd genoemd. Deze heeren speelden bok ieder
hun eigen rol, en al bekleedden ze in ’t publieke leven een
ondergeschikte positie en vulden ze elkander op het terrein
hunner werkzaamheden aan, toch onderschatte men hun
beteekenis als ambtelijke personen niet.
UE.UIU rifnr-wiunrim»
i LEMMER, 15 Jan. Schipper A. Wiltens van
Hoogezand, op reis met zijn ijzeren tjalkschip
I 1r~T
het bureau van politie, Sen
alle werkdagen tusschen 11 en
gedeponeerd op 15 Januari 1925: